Tientallen
over deze
lezers gaven hun mening
steeds „brandende" kwestie
£ied aan deze tijd
Onverwacht grote tegenstand
van de niet-rokende dames
MENING GEVRAAGD
Het wonder
ZATERDAG 6 FEBRUARI 1954
DE LEIDSE COURANT
VIERDE BLAD PAGINA 2
WAT DENKT U VAN HET ROKEN DOOR DAMES
OCCCXOOCOOOOOC
HET VRIEST
PRIJSWINNAARS
HET WAS VOOR ONS verheugend
te mogen constateren, hoeveel
mensen er nog altijd gesteld zijn op
een vrije meningsuiting, zelfs al
kunnen de gevolgen van hun open
hartigheid wel eens minder prettig
zijn.
Slechts enkelen hebben ons 't ant
woord vertrouwelijk toegestopt met
met de aantekening, „niet voor de
krant". Wij voelen ons natuurlijk
door dit onderonsje gevleid, maar
hadden onze lezers toch gaarne met
enige verrassende uitspraken op de
hoogte gebracht. Maar enfin, we kun
nen ons de voorzichtigheid van som
mige verloofden en echtgenoten toch
wel voorstellen.
Meer respect hebben we echter
voor de heer P. C. Schakenbos te
Warmond, die beweert dat zelfs de
winst van vijf gulden niet opweegt
tegen het leed, dat hem blijkbaar bij
publicatie toegrijnst, maar er toch
zyn fiat aan geeft. Zo zijn er meer
geweest, die zorgelijk maar man
moedig de toekomst tegemoet zagen.
Hulde aan hen, nietwaar dames, zo
iets kunt u best waarderen. Anders
wordt het als de dames zelf van leer
trekken tegen hun eigen in nevelen
gehulde sexegenoten. Als we het
lijstje van hardnekkige tegenstan
ders bekijken, dan blijkt dat een
aanzienlijk deel er van uit vrouwen
bestaat.
Alles wat ze hebben!!
De roep „laat de mannen nu dit
plezier, het is bijna het enige wat ze
hebben" klonk uit vele monden. Wij
delen deze mening maar gedeelte
lijk vooral uit respect voor 't scho
ne geslachtdoch dat doet weinig
ter zake. Het merendeel van de in
zenders bleek voorstander van een
matig gebruik en een gelukkig be
langrijk aantal hiervan voor een ge
lijke berechtiging van man en vrouw.
Slechts een klein groepje voor een
groot gedeelte vei'stokte vrijgezel
len, liet zich onverschillig uit.
De heer A. v. Remmen te Zoeter-
woude bijvoorbeeld, ruimde het pro
bleem met het volgende versje uit de
wereld:
Roken is een genot
wat mij betreft,
raken alle dames
op de pijp verzot.
Zon mening is natuurlijk aan
vechtbaar, maar het is er in ieder
geval een.
Onaangename gevolgen.
Legio waren degenen die, op de
wel degelijk grote gevaren van het
veelvuldig roken wezen. Faillisse
menten, ziekten en andere minder
aangename gevolgen werden op dik
wijls treffende wijze naar voren ge
bracht.
Het is ons helaas onmogelijk alle
interessante meningen te publiceren.
We zouden hiervoor zeker een ex
tra editie nodig hebben. Daarom vol
gen hier eerst nog" enige eervolle
vermeldingen en daarna de prijs
winnaars.
De heer P. F. de Graaf te Leiden
maakte een aardige variatie op een
bekendeslagzin met: het is geen
vrouw, die het roken niet laten lean.
Een mening, die overigens door
mevr. Slechtenhorst-Guilonard te
Leiden gedeeld wordt.
Ook de mening van mej. Ans Juf
fermans is zeker een eervolle plaats
waard. Haar overtuiging is dat de
z.g. kettingrooksters niet alleen zich
zelf maar ook anderen in de boeien
van hun bandeloosheid leggen.
Snuif en wrijf
Met liefde en veel plezier geven
wij de heer H. Rost, Mr. Peeklaan 9
te Oude Wetering de le prijs (ƒ5.-).
De manier waarop hij. de stille angst
van de terrein verliezende man, on
der 'woorden wist te brengen ver
dient ons aller respect.
Vredes-pijp!
Waar-om zouden dames niet roken?
Integendeel, van harte juichen wij
deze vorm van emancipatie toe, die
nog slechts een bescheiden s.tart
heeft gevonden ln de populaire si
garet.
Ongetwijfeld zal de moderne vrouw
zich dusdanig aan de chaos der con
servatieve vooroordelen weten te
ontworstelen, dat wij eerstdaags het
gouden tijdperk der lichte bakvis-
shag en de pure dames-baai (p.d.b.)
tegemoet kunnen zien. Als Pa dan
thuiskomt doet hy eerst de deur
open en schuift daarna het rookgor.-
dijn opzij, dat vrouw en schoonmoe
der ï-ond de huiselijke haard hebben
opgetrokken. Bly neemt hij een.
trekje van Annie's sigaar, maar gaat I en.
te laden. Ondanks deze dreiging,
acht ik het noodzakelijk mijn me
ning kenbaar te maken.
Wanneer men de tabaksgeschiède-
nis volgt, blijkt hieruit onomwonden,
dat alleen de mannen rookten. Wij
mannen, moeten dit historisch ge
groeid recht nooit prijsgeven. Dooi
de Z.g. emancipatie der vrouwen,
moeten wij toch reeds dulden, dat
onze waardigheid al man, meedogen
loos wordt aangerand. Immers, door
de moderne kleding trachten vele
vrouwen de mannendracht te bena
deren. Ook ons kapsel wordt vaak
nagebootst. Reeds te veel komt de
manneneer in de verdrukking. Vroe
ger werd op een fuifje alléén een
borreltje gebruikt door het sterke
geslacht. Thans is er weinig onder
scheid meer.
Over de beroepen zal ik nog maar
z wij gen.
De tabak is uitgemaakt een genot
middel voor de mannen. Wij laten
toch ook de vrouwen hun tooizucht!
Geen mening. j i.
De heer J. P. W. Weijermans, i
Kempenaei-straat, Oegstgeest krijgt de
laatste ryksdaalder. Op zijn laatste
vraag moeten we het antwoord schul-
dig blijven. Een jary heeft nu een- jj
maal geen mening. Bovendien zijn we
verschrikkelijk bang.
Gij vraagt onze mening, Redactie
Betreffende het roken der vrouw
Er is hier en daar nog reactie.
Maar deze verloopt ook wel gauw. o
Men noemde het vroeger een schande
En zeer dikwijls zelfs banaal.
„Kijk daar eens, mijn waarde, die i 5
tante
Mijn hemel, dat is een schandaal!" j jjj
Toch vraag ik me af, mijne heren, 9
Wat steekt daar voor kwaad nu
toch in" g
Men kan de vx-ouw even goed eren,
Al heeft zij in roken ve?l zin.
Pex-soonlijk heb ik echter geen be
zwaar, op gezellige avondjes, de da-
mes In ons voorrecht te laten delen, Qntneem eens aan diverse her
SE**? \e?n!i8„areia^dli,ed™Jg= stgaret pyp of sigaar,
Het noodlot is dan met te kex-en.
l Advertentie)
dan per ongeluk op Oma's shagdoos-
jt zitten. Hierover ontstaat een hui
selijk ruzietje, dat echter weer spoe
dig wordt bijgelegd als moeder de
van rykskeur voorziene vre
despijp opsteekt en deze in 't ganse
gezin de ronde doet. Als men elkaar
weer kan zien, hangt er een innig-
vredige sfeer.
Pa vindt 't reusachtig, dat ieder
nu eindelijk kan roken: alle wroe
ging over te weinig belasting beta--
len en zo, is hij nu met één klap
kwijt.
Bovendien, hij is zelf ook een ste
vig roker en 't -eukste is nu, dat ie
gepn sigaren meer voor zichzelf
koopt, want hij hoeft slechts even
de huiselijke lucht op te snuiven om
't gevoel te krygen, dat hij een zware
pijp rookt.
En die sigaar? Nou ja, eigenlijk is
Pa zelf de sigaar.
Vol vertrouwen.
De tweede prijs eveneens 5.
heeft de jury toegekend aan mej.
Dora Kniest, Duinzichtstraat 44,
Oegstgeest. Zij goot haar mening in
dichtvorm:
M'n mening zeggen
even uitleggen
m'n volle vertrouwen
in rokende vrouwen.
Klaar met koken?
ga rustig roken
goed voor 't gezin
soms zelfs gewin.
Wolkjes van genot
verlichten ook haar lot
op tijd uitgeblazen
geen man doen ze razen.
Niet vx'ouwelijk zijn
is werkelijk gijn
Dame op fiets
was vroeger ook niets.
Manlief zal geven
de vreugd van zhi leven
door niemand belet
zijn vrouw 'n sigaret.
Moed!
De derde prijs van vijf gulden heb
ben wij in tweeën gedeeld. De heer
A. Krom, Jacob Catslaan 49, Leiden
krijgt voor zijn krachtig opkomen
voor de rechten van de man de eer
ste 2.50. Hij voorziet, zoals uit de
inleiding blijkt, zelf ook enige na
righeid, zodat de jury gemeend heeft
hem in de waarschijnlijke gevolgen
van zijn moed, te moeten bespringen.
„Er is moed nodig voor een man,
zich openlijk in de Courant te uiten,
over de kwestie: „roken door vrou
wen", op het gevaar af, voortaan
eeuwige haat van vele Eva's op zich
Hierdoor krijgen de mannen ook
even gelegenheid, om iets te zeggen.
Het mag echter in geen geval een ge
woonte worden.
Ik vraag mij zelfs af, hebben de
vrouwen niet genoeg aan kachelrook
1 keuken walm?
Hoe zouden de dames het vinden,
wanneer wij mannen een aanval de
den op de specifieke middelen, die
bijdragen tot hun bekoorlijkheden?
Het spreekwoord zegt:
Het is geen man, die niet roken
kan.
Wanneer Vader Cats, wiens ge
dichten ik bewonder, thans nog zou
leven, zou hij zeker zeggen:
Een vrouw die rookster wordt,
doet een man steeds te kort.
Gij mannen, waakt voor vex-dere
afbrokkeling van onze eer, dus „Let
op Uw saek"
Ruwe handen
Ruwe lippen
Weddenschap.
Twee vijftig krijgt ook de heer A.
M. Stolwijk, Schoolstraat 27, Hazërs-
woude. Wij houden hem echter aan
zyn weddenschap.
Over het roken door vrouwen, zou
den boekdelen te vullen zijn, en men
zou pok, met enkele woorden kun
nen volstaan. Het is doodeenvoudig
een kwestie van pei'soonlijke smaak,
of zo men wil, gevoel. Persoon
lijk kan ik het maar zéér matig
waarderen, doch met evenveel
recht mag n ander het wel accep
tabel vinden en wat mij betreft char-
mant. Ik durf echter er m'n prijs om
te verwedden, dat over 10 of 15 jaar,
iedere vrouw, althans het overgrote
deel, het roken evenzeer zal
beoefenen als nu de man. Nog ze
kerder is het, dat dan geen dag- of
weekblad 'n prijsvraag meer zal uit
schrijven, hoe de mening is over deze
kwestie. Het is 'n verschijnsel, dat
allengs meer veld wint, en wat nu
eenmaal niet valt tegen te houden,
ook al vind men het geheel nog zo
bedenkelijk of minder fraai. Het is
als met alles wat nieuw is, aanvan
kelijk veel critiek, later de gewoonste
zaak van de wereld.
Kort maar krachtig.
De volgende rijksdaalder is voor
mej. B. Vink, Voorstraat 49, Noord-
wijk, die het zo kranig als niet-rook-
ster voor haar zwakkere zxxsters op
neemt.
Wanneer een vrouw rookt omdat ze
het „lekker" vind, en niet omdat het
zo modern staat, of, omdat haar
vriendinnen het ook doen. Wanneer
zij bovendien zoveel wilskracht heeft
om er niet, (zoals ook zoveel man
nen!), aan verslaafd te raken, is m.i.
een matig rokende vrouw even nor
maal als een matig snoepende vrouw.
Dit is de mening van een niet-
rokende vrouw.
Zij sterven reeds binnen het jaar.
Natuurlijk is dit wat gelogen,
Maar veel is er zeker van waar,
Dat als 'n heer niet kan roken
Zijn echtgenote is de sigaar.
De winkelier laat ik er buiten,
Veel staat er voor hem op het spel.
Hem gaat het slechts om de duiten
En verder gelooft hij het wel.
Ik wil hier geen kwaad mee zeggen.
Ons roken, is voor hém brood.
Hij kan toch het loodje niet leggen
En wie helpt hem dan in zijn nood?
Op mij kan hij blijven vertrouwen
Ik rook graag een goede sigaar,
Maar het probleem der rokende
vrouwen
Is hiermee natuurlijk niet klaar.
Eerste dag.
Kleine Jan komt naar beneden
met een zeer verheugd gezicht,
mamma, mamma, kijk eens even,
't vriest, de singel is al dicht.
Jan aanzag de hele wereld
eensklaps als een paradijs
en hij vroeg: mak ik mijn schaatsen?
Ik ga rijden op het ijs.
Tweede dag.
Pa kwam rillend naar beneden
in een dikke kamerjas,
wederom riep Jantje juichend,
dat het ijs al dikker was.
Maar Pa's liefde voor de ijssport
bleek aanmerkelijk bekoeld:
'k heb het aan mijn voeten, zei hij,
heel de lange nacht gevoeld.
Derde dag.
Waterleiding is bevroren
in de keuken en W. C.
heel 't gezin wacht klappertandend
op het eerste kopje thee.
Ma haalt water bij de buren
en alleen maar kleine Jan
vindt het heerlijk, dat het vriest, daar
hij nu schaatsenrijden kan.
Vierde dag.
Jan is naar het ijs getogen,
Moeder had het hem beloofd,
huilend komt hij even later
thuis met builen op zijn hoofd.
Jongen, zit niet zo te grienen,
zie je wel, daar heb je 't nou,
zegt Pa grimmig tot zijn zoontje,
die graag schaatsenrijden wou.
Vijfde dag.
Pa wordt 's morgens heel vroeg wakker
en hij voelt wat minder kou!
Even luistert hij: het regent!
zegt hij blijde tot zijn vrouw.
Blijde daalt hy naar beneden
met een glans op net gelaat
om met schrik dan te ontwaren,
dat het huis vol water staat.
God schiep ons de vrouw als gelijke!
Wie gaf ons dat streepje dan voor?
Gooi 't duf egoisme ter zijde!
En, dames, rookt rustig maar door!
Wel moet mij een raad hier van het
harte:
Laat overdaad vér van U zijn,
Want dan spelen ziekten U parten
En het genot van het roken is schijn.
Tot slot vraag ik, Redactieheren:
,,Wat denkt gij er zelf nu van?"
Misschien kunnen we er van leren,
Geeft gerust maar een veeg uit de
pan!"
VERDEELDE MENINGEN.
t
Hieronder volgt een lijstje van in
zenders ingedeeld naar het standpunt
dat ze tegenover deze brandende
kwestie innemen. Achter do namen
vindt u nog de pittige conclusies,
waartoe sommigen kwamen.
De voorstanderssters)mej. Bei
tels Oud-Ade; mevr. Bakker, Roelof-
arendsveen (ongezond); mej C.
Compier te Wassenaar (betere voor
lichting); mevr. Geuke-v. d. Meer,
Leiden (geld beter te besteden); mej.
J. W. de Hertogh, te Leiden en de
heren: A. M. Juffermans, Leiden
(schoorsteentjes); C. J. van Berkel,
Leimuiden (alleen als het niet an-
■111
Voor dit keer hebben wij een typisch mannelijk probleem bij de
kop genomen, dat echter ook veel van onze lezeressen zal interesseren:
Wat denkt U van de sport als beroep
In de eerste plaats denken wij hierbij natuurlijk aan het beroeps
voetbal, maar aangezien men hier en daar uit het lopen van de hon
derd meter of uit zijn bokstegenst m'-er een goede broodwinning
slaat, zullen we dit probleem zo algemeen mogelijk opvatten.
Immers ook de dames, die nu nog in het trekken van een baantje
of het hanteren van een bal, alleen een aangename tijdspassering
zien, zullen in de toekomst misschien met deze bezigheden een
levenspositie kunnen verwerven.
Verder moeten verschillende echtgenoten er rekening mee houden,
dat wanneer voetbal een stiel wordt, zij waarschijnlijk de gehele dag,
een zich los trappende man over de vloer krijgen. Dit alles lijkt ons
een overweging waard. We zijn benieuwd!
Voor de beste antwoorden wordt een prijs van 5.en drie van
2.50 beschikbaar gesteld.
Tot en met Maandag 15 Februari kunnen de meningen aan het
bureau van ons blad gestuurd worJen. Op de enveloppe „Mening
gevraagd" vermelden. Zaterdag 20 Februari vxlgt dan de uitslag en
de publicatie van de bekroonde antwoorden.
TROUBADOUR.
ders kan); P. v. d. Ploeg, Noordwij
kerhout (niet best); P. A. v. d. Hulst,
Zevenhoven (onvrouwelijk); C. v. d.
Pol Mzn., Katwijk Rijn (geen in
telligent gezicht); A. v. Tongei'en,
Warmond (fatalisme); J. Klein, Roe-
lofarendsveen (hopeloos); H. J. Bie-
sjot, Leiden (onnatuurlijk).
De gematigden (geen gewóónte van
maken): mevr. P. J. de Groot-Ange-
vare, Leiden; mevr. N. de Haas-Turk
(verantwoox-delijkheidsgevoel); mej.
C. Onderwater (aardigheid blijven)
Zoeterwoude; en de heren: pastoor
Th. Kwakman Rijpwetering (met
verantwoordelijkheidsgevoel): C. J.
Hey, Alphen (aanstekelijk); J. v. d.
Hulst, Voorschoten (soms te waarde
ren); P. v. d. Weyden, Noordw ijker-
hout (pijproken manhenwerk); M. v.
d. Starren (sportiviteit); Ad. v. d
Weyden, Noordwijkerhout) (geen
door rookster tj es); Ferd. Hakkaart,
Leiden (sfeer scheppqp): M. v. d.
Heiden, Leiden (dame blijven); de
heer en mevr. Blonk te Oegstgeest
(charmant); de heer J. J. Staats,
Leiden (tevreden rookster geen on-
ruststookster) en tenslotte de heer
Aad Peek, Alphen a. d. Rijn (weinig
ervaring).
Evenveel rechten voor man als
voor vrouw eisten: mevr. Zoet-v. d.
Schalk Noordwijk (weg met zwarte
kous en koffiepot) en verder
nog de heren: G. H. Devilee,
Leiden (desnoods tabak pruimen);
J. van der Sluis, Leiden, (man
lijk egoïsme); A. M. W. Jan
san, Voorhout (maar met mate);
Alink, Leiden, (emancipatie); J. W.
Jansen, Voorhout (maar met mate);
fam. P. v. d. Krogt, Zoeterwoude
(niet overdrijven) en L. Th. Schona-
gen te Leiden (verstandig roken).
Boven de partijen stelde zich de
heer A. de Haas. Katwijk Rijn. Hij
riep hiervoor zelfs een „grote vier"
bij elkaar, zijn conclusie laat zich
echter gemakkelijk raden. Veto!
Over de beslissing van de jury kan
geen correspondentie worden ge
voerd.
Mochten verschillende conclusies,
door ons slecht begrepen zijn, dan
spijt ons dat zeer en beloven wij be
terschap.
DER LIEFDE\
door Otwell Binns
48)
Dat weet ik niet, antwoordde
Juan Cabados openhartig. De man,
die op lie Nou stierf, was mijn vriend
en jij bent verantwoordelijk voor zijn
dood. Hij was een waar vriend, Hen
ri ik weet niet wat te doen. Eén
ding, je zult er voor hebben te zor
gen, dat het legaat van mijn oom aan
mij wordt uitgekeerd. Daar sta ik op.
Dat dat zal geen moeilijkhe
den opleveren, antwoordde Carlos
haastig. Ik zal het als mijn plicht re
kenen er met de familie-advocaat
over te spreken en hem de stand van
zaken uit te leggen. Je zxilt het geld
in zeer korte tijd hebben.
Ik weet niet, wat ik overigens
zal doen, hernam de schilder. Het zal
geen goed doen nog verder in de
modder te roeren. Henri is dood en
de bewaker is dood, terwijl ik, die
had moeten sterven, leef!. Ik heb
te veel respect voor onze familie
naam om hem te besmeuren, door
jouw gedrag wereldkundig te maken.
Dus, uitgezonderd de verwijten van
je geweten, geloof ik, dat je zult ont
komen aan de consequenties van je
misdaad, maar als ik in jouw schoe
nen stond, zou de wroeging over wat
ik had gedaan, meer zijn dan ik zou
kunnen verdragenMaar boven
dien izaxl je wel niet ontsnappen aan
nog andere onprettige dingen.
Wat bedoel je? vroeg Carlos
angstig.
Ik bedoel, dat ik veronderstel,
dat Jacques Sardon wel deel zal ne
men aan een bestraffing die nog te
wachten staat. Hij is een slimme
schurk en wetend wat hij weet, zal
hij zich de gelegenheid waarschijn
lijk niet laten ontglippen. Neen, Car
los Cabados, je hebt je in zyn handen
overgeleverd, en je zult niet geheel
en al ontsnappen aan de straf op de
misdaad. Het gericht zal komen als
een gewapende man of als een af
perser. Ik benijd je niet om de jaren
die vóór je liggen.
Zonder verder nog een woord te
spreken keerde Juan zich om en
ging heen. Niet eenmaal keek hij
om. De man, die hij verlaten had,
keek hem na met kwaadaardige blik
ken. Zijn gelaat vertrok zich kramp
achtig.
Ontsnappen, mompelde hij, ont
snappen! Als ik een revolver had,
zou er voor jou geen ontsnappen zijn.
Maar revolver of geen revolver
wat geeft het? Pedro is er nog! We
zullen zien ,we zullen zien!
Hij hervatte zijn weg huiswaarts.
Nu liep hij vlug, als een man die ver
teerd werd door ongeduld. Toen hij
op het kasteel aankwam, ging hij
naar zijn kamer en schreef een brief.
Hij verzegelde hem en schelde om de
huisknecht.
Zorg dat het terstond wegkomt,
Rodolfo. De heer voor wie het is, ver
toeft in hotel Alcira. Stuur een wagen
en zeg de kok, de lunch uit te stel
len. Zeg hem, dat ik waarschijnlijk
gezelschap zal hebben.
Ja, mijnheex'.
Toen de man was verdwenen liep
Carlos zijn kamer op en neer zoals
een tygeri in zijn kooi op en neer-
wandelt. De dubbele slag die hij ge
kregen had, verbitterde hem ondrage
lijk en hij was er voor zichzelf niet
zeker van, dat Juan Cabados op zijn
minst eveneens te maken had mét
het verbreken van zijn verloving met
Stella als Lucille Fernay. Hij knarste
op zijn tanden in vruchteloze woede,
terwijl hij daaraan dacht. Zij hoofd
begon te gloeien en de kamer scheen
te klein te worden. Hij opende de
tuindeuren, stapte naar buiten en
begon om het huis te wandelen. Half
weg zijn ronde hoorde hij de auto te
rugkeren en, het huis door een zij
deur betredend, ontmoette hij de
knecht, aan wie hij zo pas orders
had gegeven.
Mijnheer Mataxos is aangekomen
mijnheex'. Ik heb hem in uw studeer
kamer gelaten.
Zijn meester knikte en liep er snel
heen.
De studeerkamer kwam uit op de
hall en Pedro Mataxos hoorde 'zijn
voetstappen op de gepolijste eiken
vloer. Op dat moment stond de stie
renvechter bij een tafel, waarop wat
ongeopende correspondentie lag. Eén
van de brieven had zijn aandacht ge
trokken en hij staarde er als beto
verd naai-. Hij herkende het hand
schrift. Het was dat van Lucille Fer
nay en toen hij het geluid van voet
stappen in de hall hoorde, greep hij
de brief en liet hem snel in zijn zak
glijden. Een seconde later, toen de
deur openging, zat hij in een stoel,
j terwijl hij op zijn gemak een siga
ret opstak.
HOOFDSTUK XXV
De dood nabij
Op de middag na het onderhoud
met zijn neef reed de schilder naar
Alcira, om het beloofde bezoek aan
juffrouw Duero te brengen. Hij trof
het niet, want Pilar Duero had te
veel hoofdpijn om hem te ontvangen,
terwijl haar nichtje, naar hij van het
dienstmeisje vernam, naar de rivier
was gegaan om te vissen.-Vol verlan
gen, Stella te spreken.reed hij de auto
naar hotel Alcira, liet hem daar staan,
begaf zich naar de rivier en begon
door de weiden te dwalen, scherp uit
kijkend naar het meisje, dat hij
zocht.
Terwijl hij zo rondzwierf gingen
zijn gedachten natuurlijk uit naar
Stella. Hij wist, dat hij haar lief had
en hij trachtte het feit niet voor zich
zelf te verbergen. Eerder verheugde
hij zich er over ende wetenschap,
dat Stella nu vrij was, gaf hem aan
leiding tot rooskleurige dromen.
Allemaal onzin natuurlijk! mom
pelde hij bij zichzelf, maar intussen
droomde hij verder.
Zijn oog viel op een lange strook
open water en hij zocht die nauw
keurig af. Er was echter niemand te
bekennen op de beide oevers en ner
gens kon hy iets zien van hengel of
lyn. Hij begon te vrezen, dat hij de
verkeerde weg had genomen. Zij vist
natuurlijk stroomopwaarts, dacht hij
by zichzelf, terwijl ik stroomafwaarts
loop.
Hij bleef aarzelend staan. Misschien
was het beter terug te gaan en het
eens in de andere richting te probe
ren. Hij stond op het punt dat te doen
toen er een kreet klonk door de stil
te, gevolgd door het opgewonden
blaffen van een hond. Hij stond stil
en keek de stroom af, vanwaar de ge
luiden waren gekomen. Een dubbele
ry elzebomen onttrok de rivier in de
bocht aan het gezicht, maar de gelui
den waren ontegenzeggelijk uit die
richting gekomen. De 'kreet herhaal
de zich en op hetzelfde ogenblik werd
het blaffen heftiger, korte, opge
wonden kefjes, als van een hond in
angst. Hij begon vlug in de richting
van de 'bomen te lopen, zeker, dat er
iets niet in de haak was en Jaij had
nog slechts een paar stappen gedaan,
toen hij voor de derde maal het ge
luid vernam van een menselijke stem
Help! Help!
(Wordt vervolgd).