Uitbreiding van industrie en uitbouw van Leiden zeer uitvoerig besproken Goed geslaagde gastherenavond Vertraagde krotopruiming P* M* de Jong tot voorzitter van Leidse A.R.K.A. gekozen Verstopping „Kunst na Arbeid" gaat het zestig-jarig bestaan vieren Leidsch Politie Muziekgezelschap gaf goed geslaagde uitvoering De noodzaak en tragiek van de industrialisatie WOENSDAG 20 JANUARI 1954 OE LEIDSE COURANT EERSTE BLAD PAGINA 3 Wethouder Jongeleen bij kath. werkgevers /"\P ZEER GELUKKIGE WIJZE is het bestuur van de Kath. Werkgevers* vereniging, kring Leiden, er in geslaagd een gastherenavond te orga niseren, waarop eigen leden en bestuursleden van de andere kath. orga-ni- saties aanwezig waren, door wethouder A. J. Jongeleen te verzoeken iets te vertellen over de uitbreiding van de Leidse industrie en de uitbouw van Leiden. De Leidse wethouder van openbare werken gaf gaarne gevolg aan dit verzoek en zag gisteravond een volle bovenzaal van In den Vergulden Turk voor zich. Hij hield een uitstekend betoog, dat de toehoorders ander, half uur onafgebroken boeide, en werd na de pauze met een groot aantal vragen gebombardeerd, hetgeeh er op wees, dat het onderwerp goed ge kozen was en dat het zeer gemengde gezelschap grote belangstelling had voor deze belangrijke kwesties. Aldus hebben de werkgevers voortreffe lijk beantwoord aan de bedoeling van de Raad van Overleg, die alle kath. slandorganisatles verzocht heeft zo'n gastherenavond te houden om het onderlinge contact te verstevigen. „We gaan bij elkaar op visite", zei de voorzitter, de heer J. A. E. Aalders, in zijn openingswoord, „om eens ver der te kunnen kijken dan in onze eigen kring". Hij ontkende, dat er tevo ren geen overleg gepleegd was met de andere organisaties over het vast stellen van de datum, zoals in De Leidse Courant van Zaterdag 1.1. were] beweerd, en verheugde zich er over, dat alle organisaties vertegenwoordigd waren. Een bewijs van goede verstandhouding. Nieuwe bedrijven zijn op komst Wethouder Jongeleen ging eerst te rug tot vóór 1940, toen Leiden grote werkloosheid kende. Direct na de oorlog was er voor iedereen werk, maar reeds in 1947 kwam het werk looshei .probleem weer naar voren. Het was duidelijk, dat Leiden gunstig gelegen aan grote verbindin gen van wegen, water en spoorwe gen moest industrialiseren, voor al toen in 1950 het aantal werklo zen tot 2.000 gestegen was. Er wer den enige openbare werken uitge voerd en andere zijn in voorbereiding, j Permanente uitbreiding van de werkgelegenheid moest gevonden worden in het aantrekken van nieuwe industrieën en uitbreiden van de be staande bedrijven. Daarom keurde de raad in 1950 een plan voor de bouw van tien industrie-flats goed; helaas bleek er geen belangsteling voor te zijn, zodat de bouw achterwege bleef. Ondertussen was Leiden niet ge lukkig. De Edelachtbaar-sigarenfa brieken en enige kleinere bedrijven verdwenen en de voorzitter van de Kamer van Koophandel vertelde, dat de Leidse industriegrond niet ge schikt was. Inderdaad is de grond in Leiden-Noord slecht; onder gewone arbeiderswoningen moeten er 14-me- ter lange palen geheid worden (ƒ2.500 per woning). Maar het indus-. trietexrein aan de Trekvlietweg is uitstekend. De fa. Den Holder bouw de een machinefabriek zonder hei palen; reeds nu móet het bedrijf uit gebreid worden. Een andere teleur stelling was het snelle verdwijnen van de Colgate-fabriek. Spr. meen de, dat men de kwestie wel wat over dreven had en hoopte, dat de Col gate nog eens ooit naar Leiden te rugkeert. Geen oneerlijke concurrentie. Inmiddels ging het beter. Er kwa men twee Amerikaanse industrieën naar Leiden, die 75 pet. van hun pro ductie exporteren, en ook een aantal andere bedrijven vestigde zich. Bin nenkort kan de raad nieuwe voorstel len in deze geest verwachten. Er is geen sprake van, dat Leiden oneerlijke concurrentie pleegt, al heeft het enige bedrijven financieel geholpen met de vestiging. De ge meente loopt aldus weliswaar het ri sico in conflict te komen met de bestaande bedrijven, maar anderzijds moet er rekening mee gehouden wor den, dat grote werkloosheid ook veel geld kost; de gemeente kan dus beter industrieën aantrekken. De regering doet trouwens hetzelfde in de minder ontwikkelde gebieden: Nog 3.000 huizen tekort. De industrie-vestiging hangt sa men met de woningnood. Nieuwe be drijven vragen woningen voor hun personeel, terwijl het tekort in Lei den nog zo groot is. Spr. zou het wel leuk vinden, waneer Leiden groeide tot 100.000 inwoners, maar wilde er nog wel een paar jaar mee wachten, omdat er momenteel nog 3.000 ge vallen ingeschreven zijn. Het aantal liep slechts met 100 terug, hoewel er in 1953 700 nieuwe huizen klaar kwa men, terwijl het aantal huwelijken 400 bedroeg. Dit is verklaarbaar; iedere keer als. er een nieuwe woning wordt toegewezen, zijn er familiele den en kennissen, die dan ook maar eens gaan proberen een huis te be machtigen. Bij een aanwas van 400 gezinnen per jaar, zullen er de eerste jaren 600 800 won'n «en oer jaar gebouwd móeten worden om de ach terstand in te lopen. Geen ruimte meer. Waar moeten die huizen gebouwd worden? In de Rodenburgerpolder is nog plaats voor 700 huizen en ook in Noord is er nog enige ruimte (thans 330 in aanbouw), evenals in Zuid- West, waar nu 650 hui2en klaar staan. Maar aan de Morsweg staat het laat ste huis tegen de grens aan; Leiden heeft dringend gebrek aan grond: de stad barst uit haar grenzen! Spr. wees er op, dat 93.000 Leide- naars op 1264 h.a. moeten leven, dus 76 op één hectare. Een naburige ge-1 meent heeft 1300 ha. voor 12.000 in-1 woners (10 op één hectare). Bovendien is huizenbouw alleen niet voldoende. Er moeten ook open bare gebouwen komen. In Zuid-West (Haagwegkartier) zijn o.a. een kath. kerk en een kath. school ge projecteerd. Er moet ook recreatie ruimte zijn, o.a. sportvelden, speel-1 plaatsen en plantsoenen. De stadsuit breiding moet immers goed zijn, be-1 rekend op een levensduur der wo ningen van 50 100 jaar. I Tenslotte bracht de wethouder ook de sanering van de binnenstad ter sprake. Buurten als de Gortestraat en de Kamp moeten dringend gesaneerd worden. Dit brengt verkeerskwesties mee en vele andere moeilijkheden. Welke problemen aan het verkeer verbonden zijn, illustreert spr. met 't voorbeeld van de Rijnsburgerweg- tunnel, die een verbinding met het j stadscentrum moet krijgen. Om te beginnen moet dan 't Schuttersveld grotendeels verdwijnen (er komt een nieuw 3 October-terrein tussen Maredijk en Haavlemmertrekvaart). Vervolgens dient de Veemarkt ver plaatst te worden. Dan moet er een nieuwe Turfmarktbrug komen, ter wijl de Turfmarkt verbreed wordt. Om 't vaarwater op juiste breedte te houden, is het dan nodig een stuk van de Oude Beestenmarkt af te ne men. Tenslotte dient het plantsoen tje langs de Prinsessekade te ver dwijnen en moet de Bostelbrug aan de zijde van het Galgewater verbreed worden. Dit allemaal voor één nieu- i we verbindingsweg! Voegt men daar nog bij, dat talrijke openbare diensten voorzieningen be-1 hoeven (het nieuwe stadhuis wordt zelfs al te klein!), dan is het duide lijk, dat Leiden wat de uitbreiding I betreft voor een zeer zware taak staat. DE HEER A. J JONGELEEN dringend gebrek aan grond. Bereid tot overleg. Bij het beantwoorden der vragen wees de wethouder er op, dat de prij zen van de industrie-grond scherp concurrerend is, vaak lager dan van andere gemeenten. Een der aanwezi gen gooide het woord „annexatie" op tafel en informeerde naar de moge lijkheden van rustig overleg. De wet houder antwoordde, dat Leiden gaar ne bereid is tot overleg, maar dat de standpunten toch zullen botsen, omdat Leiden enerzijds beslist moet uitbreiden, terwijl de omliggende ge meenten anderzijds met hand en tand iedere meter grond zullen verdedi gen. Tenslotte lichtte de heer Jonge leen 'de talrijke vraagstukken nog aan de hand van enige tekeningen toe. Voor dit alles dankte de voorzit ter hem na afloop bijzonder hartel'ik. De heer Aalders was er van over tuigd, dat de aanwezigen veel geleerd hadden en nj ongetwijfeld beter zou den begrijpen, hoeveel problemen Leiden ten aanzien van de openbare werken moet overwinnen. ZOALS UIT HET VERSLAG BLIJKT, sprak wethouder Jongeleen ook over sanering van de oude binnenstad. Eerst echter moet de ergste woningnood gelenigd zijnt alvorens men tot afbraak van oude wijken overgaat. Öp zeer bescheiden schaal wordt er echter al iets gedaan in de Gortestraat. Typerend is echter, dat de gemeente nau welijks kans krijgt een oud krot af te breken. Onlangs was een gezin een betere woning toegewezen, maar nauwelijk had de verhuizing plaatsgevonden of een ander gezin was ongevraagd in het krot gaan wonen! In een ander geval vertrok het gezin uit een krotwoning, evenals het gezin van de dochter. Tot grote verbazing van de ambte naren bleek echter Ook het gezin van een zoon in het krot te wonen en dat vertrok niet. Ten einde raad gaf de wethouder toen opdracht de pannen van het dak te halen. „Gelukkig hadden we het weer mee", vertelde de heer Jongeleen. „Het regende tenminste flink, zodat de laatste bewoners door de regen uit het krot verdreven wer den. Toen kon het afgebroken worden." Twee bewijzen, dat Leiden zich thans de weelde van krot-opruiming nog maar nauwelijks of eigenlijk helemaal nog niet veroorloven kan. Eerst moeten er meer nieuwe woningen klaar zijn! Hele bestuur trad af Het ledental stijgt, maar niet voldoende Op de gisteravond gehouden leden vergadering van de Alg. R.K. Ambte- narenvereniging, afd. Leiden, lieeft in Het Gulden Vlies de uitgestelde bestuursverkiezing plaats gevonden, die nodig was geworden door de aan neming van het nieuwe reglement. Het hele bestuur had zich herkies baar gesteld, met uitzondering van de voorzitter, mr. H. J. Dirks, in wiens plaats de heer P. M. de Jong, com mies op het Ged. Arbeidsbureau, bij enkele candidaatstelling tot voor zitter werd gekozen. Volgens het nieuwe huishoudelijk reglement zijn de voorzitters van de plaatselijke groepen automatisch lid van het bestuur. Als zodanig werden gekozen de heren J. W. Kriek (ge meente-ambtenaren), A. Ham (belas ting-ambtenaren), P. Bergers (Raad van Arbeid) en A. Kroon (verplegen- den). Vervolgens moeten er nog drie bestuursleden gekozen worden; het werden de heren A. M. Montanus, E. A. M. Plelj en Tj. Wiersma. De functies zullen onderling verdeeld worden. De vergadering stond onder lei ding van de vice-voorzitter, de heer E. A. M. Pleij, die bij de aanvang een nieuwjaarsrede uitsprak en daarin mededeelde, dat het ledental met 20 stegen was tot 256, dank zij de pro paganda van hoofdbestuur en leden. Het bestuur is echter nog niet tevre den: de Leidse afdeling moet min stens 300 leden tellen; er zijn nog steeds kath. ambtenaren, die niet of verkeerd georganiseerd zijn. Na de bestuursverkiezing droeg de heer Pleij het voorzitterschap over aan de nieuwe voorzitter, de heer P. M. de Jong, die de leden dankte voor het in hem gestelde vertrouwen, Alma Mater koor zingt A child of our time" het R. K. Alma Mater-koor een concert in de Stadsgehoorzaal. Uit gevoerd zal worden ,,A child of our time" van Michael Tipett, met me dewerking van enige bekende solis ten en het Leidse Toonkunst-orkest. Dit werk („Een kind van onze tijd") is gecomponeerd in oratorium- vorm en behandelt de tijd van het ondergronds verzet, de Joden-ver- volging en de angst die de vrije mens in de gehele wereld voelt voor de onderdrukking. De componist heeft met dit gege ven een ontroerend en machtig werk gemaakt, dat iedereen zeer zal boeien. Vooral de „negro-spirituals" zijn heftig ontroerend, zowel voor de ouderen als voor de „kinderen van onze tijd". Laat men nu reeds deze avond vrijhouden om dit belangrijke con cert te kunnen bijwonen. Het Alma- Mater-koor heeft zich onder de be zielende leiding van Willem Mizée een uitstekende naam verworven, maar kan die slechts handhaven wanneer 't koor zich gedragen weet door de daadwerkelijke belangstel ling van katholiek Leiden. Laat men die dan op 4 Februari ook tonen! Een cultureel hoogstaande avond wacht de bezoekers. Vlug, zacht en pijnloos werken Mljnhardt's Laxeertabletten 65 ct (Advertentie) Oudste zangkoor in Leiden Maandag 25 Januari zal het man nenkoor „Kunst na Arbeid" met een concert in de Stadsgehoorzaal het zestig-jarig bestaan vieren; 't zal dan op de dag af precies 60 jaar geleden zijn, dat de werklieden-zangvereni ging „K.N.A." haar eerste uitvoering gaf in dc grote zaal van hotel „Du Nord", waar thans het Lido-theater staat. Directeur was toen de heer Ph. Ranke, die een „vooruitstrevend" programma bracht o.a. met composi ties van J. Worp en fragmenten uit operettes, „met medewerking van enige heren musici", zoals het nog bewaard gebleven programma ver meldde. Het doorsnuffelen van oude stuk ken brengt vaak komische bijzonder heden aari het licht. Zo ontdekten we op het programma van de tweede uit voering (1895), dat kinderen beneden 16 jaar geen toegang hadden De eerste directeur van dit oudste zangkoor in Leiden was een zeer ac tieve onderwijzer, die een aantal mannen bijeen trommelde in de bo venzaal van G. S. Popp aan de Lan- gebrug (thans Bierbengel) en daar tot oprichting van de vereniging kwam. Voorzitter werd de heer H. J. Bremen, die jarenlang portier van het Acad. Ziekenhuis is geweest. De andere bestuursleden waren de he ren P. Wijkhuizen, H. F. van Urk, F. H. J. Mulder en P. J. van Staveren. Er waren aanvankelijk 30 leden; IJ ET WINTERCONCERT van het Leidsch Politie Muziekgezelschap was bijzonder goed bezet en buiten gewoon geslaagd, wat de uitvoering betreft. Hoe zou dit ook anders kun nen, nu er verschillende werken wer den gespeeld, waarmede het Politie corps een le prijs behaalde te Brum- men in de afdeling uitnemendheid?. Een groot succes voor het corps en voor kapelmeester Anderson die ook deze avond dirigeerde. Voorzitter Teunissen heette alle bezoekers wel kom. Allereerst de beschermheer burgemeester van Kinschot, de ere voorzitter, de commissaris van Po litie, de heer Meijer, kapitein Poort man, namens de garnizoenscomman dant aanwezig, de directeur van het abattoir. Afgevaardigden van de V. V.S.L.,, van Sempre Crescendo, van de 3-Octoberverenging, de diverse dames- en vaandelcomité's, de Pers en oud-kapelmeester Bolderdijk. 't Zag er fleurig uit in de met vlaggen getooide zaal en na het keurig ge speelde Wilhelmus ving 't eigenlijke concert aan met de pittige Steadfast and True mars van Feike. Hierna werd overgegaan tot het pièce de resistence „Ouverture Ri chard III" van Gilson. Wij moeten zeggen, dat de jury te Brummen ge lijk had, toen zij Anderson en de zij nen de le prijs toekenden: klasse uitnemendheid. Muzikaal als hij is, heeft Anderson met veel nauwgezet heid het moeilijke werk ingestu deerd; het resultaat is een klinkend succes geworden. No. 3 klonk als een aangename verpozing. De „Donausa- gen wals" van Fucik werd licht en met gratie uitgeveerd. Dan weer zo'n groot zwaar werk: „Ouverture Nabucco" van Verdi, door Delhau gearrangeerd. Het mu- chael Servet, Spaans medicus, we gens ketterij tot de brandstapel werd veroordeeld, 't Was geen wonder, dat langdurig applaus volgde op 't ge slaagd orkestspel. Tot besluit een fonkelende mars, waarbij alle tam bours aangetreden waren, en fraaie roffels uit de trommen sloegen. Ook deze tambours hebben geconcurreerd en met 37 punten meerderheid een le prijs behaald. Wat last not least vermeld moet worden, was !t mooie moment toen burgemeester van Kinschot de ere prijzen, voor 't muziekcorps een lau wertak, en voor de tambours een me daille, aan 't vaandel vasthechtte. Tot kapelmeester Anderson werd een woord van waai-dering en dank gericht door de voorzitter, evenals tot de instructeur van de tambours en beide heren ontvingen onder lui de toejuichingen een blijvend ge schenk. Het overige van de avond werd gevuld met een kluchtspel „Baron Kneut". door 't gezelschap Slem Nieuwenhuyzen, waarna een bal op 't programma stond aangekondigd. J. Kortmann. thans bedraagt het aantal 60. Uit de eerste jaren dateert de solis tische medewerking van Suze en Cor- rie de Wekker en van Johan Geljp, kapelmeester van 4 R.I. Bovendien heeft jarenlang het studentenmuziek gezelschap „C. Dur" aan de uitvoerin gen meegewerkt, o.a. met solisten als E. Polak Daniëls en de onvergetelijke student Himpe. Later heeft „Sempre Crescendo" deze taak overgenomen en nog steeds is er een prettig con tact met de studenten. De vooruitgang van „Kunst na Ar beid" wordt het best gedemonstreerd met enige cijfers. In 1904 behaalde het koor de 4e prijs in de 3e afdeling van een concours in Den Haag; in 1950 behaalde het de le pr. (397 p.) in de le afdeling van het concours te Overschie. Talrijke jubilarissen. Het huidige bestuur is als volgt sa mengesteld: Jac. Ginjaar, voorzitter, J. Gressie, secretaris, P. Klinkhamer, penningmeester, W. J. J. van Velzen, bibliothecaris, C. Kleer, commissaris, A. Verlind, 2e secretaris, J. van Eyk, 2e penningmeester, G. Bruggeman, 2e voorzitter, P. Bakels, alg. secun dus. Hoewel er op het feest geen per soonlijke jubilea worden gevierd, zijn er toch wel enige, die het vermelden waard zijn. De heer Ginjaar is dan 25 jaar voorzitter, de heer W. J. J. van Velzen 40 jaar bestuurslid, de heer J. J. van der Bos uit Delft 25 jaar dirigent, mevr. W. F. v. d. Hei den-den Brakel 25 jaar pianiste (ge heel belangeloos vervult zij deze functie!), de heer J. Maandag (78 jaar oud) 55 jaar lid. de heren W. J. J. van Velzen, I. Pielijoe, A. Lepe laar en H. Stikkelorum 50 jaar lid. Jarenlang is wijlen de heer W. F. Verheij van Wijk de eerste bescherm heer van „Kunst na Arbeid" geweest; als zodanig heeft hij veel voor het koor gedaan. Na zijn overlijden werd deze functie overgenomen door zijn dochter, mej. C. Verheij van Wijk (beschermvrouw), terwijl haar broer, de heer J. J. G. Verheij van Wijk, erevoorzitter werd. Behalve met een concert wordt het feest gevierd met een receptie, a.s. Zaterdagavond van 8 tot 10 uur in de foyer van de Stadsgehoorzaal. Op 29 Januari volgt een feestavond in de Stadsgehoorzaal, met medewer king van „Sempre Avanti". Aan het jubileum concert werken Sophie van 't Haas, Evert Lutz en dc Chr. Zangvex'. „Ex Animo" mee. Het betreft hier een opera-concert, o.a. met werken van Verdi, Gounod en Wagner. Het gemeentebestuur van Leiden heeft voor dit concert 80 bewoners van Nieuwe Tonge uitgenodigd; zij zullen bij leden van het koor onder gebracht worden. K.A.B., gewest Leiden Dc mogelijkheden en gevolgen van de industrialisatie vormden het on- ooderwerp van de lezing, die gister- ziekcorps, noch z'n kapelmeester avond voor het gewest Leiden van de cn er vervolgens op wees, dat de Ar- ka niet alleen de materiële, maar ook de geestelijke belangen van de leden moet behartigen, zodat het bestuur ook aan deze taak aandacht schenken zal. Hij verwachtte, dat de samen werking in het bestuur, waarvan spr. reeds deel uitmaakte, goed zal blij ven en dat er met de leden een innige band zal blijven bestaan. Tenslotte dankte hij de heer F. Pont, die niet herkozen werd, voor zijn vele acti viteiten als 2e secretaris, o.a. de keu rige verzorging van de notulen. Te vens verwelkomde hij de heren Ham en Montanus als nieuwe bestuursle den. De heren Kriek. Bergers, Kroon en Pleij maakten reeds deel uit van het bestuur. Na de pauze beantwoordde de heer P. M. Sontrop, secretaris van het hoofdbestuur, een aantal vragen van leden, o.a. over de nieuwe pensioen regeling, de uitbetaling van over uren aan Leidse ambtenaren en het spaarfonds van het verplegend per soneel. Tenslotte werden met. assistentie van de geestelijk adviseur, rector F. A M. Bernefeld, twee gratis deelna me-bewijzen verloot voor de cursus ambtelijke vorming op Draken- burgh. Leidse Universiteit Geslaagd voor het doet. examen, de heer J. Vlieger (cum laude) te Lei den; voor het doet. examen wiskunde, de heer H. Radstake te Oégstgeest; voor het cand. examen A, wis- en natuurkunde, de heer R. Hartmans te Den Haag; voor het doet. examen Pharrr.acie Mw. A. G. C. Prooije Belle te Amsterdam; voor het doet. examen Geologie, de heer H. A. Vos te Leiden; voor het doet. examen Scheikunde, mej. A. de Blanken te Zoeterwoude. A. B. gehouden werd. De spre ker, drs. W. Kusters, werd ingeleid door de voorzitter van het geweste lijk bestuur, de heer J. H. van der Ploeg, die de tamelijk geringe op komst toeschreef aan de slechte weersomstandigheden. Degenen, die deze hadden getrotseerd, heette hij hartelijk welkom. hebben geschroomd de dramatische Ouverture in studie te nemen en als 2e gx-oot werk te interpreteren op bovengenoemd concours met als be loning le prijs uitmuntend. Met be langstelling hebben wij geluisterd hoe beschaafd en welluidend alles klonk in elke groep instrumenten. MOG IETS, DAT DE MOEITE waard was kreeg men te horen. „Concex-tino" voor acht blaasinstru menten van Blaauw. Het werk in drie delen (vlug, langzaam, vlug) was een waar concertino, een vraag en antwoordspel, een geven en in houden van de instrumenten over en weer. Andex-son had 't gdheel knap in de hand en de executanten willigden elk zijner intenties in. Op het onlangs gehouden kwartetten- concours werd door dit octet te Santpoort de le prijs uitnemendheid behaald. Volgde Michel Servet van Jules Buisson, een dramatische ouvex-ture. Het gegeven ontleende Buisson aan de lugubere geschiedenis, toen Mi- "b komt nog dat ons land voor haar Nadat hij nog met enige woorden het belang van het probleem van de industrialisatie haduiteengezet gaf hij het woord aan drs. Kusters. Deze besprak allereerst de noodzaak van de industrialisering van ons land. De aanv/as van de bevolking en het ont breken van cultuurgrond maken het onvermijdelijk dat Nederland, wil het in de toekomst nog mee tellen, in deze voito van werkverschaffing haar heil zal moeten zoeken. Econo mische eenheid en het op de voet volgen van de geweldige technische ontwikkeling elders zijn bij deze in dustrialisatie eerste vereisten. Hier- De Andes-expeditie van 1952 In de zomer van 1952 bracht de Nederlandse en buitenlandse pers in grote opmaak het bericht, dat twee Nederlanders, de geologen dr. C. C. Egeler en de heer T. de Booy, samen met een Franse gids, na grote moei lijkheden, ontberingen en opofferin gen één der hoogste en nog niet eer der bestegen toppen van het Peru aanse Andesgebergte, de Nevado Huantsan (6395 meter), wisten te bedwingen. Het was in de middag van 7 Juli, toen de top werd bereikt. Van deze tocht kwam gisteravond de heer T. de Booy vertellen in de Foyer van de Stadsgehoox-zaal. De zaal was geheel gevuld met belang stellenden, onder wie zich bevonden wethouder J. C. van Schalk als ver tegenwoordiger van het Gemeente bestuur, de gep. vice-admiraal A. F. Gooszen, kapitein Heller, vertegen woordiger van de garnizoenscom mandant, terwijl voor deze lezing ook veel belangstellinng bestond uit Universitaire kringen. Door de vertoning van een impo sante kleurenfilm en kleurendia's, producten een vergx'ote afzetmarkt zal moeten vinden. De industrie, zo vervolgde spreker, is hoofdzakelijk geconcentreerd in het Westen en in enkele kleine ge bieden in het Zuiden en Oosten van ons land. Economisch en geografisch was deze keuze verantwoord. Immers in deze streken vond men de beste vervoergelegenheden en de meeste wex-kkrachten. Het overige gedeelte van Nederland bleef hierdoor echter aangewezen op een meer agrarische broodwinning, die door het gestadig uitbreiden van de bevolking uiterst moeilijk werd. De groeiende steden in het Westen hadden tegelijkertijd te kampen met vele sociale problemen, verminderde recreatie mogelijkheden, huisvesting etc. Na de oorlog is de regering be gonnen het probleem van de minder ontwikkelde gebieden stevig aan te pakken. Op allerlei gebied werden deze voor de ondernemei-6 zo aan lokkelijk mogelijk gemaakt. Onder tussen heeft men, volgens spreker, bovendien nog steeds te kampen met een zekere vex-staiTing bij het volk op het platteland. Het voelt er weinig voor de levensomstandigheden in grijpend te veranderen en zich tot het fabriekswerk over te schakelen. Dit is dan ook de reden waarom, ter wijl er in het Westen gebrek aan arbeidskrachten is, elders werkloos heid heerst. Drs. Kusters sprak hierna over de sociale en godsdienstige problemen, die deze industrialisatie met zic^i mee brengt. De werkomschakeling van ambacht naar industrie ging ge paard met een geweldige sociale om wenteling. De grote trek naar de steden die oo de vestiging van de in dustrie volgde, veroorzaakte grote gevaren op ethisch en godsdienstig ge- N. J. MOONEN. t In de ouderdom van 50 jaar is gis teren plotseling te Leiden overledan de heer N. J. Moonen, die de laatste 25 jaar in dc Leidse zwem wereld een belangrijke plaats heeft ingenomen. Als jongen trad hij toe als lid van de Zijl, waarvan hij later voorzitter werd, in welke periode de vereniging tot grote bloei kwam. Ook na zijn aftreden als voorzitter van de Zijl bleef de heer Moonen de zwemsport getrouw, zodat we hem op geen en kel belanprijk zwemtournooi misten. Hij stond bekend als een open, eer lijk sportmakker, wiens bezadigd kon de tocht als het ware van stap tot stap worden gevolgd. In het voorjaar van 1952 vertrok de expeditie naar de Cordillera Blan- ca, de belangrijkste keten van de Peruaanse Andes. Hij strekt zich uit over een afstand van meer dan 180 km; het hoogste tropische gebergte ter wereld, dat niet minder dan 29 toppen boven 6000 meter telt. De meest markante bergtop is de schrik aanjagende Nevado Huantsan. Op 21 Juni werd de eerste bestijgingspo ging ondernomen, welke echter mis lukte. Ook de tweede bestijging op 28 Juni mislukte, ditmaal door het optreden van een sneeuwstorm, wel ke 60 uren voortraasde. Met de der de poging, welke op 4 Juli aanving, had men meer succes, al kostte het dan ook soms 8 uur constant klim men om slechts 400 meter te vorde ren en moesten er wel eens voeten worden ontdooid. Behalve dat de heer De Booy van deze bijkans onmenselijke tocht over sneeuw en ijs vertelde, gaf hij de aanwezigen ook een indruk van de bevolking, die hii in de dorpjes ont moette en van de weelderige plan tengroei in do meer lager gelegen gedeelten van dit om zijn majestei telijke pracht zo bekoorlijke Andes-1 oordeel grote waarde had in rwem- gebergte. kringen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1954 | | pagina 3