Op 29 Juni 1654 openden Franse Carmelieten
aan de Haarlemmerstraat een klein noodkerkje
Parochie O* L* Vrouw Hemelvaart en St« Jozef steunt op 3 eeuwen
Misrekening in een uitbreidingsplan verdreef „Mon Père11
en schonk de kerk aan de Herensingel een dubbele naam
SECRETARESSE
van de week
Majesteit, U hebt ons hart
ZATERDAG 26 JUNI 1954
DE LEIDSE COURANT
DhRDE BI.AD - PAGINA 1
OP 1 APRIL 1610 WERD
in de Leidse Pieterskerk
gedoopt Abraham Bert, de
op 15 Maart van dat jaar ge
boren zoon van Petrus Bert
en Anna Maria Kuchlinus.
De vader was Regent aan
het (protestantse) Collegium
Theologicum aan de Celle-
broersgracht thans Kai-
serstraat en niemand kon
vermoeden, dat juist dit kind
van protestantse ouders zo'n
belangrijke rol zou gaan spe
len in de Hollandse missie
van de zeventiende eeuw, in
het bijzonder in de stad van
zijn geboorte.
Gods (om) wegen zijn vaak
wonderbaar, zeker waren ze
dat in dit geval. Petrus Bert
werd in Leiden vervolgd we
gens zijn sympathie voor de
secte der Arminianen en ten
slotte moest hij met vrouw
en kinderen uitwijken naar
Frankrijk. Daar kwam hij in
nauw contact met de Katho
lieke Kerk en het gevolg
was, dat hij zich met zijn ge
zin in de Moederkerk liet
opnemen.
Zijn zoon Abraham trad
later gevolgd door zijn twee
broers in de Orde der On
geschoeide Carmelieten en
op 29 Juni 1628 legde hij zijn
geloften af als Pierre de la
Mere de Dieu (Petrus van
de Moeder Gods); in de Ne
derlandse kerkgeschiedenis
staat hij vooral bekend als
pater Petrus Bertius, de On
geschoeide Carmeliet.
Frans-sprekende
wevers in Leiden
In die jaren waren er in Leiden
vele Frans sprekende wevers werk
zaam en het was nodig, dat er voor
de katholieken onder hen een spe
ciale zielzorger kwam. De Franse
Carmelieten namen die taak op zich
en zij zonden Petrus Bertius, de ge
boren Leidenaar, naar de Sleutel
stad. Dat ging niet zonder moeilijk
heden, maar de jonge Carmeliet
gde er in zich in zijn geboorte-
te vestigen en daar een eigen
missie-statie, toegewijd aan Onze
Lieve Vrouw Hemelvaart, op te
richten.
Volgens het nog in de pastorie
aanwezige eerste trouwboek zegende
hij op 28 Juni 1654 het huwelijk in
van Guillaume Martel met Isabelle
Smis. Vast staat echter, dat pater
Bertius zijn plechtige intrede deed
in de statie op 29 Juni 1654.
Spoedig ging hij over tot de bouw
van een (schuil)kerkje, dat ge
bouwd werd achter het huis „De
Zon" aan de Haarlemmerstraat,
eigendom van zijn kosteres Maria
Droogh, een vrouw, wier financiële
middelen de statie zeer ten goede
kwamen. Het kerkje werd weldra
te klein en door aankoop van hui
zen in de Bokkesteeg '(thans Maria
Gijzensteeg) en Oude Vest kon het
aanmerkelijk vergroot worden.
Uit alles blijkt, dat pater Bertius
hoog stond aangeschreven en met
succes in zijn statie werkte.
WONDER LIJKE BEKERING
Van zijn bekeringen is er een be
kend gebleven, doordat zij is opge
tekend door pater Fierlinx van de
Franciscaner statie (later de Harte-
brug-parochie). Deze verhaalt in
zijn kroniek, dat, toen men in 1670
met de bouw wilde beginnen van
een nieuwe (protestantse) kerk, er
feitelijk gebouwd werd op het kerk
hof van het vroegere Franciscaner-
klooster in de Waard. Men vond
daar toen het nog ongeschonden lijk
van een Minderbroeder, gekleed in
Pastoor A. J. J. Leusen, de bou
wer van de parochiekerk aan de
Herensingel.
- Velen herinneren zich nog wel de
voorgevel van de vroegere Mon
Père-kerk aan de Haarlemmerstraat
de historische plek, waar pater Ber
tius de grondslag legde voor de
thans drie eeuwen oude phrochie.
Aan weinigen zal de omgeving
nog bekend zijn, want deze plaat
dateert uit de jaren van Deken Bots
toen de Haarlemmerstraat op dat
gedeelte nog een oord van rust was.
De situatie is thans volkomen ver
anderd, terwijl de kerk om met
de schrijver van „Dit is Leiden" te
spreken verheven is tot zwemba-
siliek.
pij en omhangen met een stool.
Iedereen, rooms of niet-rooms, wil
de iets van de stool of pij bemachti
gen, maar alles viel in stof, behalve
de beenderen. Een van de omstan
ders greep de schedel en wierp deze
weg. met de woorden: „Daar leidt
dat duivels papenhooft".
Op hetzelfde ogenblik zwol de
hand van deze man op, ook zijn arm
en de toestand werd zo ernstig, dat
de arm diezelfde dag nog moest
worden geamputeerd. Het slachtof
fer meende daarin de straf Gods te
zien en met de dood voor ogen liet
hij een katholiek priester roepen.
Men waarschuwde pater Fielinx,
doch daar deze niet aanwezig was,
liet men pater Bertius roepen. De
man bekeerde zioh, maar van deze
wonder-lijke bekering maakte pater
Bertius geen melding in zijn archief.
Pater Fierlinx verzekert echter met
nadruk, dat hij het verhaal meer
malen uit de mond van deze Onge
schoeide Carmeliet heeft vernomen.
HELDHAFTIGE ASSISTENT
Pater Bertius stierf, 73 jaar oud,
op 4 October 1683. Reeds dertien
jaar voor zijn dood had hij als as
sistent gekregen pater Baraque,
maar deze zou geen opvolger wor
den. In het jaar, dat deze Carmeliet
naar Leiden kwam (1669) heerste er
in de stad de zgn. kwade koorts. Hij
liet zich niet door de epidemie af
schrikken, en nog staan zijn woor
den, die het karakter van de mis
sionerende Carmelieten kenmerken,
in de archieven neergeschreven:
Pourqoui aurais-je peur de mourir,
puis que je suis venu exprès en
Hollande pour donner ma vie et
mourir pour mon prochain? (Waar
om zou ik bang zijn te sterven, daar
ik immers naar Holland gekomen
ben om mijn leven te geven en te
sterven voor mijn naaste?)
Deze heldhaftige priester werd
zelf door de kwade koorts aange
tast en hij stierf twee maanden na
zijn aankomst in Leiden.
ONTVLUCHTE KARDINAAL
In kort bestek is het niet mogelijk
het werk van alle Franse Carmelie
ten in Leiden te bespreken. Ik noem
hier slechts de directe opvolgers van
pater Bertius, die achtereenvolgens
de statie „De Zon" bediend hebben:
Firmin de Sainte Marie (16831687)
Ange Darnault (16881726), Paulus
des Martins (17261760), Jean Ni
colas Houbé (17601784) en Claude
Maria Joseph Nicou (17841808).
Vermeldenswaard is wel, dat de
naam „De Zon" lange tijd gehand
haafd bleef voor de statie, maar
reeds onder pater Darnault sprak de
volksmond van „Mon Père", omdat
de paters zich ook met die titel lie
ten aanspreken.
Onder dezelfde pater gebeurde
het ook, dat de statie onderdak ver
leende aan een gevluchte kardinaal,
Emmanuel Theodosius de la Tour,
kardinaal van Bouillon, was name
lijk in ongenade gevallen bij Lo-
dewijk XIV, de Zonnekoning van
Frankrijk. Hij werd verbannen naar
de abdij, van Cluny, maar Zijne Emi
nentie wist te ontsnappen en hij
vond een veilig onderkomen in de
Leidse Mon Père.
In die jaren ook werden de huis
jes aan de Maria-Gijzensteeg aan
gekocht, waar nu het parochie-zaal
tje staat. Men kan dus daar terecht
van historische paroohie-grond spre
ken, meer dan tweehonderd jaar
oud.
De laatste Franse Carmeliet, pater
Nicou, werd in de Napoleontische
tijd benoemd tot hofkapelaan van
koning Lodewijk Napoleon en hij
droeg de bediening van de statie in
1808 over aan de Benedictijner pater
eveneens een Fransman Char
les Bertin de Ram. Deze Benedictijn
verzette enorm veel werk en welke
hoogachting hem werd toegedragen,
bleek wel uit de woorden, die hem
na zijn dood werden toegedicht:
Hij stierf der dagen zat,
tevreden met zijn lot,
En blinkt, een star gelijk,
verheerlijkt bij zijn God.
Zijn naam blijft onbesmet
op aller tongen zwéven,
In Neerland zal Bertin
lang in geheugen leven.
SCHALLENDE
ORGELTROMPETTEN
Geruisloos ging de Mon Père over
in handen van de wereldpriesters,
toen Arnoldus Te Mey, voorheen
kapelaan bij pater De Ram, tot pas
toor werd benoemd. Van 1832 tot
1863 bestuurde hij de statie, die in
1857 tot derde parochie van Leiden
verheven werd. Onder deze pastoor
werd de oude kerk van pater Bertius
afgebroken en naar ontwerp van de
Leidse architect Th. Molkenboer,
die ook de „Ruïne" aan de Lange-
brug en de „Hartebrug" had ge
bouwd, verrees in gothische stijl een
fraaie kerk aan de Haarlemmer
straat, die op 19 November 1839 on
der de titel van Onze Lieve Vrouw
Hemelvaart en onder aanroeping
van Sint Pancras door mgr. Baron
van Wijkerslooth werd geconsa
creerd. Na de dood van deze bouw-
Dinsdag 29 Juni 1954 zal het
driehonderd jaar geleden zijn,
dat de Franse Ongeschoeide Car
melieten een missie-statie sticht
ten te Leiden. Uit deze statie is
tenslotte gegroeid de huidige
parochie van Onze Lieve Vrouw
Hemelvaart en Sint Joseph aan
de Herensingel.
Ofschoon dit derde eeuwfeest
niet officieel gevierd wordt, is
het wel interessant een en ander
op te diepen uit dit rijke brokje
katholieke kerkgeschiedenis van
Leiden. De gegevens daartoe
konden worden geput uit ver
schillende bronnen, niet in het
minst uit het welvoorziene ar
chief in de pastorie aan de He
rensingel, waarin dank zij de
toestemming van pastoor J. A.
van Kleef, vrijelijk gespeurd
kon worden.
pastoor in 1863 werd Johannes Bots
pastoor benoemd, een eminent pries
ter, die later nog bij het veertig
jarig priesterfeest van Deken Ho-
mulle door pastoor Beukers scherp
werd getekend, toen deze, met een
geestige toespeling gewagend van
de vermaardheid en onverslijtbaar
heid van de Leidse dekens in het
Kerkbericht schreef: Mgr. Bots, die
als een oud-vader hoog troont te
midden van de zijnen, die een gro
te volksparochie weet te begeeste
ren voor het geloof en die zijn kerk
doet schudden door een geweldige
oud-testamentische volkszang, on
dersteund door fel schallende orgel-
trompetten
GROTE MANNEN
Onder deze pastoor beleefde de
parochie een ongekende bloei, en
toen de toenmalige Deken van Lei
den, pater F. Welters, pastoor van
de Hartebrug, in 1886 overleed, werd
pastoor Bots tot Deken benoemd.
Zijn verdiensten voor katholiek Lei
den werden voorts bekroond door
zijn benoeming tot Geheim Kamer
heer van Paus Leo XHI en tot Rid
der van Oranje Nassau.
(Ingez. Med.-adv.)
Compl. 10 mnd. opleiding:
TYl'EN, STENO (4 talen) BOEKH.,
CORRESP.: Nederl., Engels, Spaans,
Frans, Duits.
Kon. Erk. PlTMANSCHOOL
PLANTSOEN 65 TELEF. 26558
Maria Adelheid
De meeste sterren, die we in
onze Sterrenkijker krijgen, heb
ben een plaatsje aan onze ster
renhemel gekregen, omdat ze
veel van de mensen hielden, om
dat ze altijd klaar stonden om te
helpen, zelfs al was dit erg moei
lijk. Dit is feitelijk heel gewoon,
want Onze Lieve Heer heeft im
mers gezegd: „Als jullie mij maar
boven alles beminnen en je naas
te als jezelf, dan leef je altijd
goed en dan zal Ik ook altijd erg
veel van je houden".
Onze Lieve Heer zei er echter
niet bij: „En dan zullen ook de
mensen altijd veel van je hou
den"; en het gebeurt dan ook
heel dikwijls, dat de mensen erg
ondankbaar zijn.
De geschiedenis van groother
togin Maria Adelheid van
Luxemburg is daar een goed
voorbeeld van. Maria was feite
lijk een koppig en trots meisje,
maar omdat Jezus gezegd had,
dat ze lief en vriendelijk voor
de mensen moest zijn, probeerde
ze die trotse koppigheid af te le
ren, wat haar heel goed lukte.
Toen ze een meisje van 14 jaar
was, kon niemand meer iets van
die trots bemerken; Maria had
Christus' voorbeeld gevolgd en
ging naar arme en zieke mensen
om hen te helpen. Altijd stond
ze voor hen klaar en dit veran
derde niet, toen ze in 1912, op
18-jarige leeftijd, groothertogin
van Luxemburg werd en dus de
baas in haar landje.
Twee jaren was Maria groot
hertogin en toen brak de Wereld
oorlog uit. Na een paar jaar was
er bijna geen brood meer, had
den vooral de arme mensen bij
na geen kleren meer en waren
er door het gebrek vele zieken.
Nu toonde Maria Adelheid hoe
veel ze van de mensen hield.
Dag en nacht was ze in touw om
zieken te verplegen en voedsel
te brengen aan mensen, die hon
ger leden. Het kwam zelfs zover,
dat ze haar laatste paar goede
schoenen weggaf en zelf op oude,
versleten schoenen ging lopen
om iemand anders te kunnen
helpen.
Nu zou je denken, dat zo'n
groothertogin door haar onder
danen wel op de handen gedra
gen zou worden, maar je moet
nooit rekenen op de dankbaar
heid van de mensen. Want toen
de oorlog afgelopen was, verga
ten de mensen schijnbaar erg
vlug, wat Maria allemaal voor
hen gedaan had. In 1922, Maria
was toen 28 jaar en tien jaar
groothertogin, zeiden de mensen
van Luxemburg, dat ze Maria
niet langer als groothertogin wil
den hebben. En Maria, die alles
weggegeven had, wat ze had, die
tijdens de oorlog haar paleis in
gericht had als ziekenhuis en
vluchtelingen onderdak verschaft
had, werd gedwongen af te tre
den. Twee jaren later stierf ze,
vergeten door de ondankbare
mensen, maar zeker niet verge
ten door Onze Lieve Heer, in
wiens naam ze zoveel voor haar
medemensen gedaan had.
STERRENKIJKER.
Thans prijkt aan de Herensingel als middelpunt van de vergrote parochie
de kerk, toegewijd aan Onze Lieve Vrouw en Sint Joseph, het monumentale
Godshuis, ontworpen door architect ir. Jan van der Laan.
Zijn opvolger in 1901, Petrus Lau-
rentius Dessens, was eveneens een
Deken van formaat, een geleerde
van grote faam, achter wiens mis
schien onvriendelijk uiterlijk een
hardwerkend priester schuil ging.
Velen hebben deze Deken-pastoor
nog persoonlijk gekend, een man.
wiens liederen van St. Pancratius,
St. Agnes en St. Joseph, en vooral
zijn bekend vredeslied uit de jaren
19141918, de parochie nog jaren
lang gezongen heeft. Hij was drager
van het Erekruis 1ste klas van Hon
garije en van het Ereteken Roode
Kruis van Oostenrijk; kanunnik ook
van het Haarlems Kapittel en Offi
cier Oranje Nassau.
MOEILIJKHEDEN
Een van de belangrijkste gebeur
tenissen onder Deken Dessens was
de stichting van een nieuwe paro
chie in het Noordelijk deel van de
Mon Père-parochie. Opdracht daar
toe werd verleend aan kapelaan A.
J. J. Leusen, die de monumentale
Sint Josephkerk naar ontwerp
van architect ir. J. van der Laan
aan de Herensingel bouwde. Deze
kerk werd op 17 September 1925
door mgr. A. J. Callier geconsa
creerd.
Enthousiast begon men met het
scheppen van een eigen parochie
sfeer en deze groeide vooral onder
de tweede herder van de Sint Jo-
seph-parochie, pastoor Jacq. Vijver
berg, die in 1930 benoemd werd,
doch slechts vier jaar zijn pastoraat
aan de Herensingel zou uitoefenen.
De lasten van deze parochie wa
ren zeer zwaar, de uitbreiding van
de stad, die men achter de kerk ge
dacht had, werd niet gerealiseerd
en er moest een oplossing gevonden
worden om uit de moeilijkheden te
geraken.
„MON PèRE" GESLOTEN
Die oplossing kwam onder de op
volger van Deken Dessens, Antonius
Henricus Maria Josephus Homulle,
die in 1929 aan de Mon Père werd
benoemd.
Bij bissohoppelijk besluit werd
met ingang van 4 Mei 1934 de Sint
Josephparochie opgeheven en weer
toegevoegd bij die van Onze Lieve
Vrouw Hemelvaart. Bepaald werd
tevens, dat de Mon Père-kerk ge
sloten moest worden en dat de kerk
aan de Herensingel, waarop met pau
selijke goedkeuring de titel van On
ze Lieve Vrouw Hemelvaart zou
overgaan, evenals die van Mon Père,
gebruikt zou worden voor de ver
grote parochie. Later werd besloten
ook de titel Sint Joseph te handha
ven zodat de parochie thans een
zeer uitvoerige naam mag dragen
DE ELFDE PASTOOR
De geschiedenis van de laatste
twintig jaar mag bekend geacht
worden. De dood van Deken Homul
le op 15 April 1953 bracht een be
langrijke wijziging, want kort daar
op werd pastoor M. A. Jansen van
de Sint Lode wij ksparochie tot De
ken van Leiden benoemd, en op
hem rust nu de taak eveneens de
vermaardheid en onverslijtbaarheid
van de Leidse Dekens te bevesti
gen.
In de parochie aan de Herensingel
werd Johannes Antonius van Kleef
tot pastoor benoemd, de twaalfde
sedert 29 Juni 1654.
En ofschoon dit derde eeuwfeest
officieël niet gevierd zal worden, is
voor de parochianen van Onze Lieve
Vrouw Hemelvaart en Sint Joseph
wellicht toch aanleiding om de
eerstkomende Zilverschaal, waaraan
pastoor van Kleef zijn hart verpand
heeft, extra te bedenken.
WIM HELVERSTEIJN
HYPOTHEKEN
en roor alle andere faken
op het gebied vaD on
roerende goederen
8ouw-en Makelaarsbedrljt
v.d. Drift
Oude Vest 29 Leiden
Telet. 20613
Advertentie
KONINGSPAAR OP WALCHEREN
HERREZEN LAND TOONDE ZIJN HERSTEL
Bijna tien jaren geleden verdween Walcheren onder het zee-water en
betaalde hiermede de tol voor vrijheid. Tien jaren van werk, zoals een stug
ge Zeeuw dit weet te brengen, volgden en gisteren kon een herrezen Wal
cheren aan het Koningspaar, waar het zo innig aan verknocht is, een her
bouwd Walcheren tonen, een Walcheren, dat schoner uit zijn trieste ruïne
herrezen is.
Tijdens het grote werkbezoek, dat de Koningin en Prins Bernhard de af
gelopen week aan het zo kwetsbare Zeeland gebracht 'hebben, arriveerden
de vorstelijke gasten gisteren op Walcheren, waar de gehele bevolking
slagregen trotserend het koningspaar een grootse ontvangst bereid had.
Overal werden de koninklijke gasten in de gelegenheid gesteld het herstel
van Middelburg, die zijn rede begon met de woorden: „Majesteit, U hebt
de regen geen beletsel te zijn om het gehele programma af te werken.
In nationale costumes gestoken, stonden de Zeeuwen langs de weg en
meerdere malen onderbrak de koftingin haar tocht om hier en daar 'n pr a-at je
met de toeschouwers te maken.
Door de officiële klank, die de toespraken bij een koninklijk bezoek nu
eenmaal moeten hebben, klonk «de spontane liefde van de gehele burgerij,
die wel zeer sterk tot uiting kwam tijdens de toespraak van de burgemeester
van Middelburg, die zijn rede begon met de woorden: „Masjesteit, U hebt
ons hart."
En niet alleen spontaan en hartelijk, maar ook cultureel zeer verzorgd,
bad Walcheren zijn programma samengesteld, hetgeen blijken kan uit een
klein gedeelte van het Middelburgse declamatorium:
Wil dan schouwen, Hoge Vrouwe
Hoe wij leven op ons goed,
Hoe de bloem onzer landouwen
Aantreedt voor de Zeeuwse groet.