Opgetogen jeugd
in de Gehoorzaal
vierde gistermiddag
feest van de Deken
Ernst en luim gingen hand in hand
l
Viering bracht een grote versterking
van nog 'n zeer jonge parochie-band
„Wij komen al flink uit de steigers
Slotaccoord
VRIJDAG 4 JUNI 1954
DE LEIDSE COURANT
TWEEDE BLAD PAGINA 1
Naugat en Habbeba
De mondjes scheef van het kauwen
en met in hun stem nog de jubel van
een uitgelaten middag zwermden de
scholieren, die het feest van de deken
hadden gevierd, uit de Stadsgehoor
zaal naar buiten. De maten van de
kinderen variëerden van twee turven
tot en stapel hoog; stuk voor stuk
echter hebben zij een onvergetelijke
middag gehad.
Direct was er al de feestelijke
stemming, toen de wijde, hoge zaal
met kinderen (het waren er meer dan
duizend) in een daverende welkomst
canon de deken begroette.
Het gezang van het veelstemmige
kinderkoor galmde in de zaal om
hoog en werd op de onder het ge
wicht van honderden jongens en
meisjes buigende gallerijen van te-
genstem voorzien.
Kindergebed.
De heer Zandvliet, hoofd van de
Rapenburgschool, was de eerste die
deze muzikale hulde, de gevoelens
van allen voor deken en parochiepas
toor onder woorden bracht. Hij sprak
van het kindergebed deze morgen in
de Petruskerk. Als het gebed ver
hoord mocht worden behoefde de ju
bilaris zich geen zorgen meer voor
de toekomst te maken. Hij kondigde
het gemeenschappelijk cadeau van de
kinderen van de scholen Levendaal
en Rapenburg aan: een eetservies.
Gelijk met zijn woorden kwam van
links uit de zaal een deputatie kin
deren, die het cadeau met gezichten, vxerue Kias vroe
waarop trots en spanning elkaar af-1 eerste aandacht.
wisselden, voor zich uit droegen en
het de jubilaris overhandigden.
Nog meer geschenken.
Namens het lekenpersoneel van de j
school aan het Levendaal bood mejuf-j
frouw Doove de deken een actetas
aan.
Kinderen schonken de feesteling
nog namens het personeel van de j
school aan het Rapenburg een fruit-
schaal.
Toen week het levensgrote gordijn
vóór het toneel om een rij fleurig
geklede meisjes te onthullen, die
met veel overgave en wat meer j
is vrijwel vlekkeloos een priester-1
cantate zongen van Catharina van
Rennes. Zuster Casparina was hier-1
van de enthousiaste dirigente en
Truusje Caspers zat aan de piano.
Hierna onthulde het toneelgordijn
een enorme kalender, waaruit, na
enige tegenstand van het harde pa
pier, alle jaren uit het leven van de
deken te voorschijn kwamen. Er ont
spon zich tussen de jaren een spitse
dialoog, die al spoedig enige minder
goede eigenschappen van de deken in
het licht der aandacht bracht, t.a.v.
horlogereparatie. Maar meer nog
zo bleek uit het verloop van dit aller
aardigste nummer valt er in zijn
leven te prijzen.
daar ook één die de deken ten tonele
bracht. Zij droeg een ietwat onwil
lige bonnet, die zich kennelijk op dit
hoofdje met blonde krullen niet thuis
voelde. Een persiflage op een les in
logica (Piet is mens alle mensen
hebben benen) kwam onbegrepen,
maar prima voorgedragen, uit haar
mondje. De deken en de (volwassen)
genodigden ontging echter de fijne
humor van dit voordrachtje niet.
Hulde aan zr. Maria Alacoque en zr.
Maritska, die dit alles geschreven, in
gestudeerd en geregisseerd hebben.
De heer Van Gennip dirigeerde
vervolgens het feestlied, dat speciaal
voor deze gelegenheid door de heer
Blom is gedicht en gecomponeerd.
Ieder, die weet hoe moeilijk het is
om een feestlied te maken, dat niet
afgezaagd en alledaags klinkt moet
de grootste bewondering hebben voor
de maker van dit lied, dat binnen de
beperking van kinderstem en kinder
verstand ligt, maar toch ook de vol
wassene onmiddellijk aansprak.
Rhythmische dansen van de meis
jes van de V.G.L.O.-school, die als
kleurige vlinders het toneel bevolk
ten, gingen aan de pauze vooraf,
waarin onder luid gejuich van het
jeugdig publiek de eerste tractatie
werd rondgedeeld.
Hierna werd de grootste moot
van de feestkoek aangesneden: de
jongens bracht in vol ornaat een
toneelstuk: echte toneelkleren en
heuse decors.
Wat heeft die uitbundige zaal mee
geleefd met de lotgevallen van het
negerslaafje Sam, die er voor be
dankte om ontbijt te zijn voor zijn
koning Habeba! De aandacht van de
jeugd was zo luid en hevig, dat zelfs
de jeugdige tonelisten wel eens een
sussend gebaar naar de zaal moesten
maken. In de geest van: „Stil maar,
het komt wel terecht, ik zal hem
straks wel eens eventjes krijgen".
Het toneelstukje is van Godfried
MORGEN STRAATCOLLECTE
ROODE KRUIS
Collectanten en gevers gevraagd
Wanneer wij de stad getooid zien
met de Roode Kruis-vlaggen, dan we
ten we dat er weer iets bijzonders
met het Roode Kruis aan de hand
is. Eigenlijk is het niéts bijzonders,
want hét Roode Kruis vraagt telken
jare op het eind van Mei—begin Juni
de steun van ieder weldenkend land
genoot om zijn werk te kunnen voort
zetten. Zonder geld begint men niets
Ook het Roode Kruis niet, al is men
zeer dankbaar voor de vele gratis
hulp, die steeds bij vele acties wordt
verleend.
Voor morgen evenwel is veler hulp
nodig, want morgen vindt de jaar
lijkse straatcollecte van het Ned.
Roode Kruis, uw Roode Kruis plaats.
Zonder die collecte kan het Roode
Kruis de vele taken, welke het zich
ten doel heeft gesteld, niét volbren
gen.
Daarom roepen we ieder, die iéts
voor het Roode Kruis en voor col
lecteren voelt, op, zich morgen een
dagje in dienst te stellen van het
Roode Kruis, om in massa de burge
rij op Zaterdag te bestormen 'ten
einde zoveel mogelijk geld in te za
melen voor het Roode Kruis.
Collectanten kunnen zich heden
avond mélden van 7 tot 9 uur in het
„Eigen Huis" Rapenburg 24 en Za
terdagmorgen om 8 uur aan het
zelfde adres.
Leidenaars, laat het Roode Kruis
niet in de steek, het laat u evenmin
in de steek, wanneer u in nood bent.
Steunt daarom allen mild en geeft
zoveel ge geven kunt, wanneer een
collectante u om hulp vraagt!
De deken dankt voor het cadeau
van de kinderen.
Bomans; André de Jong speelde voor
Sam; Jan van Diemen voor de ko
ning Habeba en Jan Verkerk voor
kabouter-koning. De heer Pietense
van de jongensschool aan het Rapen
burg heeft het met de jongens inge
studeerd.
Een geweldig cadeau.
Aan het slot van de middag trad
de jubilerende deken op het toneel,
toegewuifd en toegejuicht door de
woelige kinderschaar.De deken
sprak van een blijde dag, die deze
morgen al op zo'n veelbelovende wij
ze in de Petruskerk was ingezet. De
jubilaris noemde het priesterschap
voor de kinderen een cadeau van
Onze Lieve Heer. Een geweldig ca
deau, dat de priester niet voor zich
zelf maar voor anderen gekregen
heeft. Hij dankte alle onderwijzers
en onderwijzeressen, die hem een on
vergetelijke middag hadden bezorgd.
Voor de laatste maal door de jeugd
toegezongen verliet de deken de zaal.
Aan de deur wachtte de kinderen
nog een naugatblok en een rol zuur
tjes. De aankondiging van deze snoe
perijen had de geestdrift van de scho
lieren tot een toppunt opgevoerd.
ACHT uur gisteravond begon de
laatste etappe van het feest van
een afwachtende stilte, die vóór de de deken. De finish is in zicht. De
uitdeling van de koeken inviel, om j tijd voor feesten is bijna voorbij,
allen die aan het welslagen van de j maar het is zeker, dat de grote winst
middag meewerkten van harte dank j voor de parochie: het groeien van
te zeggen. een parochieband in de toekomst be-
Liedjes door stralende eerste klas- stendigd zal blijven,
certjes gezongen en leuke volksdans- Iedereen is daarvan overtuigd; al-
jes van jongens en meisjes uit de len die meegewerkt hebben aan de
vierde klas vroegen na de pauze de viering, alle aanwezigen, rector Ves-
ter, die dit in zijn welkomstwoord
Onwillige bonnet.
Tussen de meisjes van de lagere
school die dit nummer brachten was
Boven: De jaren rijen zich aaneen.
Onder: Een fruitschaal onder de
vele geschenken.
(Foto's „De Leidse Courant").
nog eens benadrukte en zeker de
deken zelf, d ie het in zijn dankwoord
aan het slot van de avond tot zijn
vreugde kon vaststellen.
Rector Vester verwelkomde in zijn
openingswoord alle aanwezigen met
name de deken en zijn familie en
wethouder S. Menken. Op dat mo
ment was de Stadsgehoorzaal eivol.
Zowel in de zaal als op de galerij viel
geen vrije plaats meer te ontdekken.
Vóór in de zaal waren enige rijen
gereserveerd voor de zusters van het
Liduinahuis, van „De Voorzienig
heid" van ihet St. Elisabethziekenhuis
en de zusters Dominicanessen van de
St. Jacobsgracht.
„Het feestcomité heeft op de aller
eerste plaats gemeend", aldus rector
Vester in een kort woord van wel
kom, „mede te werken aan het ideaal
van een echte parochiegemeenschap".
Vanmiddag is bij de jeugd een grond
slag voor die geest gelegd. Ook deze
avond zal hieraan weer ten goede ko
men.
„De spelers in de beide toneelstuk
ken hébben de kans gehad elkaar te
leren kennen; ja zelfs", aldus de
rector, „zijn er bij die elkaar hébben
leren beminnen. Het motto van deze
avond luidt: vóór en dóór de paro
chie."
Symbolisch spel.
DEN HEUER heeft een symbolisch
spel geschreven, dat hij „De poort
der genade" noemde. Dit spel, dat
door een zestigtal jongere en oódérè
parochianen werd opgevoerd, leek
deze avond op het lijf geschreven.
De verheerlijking van het priester
schap vindt er een ruime plaats in,
de sacramenten worden in soms méér
soms minder geslaagde taferelen ten
tonele gevoerd. Om een en ander
nog toepasselijker te maken is één
van de twee. die de hoofddialoog,
voert de Heilige Lodewijk, de pa
troonheilige van de parochie van de
deken.
Het spel begint met een achtervol
ging, waarin een vluchteling door
een revolverkogel dodelijk geraakt I
wordt. St. Lodewijk treedt de ge-1
troffene uit de poort van een kerk1
tegemoet en brengt hem tot bezin-
ning van zijn levensgang.
AJs Dickens Scrooge ziet de ge-
wonde fragmenten van hoogtepunten
uit zijn leven.
In deze hoogtepunten wordt tot
uiting gebracht, met welke rijkdom
men God het mensdom, door middel
van zijn kerk, overlaadt.
Heuer is er met dit spel in ge
slaagd om op aanvaardbare zeker
niet zoetsappige manier de kerk
als een „Poort van genade" symbo
lisch te illustreren. De vluchtige aan
dacht van de doorsnee theaterbezoe
ker kennend, heeft hij als gede
gen vakman door de gedragen
ernst van dit spel enige jolige scè
nes geweven.
De spelers zijn er in geslaagd
eigen zichtbare ontroering op de toe
schouwer over tc brengen. De twee
hoofdfiguren: Jan van der Hoorn als
St. Lodewijk en J. Buis als de vluch
teling wisten steeds weer de leidraad
van het verhaal op te nemen en tot
een aangrijpend slot te volgen.
Hulde hiervoor; juist de enigszins
kluchtige intermezzi maakten het
hun eens zo moeilijk.
Anton Sweers, die de leiding van
het spel in (stevige) handen had,
moet eens te meer geprezen worden
de mise en scène van de taferelen en
het gedisciplineerde verloop van de
entr'actes.
De pastoor, die de predikatie
houdt bij de neomist in een meester-
vliet en mej. Nel van MiL
Hierna pauzeerde men eon klein
half uur: een gelegenheid te meer
om de parochiéband te versterken.
Na de pauze speelden zes parochia
nen onder leiding van Anton Sweers,
die ook de rol van Peerke had, de
bekende Vlaamse farce „Peerke Kus-
gen figuur is in schlagers van Weense
allure kan men toch zeker met deze
(in wezen diepzinnige) onzin vrede
hebben.
Anton Sweers droeg dit stuk. Men
zou de waarheid geweld aan moeten
doen met anders te beweren. Hij
bracht het pientere kleermakertje op
de planken, alsof hij zelf van huis
uit nooit anders geweest is. Heel zijn
snelle, gevatte manier van spelen en
de behendigheid waarmede hij zich
op zijn krukken voortbewoog deden
vermoeden, dat dit niet de eerste
keer geweest is, dat hij in dit stuk
aan de hoofdrol vorm heeft gegeven.
Vergeten we voorts niets te noe
men St. Petrus (J. Buis), die zijn spel
juist zoveel meer waardigheid gaf
als nodig is om aan de kinderlijke
verbeelding van Petrus, zoals hij aan
de hemelpoort staat tegemoet te ko
men.
Ook de pastoor en de duivel (het
zij ons vergeven de twee in een adem
te noemen) werden in een klaar aan
sprekende vorm door J. van der
Hoorn en Q. ter Haar ten tonele ge
voerd.
Ronduit leuk waren de afgemeten
spraak en maniertjes van dokter Pil
(L. Sn ij er). J. van der Wel was een
inhalige Sjefke Blom en Mieke Kwe
zel (J. Schoon) nog kwezelachtiger
dan haar toneelnaam al zou doen
vermoeden.
Parochiegeest.
In het programma stond: „Het laat
ste woord is aan...."
Het behoeft geen verwondering
dat op de stippeltjes de naam van de
termans".
Er zullen er niet veel zijn, die niet
een of meerdere keren in hun leven
gelachen zullen hebben met de han
dige streken, die de door en door
Vlaamse manke Peerke met duivel
en St. Petrus uithaalt, zoals dat in
het gelijknamige boek verteld wordt.
In het eerste bedrijf is Peerke de
duivel tweemaal te vlug af. Het pas-
toorke kan gerust zijn; de dreigende
doem van duivel is afgewend.
In het tweede bedrijf staat Peerke
aan de hemelpoort als plaatsvervan
gend Sint Petrus. Zijn optreden tegen
de candidaten voor de hemel wekt
allengs het ongenoegen van de he
melse poortwachter op en uiteindelijk
maakt Peerke het zo bond, dat Pe-
Het ontbijt van koning Hcbbeb-i,
lijke imitatie van de prediktoon, t trus hem samen met Mieke kwezel
werd door zijn stem vorm gegeven.
Vlaamse farce.
DEN daverend applaus dankte de
*-4 medespelers bij het vallen van
het doek.
Rector Vester getuigde van zijn
erkentelijkheid aan alle medewer
kenden, in het bijzonder noemde hij
enige stille werkers die niet op het
toneel gezien waren nl. mej. Zand-
buitensluit. Peerke zou Peerke niet
zijn, als hij zich nu weer niet uit de
klemmende klauwen van de duivel
weet los te wringen.
Allen hebben hartelijk gelachen
met deze zotte veraardsing van „me-
taphysische" zaken.
Als St. Petrus zelfs een veelbezon-
Vrolijk moment in het symbolisch
spel „De Poort der Genade".
jubilaris ingevuld moest worden.
Aan het slot van de avond vonden
de parochianen nog éénmaal hun ju
bilerende herder tegenover zich.
„Zo is dan het eerste feest gevierd
in onze jonge parochie", zo ving de
deken zijn slotwoord aan. ,Het is een
schoon feest geweest. Met dankbare
herinnering kan teruggezien worden
op de kerkelijke viering".
„De receptie, aldus de jubilaris, is
voor mij een openbaring geworden
door de overstelpende hoeveelheid
van gelukwensers".
In het enkele jaar, dat ik nog maar
in uw midden ben, is er hard ge
werkt. De parochie komt al flink uit
de steigers. Niet op de eerste plaats
het kerkgebouw maar de parochie
gemeenschap zelf.
De deken herinnerde aan het feest
van de kinderen deze middag. De
spontane zang van de kinderen had
hem ontroerd. Hij toonde zich blij
met deze spontaneïteit van de jeugd.
Even verheugd toonde hij zich met
deze avond, die zoals de gehele
viering op hoog peil heeft gestaan.
Er is alle reden om dankbaar te zijn,
aldus de deken, op de eerste plaats
voor al het gebed. On de tweede
plaats voor de versteviging van de
parochieband, die door deze viering
in de hand is gewerkt. Het motto van
het feestcomité: vóór de parochie,
dóór de parochie neem ik over. Door
deze viering is een geest geboren, die
alleen maar verder behoeft te wor
den opgevoerd om een prachtige pa
rochiegeest te krijgen. Op deze wijze
krijgen wij niet alleen een mooie Lo-
dewijkskerk, maar een nog schonere
Lodewij ksparochie.
Zich bewust van het noemen van
namen onthoudend, dankte de deken
tót slot allen die zo hard aan de vie
ring van zijn priesterfeest hadden
medegewerkt.
Een stevig applaus, dat in gejuich
overging beloonde de deken voor
zijn woorden en begeleidde hem, toen
h(j met familie en genodigden door
het middenpad de zaal verliet