DE TAMTAMKLOPPER
Wie puzzelt mee
In de Krantentuin
ZATERDAG 20 MAART 1954
DE LEIDSE COURANT
VIERDE BLAD PAGINA 2
Aetherklanken
Horizontaal: 1. Vergrootglas; 5.
herkauwend dier van het geslacht
der hertachtigen; 9. gem. in Overl.
11. gebod; 13. soort onderwijs (afk.)
14. eikenschors; 15 lidwoord; 16. fa
milielid; 18. bekende afkorting; 20.
bedektbloeiende plant; 21. boom; 22.
voorzetsel; 24. jongensnaam; 25.
lengtemaat; 26. Eng. romanschrijf
ster bekend onder haar pseudoniem
George Eliot; 28. zuil met grafschrift
29. afnemend getij; 30. keilner; 32.
Royal mail (afk.); 33. kleine stoel
zonder leuning; 35. mel'kschaap; 37.
rivier in Siberië; 39. papegaai; 40.
munt in Nederl. (afk.); 41. figuur in
het kaartspel; 43. muzieknoot; 45.
gewicht (afk.); 46. gem. in Z.H.; 48.
nu en dan; 49. stoere vent.
Verticaal: 1. verstand (Gr.); 2.
telwoord (Fr); 3. schicht; 4. jubel
kreet bij de Bacchus-feesten; 5. lust
hof; 6. vernis; 7. telwoord; 8. dorp
in Gelderl. bij Druten; 10. muziek
noot; 12. zeker baksel met een
vrucht; 15. gem. in Gelderl.; 17. vis;
19. stad aan het Nauw van Calais;
Eng. vesting; 20. muzieknoot; 23.
stad in Zweden a. d. Sont; 24 na
schrift afk. Lat.); 26. voor de vuist
(afk. Lat.); 27. deel v. e. ontkenning
(Fr.); 28. de oudste (afk); 29. tijd
rekening; 30. opbrengst v. d. akker;
31. voedsel; 34. jongensnaam; 36.
dorpje in N. Bra-b. gem. Uden: 38.
jachthond; 41. biersoort; 42. afkor
ting voor selenium; 44. gem. in Gel
derl.; 46. in het jaar der wereld (fak.
Lat.); 47. bijwoord.
Oplossingen kunnen tot en met
Donderdag 25 Maart naar ons bureau
gestuurd worden. Er zijn weer een
sigarettenkoker, een sieraad en een
boek beschikbaar gesteld. De geluk
kigen van deze week zijn: de taart:
N. v. d. Krogt, Burg. Kooïboomstr.
19, Oude Wetering; het sieraad: M.
Verhoef, Galgewater, 19 Leiden en
het boek ,T. v. d. Kroft, Oostdorper-
weg 102, Wassenaar.
OPLOSSING
Horizontaal: 1. basis; 5. pair; 9.
geld; 11. Alda; 12. it.; 14. toög; 16.
eed; 17. om.; 19. knal; 21. eb; 22.
ceel; 24. slak; 26. onder; 28. adieu;
30. eeuw; 32. eend; 33. pk.; 35. nier;
37. mi; 38. Leo; 40. teil; 42. ge: 44.
Eede; 46. reep; 48. tros; 49. Melik.
Verticaal: 1. bei; 2. sg.; 3. iet; 4.
slok; 5. pa; 6. ale; 7. idee; 8. Radboud
10. dons; 13. toen; 15. gala; 18. mede;
20. lade; 22. couplet; 23. Leen; 25.
kiem; 27. ruit; 29. enig; 31. weer; 34.
keer; 36. riem; 39. Odo; 41. Lee; 43.
elk; 45. es; 47. pl.
ZONDAG.
HILVERSUM I 402 M.
8.00 VARA, 10.00 VPRO, 10.30 IKOR,
12.00 AVRO, 17.00 VPRO, 17.30
VARA, 2000—24.00 AVRO.
VARA: 8.00 Nieuws en weerber.
8.18 Gram. 8.45 Sportmeded. 8.50
Voor het platteland. 9.00 Gram. met
comm. 9.45 „Geestelijk leven", caus.
VPRO: 10.00 „Geef het door", caus.
10.05 Voor de jeugd. AVRO: 12.00
Sportspiegel. 12.05 Metropole orkest.
12.35 „Even afrekenen, Heren!" 12.45
Gevar. muz. 13.00 Nieuws. 13.05 Me
dedelingen of gram. 13.10 Lichte muz.
13.40 „De Glenn Miller Biografie"
14.00 Boekbespr. 14.20 Instr. trio.
15.15 Toneelbeschouwing. 15.30 Disco-
couserie. 16.15 Orgelspel. 16.30 Sport-
revue. VPRO. 17.00 „Gesprekken met
luisteraars". 17.20 „Van het kerkelijk
erf", caus. VARA: 17.30 Voor de
jeugd. 17.50 Sportjourn. 18.15 Nieuws
en sportuitsl. 18.30 Hammondorgel
met rhythm, begeleiding. 18.50 Radio-
lympus. 19.20 Gram. AVRO: 20.00
Nieuws. 20.05 Gevar. muz. 20.45 Me
dedelingen. 20.48 „De Ring van de
Profeet", hoorsp. 21.30 Piano a quatre
mains. 21.55 Act. 22.10 Prom.-ork.,
koor en sol. 22.40 Viool en orgel.
23.00 Nieuws. 23.1524.00 Rep.
8.00 NCRV. 8.30 IKOR, 9, 30 KRO,
17.00 NCRV, 19.45—24.00 KRO.
NCRV: 8.00 Nieuws en weerber.
8.15 Orgelconc. IKOR: 8.30 Vroeg
dienst. KRO: 9.30 Nieuws. 9.45 Gram.
9.55 Hoogmis. 11.30 Vragenbeantw.
11.45 Leden v. Residentie-ork. 12.15
Gram. 12.20 Apologie. 12.40 Ham
mondorgel en piano. 12.55 Zonne
wijzer. 13.00 Nieuws en Katholiek
nieuws. 13.10 Amus.muz. 13.40 Boek
bespreking. 13.55 Gram. 14.00 Voor
de jeugd. 14.30 Concertgebouworkest
en solist. 16.40 „Katholiek Thuisfront
Overal". 16.45 Madrigaalkoor. NCRV:
17.00 Geref. Kerkdienst. 18.30 Ge
wijde muziek. 19.00 Kerkelijk nieuws.
19.05 Samenzang. 19.30 „Weg en werk
der Kerkhervormers", caus. KRO:
19.45 Nieuws. 20.00 Gram. 20.25 De
gewone man. 20.30 „Die verkaufte
Braut", ooera. 21.30 „Het stille licht'',
hoorsp. 22.30 Gram. 22.35 Act. 22.4-5
Avondgebed en liture. kalender. 23.00
Nieuws. 23.1524.00 Maastrichts Ste
delijk orkest.
MAANDAG
HILVERSUM I, 402 m.
7.CO24.00 AVRO
AVRO: 7.00 Nieuws. 7.19 Gramo-
i foon. 8.00 Nieuws. 8.15 Gramofoon.
9.00 Morgenwijding. 9.15 Geestelijke
liederen. 9.25 Voor de huisvrouw.
9.30 Waterstanden. 9.35 Gramofoon.
11.00 „Dat hele kleine beetje," cau
serie. 11.15 Kamerorkest. 12.00 Ham
mondorgel en tenor. 12.30 Land- en
tuinbouw mededelingen. 12.33 „In
het spionnetje". 12.38 Gramofoon.
13.00 Nieuws. 13.15 Mededelingen of
gramofoon. 13.20 Lichte muziek. 14.00
„Wat gaat er om in de wereld?"
causerie. 14.20 Gramofoon. 14.30
Voordracht. 14.45 Viool en piano.
15.15 Voor de vrouw. 16.15 Gramo
foon. 17.30 Voor de padvinders. 17.45
Gramofoon. 17.50 Militaire causerie.
18.00 Nieuws. 18.15 Muzikale cause-1 Berekend mens. „Ik heb ge-
rie. 18.30 Accordeonclub. 19.00 Voor j hoord, dat U met de dame gaat trou-
de jeugd. 19.15 Internationaal Espe-1 wen, die op de hoek woont. Een goe-
ranto-congres. 19.25 Cabaret. 19.45 de keüs!"
„Oh, kent U het huis ook?"
Hulpvaardig. Een man werd
aangereden door een auto en toen
hij na vijf minuten bijkwam, lispel
de hij: „Waar ben ik".
Een agent, die naast hem stond,
antwoordde: „Neem me niet kwa
lijk, mijnheer, ik ben hier pas en ik
weet het ook niet. Maar ik wil wel
even een plattegrond voor u kopen
in de winkel ana de overkant".
Verschil. Rijkaard: „Geld is ook
niet alles. Iedereen loopt me achter
na, omdat ze weten, dat ik het heb".
Dichter: ,,Ik kan het me voorstel
len. Maar weet u wat nog lastiger is?
Als ze je achterna lopen, terwijl je
het niet hebt!"
Opvoeding. Moeder (tot doch
tertje): „Marietie stoot niet met je
zuurstok tegen die mijnheer zijn jas,
anders zitten er dadelijk allemaal
haartjes op je lekkers".
Fout. Onderwijzer: „Viespeuk,
dat je bent. Je hebt je vanmorgen
nog niet eens gewassen. Ik kan pre-
Regeringsuitzending: 1. Ir. C.
Scheepers: „Graslandverzorging". 2.
Ir. P. Wiertsema: „Het afdekken van
silo's". 20.00 Nieuws. 20.05 Omroep
orkest. 20.50 Cabaret. 21.15 Omroep
orkest en solisten. 2130 Volksliedjes.
22.00 Lichte muziek. 22.30 Dansmu
ziek. 23.00 Nieuws. 23.15 Filmpro
gramma. 23.4524.00 Gramofoon.
HILVERSUM II, 298 m.
7.00—24.00 NCRV
NCRV: 7.00 Nieuws. 7.10 Gramo
foon. 7.15 Gymnastiek. 7.30 Gewijde
muziek. 7.45 Een woord voor de dag.
I.00 Nieuws en weerberichten. 8.15
Sportuitslagen. 8.20 Gramofoon. 8.30
Tot uw dienst. 8.35 Gramofoon. 9.00
Voor de zieken. 9.30 Voor de vrouw.
9.35 Gramofoon. 10.30 Morgendienst.
II.00 Gramofoon. 11.15 Gevarieerde
muziek. 12.25 Voor boer en tuinder.
12.30 Land- en tuinbouwmededelin-
gen. 12.33 Orgelconcert. 12.59 Klok
gelui. 13.00 Nieuws. 18.15 Mandoline
orkest. 18.45 Gramofoon. 14.00 School
radio. 14.30 Gramofoon. 14.45 Voor
de vrouw. 15.15 Zang en voordracht.
15.30 Gramofoon. 15.43 Idem. 16.00 cies zien, wat je bij je boterham ge-
Bijbellezing. 16.30 Strijkkwartet. dronken hebt. Chocolademelk!"
16.50 Gramofoon. 17.00 Voor de kleu- Pietje: „Nee, hoor, helemaal niet.
ters. 17.15 Gramofoon. 17.30 Voor de Die chocolademelk is nog van gister-
jeugd. 17.45 Regeringsuitzending: Dr. ochtend".
H. A. H. Schouten: „Nederland en
de wereld: Internationaal onderwijs Zang. „Waarom ga jij toch al-
in Nederland". 18.00 Fanfare orkest. I tijd in de tuin lopen, als ik zing?"
18.20 Sport. 18.30 Lichte muziek. 18.45 ,.Nou, ik wil niet, dat de buren
Engelse les. 19.00 Nieuws en weer- denken, dat ik je sla!"
berichten. 19.10 Lichte muziek. 19.30 1
„Volk en Staat", causerie. 19.45 Goed nadenken. Jong meisje:
Huismuziek. 20.00 Radiokrant. 20.20 >.Houd op, goed, ik zal met je trou-
Militaire Kapel. 20.50 „Eenvoud is1 Maar kom me later niet aan
het kenmerk van het ware", hoor-miJn hoofd zeuren, dat je je vergist
spel. 21.40 „De Bijbel in het volks- hebt".
leven", causerie. 21.45 Kamerorkest,
koor en solisten. 22.45 Avond over
denking. 23.00 Nieuws en S.O.S.-fee-
richten. 23.15 Viool, cello en piano.
23.40'24.00 Gramofoon.
Muzikaal. „Ben je al naar
Barbier van Sevilla geweest?"
„Nee, ik scheer me zelf".
Uitslover. „Wat een massa aardi
ge meisjes zijn er in deze badplaats.
Ik begrijp het gewoonweg niet
Hoe wisten ze allemaal, dat ik hier
met vacantie zou komen."
Middel. „Is er soms iemand, die
cognac bij zich heeft", vroeg de man
gejaagd toen hij de coupé binnen
rende. „Er is een dame flauw geval
len!"
Een van de reizigers pakte een
fles uit zijn koffer en overhandigde
die aan de man. Deze deed de kurk
er af en dronk de fles half leeg.
„Heel hartelijk bedankt", zei hij
toen. „Ik word altijd zo beroerd als
er iemand flauw valt".
Wist het. „Adh man, ik vaar al
zo lang in deze wateren", zei de Op
schepperige loods tegen de kapitein.
„Ik ken iedere zandbank!"
Terwijl hij zo stond te praten, liep
het schip met een schok vast.
„Zie je", zei de loods, „daar heb
je er nu een".
Geschikt. U komt zich zeker
melden als huisknecht?"
„Ja, mijnheer de baron".
„En was er nog iemand in de
wachtkamer?"
„Ja baron, een kerel met een reke
ning, maar die heb ik er alvast uit
gegooid".
Verschil. Oude dame: „Foei
jongen, je mag niet vechten! Weet je
niet, dat je je vijanden moet lief
hebben?"
Jongetje: „Het is mijn vijand niet,
het is 'mijn broertje".
Blijf optimist. Pessimist: „Als
het zo doorgaat lopen we over een
poosje allebei te bedelen."
Optimist: Kerel, kop op! Dat is
dan een bewijs, dat er nog altijd
mensen zijn, bij wie we bedelen kun
de
Sarcast. Liefdadige dame: „Mis-
schien kan ik iets voor U doen. Uw
Alarm. Een verbolgen moeder naam hegint met....?
kwam met een zware tang de klas o*
binnen en de aanblik was zo mach-1 TT
tig, dat de juffrouw er maar met-nk? Beul: „Hebt U
Gevangene: „Met een 9 mevrouw".
Official dealer voor
Leiden en omstrrken een tussenuit ging. Het schoolhoofd I
kwam er aan te pas. „Kalmeer toch, Veroordeelde:
IlS H n I I z„ei,hij nadrukkelijk, „daar
komen ongelukken van".
a j i j r »»Bc kalmeer niet", zei de moe-
Autobedrgt h.Y. terwijl ze met de tang zwaaide,
WASSENAAR «eerst zal ik die spijker uit de bank C11
TELEFOON 2545 6?' waaraan, miJn Pietje telkens een begrafenis moet je nooit in het
z«n broek openhaalt". eerste rijtuig gaan".
Ad verten tit t.1
Veroordeelde: „Ja, wilt U de strop
onder mijn armen doen. Aan mijn
hals kietelt hij zó, dat ik begin te
lachen en daar is de zaak toch te
ernstig voor."
Somber. „Bij een huwelijk en
De gevo'gen van een
schoolreisje
(Vervolgverhaal door neef Louis).
Ze begonnen ondertussen van bomen
een vlot te maken dat ze vlak bij de
staart van het dier neerlegden. Ook
vruchten en ander eten legden ze klaar
om maar direct te kunnen vertrekken.
Zo wachten ze nu weer dagen achter
elkaar. En weer was Kadjang het, die
aan kwam rennen, en weer brulde: „Ik
heb land gezien!, ik heb land gezien!"
Nu renden ze allemaal naar het vlot toe
en begonnen deze al in de staart te trek
ken. Maar het was niet meer nodig; het
dier lag met zijn staart zo dicht Icings
het strand, dat ze dat kleine stukje ge
makkelijk konden zwemmen. Heel voor
zichtig, opdat het dier niets zou merken,
slopen ze van zijn staart af en sprongen
in het water. Kalm zwommen ze nu
naar de kust toe, en toen ze hierop wa
ren keken ze om naar het monster, dat
heel langzaam wegzwom.
Gelukkig, uit dat ondier waren ze ge
red, maar welke avonturen zou dit
eiland hun brengen. Het strand, waar
ze op stonden, was tamelijk klein en
hier rond omheen, liepen rotswanden
bijna steil omhoog. Daarbij was het
vloed, zodat het water steeds steeg. Ze
moesten van het strand af, anders zou
den ze verdrinken. Maar hoe moesten ze
die steile rotswanden beklimmen. „Laten
we het maar gaan proberen", zei de
meester, „het moet toch, anders verdrin
ken we".
Stuk voor stuk begonnen de jongens
naar boven te klimmen. Van de ene uit
stekende rots stapten ze op de ander.
Telkens schramden ze hun knieën en
handen aan vooruitstekende punten. Na
een uur klimmen kwam Kadjang als
eersto boven. Geleidelijk bereikten ook
de anderen de top van de rots. Alleen
George kon moeilijk naar boven komen.
Voortdurend gleed zijn rechtervoet uit
en met moeite kon hij zich maar staande
houden. Vol ongeduld stonden de andere
jongens over de afgrond te kijken. Ein
delijk pakte hij de bovenste rand vast.
Maar toen kon hij niet meer. Weer gle
den zijn voeten uit en hij hing te spar-
telijk boven de afgrond. Snel sprongen
Charon en meester Bruinsma naar hem
toe en grepen hem bij zijn armen. Samen
trokken ze hem over de rand heen, waar
hij uitgeput bleef liggen. Na een tijdje
trokken ze weer verder het binnenland
in en uit allerlei sporen merkten zij,
dat er hier mensen woonden. Soms za
gen ze heel duidelijk in de klei de tenen
staan. Maar plotseling hoorden ze een
geschreeuw en gekrijs om zich heen.
Overal vandaan kwamen pikzwarte ne
gers te voorschijn, met knotsen zwaaiend
en lansen in him andere handen. Onder
tussen schreeuwden ze al ....lekkèèèr
lekkèèr.
De jongens werden bleek; ze waren
menseneters terecht gekomen,
met een pauwenveer in zijn
vast het opperhoofd, dachten
kwam naar voren en begon ze stuk1
voor stuk te bevoelen. Vooral bij mees-
I ter Bruinsma bleef hij lang staan en hjj
Itnikte goedkeurend. Zo telde hij zes
(mensen; maar waar waren George
I en Charon dan? De meester en de jon-
i geus keken rond, maar nergens waren
[ze te zien. George was namelijk door
t zijn verstuikte voet achtergebleven en
Charon was bij hem gebleven. Toen zij
dan ook het geschreeuw van de wilden
hoorden, klom Charon als een aap in de
boom en trok toen George ook de hoogte
in. Zo konden ze vanuit de boom alles
zien en George moest zelf lachen, toen
hij zag dat de man met de pauwenveer
het polshorloge van Pietje afpakte.
„Daar was hij altijd zo trots op; hij was
de enige in de klas, die er een had",
vertelde hij aan Charon. Zo zagen ze
ook, dat de jongens geboeid werden en
door de negers werden weggevoerd.
Langzaam slopen ze achter hen aan.
Zwaar geboeid liepen de jongens verder;
soms kreeg er een een por wanneer
hij niet hard genoeg "doorliep en in de
verte hoorden ze al een tam-tam dreu
nen. Zwaar klonken de slagen hiervan
door het bos en ze klonken steeds lui
der. Soms kwamen ze al vrouwen en
kinderen tegen, die vruchten aan het
plukken waren. De jongens zagen, dat
ze hun lippen aflikten, net alsof ze al
het lekkere malse vlees in hun mond
proefden. De groep werd steeds groter
en allemaal brulden ze maar van lek
kèèr. lekkèèr.
Zo bereikten ze het dorp; een aantal
lemen hutten op een open plek in het
bos. Onmiddellijk werden ze naar het
werkelijke opperhoofd gebracht, die zijn
hele hoofd vol met pauwenveren had
gestoken. Frits merkte op dat het er net
een van 'n Ihdianenplaatje was, maar
toen het opperhoofd vervaarlijk brulde,
dat hij zijn brutale snuit dicht moest
houden, zei hjj toch niets meer. Alleen
naar Kadjang keek het opperhoofd
vriendelijk, want deze was nog al don
ker van huid, omdat hij uit Indië kwam.
Hij vroeg hem of htf ook een neger was,
die door de blanke mensen was ont-;
voerd. Kadjang dacht, dat als hij „ja"
zei, het opperhoofd hem misschien vrij
zou laten en dan zou hij wellicht de
anderen kunnen helpen om te ontsnap
pen. En dit was inderdaad zo; het opper
hoofd zei dat hij Kadjang als zijn zoon
zou aannemen en dat hij dus overal vrij
mocht rondlopen; maar die blanke
mensenontvoerders zou hij wel eens
afleren om negerkinderen te stelen.
Zo werden ze met zijn vijven naar een
donker hol gebracht, waar ze werden
neergesmeten en na een tijdje kwam
een oude vrouw hun eten brengen. Het
vet droop aan alle kanten van het eten
af, natuurlijk om hen vet te mesten.
Maar de jongens hadden zo'n honger
gekregen, dat ze daarover bijna in het
geheel niet meer dachten. Vooreerst
leefden ze nu nog en daarbij waren drie
ter de groep gelopen hadden vonden
vlak bij het kamp een holle boom.
Hierin kropen ze en toen de nacht ge
vallen was, slopen ze naar het huis van
lijk ook gezien, dat Kadjang door het
opperhoofd uitgenodigd was en zij wis
ten in welke kamer hij sliep. Nergens
waren mensen te zien, behalve voor het
krot, waar de meester en de andere
jongens in lagen. Zo kwamen ze onge
merkt bij het huis van het opperhoofd
aan en langs de lianen, die daar overal
groeiden klommen ze op het dak. Dat
was van stro gemaakt en precies op de
plaats waarvan ze wisten, dat daaronder
Kadjang sliep begonnen ze het stro weg
te halen. Toen dit gebeurd was zagen ze
Kadjang rustig liggen slapen. Charon
floot zachtjes op zijn vingers en hier
door werd Kadjang wakker. Eerst
schrok hij, maar toen hij zag wie het
waren was hij gerustgesteld. Gauw ver
telde hij, waarom hij vrij was, maar hij
zei; dat hij voorlopig nog niets voor de
anderen kon doen. Toen legde Charon
uit, waar zij zich verscholen hadden en
vroeg of Kadjang hen daar elke dag
eten wilde brengen. Ze legden het stro
weer over het gat heen en omzichtig
slopen ze weer naar hun holle boom
terug. Elke dag bracht Kadjang hun
volgens afspraak wat eten en verder
wachtten ze maar tot er iets zou ge
beuren.
Na twee weken bemerkten ze een
grote bedrijvigheid in het kamp: grote
pannen met water werden aangedragen
en anderen sleepten met grote bundels
takken. Grote vuren werden aangelegd
en de pannen er boven gehangen. De
negers begonnen een wilde rondedans
te maken om de vuren heen.
Wordt vervolgd.
OPLOSSING VAN HET VORIGE
RAADSEL.
Vastenavond.
Heel veel kinderen dachten dat hier
„oudejaarsavond" bedoeld was, dat kwam
denk ik, door die oliebollen. Maar dui
delijker werd het, toen er sprake was
van lege trommeltjes, die meegenomen
werden, de z.g. „vastentrommeltjes".
Onder de goede oplossers hebben we
geloot en toen waren Bertha en Maria
Scheffers, Calandstraat 3, Lelden, de
gelukkigen. Zij krijgen dus het beloofde
boek. 't Zijn echte bofferds, want ze
deden voor de eerste maal met ons mee.
Je moet maar gelukkig zijn.
NIEUW RAADSEL.
Welk feest wordt nu weer bedoeld?
Lies en Kees kwamen uit de Hoogmis
en zoals iedere Zondag kregen ze van
moeder een kopje chocola met een
koekje. Ze hadden niet eens geduld om
te wachten tot moeder alles klaar gezet
had, maar ze liepen naar boven en kwa
men terug met hun vasten trommelt je in
zelen. Vader en moeder dronken koffie
en de kleine Wim mocht met het koek-
schaaltje rondgaan. Terwijl vader in zijn
kopje de suiker doorroerde vroeg hij aan
Kees: „Zeg Kees, heb jij er ook op gelet
welke kleur de kasuifel van de priester
vandaag had?"
Nou en of Kees het wist en Lies ook
want samen riepen ze meteen: „rose!"
Oplossingen moeten binnen zijn vóór
27 Maart.
Correspondentie
Adrie Melet, Goejestraat 13, Leiden.
Leuk Adrie, die aardige tekeningen op
je kaart.
Miep v. d. Bogaard, Hoekse Aar
kade 2, Ter Aar. Natuurlijk kan dat
Miep dat je met ons meedoet en je in
gestuurde verhaaltje krijgt vandaag al
een plaatsje.
ONDEUGENDE GERRIT.
Gerrit was een ondeugende jongen.
Altijd als hij uit school kwam ging hij
belletje trekken. Zijn moeder had daar
veel verdriet van, want de mensen
kwamen bij haar kléigen. Dikwijls kreeg
hij een pak slaag maar daar gaf hij niets
om. Op een morgen, dat hij naar school
zou gaan, ging hij weer belletje trekken
bij' hun in de straat. Toen hij aan de bel
getrokken had, liep hij hard weg, maar
het was al te laat, een agent, had hem
al gezien. Gerrit liep nu gauw een zij
straatje in. Daar zag hij een lege ton
staan en zonder zich verder te beden
ken, kroop hij daar in. Toen de agent
in de zijstraat kwam was er niets meer
te zien. Hij vroeg aan een klein jon
getje, dat daar liep te spelen of hij geen
jongen hard had zien lopen en hij ventje
wees naar de ton: „Daar zit hij in me
neer". De agent liep naar de ton en
haalde Gerrit er uit. Hij kreeg nu een
geducht standje en moest beloven om
het nooit meer te doen. Gelukkig heeft
hij woord gehouden.
Willy Voskuil, Zonneveldstr. 2, Ha-
zerswoude komt ons nog iets vertellen
over:
SNEEUWPRET.
de lucht en de kinderen hadden er pret
in. Toen er een dikke laag sneeuw lag
kwamen ze naar buiten. Het sneeuwde
nog wel wat, maar dat hinderde niet.
Eerst gingen ze sneeuwballen gooien. De
een na de ander vloog door de lucht,
maar ten laatste verveelde ook dat.
„Weet je wat?", riep één van de jon
gens, „we gaan een sneeuwpop maken".
„Hoe kunnen we hu met z'n allen aan
één sneeuwpop werken", vroeg Jan.
„We gaan met z'n tweeën aan één pop
werken", vond er een. Dat werd gedaan
en er werd hard gewerkt. Ze waren
bijna allemaal gelijk klaar en zo stond
er een mooie rij poppen met hoeden op
en met zwarte steenkool ogen en neu
zen. 't Was een fijne middag geweest.
Ansje Spiegeler, Donklaan 46, Voor
schoten. Schrijf eens een briefje Ansje.
In welke klas zit je?
Greetje Kraan, Gnephoek 15, Koude
kerk. Dat verhaaltje heeft al eens in de
krantentuin gestaan, meisje. Bedenk eens
iets anders.
Hillie van Riek, Voorschoten. Jij vindt
het zeker wel jammer, dat al die win
terpret voorbij is. Nu gaan we weer ge
nieten van het zonnetje. Dag meiske.
Tootje den Elzen, St. Jeroensvveg 2,
Noordwijk komt ons vertellen hoe fijn
ze vaders verjaardag gevierd hebben.
VADERS VERJAARDAG.
Toen vader 's morgens beneden kwam
vond hy de kinderen al beneden, die
hem luid toezongen: „Lang zal hij leven".
En dat niet alleen, maar ook vaders stoel
was versierd en de hele kamer. Ja, het
was vandaag een heel bijzondere dag
want vader werd 50 jaar. Toen het ge
zang uit was gingen ze allemaal naar de
H. Mis om te bidden dat vader nog lang
mocht leven. Toen de H. Mis uit was,
gingen ze gauw naar huis, waar het
ontbijt stond te wachten. Na het ontbijt
mocht vader de cadeautjes uitpakken en
daar kwamen uit: een stropdas, een
kistje sigaren, een mooie pijp en een
prachtig overhemd. Dat was dus geen
slechte verjaardag. We hadden die dag
geen school, want het was vacantie. Was
dat even boffen! De oma's en de opa's
zijn de hele dag geweest en die brachten
ook nog snoep voor ons mee. 's Avonds
kwam er nog meer visite en wij moch
ten tot negen uur opblijven. Het was
een fijne dag geweest.
Coby Goldenberg, Toussalntkade 40,
Leiden. Coby is nog vol van de ijspret
in haar verhaaltje:
IJSPRET.
Dat is nu jammer, na veertien dagen
ijspret is plotseling de dooi spelbreker
van onze gezellige ijspret geworden. Wat
hebben we genoten van de sneeuw en
het sterke ijs. Het was een jolijt van
schaatsenrijden en sleeën. Maar o wee,
steeds had ik last van een van mijn
schaatsen, waar telkens het riempje van
brak. Steeds moest ik weer aan mijn
vader vragen of hij de riempjes wilde
maken. Vader had het druk, want ook
mijn broertjes en zusjes waren aan het
schaatsen en zij hadden ook last met de
riempjes, maar vader deed het met
plezier.
Gé de Gunst, Zijde 63, Boskoop. Je
verhaaltje over „Sneeuwpret" heb ik
met plezier gelezen, maar Gé, alle kin
deren hebben over ijs en sneeuwpret
geschreven en dat zou erg saai worden,
als ik al die zelfde verhaaltjes zou plaat
sen. Probeer eens iets te schrijven over
een ander onderwerp, je kunt het best.
Dag Gé.
Ludy, Jeanne en Joop v. d. Meer, Kap-
teynstraat 21, Leiden. Jullie moesten
eens weten met hoeveel plezier ik jullie
brieven altijd doorlees. Steeds hebben
jullie een aardige tekening er bij ge
maakt en dan nog een verhaaltje van
Ludy, ook weer over: IJspret. Ze moet
het briefje van hierboven ook eens
lezen. Dag kinders. Groetjes ook aan
vader en moeder.
De andere kinderen moeten nog even
geduld hebben. Voor vandaag is het weer
genoeg. Dag allemaal.
TANTE JO en OOM TOON.
(33)