Tientallen over deze lezers gaven hun mening steeds „brandende" kwestie £ied aan deze tijd Onverwacht grote tegenstand van de niet-rokende dames MENING GEVRAAGD Het wonder ZATERDAG 6 FEBRUARI 1954 DE LEIDSE COURANT VIERDE BLAD PAGINA 2 WAT DENKT U VAN HET ROKEN DOOR DAMES OCCCXOOCOOOOOC HET VRIEST PRIJSWINNAARS HET WAS VOOR ONS verheugend te mogen constateren, hoeveel mensen er nog altijd gesteld zijn op een vrije meningsuiting, zelfs al kunnen de gevolgen van hun open hartigheid wel eens minder prettig zijn. Slechts enkelen hebben ons 't ant woord vertrouwelijk toegestopt met met de aantekening, „niet voor de krant". Wij voelen ons natuurlijk door dit onderonsje gevleid, maar hadden onze lezers toch gaarne met enige verrassende uitspraken op de hoogte gebracht. Maar enfin, we kun nen ons de voorzichtigheid van som mige verloofden en echtgenoten toch wel voorstellen. Meer respect hebben we echter voor de heer P. C. Schakenbos te Warmond, die beweert dat zelfs de winst van vijf gulden niet opweegt tegen het leed, dat hem blijkbaar bij publicatie toegrijnst, maar er toch zyn fiat aan geeft. Zo zijn er meer geweest, die zorgelijk maar man moedig de toekomst tegemoet zagen. Hulde aan hen, nietwaar dames, zo iets kunt u best waarderen. Anders wordt het als de dames zelf van leer trekken tegen hun eigen in nevelen gehulde sexegenoten. Als we het lijstje van hardnekkige tegenstan ders bekijken, dan blijkt dat een aanzienlijk deel er van uit vrouwen bestaat. Alles wat ze hebben!! De roep „laat de mannen nu dit plezier, het is bijna het enige wat ze hebben" klonk uit vele monden. Wij delen deze mening maar gedeelte lijk vooral uit respect voor 't scho ne geslachtdoch dat doet weinig ter zake. Het merendeel van de in zenders bleek voorstander van een matig gebruik en een gelukkig be langrijk aantal hiervan voor een ge lijke berechtiging van man en vrouw. Slechts een klein groepje voor een groot gedeelte vei'stokte vrijgezel len, liet zich onverschillig uit. De heer A. v. Remmen te Zoeter- woude bijvoorbeeld, ruimde het pro bleem met het volgende versje uit de wereld: Roken is een genot wat mij betreft, raken alle dames op de pijp verzot. Zon mening is natuurlijk aan vechtbaar, maar het is er in ieder geval een. Onaangename gevolgen. Legio waren degenen die, op de wel degelijk grote gevaren van het veelvuldig roken wezen. Faillisse menten, ziekten en andere minder aangename gevolgen werden op dik wijls treffende wijze naar voren ge bracht. Het is ons helaas onmogelijk alle interessante meningen te publiceren. We zouden hiervoor zeker een ex tra editie nodig hebben. Daarom vol gen hier eerst nog" enige eervolle vermeldingen en daarna de prijs winnaars. De heer P. F. de Graaf te Leiden maakte een aardige variatie op een bekendeslagzin met: het is geen vrouw, die het roken niet laten lean. Een mening, die overigens door mevr. Slechtenhorst-Guilonard te Leiden gedeeld wordt. Ook de mening van mej. Ans Juf fermans is zeker een eervolle plaats waard. Haar overtuiging is dat de z.g. kettingrooksters niet alleen zich zelf maar ook anderen in de boeien van hun bandeloosheid leggen. Snuif en wrijf Met liefde en veel plezier geven wij de heer H. Rost, Mr. Peeklaan 9 te Oude Wetering de le prijs (ƒ5.-). De manier waarop hij. de stille angst van de terrein verliezende man, on der 'woorden wist te brengen ver dient ons aller respect. Vredes-pijp! Waar-om zouden dames niet roken? Integendeel, van harte juichen wij deze vorm van emancipatie toe, die nog slechts een bescheiden s.tart heeft gevonden ln de populaire si garet. Ongetwijfeld zal de moderne vrouw zich dusdanig aan de chaos der con servatieve vooroordelen weten te ontworstelen, dat wij eerstdaags het gouden tijdperk der lichte bakvis- shag en de pure dames-baai (p.d.b.) tegemoet kunnen zien. Als Pa dan thuiskomt doet hy eerst de deur open en schuift daarna het rookgor.- dijn opzij, dat vrouw en schoonmoe der ï-ond de huiselijke haard hebben opgetrokken. Bly neemt hij een. trekje van Annie's sigaar, maar gaat I en. te laden. Ondanks deze dreiging, acht ik het noodzakelijk mijn me ning kenbaar te maken. Wanneer men de tabaksgeschiède- nis volgt, blijkt hieruit onomwonden, dat alleen de mannen rookten. Wij mannen, moeten dit historisch ge groeid recht nooit prijsgeven. Dooi de Z.g. emancipatie der vrouwen, moeten wij toch reeds dulden, dat onze waardigheid al man, meedogen loos wordt aangerand. Immers, door de moderne kleding trachten vele vrouwen de mannendracht te bena deren. Ook ons kapsel wordt vaak nagebootst. Reeds te veel komt de manneneer in de verdrukking. Vroe ger werd op een fuifje alléén een borreltje gebruikt door het sterke geslacht. Thans is er weinig onder scheid meer. Over de beroepen zal ik nog maar z wij gen. De tabak is uitgemaakt een genot middel voor de mannen. Wij laten toch ook de vrouwen hun tooizucht! Geen mening. j i. De heer J. P. W. Weijermans, i Kempenaei-straat, Oegstgeest krijgt de laatste ryksdaalder. Op zijn laatste vraag moeten we het antwoord schul- dig blijven. Een jary heeft nu een- jj maal geen mening. Bovendien zijn we verschrikkelijk bang. Gij vraagt onze mening, Redactie Betreffende het roken der vrouw Er is hier en daar nog reactie. Maar deze verloopt ook wel gauw. o Men noemde het vroeger een schande En zeer dikwijls zelfs banaal. „Kijk daar eens, mijn waarde, die i 5 tante Mijn hemel, dat is een schandaal!" j jjj Toch vraag ik me af, mijne heren, 9 Wat steekt daar voor kwaad nu toch in" g Men kan de vx-ouw even goed eren, Al heeft zij in roken ve?l zin. Pex-soonlijk heb ik echter geen be zwaar, op gezellige avondjes, de da- mes In ons voorrecht te laten delen, Qntneem eens aan diverse her SE**? \e?n!i8„areia^dli,ed™Jg= stgaret pyp of sigaar, Het noodlot is dan met te kex-en. l Advertentie) dan per ongeluk op Oma's shagdoos- jt zitten. Hierover ontstaat een hui selijk ruzietje, dat echter weer spoe dig wordt bijgelegd als moeder de van rykskeur voorziene vre despijp opsteekt en deze in 't ganse gezin de ronde doet. Als men elkaar weer kan zien, hangt er een innig- vredige sfeer. Pa vindt 't reusachtig, dat ieder nu eindelijk kan roken: alle wroe ging over te weinig belasting beta-- len en zo, is hij nu met één klap kwijt. Bovendien, hij is zelf ook een ste vig roker en 't -eukste is nu, dat ie gepn sigaren meer voor zichzelf koopt, want hij hoeft slechts even de huiselijke lucht op te snuiven om 't gevoel te krygen, dat hij een zware pijp rookt. En die sigaar? Nou ja, eigenlijk is Pa zelf de sigaar. Vol vertrouwen. De tweede prijs eveneens 5. heeft de jury toegekend aan mej. Dora Kniest, Duinzichtstraat 44, Oegstgeest. Zij goot haar mening in dichtvorm: M'n mening zeggen even uitleggen m'n volle vertrouwen in rokende vrouwen. Klaar met koken? ga rustig roken goed voor 't gezin soms zelfs gewin. Wolkjes van genot verlichten ook haar lot op tijd uitgeblazen geen man doen ze razen. Niet vx'ouwelijk zijn is werkelijk gijn Dame op fiets was vroeger ook niets. Manlief zal geven de vreugd van zhi leven door niemand belet zijn vrouw 'n sigaret. Moed! De derde prijs van vijf gulden heb ben wij in tweeën gedeeld. De heer A. Krom, Jacob Catslaan 49, Leiden krijgt voor zijn krachtig opkomen voor de rechten van de man de eer ste 2.50. Hij voorziet, zoals uit de inleiding blijkt, zelf ook enige na righeid, zodat de jury gemeend heeft hem in de waarschijnlijke gevolgen van zijn moed, te moeten bespringen. „Er is moed nodig voor een man, zich openlijk in de Courant te uiten, over de kwestie: „roken door vrou wen", op het gevaar af, voortaan eeuwige haat van vele Eva's op zich Hierdoor krijgen de mannen ook even gelegenheid, om iets te zeggen. Het mag echter in geen geval een ge woonte worden. Ik vraag mij zelfs af, hebben de vrouwen niet genoeg aan kachelrook 1 keuken walm? Hoe zouden de dames het vinden, wanneer wij mannen een aanval de den op de specifieke middelen, die bijdragen tot hun bekoorlijkheden? Het spreekwoord zegt: Het is geen man, die niet roken kan. Wanneer Vader Cats, wiens ge dichten ik bewonder, thans nog zou leven, zou hij zeker zeggen: Een vrouw die rookster wordt, doet een man steeds te kort. Gij mannen, waakt voor vex-dere afbrokkeling van onze eer, dus „Let op Uw saek" Ruwe handen Ruwe lippen Weddenschap. Twee vijftig krijgt ook de heer A. M. Stolwijk, Schoolstraat 27, Hazërs- woude. Wij houden hem echter aan zyn weddenschap. Over het roken door vrouwen, zou den boekdelen te vullen zijn, en men zou pok, met enkele woorden kun nen volstaan. Het is doodeenvoudig een kwestie van pei'soonlijke smaak, of zo men wil, gevoel. Persoon lijk kan ik het maar zéér matig waarderen, doch met evenveel recht mag n ander het wel accep tabel vinden en wat mij betreft char- mant. Ik durf echter er m'n prijs om te verwedden, dat over 10 of 15 jaar, iedere vrouw, althans het overgrote deel, het roken evenzeer zal beoefenen als nu de man. Nog ze kerder is het, dat dan geen dag- of weekblad 'n prijsvraag meer zal uit schrijven, hoe de mening is over deze kwestie. Het is 'n verschijnsel, dat allengs meer veld wint, en wat nu eenmaal niet valt tegen te houden, ook al vind men het geheel nog zo bedenkelijk of minder fraai. Het is als met alles wat nieuw is, aanvan kelijk veel critiek, later de gewoonste zaak van de wereld. Kort maar krachtig. De volgende rijksdaalder is voor mej. B. Vink, Voorstraat 49, Noord- wijk, die het zo kranig als niet-rook- ster voor haar zwakkere zxxsters op neemt. Wanneer een vrouw rookt omdat ze het „lekker" vind, en niet omdat het zo modern staat, of, omdat haar vriendinnen het ook doen. Wanneer zij bovendien zoveel wilskracht heeft om er niet, (zoals ook zoveel man nen!), aan verslaafd te raken, is m.i. een matig rokende vrouw even nor maal als een matig snoepende vrouw. Dit is de mening van een niet- rokende vrouw. Zij sterven reeds binnen het jaar. Natuurlijk is dit wat gelogen, Maar veel is er zeker van waar, Dat als 'n heer niet kan roken Zijn echtgenote is de sigaar. De winkelier laat ik er buiten, Veel staat er voor hem op het spel. Hem gaat het slechts om de duiten En verder gelooft hij het wel. Ik wil hier geen kwaad mee zeggen. Ons roken, is voor hém brood. Hij kan toch het loodje niet leggen En wie helpt hem dan in zijn nood? Op mij kan hij blijven vertrouwen Ik rook graag een goede sigaar, Maar het probleem der rokende vrouwen Is hiermee natuurlijk niet klaar. Eerste dag. Kleine Jan komt naar beneden met een zeer verheugd gezicht, mamma, mamma, kijk eens even, 't vriest, de singel is al dicht. Jan aanzag de hele wereld eensklaps als een paradijs en hij vroeg: mak ik mijn schaatsen? Ik ga rijden op het ijs. Tweede dag. Pa kwam rillend naar beneden in een dikke kamerjas, wederom riep Jantje juichend, dat het ijs al dikker was. Maar Pa's liefde voor de ijssport bleek aanmerkelijk bekoeld: 'k heb het aan mijn voeten, zei hij, heel de lange nacht gevoeld. Derde dag. Waterleiding is bevroren in de keuken en W. C. heel 't gezin wacht klappertandend op het eerste kopje thee. Ma haalt water bij de buren en alleen maar kleine Jan vindt het heerlijk, dat het vriest, daar hij nu schaatsenrijden kan. Vierde dag. Jan is naar het ijs getogen, Moeder had het hem beloofd, huilend komt hij even later thuis met builen op zijn hoofd. Jongen, zit niet zo te grienen, zie je wel, daar heb je 't nou, zegt Pa grimmig tot zijn zoontje, die graag schaatsenrijden wou. Vijfde dag. Pa wordt 's morgens heel vroeg wakker en hij voelt wat minder kou! Even luistert hij: het regent! zegt hij blijde tot zijn vrouw. Blijde daalt hy naar beneden met een glans op net gelaat om met schrik dan te ontwaren, dat het huis vol water staat. God schiep ons de vrouw als gelijke! Wie gaf ons dat streepje dan voor? Gooi 't duf egoisme ter zijde! En, dames, rookt rustig maar door! Wel moet mij een raad hier van het harte: Laat overdaad vér van U zijn, Want dan spelen ziekten U parten En het genot van het roken is schijn. Tot slot vraag ik, Redactieheren: ,,Wat denkt gij er zelf nu van?" Misschien kunnen we er van leren, Geeft gerust maar een veeg uit de pan!" VERDEELDE MENINGEN. t Hieronder volgt een lijstje van in zenders ingedeeld naar het standpunt dat ze tegenover deze brandende kwestie innemen. Achter do namen vindt u nog de pittige conclusies, waartoe sommigen kwamen. De voorstanderssters)mej. Bei tels Oud-Ade; mevr. Bakker, Roelof- arendsveen (ongezond); mej C. Compier te Wassenaar (betere voor lichting); mevr. Geuke-v. d. Meer, Leiden (geld beter te besteden); mej. J. W. de Hertogh, te Leiden en de heren: A. M. Juffermans, Leiden (schoorsteentjes); C. J. van Berkel, Leimuiden (alleen als het niet an- ■111 Voor dit keer hebben wij een typisch mannelijk probleem bij de kop genomen, dat echter ook veel van onze lezeressen zal interesseren: Wat denkt U van de sport als beroep In de eerste plaats denken wij hierbij natuurlijk aan het beroeps voetbal, maar aangezien men hier en daar uit het lopen van de hon derd meter of uit zijn bokstegenst m'-er een goede broodwinning slaat, zullen we dit probleem zo algemeen mogelijk opvatten. Immers ook de dames, die nu nog in het trekken van een baantje of het hanteren van een bal, alleen een aangename tijdspassering zien, zullen in de toekomst misschien met deze bezigheden een levenspositie kunnen verwerven. Verder moeten verschillende echtgenoten er rekening mee houden, dat wanneer voetbal een stiel wordt, zij waarschijnlijk de gehele dag, een zich los trappende man over de vloer krijgen. Dit alles lijkt ons een overweging waard. We zijn benieuwd! Voor de beste antwoorden wordt een prijs van 5.en drie van 2.50 beschikbaar gesteld. Tot en met Maandag 15 Februari kunnen de meningen aan het bureau van ons blad gestuurd worJen. Op de enveloppe „Mening gevraagd" vermelden. Zaterdag 20 Februari vxlgt dan de uitslag en de publicatie van de bekroonde antwoorden. TROUBADOUR. ders kan); P. v. d. Ploeg, Noordwij kerhout (niet best); P. A. v. d. Hulst, Zevenhoven (onvrouwelijk); C. v. d. Pol Mzn., Katwijk Rijn (geen in telligent gezicht); A. v. Tongei'en, Warmond (fatalisme); J. Klein, Roe- lofarendsveen (hopeloos); H. J. Bie- sjot, Leiden (onnatuurlijk). De gematigden (geen gewóónte van maken): mevr. P. J. de Groot-Ange- vare, Leiden; mevr. N. de Haas-Turk (verantwoox-delijkheidsgevoel); mej. C. Onderwater (aardigheid blijven) Zoeterwoude; en de heren: pastoor Th. Kwakman Rijpwetering (met verantwoordelijkheidsgevoel): C. J. Hey, Alphen (aanstekelijk); J. v. d. Hulst, Voorschoten (soms te waarde ren); P. v. d. Weyden, Noordw ijker- hout (pijproken manhenwerk); M. v. d. Starren (sportiviteit); Ad. v. d Weyden, Noordwijkerhout) (geen door rookster tj es); Ferd. Hakkaart, Leiden (sfeer scheppqp): M. v. d. Heiden, Leiden (dame blijven); de heer en mevr. Blonk te Oegstgeest (charmant); de heer J. J. Staats, Leiden (tevreden rookster geen on- ruststookster) en tenslotte de heer Aad Peek, Alphen a. d. Rijn (weinig ervaring). Evenveel rechten voor man als voor vrouw eisten: mevr. Zoet-v. d. Schalk Noordwijk (weg met zwarte kous en koffiepot) en verder nog de heren: G. H. Devilee, Leiden (desnoods tabak pruimen); J. van der Sluis, Leiden, (man lijk egoïsme); A. M. W. Jan san, Voorhout (maar met mate); Alink, Leiden, (emancipatie); J. W. Jansen, Voorhout (maar met mate); fam. P. v. d. Krogt, Zoeterwoude (niet overdrijven) en L. Th. Schona- gen te Leiden (verstandig roken). Boven de partijen stelde zich de heer A. de Haas. Katwijk Rijn. Hij riep hiervoor zelfs een „grote vier" bij elkaar, zijn conclusie laat zich echter gemakkelijk raden. Veto! Over de beslissing van de jury kan geen correspondentie worden ge voerd. Mochten verschillende conclusies, door ons slecht begrepen zijn, dan spijt ons dat zeer en beloven wij be terschap. DER LIEFDE\ door Otwell Binns 48) Dat weet ik niet, antwoordde Juan Cabados openhartig. De man, die op lie Nou stierf, was mijn vriend en jij bent verantwoordelijk voor zijn dood. Hij was een waar vriend, Hen ri ik weet niet wat te doen. Eén ding, je zult er voor hebben te zor gen, dat het legaat van mijn oom aan mij wordt uitgekeerd. Daar sta ik op. Dat dat zal geen moeilijkhe den opleveren, antwoordde Carlos haastig. Ik zal het als mijn plicht re kenen er met de familie-advocaat over te spreken en hem de stand van zaken uit te leggen. Je zxilt het geld in zeer korte tijd hebben. Ik weet niet, wat ik overigens zal doen, hernam de schilder. Het zal geen goed doen nog verder in de modder te roeren. Henri is dood en de bewaker is dood, terwijl ik, die had moeten sterven, leef!. Ik heb te veel respect voor onze familie naam om hem te besmeuren, door jouw gedrag wereldkundig te maken. Dus, uitgezonderd de verwijten van je geweten, geloof ik, dat je zult ont komen aan de consequenties van je misdaad, maar als ik in jouw schoe nen stond, zou de wroeging over wat ik had gedaan, meer zijn dan ik zou kunnen verdragenMaar boven dien izaxl je wel niet ontsnappen aan nog andere onprettige dingen. Wat bedoel je? vroeg Carlos angstig. Ik bedoel, dat ik veronderstel, dat Jacques Sardon wel deel zal ne men aan een bestraffing die nog te wachten staat. Hij is een slimme schurk en wetend wat hij weet, zal hij zich de gelegenheid waarschijn lijk niet laten ontglippen. Neen, Car los Cabados, je hebt je in zyn handen overgeleverd, en je zult niet geheel en al ontsnappen aan de straf op de misdaad. Het gericht zal komen als een gewapende man of als een af perser. Ik benijd je niet om de jaren die vóór je liggen. Zonder verder nog een woord te spreken keerde Juan zich om en ging heen. Niet eenmaal keek hij om. De man, die hij verlaten had, keek hem na met kwaadaardige blik ken. Zijn gelaat vertrok zich kramp achtig. Ontsnappen, mompelde hij, ont snappen! Als ik een revolver had, zou er voor jou geen ontsnappen zijn. Maar revolver of geen revolver wat geeft het? Pedro is er nog! We zullen zien ,we zullen zien! Hij hervatte zijn weg huiswaarts. Nu liep hij vlug, als een man die ver teerd werd door ongeduld. Toen hij op het kasteel aankwam, ging hij naar zijn kamer en schreef een brief. Hij verzegelde hem en schelde om de huisknecht. Zorg dat het terstond wegkomt, Rodolfo. De heer voor wie het is, ver toeft in hotel Alcira. Stuur een wagen en zeg de kok, de lunch uit te stel len. Zeg hem, dat ik waarschijnlijk gezelschap zal hebben. Ja, mijnheex'. Toen de man was verdwenen liep Carlos zijn kamer op en neer zoals een tygeri in zijn kooi op en neer- wandelt. De dubbele slag die hij ge kregen had, verbitterde hem ondrage lijk en hij was er voor zichzelf niet zeker van, dat Juan Cabados op zijn minst eveneens te maken had mét het verbreken van zijn verloving met Stella als Lucille Fernay. Hij knarste op zijn tanden in vruchteloze woede, terwijl hij daaraan dacht. Zij hoofd begon te gloeien en de kamer scheen te klein te worden. Hij opende de tuindeuren, stapte naar buiten en begon om het huis te wandelen. Half weg zijn ronde hoorde hij de auto te rugkeren en, het huis door een zij deur betredend, ontmoette hij de knecht, aan wie hij zo pas orders had gegeven. Mijnheer Mataxos is aangekomen mijnheex'. Ik heb hem in uw studeer kamer gelaten. Zijn meester knikte en liep er snel heen. De studeerkamer kwam uit op de hall en Pedro Mataxos hoorde 'zijn voetstappen op de gepolijste eiken vloer. Op dat moment stond de stie renvechter bij een tafel, waarop wat ongeopende correspondentie lag. Eén van de brieven had zijn aandacht ge trokken en hij staarde er als beto verd naai-. Hij herkende het hand schrift. Het was dat van Lucille Fer nay en toen hij het geluid van voet stappen in de hall hoorde, greep hij de brief en liet hem snel in zijn zak glijden. Een seconde later, toen de deur openging, zat hij in een stoel, j terwijl hij op zijn gemak een siga ret opstak. HOOFDSTUK XXV De dood nabij Op de middag na het onderhoud met zijn neef reed de schilder naar Alcira, om het beloofde bezoek aan juffrouw Duero te brengen. Hij trof het niet, want Pilar Duero had te veel hoofdpijn om hem te ontvangen, terwijl haar nichtje, naar hij van het dienstmeisje vernam, naar de rivier was gegaan om te vissen.-Vol verlan gen, Stella te spreken.reed hij de auto naar hotel Alcira, liet hem daar staan, begaf zich naar de rivier en begon door de weiden te dwalen, scherp uit kijkend naar het meisje, dat hij zocht. Terwijl hij zo rondzwierf gingen zijn gedachten natuurlijk uit naar Stella. Hij wist, dat hij haar lief had en hij trachtte het feit niet voor zich zelf te verbergen. Eerder verheugde hij zich er over ende wetenschap, dat Stella nu vrij was, gaf hem aan leiding tot rooskleurige dromen. Allemaal onzin natuurlijk! mom pelde hij bij zichzelf, maar intussen droomde hij verder. Zijn oog viel op een lange strook open water en hij zocht die nauw keurig af. Er was echter niemand te bekennen op de beide oevers en ner gens kon hy iets zien van hengel of lyn. Hij begon te vrezen, dat hij de verkeerde weg had genomen. Zij vist natuurlijk stroomopwaarts, dacht hij by zichzelf, terwijl ik stroomafwaarts loop. Hij bleef aarzelend staan. Misschien was het beter terug te gaan en het eens in de andere richting te probe ren. Hij stond op het punt dat te doen toen er een kreet klonk door de stil te, gevolgd door het opgewonden blaffen van een hond. Hij stond stil en keek de stroom af, vanwaar de ge luiden waren gekomen. Een dubbele ry elzebomen onttrok de rivier in de bocht aan het gezicht, maar de gelui den waren ontegenzeggelijk uit die richting gekomen. De 'kreet herhaal de zich en op hetzelfde ogenblik werd het blaffen heftiger, korte, opge wonden kefjes, als van een hond in angst. Hij begon vlug in de richting van de 'bomen te lopen, zeker, dat er iets niet in de haak was en Jaij had nog slechts een paar stappen gedaan, toen hij voor de derde maal het ge luid vernam van een menselijke stem Help! Help! (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1954 | | pagina 11