DE TAMTAMKLOPPER Wie puzzelt mee In de Krantentuin ZATERDAG 20 MAART 1954 DE LEIDSE COURANT VIERDE BLAD PAGINA 2 Aetherklanken Horizontaal: 1. Vergrootglas; 5. herkauwend dier van het geslacht der hertachtigen; 9. gem. in Overl. 11. gebod; 13. soort onderwijs (afk.) 14. eikenschors; 15 lidwoord; 16. fa milielid; 18. bekende afkorting; 20. bedektbloeiende plant; 21. boom; 22. voorzetsel; 24. jongensnaam; 25. lengtemaat; 26. Eng. romanschrijf ster bekend onder haar pseudoniem George Eliot; 28. zuil met grafschrift 29. afnemend getij; 30. keilner; 32. Royal mail (afk.); 33. kleine stoel zonder leuning; 35. mel'kschaap; 37. rivier in Siberië; 39. papegaai; 40. munt in Nederl. (afk.); 41. figuur in het kaartspel; 43. muzieknoot; 45. gewicht (afk.); 46. gem. in Z.H.; 48. nu en dan; 49. stoere vent. Verticaal: 1. verstand (Gr.); 2. telwoord (Fr); 3. schicht; 4. jubel kreet bij de Bacchus-feesten; 5. lust hof; 6. vernis; 7. telwoord; 8. dorp in Gelderl. bij Druten; 10. muziek noot; 12. zeker baksel met een vrucht; 15. gem. in Gelderl.; 17. vis; 19. stad aan het Nauw van Calais; Eng. vesting; 20. muzieknoot; 23. stad in Zweden a. d. Sont; 24 na schrift afk. Lat.); 26. voor de vuist (afk. Lat.); 27. deel v. e. ontkenning (Fr.); 28. de oudste (afk); 29. tijd rekening; 30. opbrengst v. d. akker; 31. voedsel; 34. jongensnaam; 36. dorpje in N. Bra-b. gem. Uden: 38. jachthond; 41. biersoort; 42. afkor ting voor selenium; 44. gem. in Gel derl.; 46. in het jaar der wereld (fak. Lat.); 47. bijwoord. Oplossingen kunnen tot en met Donderdag 25 Maart naar ons bureau gestuurd worden. Er zijn weer een sigarettenkoker, een sieraad en een boek beschikbaar gesteld. De geluk kigen van deze week zijn: de taart: N. v. d. Krogt, Burg. Kooïboomstr. 19, Oude Wetering; het sieraad: M. Verhoef, Galgewater, 19 Leiden en het boek ,T. v. d. Kroft, Oostdorper- weg 102, Wassenaar. OPLOSSING Horizontaal: 1. basis; 5. pair; 9. geld; 11. Alda; 12. it.; 14. toög; 16. eed; 17. om.; 19. knal; 21. eb; 22. ceel; 24. slak; 26. onder; 28. adieu; 30. eeuw; 32. eend; 33. pk.; 35. nier; 37. mi; 38. Leo; 40. teil; 42. ge: 44. Eede; 46. reep; 48. tros; 49. Melik. Verticaal: 1. bei; 2. sg.; 3. iet; 4. slok; 5. pa; 6. ale; 7. idee; 8. Radboud 10. dons; 13. toen; 15. gala; 18. mede; 20. lade; 22. couplet; 23. Leen; 25. kiem; 27. ruit; 29. enig; 31. weer; 34. keer; 36. riem; 39. Odo; 41. Lee; 43. elk; 45. es; 47. pl. ZONDAG. HILVERSUM I 402 M. 8.00 VARA, 10.00 VPRO, 10.30 IKOR, 12.00 AVRO, 17.00 VPRO, 17.30 VARA, 2000—24.00 AVRO. VARA: 8.00 Nieuws en weerber. 8.18 Gram. 8.45 Sportmeded. 8.50 Voor het platteland. 9.00 Gram. met comm. 9.45 „Geestelijk leven", caus. VPRO: 10.00 „Geef het door", caus. 10.05 Voor de jeugd. AVRO: 12.00 Sportspiegel. 12.05 Metropole orkest. 12.35 „Even afrekenen, Heren!" 12.45 Gevar. muz. 13.00 Nieuws. 13.05 Me dedelingen of gram. 13.10 Lichte muz. 13.40 „De Glenn Miller Biografie" 14.00 Boekbespr. 14.20 Instr. trio. 15.15 Toneelbeschouwing. 15.30 Disco- couserie. 16.15 Orgelspel. 16.30 Sport- revue. VPRO. 17.00 „Gesprekken met luisteraars". 17.20 „Van het kerkelijk erf", caus. VARA: 17.30 Voor de jeugd. 17.50 Sportjourn. 18.15 Nieuws en sportuitsl. 18.30 Hammondorgel met rhythm, begeleiding. 18.50 Radio- lympus. 19.20 Gram. AVRO: 20.00 Nieuws. 20.05 Gevar. muz. 20.45 Me dedelingen. 20.48 „De Ring van de Profeet", hoorsp. 21.30 Piano a quatre mains. 21.55 Act. 22.10 Prom.-ork., koor en sol. 22.40 Viool en orgel. 23.00 Nieuws. 23.1524.00 Rep. 8.00 NCRV. 8.30 IKOR, 9, 30 KRO, 17.00 NCRV, 19.45—24.00 KRO. NCRV: 8.00 Nieuws en weerber. 8.15 Orgelconc. IKOR: 8.30 Vroeg dienst. KRO: 9.30 Nieuws. 9.45 Gram. 9.55 Hoogmis. 11.30 Vragenbeantw. 11.45 Leden v. Residentie-ork. 12.15 Gram. 12.20 Apologie. 12.40 Ham mondorgel en piano. 12.55 Zonne wijzer. 13.00 Nieuws en Katholiek nieuws. 13.10 Amus.muz. 13.40 Boek bespreking. 13.55 Gram. 14.00 Voor de jeugd. 14.30 Concertgebouworkest en solist. 16.40 „Katholiek Thuisfront Overal". 16.45 Madrigaalkoor. NCRV: 17.00 Geref. Kerkdienst. 18.30 Ge wijde muziek. 19.00 Kerkelijk nieuws. 19.05 Samenzang. 19.30 „Weg en werk der Kerkhervormers", caus. KRO: 19.45 Nieuws. 20.00 Gram. 20.25 De gewone man. 20.30 „Die verkaufte Braut", ooera. 21.30 „Het stille licht'', hoorsp. 22.30 Gram. 22.35 Act. 22.4-5 Avondgebed en liture. kalender. 23.00 Nieuws. 23.1524.00 Maastrichts Ste delijk orkest. MAANDAG HILVERSUM I, 402 m. 7.CO24.00 AVRO AVRO: 7.00 Nieuws. 7.19 Gramo- i foon. 8.00 Nieuws. 8.15 Gramofoon. 9.00 Morgenwijding. 9.15 Geestelijke liederen. 9.25 Voor de huisvrouw. 9.30 Waterstanden. 9.35 Gramofoon. 11.00 „Dat hele kleine beetje," cau serie. 11.15 Kamerorkest. 12.00 Ham mondorgel en tenor. 12.30 Land- en tuinbouw mededelingen. 12.33 „In het spionnetje". 12.38 Gramofoon. 13.00 Nieuws. 13.15 Mededelingen of gramofoon. 13.20 Lichte muziek. 14.00 „Wat gaat er om in de wereld?" causerie. 14.20 Gramofoon. 14.30 Voordracht. 14.45 Viool en piano. 15.15 Voor de vrouw. 16.15 Gramo foon. 17.30 Voor de padvinders. 17.45 Gramofoon. 17.50 Militaire causerie. 18.00 Nieuws. 18.15 Muzikale cause-1 Berekend mens. „Ik heb ge- rie. 18.30 Accordeonclub. 19.00 Voor j hoord, dat U met de dame gaat trou- de jeugd. 19.15 Internationaal Espe-1 wen, die op de hoek woont. Een goe- ranto-congres. 19.25 Cabaret. 19.45 de keüs!" „Oh, kent U het huis ook?" Hulpvaardig. Een man werd aangereden door een auto en toen hij na vijf minuten bijkwam, lispel de hij: „Waar ben ik". Een agent, die naast hem stond, antwoordde: „Neem me niet kwa lijk, mijnheer, ik ben hier pas en ik weet het ook niet. Maar ik wil wel even een plattegrond voor u kopen in de winkel ana de overkant". Verschil. Rijkaard: „Geld is ook niet alles. Iedereen loopt me achter na, omdat ze weten, dat ik het heb". Dichter: ,,Ik kan het me voorstel len. Maar weet u wat nog lastiger is? Als ze je achterna lopen, terwijl je het niet hebt!" Opvoeding. Moeder (tot doch tertje): „Marietie stoot niet met je zuurstok tegen die mijnheer zijn jas, anders zitten er dadelijk allemaal haartjes op je lekkers". Fout. Onderwijzer: „Viespeuk, dat je bent. Je hebt je vanmorgen nog niet eens gewassen. Ik kan pre- Regeringsuitzending: 1. Ir. C. Scheepers: „Graslandverzorging". 2. Ir. P. Wiertsema: „Het afdekken van silo's". 20.00 Nieuws. 20.05 Omroep orkest. 20.50 Cabaret. 21.15 Omroep orkest en solisten. 2130 Volksliedjes. 22.00 Lichte muziek. 22.30 Dansmu ziek. 23.00 Nieuws. 23.15 Filmpro gramma. 23.4524.00 Gramofoon. HILVERSUM II, 298 m. 7.00—24.00 NCRV NCRV: 7.00 Nieuws. 7.10 Gramo foon. 7.15 Gymnastiek. 7.30 Gewijde muziek. 7.45 Een woord voor de dag. I.00 Nieuws en weerberichten. 8.15 Sportuitslagen. 8.20 Gramofoon. 8.30 Tot uw dienst. 8.35 Gramofoon. 9.00 Voor de zieken. 9.30 Voor de vrouw. 9.35 Gramofoon. 10.30 Morgendienst. II.00 Gramofoon. 11.15 Gevarieerde muziek. 12.25 Voor boer en tuinder. 12.30 Land- en tuinbouwmededelin- gen. 12.33 Orgelconcert. 12.59 Klok gelui. 13.00 Nieuws. 18.15 Mandoline orkest. 18.45 Gramofoon. 14.00 School radio. 14.30 Gramofoon. 14.45 Voor de vrouw. 15.15 Zang en voordracht. 15.30 Gramofoon. 15.43 Idem. 16.00 cies zien, wat je bij je boterham ge- Bijbellezing. 16.30 Strijkkwartet. dronken hebt. Chocolademelk!" 16.50 Gramofoon. 17.00 Voor de kleu- Pietje: „Nee, hoor, helemaal niet. ters. 17.15 Gramofoon. 17.30 Voor de Die chocolademelk is nog van gister- jeugd. 17.45 Regeringsuitzending: Dr. ochtend". H. A. H. Schouten: „Nederland en de wereld: Internationaal onderwijs Zang. „Waarom ga jij toch al- in Nederland". 18.00 Fanfare orkest. I tijd in de tuin lopen, als ik zing?" 18.20 Sport. 18.30 Lichte muziek. 18.45 ,.Nou, ik wil niet, dat de buren Engelse les. 19.00 Nieuws en weer- denken, dat ik je sla!" berichten. 19.10 Lichte muziek. 19.30 1 „Volk en Staat", causerie. 19.45 Goed nadenken. Jong meisje: Huismuziek. 20.00 Radiokrant. 20.20 >.Houd op, goed, ik zal met je trou- Militaire Kapel. 20.50 „Eenvoud is1 Maar kom me later niet aan het kenmerk van het ware", hoor-miJn hoofd zeuren, dat je je vergist spel. 21.40 „De Bijbel in het volks- hebt". leven", causerie. 21.45 Kamerorkest, koor en solisten. 22.45 Avond over denking. 23.00 Nieuws en S.O.S.-fee- richten. 23.15 Viool, cello en piano. 23.40'24.00 Gramofoon. Muzikaal. „Ben je al naar Barbier van Sevilla geweest?" „Nee, ik scheer me zelf". Uitslover. „Wat een massa aardi ge meisjes zijn er in deze badplaats. Ik begrijp het gewoonweg niet Hoe wisten ze allemaal, dat ik hier met vacantie zou komen." Middel. „Is er soms iemand, die cognac bij zich heeft", vroeg de man gejaagd toen hij de coupé binnen rende. „Er is een dame flauw geval len!" Een van de reizigers pakte een fles uit zijn koffer en overhandigde die aan de man. Deze deed de kurk er af en dronk de fles half leeg. „Heel hartelijk bedankt", zei hij toen. „Ik word altijd zo beroerd als er iemand flauw valt". Wist het. „Adh man, ik vaar al zo lang in deze wateren", zei de Op schepperige loods tegen de kapitein. „Ik ken iedere zandbank!" Terwijl hij zo stond te praten, liep het schip met een schok vast. „Zie je", zei de loods, „daar heb je er nu een". Geschikt. U komt zich zeker melden als huisknecht?" „Ja, mijnheer de baron". „En was er nog iemand in de wachtkamer?" „Ja baron, een kerel met een reke ning, maar die heb ik er alvast uit gegooid". Verschil. Oude dame: „Foei jongen, je mag niet vechten! Weet je niet, dat je je vijanden moet lief hebben?" Jongetje: „Het is mijn vijand niet, het is 'mijn broertje". Blijf optimist. Pessimist: „Als het zo doorgaat lopen we over een poosje allebei te bedelen." Optimist: Kerel, kop op! Dat is dan een bewijs, dat er nog altijd mensen zijn, bij wie we bedelen kun de Sarcast. Liefdadige dame: „Mis- schien kan ik iets voor U doen. Uw Alarm. Een verbolgen moeder naam hegint met....? kwam met een zware tang de klas o* binnen en de aanblik was zo mach-1 TT tig, dat de juffrouw er maar met-nk? Beul: „Hebt U Gevangene: „Met een 9 mevrouw". Official dealer voor Leiden en omstrrken een tussenuit ging. Het schoolhoofd I kwam er aan te pas. „Kalmeer toch, Veroordeelde: IlS H n I I z„ei,hij nadrukkelijk, „daar komen ongelukken van". a j i j r »»Bc kalmeer niet", zei de moe- Autobedrgt h.Y. terwijl ze met de tang zwaaide, WASSENAAR «eerst zal ik die spijker uit de bank C11 TELEFOON 2545 6?' waaraan, miJn Pietje telkens een begrafenis moet je nooit in het z«n broek openhaalt". eerste rijtuig gaan". Ad verten tit t.1 Veroordeelde: „Ja, wilt U de strop onder mijn armen doen. Aan mijn hals kietelt hij zó, dat ik begin te lachen en daar is de zaak toch te ernstig voor." Somber. „Bij een huwelijk en De gevo'gen van een schoolreisje (Vervolgverhaal door neef Louis). Ze begonnen ondertussen van bomen een vlot te maken dat ze vlak bij de staart van het dier neerlegden. Ook vruchten en ander eten legden ze klaar om maar direct te kunnen vertrekken. Zo wachten ze nu weer dagen achter elkaar. En weer was Kadjang het, die aan kwam rennen, en weer brulde: „Ik heb land gezien!, ik heb land gezien!" Nu renden ze allemaal naar het vlot toe en begonnen deze al in de staart te trek ken. Maar het was niet meer nodig; het dier lag met zijn staart zo dicht Icings het strand, dat ze dat kleine stukje ge makkelijk konden zwemmen. Heel voor zichtig, opdat het dier niets zou merken, slopen ze van zijn staart af en sprongen in het water. Kalm zwommen ze nu naar de kust toe, en toen ze hierop wa ren keken ze om naar het monster, dat heel langzaam wegzwom. Gelukkig, uit dat ondier waren ze ge red, maar welke avonturen zou dit eiland hun brengen. Het strand, waar ze op stonden, was tamelijk klein en hier rond omheen, liepen rotswanden bijna steil omhoog. Daarbij was het vloed, zodat het water steeds steeg. Ze moesten van het strand af, anders zou den ze verdrinken. Maar hoe moesten ze die steile rotswanden beklimmen. „Laten we het maar gaan proberen", zei de meester, „het moet toch, anders verdrin ken we". Stuk voor stuk begonnen de jongens naar boven te klimmen. Van de ene uit stekende rots stapten ze op de ander. Telkens schramden ze hun knieën en handen aan vooruitstekende punten. Na een uur klimmen kwam Kadjang als eersto boven. Geleidelijk bereikten ook de anderen de top van de rots. Alleen George kon moeilijk naar boven komen. Voortdurend gleed zijn rechtervoet uit en met moeite kon hij zich maar staande houden. Vol ongeduld stonden de andere jongens over de afgrond te kijken. Ein delijk pakte hij de bovenste rand vast. Maar toen kon hij niet meer. Weer gle den zijn voeten uit en hij hing te spar- telijk boven de afgrond. Snel sprongen Charon en meester Bruinsma naar hem toe en grepen hem bij zijn armen. Samen trokken ze hem over de rand heen, waar hij uitgeput bleef liggen. Na een tijdje trokken ze weer verder het binnenland in en uit allerlei sporen merkten zij, dat er hier mensen woonden. Soms za gen ze heel duidelijk in de klei de tenen staan. Maar plotseling hoorden ze een geschreeuw en gekrijs om zich heen. Overal vandaan kwamen pikzwarte ne gers te voorschijn, met knotsen zwaaiend en lansen in him andere handen. Onder tussen schreeuwden ze al ....lekkèèèr lekkèèr. De jongens werden bleek; ze waren menseneters terecht gekomen, met een pauwenveer in zijn vast het opperhoofd, dachten kwam naar voren en begon ze stuk1 voor stuk te bevoelen. Vooral bij mees- I ter Bruinsma bleef hij lang staan en hjj Itnikte goedkeurend. Zo telde hij zes (mensen; maar waar waren George I en Charon dan? De meester en de jon- i geus keken rond, maar nergens waren [ze te zien. George was namelijk door t zijn verstuikte voet achtergebleven en Charon was bij hem gebleven. Toen zij dan ook het geschreeuw van de wilden hoorden, klom Charon als een aap in de boom en trok toen George ook de hoogte in. Zo konden ze vanuit de boom alles zien en George moest zelf lachen, toen hij zag dat de man met de pauwenveer het polshorloge van Pietje afpakte. „Daar was hij altijd zo trots op; hij was de enige in de klas, die er een had", vertelde hij aan Charon. Zo zagen ze ook, dat de jongens geboeid werden en door de negers werden weggevoerd. Langzaam slopen ze achter hen aan. Zwaar geboeid liepen de jongens verder; soms kreeg er een een por wanneer hij niet hard genoeg "doorliep en in de verte hoorden ze al een tam-tam dreu nen. Zwaar klonken de slagen hiervan door het bos en ze klonken steeds lui der. Soms kwamen ze al vrouwen en kinderen tegen, die vruchten aan het plukken waren. De jongens zagen, dat ze hun lippen aflikten, net alsof ze al het lekkere malse vlees in hun mond proefden. De groep werd steeds groter en allemaal brulden ze maar van lek kèèr. lekkèèr. Zo bereikten ze het dorp; een aantal lemen hutten op een open plek in het bos. Onmiddellijk werden ze naar het werkelijke opperhoofd gebracht, die zijn hele hoofd vol met pauwenveren had gestoken. Frits merkte op dat het er net een van 'n Ihdianenplaatje was, maar toen het opperhoofd vervaarlijk brulde, dat hij zijn brutale snuit dicht moest houden, zei hjj toch niets meer. Alleen naar Kadjang keek het opperhoofd vriendelijk, want deze was nog al don ker van huid, omdat hij uit Indië kwam. Hij vroeg hem of htf ook een neger was, die door de blanke mensen was ont-; voerd. Kadjang dacht, dat als hij „ja" zei, het opperhoofd hem misschien vrij zou laten en dan zou hij wellicht de anderen kunnen helpen om te ontsnap pen. En dit was inderdaad zo; het opper hoofd zei dat hij Kadjang als zijn zoon zou aannemen en dat hij dus overal vrij mocht rondlopen; maar die blanke mensenontvoerders zou hij wel eens afleren om negerkinderen te stelen. Zo werden ze met zijn vijven naar een donker hol gebracht, waar ze werden neergesmeten en na een tijdje kwam een oude vrouw hun eten brengen. Het vet droop aan alle kanten van het eten af, natuurlijk om hen vet te mesten. Maar de jongens hadden zo'n honger gekregen, dat ze daarover bijna in het geheel niet meer dachten. Vooreerst leefden ze nu nog en daarbij waren drie ter de groep gelopen hadden vonden vlak bij het kamp een holle boom. Hierin kropen ze en toen de nacht ge vallen was, slopen ze naar het huis van lijk ook gezien, dat Kadjang door het opperhoofd uitgenodigd was en zij wis ten in welke kamer hij sliep. Nergens waren mensen te zien, behalve voor het krot, waar de meester en de andere jongens in lagen. Zo kwamen ze onge merkt bij het huis van het opperhoofd aan en langs de lianen, die daar overal groeiden klommen ze op het dak. Dat was van stro gemaakt en precies op de plaats waarvan ze wisten, dat daaronder Kadjang sliep begonnen ze het stro weg te halen. Toen dit gebeurd was zagen ze Kadjang rustig liggen slapen. Charon floot zachtjes op zijn vingers en hier door werd Kadjang wakker. Eerst schrok hij, maar toen hij zag wie het waren was hij gerustgesteld. Gauw ver telde hij, waarom hij vrij was, maar hij zei; dat hij voorlopig nog niets voor de anderen kon doen. Toen legde Charon uit, waar zij zich verscholen hadden en vroeg of Kadjang hen daar elke dag eten wilde brengen. Ze legden het stro weer over het gat heen en omzichtig slopen ze weer naar hun holle boom terug. Elke dag bracht Kadjang hun volgens afspraak wat eten en verder wachtten ze maar tot er iets zou ge beuren. Na twee weken bemerkten ze een grote bedrijvigheid in het kamp: grote pannen met water werden aangedragen en anderen sleepten met grote bundels takken. Grote vuren werden aangelegd en de pannen er boven gehangen. De negers begonnen een wilde rondedans te maken om de vuren heen. Wordt vervolgd. OPLOSSING VAN HET VORIGE RAADSEL. Vastenavond. Heel veel kinderen dachten dat hier „oudejaarsavond" bedoeld was, dat kwam denk ik, door die oliebollen. Maar dui delijker werd het, toen er sprake was van lege trommeltjes, die meegenomen werden, de z.g. „vastentrommeltjes". Onder de goede oplossers hebben we geloot en toen waren Bertha en Maria Scheffers, Calandstraat 3, Lelden, de gelukkigen. Zij krijgen dus het beloofde boek. 't Zijn echte bofferds, want ze deden voor de eerste maal met ons mee. Je moet maar gelukkig zijn. NIEUW RAADSEL. Welk feest wordt nu weer bedoeld? Lies en Kees kwamen uit de Hoogmis en zoals iedere Zondag kregen ze van moeder een kopje chocola met een koekje. Ze hadden niet eens geduld om te wachten tot moeder alles klaar gezet had, maar ze liepen naar boven en kwa men terug met hun vasten trommelt je in zelen. Vader en moeder dronken koffie en de kleine Wim mocht met het koek- schaaltje rondgaan. Terwijl vader in zijn kopje de suiker doorroerde vroeg hij aan Kees: „Zeg Kees, heb jij er ook op gelet welke kleur de kasuifel van de priester vandaag had?" Nou en of Kees het wist en Lies ook want samen riepen ze meteen: „rose!" Oplossingen moeten binnen zijn vóór 27 Maart. Correspondentie Adrie Melet, Goejestraat 13, Leiden. Leuk Adrie, die aardige tekeningen op je kaart. Miep v. d. Bogaard, Hoekse Aar kade 2, Ter Aar. Natuurlijk kan dat Miep dat je met ons meedoet en je in gestuurde verhaaltje krijgt vandaag al een plaatsje. ONDEUGENDE GERRIT. Gerrit was een ondeugende jongen. Altijd als hij uit school kwam ging hij belletje trekken. Zijn moeder had daar veel verdriet van, want de mensen kwamen bij haar kléigen. Dikwijls kreeg hij een pak slaag maar daar gaf hij niets om. Op een morgen, dat hij naar school zou gaan, ging hij weer belletje trekken bij' hun in de straat. Toen hij aan de bel getrokken had, liep hij hard weg, maar het was al te laat, een agent, had hem al gezien. Gerrit liep nu gauw een zij straatje in. Daar zag hij een lege ton staan en zonder zich verder te beden ken, kroop hij daar in. Toen de agent in de zijstraat kwam was er niets meer te zien. Hij vroeg aan een klein jon getje, dat daar liep te spelen of hij geen jongen hard had zien lopen en hij ventje wees naar de ton: „Daar zit hij in me neer". De agent liep naar de ton en haalde Gerrit er uit. Hij kreeg nu een geducht standje en moest beloven om het nooit meer te doen. Gelukkig heeft hij woord gehouden. Willy Voskuil, Zonneveldstr. 2, Ha- zerswoude komt ons nog iets vertellen over: SNEEUWPRET. de lucht en de kinderen hadden er pret in. Toen er een dikke laag sneeuw lag kwamen ze naar buiten. Het sneeuwde nog wel wat, maar dat hinderde niet. Eerst gingen ze sneeuwballen gooien. De een na de ander vloog door de lucht, maar ten laatste verveelde ook dat. „Weet je wat?", riep één van de jon gens, „we gaan een sneeuwpop maken". „Hoe kunnen we hu met z'n allen aan één sneeuwpop werken", vroeg Jan. „We gaan met z'n tweeën aan één pop werken", vond er een. Dat werd gedaan en er werd hard gewerkt. Ze waren bijna allemaal gelijk klaar en zo stond er een mooie rij poppen met hoeden op en met zwarte steenkool ogen en neu zen. 't Was een fijne middag geweest. Ansje Spiegeler, Donklaan 46, Voor schoten. Schrijf eens een briefje Ansje. In welke klas zit je? Greetje Kraan, Gnephoek 15, Koude kerk. Dat verhaaltje heeft al eens in de krantentuin gestaan, meisje. Bedenk eens iets anders. Hillie van Riek, Voorschoten. Jij vindt het zeker wel jammer, dat al die win terpret voorbij is. Nu gaan we weer ge nieten van het zonnetje. Dag meiske. Tootje den Elzen, St. Jeroensvveg 2, Noordwijk komt ons vertellen hoe fijn ze vaders verjaardag gevierd hebben. VADERS VERJAARDAG. Toen vader 's morgens beneden kwam vond hy de kinderen al beneden, die hem luid toezongen: „Lang zal hij leven". En dat niet alleen, maar ook vaders stoel was versierd en de hele kamer. Ja, het was vandaag een heel bijzondere dag want vader werd 50 jaar. Toen het ge zang uit was gingen ze allemaal naar de H. Mis om te bidden dat vader nog lang mocht leven. Toen de H. Mis uit was, gingen ze gauw naar huis, waar het ontbijt stond te wachten. Na het ontbijt mocht vader de cadeautjes uitpakken en daar kwamen uit: een stropdas, een kistje sigaren, een mooie pijp en een prachtig overhemd. Dat was dus geen slechte verjaardag. We hadden die dag geen school, want het was vacantie. Was dat even boffen! De oma's en de opa's zijn de hele dag geweest en die brachten ook nog snoep voor ons mee. 's Avonds kwam er nog meer visite en wij moch ten tot negen uur opblijven. Het was een fijne dag geweest. Coby Goldenberg, Toussalntkade 40, Leiden. Coby is nog vol van de ijspret in haar verhaaltje: IJSPRET. Dat is nu jammer, na veertien dagen ijspret is plotseling de dooi spelbreker van onze gezellige ijspret geworden. Wat hebben we genoten van de sneeuw en het sterke ijs. Het was een jolijt van schaatsenrijden en sleeën. Maar o wee, steeds had ik last van een van mijn schaatsen, waar telkens het riempje van brak. Steeds moest ik weer aan mijn vader vragen of hij de riempjes wilde maken. Vader had het druk, want ook mijn broertjes en zusjes waren aan het schaatsen en zij hadden ook last met de riempjes, maar vader deed het met plezier. Gé de Gunst, Zijde 63, Boskoop. Je verhaaltje over „Sneeuwpret" heb ik met plezier gelezen, maar Gé, alle kin deren hebben over ijs en sneeuwpret geschreven en dat zou erg saai worden, als ik al die zelfde verhaaltjes zou plaat sen. Probeer eens iets te schrijven over een ander onderwerp, je kunt het best. Dag Gé. Ludy, Jeanne en Joop v. d. Meer, Kap- teynstraat 21, Leiden. Jullie moesten eens weten met hoeveel plezier ik jullie brieven altijd doorlees. Steeds hebben jullie een aardige tekening er bij ge maakt en dan nog een verhaaltje van Ludy, ook weer over: IJspret. Ze moet het briefje van hierboven ook eens lezen. Dag kinders. Groetjes ook aan vader en moeder. De andere kinderen moeten nog even geduld hebben. Voor vandaag is het weer genoeg. Dag allemaal. TANTE JO en OOM TOON. (33)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1954 | | pagina 12