JE GELD OF JE LEVEN....!
DE LE1DSE COURANT
JERRY HUILDE BIJNA de gehele I mieson", gaf grootmoeder zich gewon-
middag. Sinds zijn moeder het nen, „U kunt de hond hier laten,
onzalige idee had gehad om bij groot- maar natuurlijk onder één voor
moeder te gaan wonen, had hij geen waarde".
vacantie gehad en de tocht, die
hij met meneer Jamieson naar het
meer zou maken, had al dagenlang
zijn verbeelding bezig gehouden.
Zijn grootmoeder was bits en on
vriendelijk. Voor alles kwam bij haar
de muziek. Bij de familie Allison had
muziek altijd de eerste plaats ingeno
men, zelfs vóór geld verdienen.
De familie is talentvol placht
grootmoeder altijd te zeggen maar
genie eist oefening en slechts hard
werken baart succes. „Je oom Ludwig,
die nu concerten geeft door heel
Europa, was gewoon om 8 uren per
dag te studeren en -jij als jongen van
11 jaar behoort ook al een voldoen
de gevoel voor plicht en roeping te
hebben".
Wanneer ze een dergelijke uit
spraak gedaan had, schudde ze haar
stijf-opgemaakte kapsel naar Jerry's
moeder.
Toen kwam de uitnodiging van me
neer Jamieson en grootmoeder had
verschrikt haar hoofd geschud: „Stel
je voor, Elsie", had ze tot zijn moeder
gezegd, „veertien dagen zou de jon
gen niet op zijn viool kunnen oefe
nen; welk een nadelige invloed zou
dat op zijn vingers hebben! En bui
ten dat, wie is feitelijk die meneer
Jamieson?"
Elsie had een ontwijkend antwoord
gegeven zoals altijd, wanneer groot
moeder aan het woord was: „Als een
jongen geen vader meer heeft, is het
wel eens prettig voor hem om met
een. man uit te gaan, vooral omdat
Jerry toch al zo weinig vriendjes
heeft. Maar natuurlijk begrijp ik, hoe
bezwaarlijk het is om zijn vioolstu
dies voor zo'n lange tijd te onderbre
ken".
Bij haar had grootmoeder natuur
lijk haar zin gekregen, maar ze be
twijfelde, of het bij Bob Jamieson
even gemakkelijk zou gaan. Ze ken
de Bob, veel beter, dan haar schoon
moeder.
r\IE AVOND, PRECIES om zeven
uur kwam Bob. Hij kwam
naar de voordeur maar belde niet
aan, doch trommelde op de ruiten en
brulde een Indianenkreet naar Jerry,
Elsie ging te zamen met grootmoe
der naar de voordeur.
Jerry bleef huilend in de keuken
achter. Op weg naar de deur was
Elsie dood-zenuwachtig, want ze was
bang voor een uitbarsting. Aan de
andere kant vond ze er ook weer iets
aantrekkelijks in om het doorzettings
vermogen van Bob, dat ze twaalf ja
ren geleden zo enorm bewonderd
had, te zien tegenover de grimmige
vastberadenheid van haar schoon
moeder.
Toen Bob z'n speech begon keek
hij dwars door grootmoeder heen; hij
sprak tot haar en grootmoeder scheen
lucht voor hem, een functie, die de
oude dame niet bijster scheen te
appreciëren.
„Mevrouw Allison", zei Bob heel
vormlijk tot Elsie, „waarom kan Jer
ry Woensdag niet met me mee naar
het meer; hij heeft er zo vast op ge
rekend".
Grootmoeder trok onmiddellijk ten
aanval: „Omdat hij midden in een
zeer belangrijke phase van zijn viool,
studie is, meneer Jamieson".
Bob keek naar grootmoeder, of hij
een zeer speciale ontdekking deed:
„Er is hier sprake van een misver
stand, mevrouw", zei hij koel, „ik
sprak tot de jongere mevrouw Alli
son".
„Wacht even, nou breekt de storm
los", dacht Elsie in stilte, „wat moet
ik in hemelsnaam zeggen?"
Maar ze liep nu al zolang in het
gareel van haar schoonmoeder, dat
ze bijna automatisch antwoord
„Ik ben bang, dat mijn schoonmoe
der gelijk heeft, meneer Jamieson; de
jongen is zo verdiept en opgenomen
in zijn studie, dat het werkelijk on
verantwoordelijk zou zijn
Grootmoeder vond het te tam gaan
en haalde grof geschut te voorschijn:
„De jongens heeft een grote toe
komst in het vooruitzicht en het is
de taak van zijn opvoeders om alles
alles in het werk te stellen, teneinde
het talent de kans te geven zich vol
ledig te ontplooien; ik hoop, dat dit
voldoende voor u is!"
„Oh, bedoelt u dat!" antwoordde
Bob, maar hij zei het zo langzaam
en keek daarbij Elsie zo strak aan,
dat Elsie het idee kreeg, dat hij stuk
ken verder dan het viool keek.
•TOEN HIJ WEG WAS, brak groot
je moeder pas goed los: „Die man
heeft me op een verschrikkelijke ma
nier geërgerd", meende ze, „hij was
gewoon brutaal in zijn optreden
even pauseerde ze, maar toen vroeg
ze op de man af: „En vind jij het
goed, dat Jerry geregeld bij die man
komt?"
„Och", zei Elsie zo achteloos mo
gelijk, „u moet maar denken, dat
meneer Alieson nooit helemaal over
zijn jongenstijd heengekomen is; hij
vindt er altijd nog een diep genoegen
in om met spoortreintjes te spelen en
meer van dergelijke dingen".
Precies een half uur, nadat hij met
een nors gezicht van stijlvolle bordes
was afgestapt, stond Bob Jamieson er
weer: „Ik heb een pasgeboren hond
je voor de jongen meegebracht", be
richtte hij grootmoeder, „want ik
vind, dat de jongen wat moet hebben
om over zijn teleurstelling heen te
komen. Alsjeblieft, een Engelse dog
met stamboomJerry en ik heb
ben hem gisteren in de kennel al be
wonderd".
Hij keek precies op tijd naar Elsie
om te zien, hoe zij bezorgd naar haar
schoonmoeder keek. Hij zag de blik
ken, die over en weer gewisseld
werden en die maakten hem razend:
l„Ga me nu alsjeblieft niet vertellen,
dat een pasgeboren hondje schadelijk
I is voor vioolstudies".
1 „Nou, dat is dan goed, meneer Ja-
„Voorwaarde?" vroeg Bob ruw.
„Ja", zei grootmoeder afgepast, „de
jongen zal de hond krijgen, wan
neer hij zijn gejank over die stomme
vacantie staakt en weer met hart
en ziel aan de studie gaat".
PR KWAM EEN GEVAARLIJK
blosje op Bob's gezicht en Elsie,
die dit sein nog kende van vroeger,
vroeg vlug, of Bob haar misschien
even met zijn wagen naar de stad
wilde brengen, want ze moest nodig
nog een paar boodschappen doen.
Bob zei geen woord op weg naar
de stad en toen ze voor een klein
café'tje kwamen, stopte hij nog steeds
zwijgend en hield het portier voor
haar open.
Elsie stapte niet uit en zei kalm:
„Je weet, dat die boodschap maar
een smoesje was. Ik wil alleen maar
even met je over Jerry praten".
„Nou, dat zal tijd worden", ant
woordde Bob, terwijl hij weer de
auto instapte en naar een stille weg
reed, waar hij de auto parkeerde.
„Het is grappig", zei hij toen, „ik
heb nooit geweten, dat jij zo dol op
muziek was. Ook is het een hele
openbaring voor me geweest, dat je
zou je veel gelukkiger zijn". Toen
trok hij haar naar zich toe en kuste
haar net zo lang, totdat zij opgehou
den had zich te verweren en haar
hand op zijn schouder lag.
TTOEN HIJ HAAR TEN SLOTTE
weer losgelaten en zij haar per
manent weer in orde gebracht had,
dacht ze: „Ja, het is dezelfde oude
Bob en hij zal merkwaardige dingen
met mijn hart uithalen, als ik niet op
pas".
Hij wilde het gesprek weer opvat
ten: „Zoals ik al opmerkte, alle moei
lijkheden zouden opgelost zijn".
Ze lachte bedroefd en schudde het
hoofd.
„Het is alleen maar een kwestie
van geld", zei hij een beetje terneer
geslagen. „Kijk, Elsie, ik heb vol
doende; ik heb een goede betrekking,
een huis in eigendom en een paar
duizend op de bank. Denk je niet, dat
dit voldoende is?"
Alhoewel zij het niet zei, voelde
hij, dat ze het niet voldoende vond;
niet, nu er zoveel voor haar te wach
ten stond.
„Het is dus nog steeds zoals vroe
ger: De dollar komt op de eerste
plaats! Daarom koos je Alfred in
plaats van mij, is het niet?ik
vermoed, dat je aardig tekeer ge
gaan zult zijn op de dag, dat hij te-
over hem gemaakt. Jerry kwam
zachtjes over de gang naar haar ka
mer toe en toen hij de deur open
maakte, wist ze, waarom hij gefloten
had: In zijn armen hield hij het
hondje, dat hij gisteren van Bob ca
deau gekregen had.
Elsie ging verschrikt overeind zit
ten: „Oh, Jerry, als grootmoeder
weet, dat je je hond mee naar je ka
mer genomen hebt, zal er wat
zwaaien".
Jerry kwam niet onder de indruk:
„Ze komt het niet te weten, mams;
bulldogs zijn vreselijk rustig".
„Ik heb het boodschappenmandje
en een touw mee naar mijn kamer
genomen en ik laat hem strakjes van
uit mijn raam naar beneden zakken".
„Jerry, ik moet eens ernstig met
je praten; ze trok hem op het bed
en nam de hand, waarmede hij het
hondje niet vasthield, in de hare: „Je
vindt zeker, dat grootmoeder en ik
soms erg streng voor je zijn, hè?"
„Grootmoeder is een oude heks",
was het commentaar van Jerry, ter
wijl hij haar hand losliet en deze in
de bek van ziin hondje stak".
„Je vraagt je misschien wel eens
af, waarom ik er niet tegenin ga, als
grootmoeder de baas over je speelt?"
De jongen gaf geen antwoord en
speelde zwijgend met zijn hondje
verder. Ze keek naar zijn handen, die
baasd terugkwam om te kijken, wat
er in hemelsnaam aan de hand was.
Lang behoefde hij niet in het on
zekere te verkeren: „Die hond!! die
hond! Jerry wil je wel eens onmid
dellijk die hond naar buiten bren
gen!"
De jonge hond had via de keu
kendeur een onderzoekingstocht door
het huis gemaakt en was tenslotte
door de grote schuifdeuren de eetka
mer binnengestapt. En daar stond
hy nu met iets van een grote grijs
op zijn snuit en een verwachtingsvol
gekwispel van zijn korte staartje.
Jerry liep op een rennetje naar het
hondje toe, pakte het onder zijn arm
en bracht het naar buiten.
grootmoeder al op hem te wach
ten: „Jerry, ik heb je nog zo gezegd,
dat je die hond in de garage aan
een touw moest vastbinden, als je
niet van plan bent om dat te doen,
dan zullen we de hond weg moeten
doen. En Jerry, ik verwacht voort
aan meer bereidwilligheid te zien,
wanneer ik je zeg, dat je vioolmuziek
moet gaan studeren".
Elsie verbeet haar woede; soms be
greep ze zelf niet, hoe ze de arrogan
tie van het mens kon dulden. Ze vroeg
zich verbaasd af, hoe de oude vrouw
toch zo onuitstaanbaar had kunnen
zo gehoorzaam en volgzaam bent ge
worden".
„Ik ben niet gek op muziek en ik
houd er evenmin van om orders van
mijn schoonmoeder aan te nemen",
antwoordde Elsie. „Maar denk in he
melsnaam niet, dat ik geen medelij
den met Jerry heb. Daarover wilde
ik je juist spreken".
„Ik heb altijd moeite gehad om jou
te begrijpen", zei Bob, terwijl hij zijn
hoofd schudde.
Zij legde haar hand op z'n mouw.
„Is het zo moeilijk om te begrijpen,
dat een vrouw een beetje zekerheid
in haar leven wil hebben? Mijn
schoonmoeder heeft geld en ik heb
niets anders dan mijn pensioen als
oorlogsweduwe en ze zal heus niet
niet het eeuwige leven hebben.
„En wat gebeurt er met je jongen,
terwijl jij wacht op de dood van die
dame? Het is een aardige jongen en
jij laat toe, dat die jongen z'n hele
jeugd verknoeid wordt en dat hij een
kwast zal worden".
Ze legde weer haar hand op zijn
mouw: „Ik vermoed, dat wij nooit
eens hetzelfde over iets zullen den
ken, maar wat je ook over me mag
denken, geloof me, wanneer ik zeg,
dat ik mijn best doe zo goed moge
lijk voor de jongen te zijn. Ik ben je
erg dankbaar, dat je zoveel notitie
van hem neemt; hij vereert je ge
woon. En ik had er evenveel hinder
van als jij toen grootmoeder zei, dat
hij niet met die trip mee mocht. Maar
ik hoop, dat Jerry ooit eens zal in
zien, dat ik het voor zijn bestwil ge
daan heb".
De scherpe blik verdween uit zijn
ogen: „Vooruit dan maar meisje, ik
hoop, dat je gelijk krijgt. Maar van
nu af aan zal ik een oogje in het zeil
houden, wat die jongen betreft. Ik
heb er niets mee op, als twee vrou
wen in hun eentje het leven van een
jongen gaan uitstippelen".
wat haar zozeer verraste, dat ze
er ademloos van werd: „Je moest
maar met mij trouwen, Elsie, dan zou
aan alle ellende een eind gekomen
zijn".
Toen ze er zeker van was, dat ze
het goed gehoord had, probeerde ze te
lachen. „Probeer nu eens een ogen
blikje ernstig te zijn" zei ze beverig.
„Maar ik ben ernstig en waarom
zou dit zo'n gek idee zijn? We ken
nen elkaar al jaren. Je hebt me nodig
en of je het wilt toegeven of niet,
je bent ook in staat om van me te
houden".
„Ben je niet een klein beetje aan
matigend?"
„Jij bent eenzaam".
„Hoe kom je op dat idee?"
„Door in je ogen te kijken, Elsie.
De manier, waarop je nu naar me
kijkt". Hij boog zich naar haar over
en legde zijn arm om haar schouders.
Elsie keerde zich van hem af. Ze
had er altijd een hekel aan gehad,
wanneer een man haar gedachten
raadde en de manier waarop Bob dit
kon heugde haar nog van vroeger.
gen zijn moeder zei, dat ze met haar
geld naar de maan kon lopen, maar
dat hij zijn eigen leven wilde le
ven.... Alf was een fijne kerel en
het is een beroerde gedachte, dat je
hem niet getrouwd zou hebben, als
je van te voren geweten had, dat hij
zijn geld in- de steek zou laten".
Elsie bloosde.... de klappen, die
Bob haar toebracht, troffen doel
midden in de roos. „Natuurlijk trouw
de ik met Alf, omdat ik hem een fijne
vent vond".
„Maar je was teleurgesteld, toen
hij die heerszuchtige moeder van hem
verliet en zodoende de kans op het
geld verspeelde".
Ze werd zo kwaad, dat er tranen in
haar ogen kwamen. Niemand zou het
nooit begrijpen: „Misschien was jij
nooit arm, toen je een kind was. Mis
schien weet je niet wat het betekent
om drie keer per dag pap te eten,
omdat er niets anders in huis is.
Misschien hebben andere kinderen
nooit om jouw kleren gelachen, om
dat ze zo ouderwets en versleten
waren. Misschien heb je nooit kiespijn
gehad, terwijl er geen geld was om
de tandarts te betalen. Nu, al deze
verschrikkelijke dingen heb ik mee
gemaakt toen ik een klein meisje was
en toen ik groter werd heb ik me vast
voorgenomen, dat nooit een van mijn
kinderen zoiets zou meemaken".
aan, toen kuste hij haar voor
zichtig op de wang. „Arm meisje",
zei hij en reed haar naar huis te
rug.
Toen hy bij de deur afscheid nam,
zei hij: „Pas goed op het jong, dat ik
Jerry gebracht heb en zeg Jerry, dat
hij bij me moet komen, als hij een
ogenblik zijn viool in de steek mag
laten.en als je ooit van gedachte
mocht veranderen, laat het me dan
in hemelsnaam weten. Ik weet nu,
waarom je zo aan dat geld van die
oude vrouw hangt, maar misschien
kom je op zekere dag tot de ont
dekking, dat het leven meer
waard is".
Even bleef het stil tussen hen bei
den, toen zei hij: „Het is gewoon je
geld of je leven".
Hij keek even de gang in en daar
de oude dame nergens te bespeuren
was, kuste hij haar goedennacht.
IN DE MORGEN WERD ELSIE
zoals gewoonlijk wakker door
de stem van haar schoonmoeder, die
in de verdieping beneden haar slaap
kamer hele stapels commando's de
wereld instuurde. Grootmoeder ging
er trots op, dat ze de beste bedienden
van de gehele stad had, maar ze ver
trouwde ze nog geen morgen! Ze was
bezeten om alles zelf te organiseren,
want het fortuin van de Allisons was
op deze manier gewonnen, placht ze
te zeggen.
Jerry werd ook wakker en Elsie
hoorde hem zachtjes op zijn kamer
fluiten.
bijna vrouwelijk waren en ze be
dacht, dat Jerry nooit met de andere
jongens mocht voetballen of figuur
zagen, omdat grootmoeder bang was
voor zijn handen, die geheel en al ge
spaard moesten worden om muziek
te spelen.
„Het is alleen maar voor je bestwil",
zei ze na een poosje, ..Grootmoeder
is erg rijk, zie je, en ik heb hele
maal geen geld. Als we haar nu leren
verdragen, krijgen we straks de helft
van haar geld en zijn we rijk".
„Rijk!" antwoordde de jongen; dat
was alles. Toen sprong hij van haar
bed af en liep de kamer uit.
touwtje de tuin ingestuurd had,
gingen ze naar beneden Om te ont
bijten.
Elsie keek de rijkgemeubileerde
kamer eens rond: Wanneer ze vol
hield, zou de helft van al deze din
gen van haar zijn; ze had al zo veel
verdragen; ze moest doorgaan. Maar
juist deze morgen scheen het vrij
moeilijk te zijn, want grootmoeder
was energieker, dan anders.
Vrij spoedig kwamen ze de oor
zaak te weten. Met een theatergebaar
haalde ze een telegramformulier te
voorschijn en kondigde aan: „Ik heb
een telegram van Ludwig gekregen.
Hij is gisteravond in Montreal aange
komen en zal vanmiddag hier ko
men".
Ludwig!
Elsie was verrast, dat dit haar zo
aangreep.
Vreemd genoeg had zij nog nooit
het beroemde lid van de familie ont
moet, maar zij had verschillende mid
dagen doorgebracht in de salon, ter
wijl grootmoeder aan een stuk door-
rammelde over haar beroemde zoon,
die overal ter wereld lauweren
oogstte.
In tegenstelling tot Alfred, had
Ludwig zo placht schoonmoeder te
zeggen haar nog mooit een mo
ment verdriet bezorgd en daarbij is
het de grootste musicus, die de fami
lie ooit gekend heeft en ik verzeker
je, dat ons geslacht er velen gehad
heeft.
Grootmoeder begon het huis
rond te stormen als een kip in
een winterstorm, links en rechts met
orders zwaaiend, want er schenen op
eens ontzettend veel dingen te doen.
Ludwig moest het huis op zijn best
aantreffen, want Ludwig hjeld van
stipte ordelijkheid.... en Jerry ga
jij een vlug naar je studeerkamer,
want je moet „Zonnehymne" voor
oom Ludwig spelen; ik heb je le
raar opgebeld, dat hij vanmorgen
komt om je te onderrichten.
Jerry trok een teleurgesteld ge
zicht; hij had erop gerekend, dat hij
Bob vanmorgen zou helpen met het
schoonmaken van diens auto. Zijn
grootmoeder zag het en wachtte als
een valk op enige tegenspraak. Maar
Jerry liet zich niet vangen en ging
Door het gefluit voelde zij zich langzaam de kamer uit.
ow plotseling in een goede stemming ko- En toen opeens was de stylvolle
„Waarom ben je niet eerlijk" dan I men. Bob had zich beslist te bezorgd I eetkamer vol lawaai, zodat Jerry ver
worden.
Ze veronderstelde, dat Bob zou zeg
gen, dat dit door haar geld kwam:
„Je geld of je leven", had hij gister
avond gezegd en het was geen grap
je geweest. Had hij misschien toch
gelijk? Wanneer zy straks al deze
rijkdom zou erven, zou ze dan het
zelfde karakter krijgen als haar
schoonmoeder? Kwam arrogantie niet
van macht en kwam macht niet van
geld?
Ze drong deze gedachte terug.
niet alle rijke mensen waren kleine
Napoleons en ze beloofde zichzelf, dat
zij anders zou worden.
drie uur en toen zijn moeder zich
in tranen van zijn schouders losrukte,
zodat ook de anderen een blik op het
wonderkind van de familie konden
werpen, kon Elsie er slechts met een
glimlach aan terugdenken, dat ze ooit
met een romantisch tintje aan hem
gedacht had.
Hij droeg zijn haren keurig in het
midden gescheiden en pijnlijk nauw
gezet met brillantine bewerkt, hij
droeg een potsierlijk spikkeltjes
broek en rond zijn lippen zweefde
een beroepsglimlach.
Nadat ze aan elkaar voorgesteld
waren en de thee binnengebracht
was, moest Jerry zijn hymne spelen.
Elsie dacht met trots, dat ze haar
jongen nog nooit zo mooi had horen
spelen en verstolen keek ze naar de
man, die lauweren geoogst had in We
nen en Kopenhagen.
„Een heel goede aanslag", zei Lud
wig, terwijl hij naar zijn moeder
knikte. „Alleen moet hij meer geest
in zijn spel leggen. Laat hem toch in
hemelsnaam zijn best doen om te
voelen, wat hij speelt", en terwijl
Ludwig „voelen" zei, balde hij zijn
vuisten en schudde net zolang met
zijn hoofd, tot zijn pomade-haar in de
war raakte en zijn hoofd op een be
lachelijke wijze rood aanliep.
Grootmoeder was vreselijk onder de
indruk.
DOB HAD NIET OP een ongelege-
ner tijd kunnen komen, dan juist
op het moment, dat ze aan tafel za
ten voor het diner.
Elsie ging alleen naar de voordeur
om hem te woord te staan: „Wat is
er aan de hand met Jerry; ik heb
hem vandaag niet gezien?"
Elsie vertelde hem, dat Ludwig
plotseling overgekomen was.
Bobs ogen begonnen te schitteren
van plezier: „Zo, is die oude bedrie
ger eindelijk eens boven water geko
men?"
„Bedrieger?"
„Ja, heb je hem ooit horen spe
len?"
„Nee, maar wat zou dat? Hij werkt
in het buitenland; laatst heeft hy nog
een groot concert gegeven in Kopen
hagen".
„Ja in het grootste nachtcabaret
van Kopenhagen".
„Dat is helemaal niet leuk van je
Bob".
„Maar meisje, weet jy daar dan
niets van af; de hele stad lacht er
over. Hij maakt zijn moeder wijs, dat
hy concerten geeft, maar hij is een
derderangs cabaretier in Europa".
„En hoe weet jy dat allemaal?"
„Och, het is een lang verhaal;
vroeger, toen wy nog klein waren,
was Ludwig werkelijk een aardige
knul, voordat zijn moeder hem te
pakken kreeg en hem een viool in
zijn handen stopte. Waar is hij nu? Ik
zou hem wel eens even willen zien?"
■"POEN ELSIE HEM eindelijk en met
1 veel moeite overtuigd had, dat
het minder passend zou zijn om zo
maar tijdens het diner de kamer
binnen te stormen, kwam Bob met
zijn verzoek voor de dag, waarvoor
hij eigenlijk langs was komen lo
pen: „Ga je vanavond met me uit,
Elsie? Voor een keertje maar, want
de volgende week moet ik de stad
weer uit, dan is m'n vacantie om".
„Bob, ik kan werkelijk vanavond
niet", zei Elsie, geschrokken al bij de
gedachte, wat schoonmoeder zou zeg
gen, als zij op een avond, dat de gro
te Ludwig over was, het huis uit zou
lopen.
„Ben je weer eens een keertje
bang, dat je je toekomst in de waag
schaal zet?"
„Oh", dacht Elsie, „als die man me
maar niet zo doorzag". Want natuur
lijk had Bob gelijk.
„Je geld of je leven!" zei Bob na
een kort poosje, waarin beiden niet
gesproken hadden, „en jij kiest nog
steeds het geldnou, als je van
gedachte verandert, hoor ik het
wel".
I ANG, NADAT ZE die nacht naar
bed was gegaan, dacht ze nog
over zijn woorden. Ze voelde weer
dat eigenaardige, prettige gevoel, dat
door haar heen was gegaan, toen ze
met hem aan de deur stond te pra
ten. Misschien liet ze een kans glip
pen, die nooit terug zou komen. Dan
dacht ze aan Ludwig en het riilige
gevoel, wanneer ze met hem in de
zelfde kamer zat: dunne handen, dun
haar, een dunne stem en een uiterst
dunne geest. Instinctief wist ze na
deze eerste avond, dat Bob gelijk had,
toen hij Ludwig een bedrieger noem
de. Zijn gehele houding had hij zich
aangemeten om zijn moeder een ple
zier te doen, alleen had hij thans het
spelletje zolang gespeeld, dat de
stakker er zelf in was gaan geloven.
F\E STILTE VAN DE NACHT werd
plotseling verbroken door een
schreeuw van schrik.
Ludwig rende in zijn zijden pyama
over de gang heen en piepte: „Moe
der, word toch eens vlug wakker; er
is een hond in mijn kamer. Een kleine
smerige hond liep bijnd over mijn
gezicht heen".
Elsie was het eerste op de gang en
toen ze het vriendelijke hondje zag,
dat met de zelfde verwachtingsvolle
snuit van die morgen om de hoek
van Ludwigs kamer kwam gluren,
nam ze het vlug op.
„Oh, hoe kunt U zoiets doen?" ril
de Ludwig, „ik haat beesten en het
verbaast me, dat moeder goed vindt,
dat er een door het huis zwerft".
Toen grootmoeder tenslotte te
voorschijn kwam om de toestand op
te helderen, maakt ze onmiddellijk
de balans op: „Jerry heeft de hond
mee naar zijn slaapkamer genomen",
wist ze en terwijl ze zich tot de butler
wendde, vroeg ze: „Is het asyl ook
's nachts open?"
„Ik denk van wel, mevrouw".
Jerry kwam z'n kamer uitgelopen
en zag nog net, hoe de butler de hond
de trappen afdroeg.
Elsie zag de dodelijk gekwetste
uitdrukking in de ogen van haar kind
en trok de jongen in haar kamer,
voordat hij iets had kunnen zeggen:
„Huil niet, Jerry, ik smeek je, huil
niet. Ik zou het niet kunnen verdra
gen. Ik zou me te schuldig voelen".
yE WAS EEN OGENBLIK stil om
zich goed rekenschap te geven,
wat ze deed. Maar haar besluit was
al genomen; Ludwig had de doorslag
gegeven. Nog maar een korte tijd ge
leden had ze zichzelf wijsgemaakt,
dat ze weelde zou kunnen dragen,
zonder dat dit haar levenswijze zou
kunnen beïnvloeden.
Maar wat zou er van de jongen te
recht komen, als ze toeliet, dat hij
door zijn grootmoeder op een ver
schrikkelijke manier getyranniseerd
werd? Wat was er van Ludwig te
recht gekomen? Bob had haar van
middag nog verteld, dat hij vroeger
werkelijk een aardige jongen was
„Kijk eens, Jerry", zei ze tenslotte,
„er is maar een uitweg voor ons.
Denk je, dat je stiekum het huis uit
kunt komen om een boodschap naar
Bob Jamieson te brengen?"
Jerry meende, dat hij dat wel klaar
zou spelen.
yE ZATEN JUIST aan de ontbijt-
tafel, toen Bob binnen kwam
stappen. Dit keer had hij niet geklopt
of op de ramen getikt; hij kwam een
voudig binnenstappen, greep de ver
schrikte butler bij de revers van z'n
jasje en vroeg: „Zeg eens even
vriendje, wat heb je met die jonge
hond gedaan?"
Het hondje bleek nog niet naar het
asyl te zijn verhuisd, maar stond in
een mandje klaar om weggebracht te
worden.
„Ik neem hem mee naar het meer
voor een korte vacantie", zei Bob
kalm, terwijl hij het verschrikte
beestje geruststellend achter de oren
krabde, „en ik neem Jerry meteen
met me mee, die heeft ook hard va
cantie nodig.
„Hij keek de aanwezigen stuk voor
stuk kalm aan en vroeg toen: „Heeft
iemand soms bezwaren?"
Er ging een trilling door groot
moeder heen en haar mond viel open
van verbazing. Zij keek Ludwig aan,
alsof ze van hem hulp verwachtte,
maar ook Ludwig keek alsof hij wa
ter zag branden.
Het was tenslotte Elsie, die de stil
te verbrak: „Zou ik ook mee kunnen
naar dat meer?" zei ze vlug. „Mijn
koffer staat boven al gepakt".
Vrij naar Family Herald and
Weekly Star.