Uitbreiding van industrie en uitbouw
van Leiden zeer uitvoerig besproken
Goed geslaagde gastherenavond
Vertraagde krotopruiming
P* M* de Jong tot voorzitter
van Leidse A.R.K.A. gekozen
Verstopping
„Kunst na Arbeid" gaat het
zestig-jarig bestaan vieren
Leidsch Politie Muziekgezelschap
gaf goed geslaagde uitvoering
De noodzaak en tragiek
van de industrialisatie
WOENSDAG 20 JANUARI 1954
OE LEIDSE COURANT
EERSTE BLAD PAGINA 3
Wethouder Jongeleen bij kath. werkgevers
/"\P ZEER GELUKKIGE WIJZE is het bestuur van de Kath. Werkgevers*
vereniging, kring Leiden, er in geslaagd een gastherenavond te orga
niseren, waarop eigen leden en bestuursleden van de andere kath. orga-ni-
saties aanwezig waren, door wethouder A. J. Jongeleen te verzoeken iets
te vertellen over de uitbreiding van de Leidse industrie en de uitbouw van
Leiden. De Leidse wethouder van openbare werken gaf gaarne gevolg aan
dit verzoek en zag gisteravond een volle bovenzaal van In den Vergulden
Turk voor zich. Hij hield een uitstekend betoog, dat de toehoorders ander,
half uur onafgebroken boeide, en werd na de pauze met een groot aantal
vragen gebombardeerd, hetgeeh er op wees, dat het onderwerp goed ge
kozen was en dat het zeer gemengde gezelschap grote belangstelling had
voor deze belangrijke kwesties. Aldus hebben de werkgevers voortreffe
lijk beantwoord aan de bedoeling van de Raad van Overleg, die alle kath.
slandorganisatles verzocht heeft zo'n gastherenavond te houden om het
onderlinge contact te verstevigen. „We gaan bij elkaar op visite", zei de
voorzitter, de heer J. A. E. Aalders, in zijn openingswoord, „om eens ver
der te kunnen kijken dan in onze eigen kring". Hij ontkende, dat er tevo
ren geen overleg gepleegd was met de andere organisaties over het vast
stellen van de datum, zoals in De Leidse Courant van Zaterdag 1.1. were]
beweerd, en verheugde zich er over, dat alle organisaties vertegenwoordigd
waren. Een bewijs van goede verstandhouding.
Nieuwe bedrijven
zijn op komst
Wethouder Jongeleen ging eerst te
rug tot vóór 1940, toen Leiden grote
werkloosheid kende. Direct na de
oorlog was er voor iedereen werk,
maar reeds in 1947 kwam het werk
looshei .probleem weer naar voren.
Het was duidelijk, dat Leiden
gunstig gelegen aan grote verbindin
gen van wegen, water en spoorwe
gen moest industrialiseren, voor
al toen in 1950 het aantal werklo
zen tot 2.000 gestegen was. Er wer
den enige openbare werken uitge
voerd en andere zijn in voorbereiding, j
Permanente uitbreiding van de
werkgelegenheid moest gevonden
worden in het aantrekken van nieuwe
industrieën en uitbreiden van de be
staande bedrijven. Daarom keurde de
raad in 1950 een plan voor de bouw
van tien industrie-flats goed; helaas
bleek er geen belangsteling voor te
zijn, zodat de bouw achterwege bleef.
Ondertussen was Leiden niet ge
lukkig. De Edelachtbaar-sigarenfa
brieken en enige kleinere bedrijven
verdwenen en de voorzitter van de
Kamer van Koophandel vertelde, dat
de Leidse industriegrond niet ge
schikt was. Inderdaad is de grond in
Leiden-Noord slecht; onder gewone
arbeiderswoningen moeten er 14-me-
ter lange palen geheid worden
(ƒ2.500 per woning). Maar het indus-.
trietexrein aan de Trekvlietweg is
uitstekend. De fa. Den Holder bouw
de een machinefabriek zonder hei
palen; reeds nu móet het bedrijf uit
gebreid worden. Een andere teleur
stelling was het snelle verdwijnen
van de Colgate-fabriek. Spr. meen
de, dat men de kwestie wel wat over
dreven had en hoopte, dat de Col
gate nog eens ooit naar Leiden te
rugkeert.
Geen oneerlijke concurrentie.
Inmiddels ging het beter. Er kwa
men twee Amerikaanse industrieën
naar Leiden, die 75 pet. van hun pro
ductie exporteren, en ook een aantal
andere bedrijven vestigde zich. Bin
nenkort kan de raad nieuwe voorstel
len in deze geest verwachten.
Er is geen sprake van, dat Leiden
oneerlijke concurrentie pleegt, al
heeft het enige bedrijven financieel
geholpen met de vestiging. De ge
meente loopt aldus weliswaar het ri
sico in conflict te komen met de
bestaande bedrijven, maar anderzijds
moet er rekening mee gehouden wor
den, dat grote werkloosheid ook veel
geld kost; de gemeente kan dus beter
industrieën aantrekken. De regering
doet trouwens hetzelfde in de minder
ontwikkelde gebieden:
Nog 3.000 huizen tekort.
De industrie-vestiging hangt sa
men met de woningnood. Nieuwe be
drijven vragen woningen voor hun
personeel, terwijl het tekort in Lei
den nog zo groot is. Spr. zou het wel
leuk vinden, waneer Leiden groeide
tot 100.000 inwoners, maar wilde er
nog wel een paar jaar mee wachten,
omdat er momenteel nog 3.000 ge
vallen ingeschreven zijn. Het aantal
liep slechts met 100 terug, hoewel er
in 1953 700 nieuwe huizen klaar kwa
men, terwijl het aantal huwelijken
400 bedroeg. Dit is verklaarbaar;
iedere keer als. er een nieuwe woning
wordt toegewezen, zijn er familiele
den en kennissen, die dan ook maar
eens gaan proberen een huis te be
machtigen. Bij een aanwas van 400
gezinnen per jaar, zullen er de eerste
jaren 600 800 won'n «en oer jaar
gebouwd móeten worden om de ach
terstand in te lopen.
Geen ruimte meer.
Waar moeten die huizen gebouwd
worden? In de Rodenburgerpolder is
nog plaats voor 700 huizen en ook in
Noord is er nog enige ruimte (thans
330 in aanbouw), evenals in Zuid-
West, waar nu 650 hui2en klaar staan.
Maar aan de Morsweg staat het laat
ste huis tegen de grens aan; Leiden
heeft dringend gebrek aan grond: de
stad barst uit haar grenzen!
Spr. wees er op, dat 93.000 Leide-
naars op 1264 h.a. moeten leven, dus
76 op één hectare. Een naburige ge-1
meent heeft 1300 ha. voor 12.000 in-1
woners (10 op één hectare).
Bovendien is huizenbouw alleen
niet voldoende. Er moeten ook open
bare gebouwen komen. In Zuid-West
(Haagwegkartier) zijn o.a. een
kath. kerk en een kath. school ge
projecteerd. Er moet ook recreatie
ruimte zijn, o.a. sportvelden, speel-1
plaatsen en plantsoenen. De stadsuit
breiding moet immers goed zijn, be-1
rekend op een levensduur der wo
ningen van 50 100 jaar. I
Tenslotte bracht de wethouder ook
de sanering van de binnenstad ter
sprake. Buurten als de Gortestraat en
de Kamp moeten dringend gesaneerd
worden. Dit brengt verkeerskwesties
mee en vele andere moeilijkheden.
Welke problemen aan het verkeer
verbonden zijn, illustreert spr. met
't voorbeeld van de Rijnsburgerweg-
tunnel, die een verbinding met het j
stadscentrum moet krijgen. Om te
beginnen moet dan 't Schuttersveld
grotendeels verdwijnen (er komt
een nieuw 3 October-terrein tussen
Maredijk en Haavlemmertrekvaart).
Vervolgens dient de Veemarkt ver
plaatst te worden. Dan moet er een
nieuwe Turfmarktbrug komen, ter
wijl de Turfmarkt verbreed wordt.
Om 't vaarwater op juiste breedte te
houden, is het dan nodig een stuk
van de Oude Beestenmarkt af te ne
men. Tenslotte dient het plantsoen
tje langs de Prinsessekade te ver
dwijnen en moet de Bostelbrug aan
de zijde van het Galgewater verbreed
worden. Dit allemaal voor één nieu- i
we verbindingsweg!
Voegt men daar nog bij, dat talrijke
openbare diensten voorzieningen be-1
hoeven (het nieuwe stadhuis wordt
zelfs al te klein!), dan is het duide
lijk, dat Leiden wat de uitbreiding I
betreft voor een zeer zware taak
staat.
DE HEER A. J JONGELEEN
dringend gebrek aan grond.
Bereid tot overleg.
Bij het beantwoorden der vragen
wees de wethouder er op, dat de prij
zen van de industrie-grond scherp
concurrerend is, vaak lager dan van
andere gemeenten. Een der aanwezi
gen gooide het woord „annexatie" op
tafel en informeerde naar de moge
lijkheden van rustig overleg. De wet
houder antwoordde, dat Leiden gaar
ne bereid is tot overleg, maar dat de
standpunten toch zullen botsen,
omdat Leiden enerzijds beslist moet
uitbreiden, terwijl de omliggende ge
meenten anderzijds met hand en tand
iedere meter grond zullen verdedi
gen. Tenslotte lichtte de heer Jonge
leen 'de talrijke vraagstukken nog
aan de hand van enige tekeningen
toe.
Voor dit alles dankte de voorzit
ter hem na afloop bijzonder hartel'ik.
De heer Aalders was er van over
tuigd, dat de aanwezigen veel geleerd
hadden en nj ongetwijfeld beter zou
den begrijpen, hoeveel problemen
Leiden ten aanzien van de openbare
werken moet overwinnen.
ZOALS UIT HET VERSLAG BLIJKT, sprak wethouder Jongeleen
ook over sanering van de oude binnenstad. Eerst echter moet de
ergste woningnood gelenigd zijnt alvorens men tot afbraak van oude
wijken overgaat. Öp zeer bescheiden schaal wordt er echter al iets
gedaan in de Gortestraat. Typerend is echter, dat de gemeente nau
welijks kans krijgt een oud krot af te breken. Onlangs was een gezin
een betere woning toegewezen, maar nauwelijk had de verhuizing
plaatsgevonden of een ander gezin was ongevraagd in het krot gaan
wonen! In een ander geval vertrok het gezin uit een krotwoning,
evenals het gezin van de dochter. Tot grote verbazing van de ambte
naren bleek echter Ook het gezin van een zoon in het krot te wonen
en dat vertrok niet. Ten einde raad gaf de wethouder toen opdracht
de pannen van het dak te halen. „Gelukkig hadden we het weer
mee", vertelde de heer Jongeleen. „Het regende tenminste flink,
zodat de laatste bewoners door de regen uit het krot verdreven wer
den. Toen kon het afgebroken worden." Twee bewijzen, dat Leiden
zich thans de weelde van krot-opruiming nog maar nauwelijks of
eigenlijk helemaal nog niet veroorloven kan. Eerst moeten er
meer nieuwe woningen klaar zijn!
Hele bestuur trad af
Het ledental stijgt,
maar niet voldoende
Op de gisteravond gehouden leden
vergadering van de Alg. R.K. Ambte-
narenvereniging, afd. Leiden, lieeft
in Het Gulden Vlies de uitgestelde
bestuursverkiezing plaats gevonden,
die nodig was geworden door de aan
neming van het nieuwe reglement.
Het hele bestuur had zich herkies
baar gesteld, met uitzondering van de
voorzitter, mr. H. J. Dirks, in wiens
plaats de heer P. M. de Jong, com
mies op het Ged. Arbeidsbureau, bij
enkele candidaatstelling tot voor
zitter werd gekozen.
Volgens het nieuwe huishoudelijk
reglement zijn de voorzitters van de
plaatselijke groepen automatisch lid
van het bestuur. Als zodanig werden
gekozen de heren J. W. Kriek (ge
meente-ambtenaren), A. Ham (belas
ting-ambtenaren), P. Bergers (Raad
van Arbeid) en A. Kroon (verplegen-
den). Vervolgens moeten er nog drie
bestuursleden gekozen worden; het
werden de heren A. M. Montanus,
E. A. M. Plelj en Tj. Wiersma. De
functies zullen onderling verdeeld
worden.
De vergadering stond onder lei
ding van de vice-voorzitter, de heer
E. A. M. Pleij, die bij de aanvang een
nieuwjaarsrede uitsprak en daarin
mededeelde, dat het ledental met 20
stegen was tot 256, dank zij de pro
paganda van hoofdbestuur en leden.
Het bestuur is echter nog niet tevre
den: de Leidse afdeling moet min
stens 300 leden tellen; er zijn nog
steeds kath. ambtenaren, die niet of
verkeerd georganiseerd zijn.
Na de bestuursverkiezing droeg de
heer Pleij het voorzitterschap over
aan de nieuwe voorzitter, de heer
P. M. de Jong, die de leden dankte
voor het in hem gestelde vertrouwen,
Alma Mater koor zingt
A child of our time"
het R. K. Alma Mater-koor een
concert in de Stadsgehoorzaal. Uit
gevoerd zal worden ,,A child of our
time" van Michael Tipett, met me
dewerking van enige bekende solis
ten en het Leidse Toonkunst-orkest.
Dit werk („Een kind van onze
tijd") is gecomponeerd in oratorium-
vorm en behandelt de tijd van het
ondergronds verzet, de Joden-ver-
volging en de angst die de vrije mens
in de gehele wereld voelt voor de
onderdrukking.
De componist heeft met dit gege
ven een ontroerend en machtig werk
gemaakt, dat iedereen zeer zal
boeien. Vooral de „negro-spirituals"
zijn heftig ontroerend, zowel voor de
ouderen als voor de „kinderen van
onze tijd".
Laat men nu reeds deze avond
vrijhouden om dit belangrijke con
cert te kunnen bijwonen. Het Alma-
Mater-koor heeft zich onder de be
zielende leiding van Willem Mizée
een uitstekende naam verworven,
maar kan die slechts handhaven
wanneer 't koor zich gedragen weet
door de daadwerkelijke belangstel
ling van katholiek Leiden. Laat men
die dan op 4 Februari ook tonen!
Een cultureel hoogstaande avond
wacht de bezoekers.
Vlug, zacht en pijnloos werken
Mljnhardt's Laxeertabletten 65 ct
(Advertentie)
Oudste zangkoor in Leiden
Maandag 25 Januari zal het man
nenkoor „Kunst na Arbeid" met een
concert in de Stadsgehoorzaal het
zestig-jarig bestaan vieren; 't zal dan
op de dag af precies 60 jaar geleden
zijn, dat de werklieden-zangvereni
ging „K.N.A." haar eerste uitvoering
gaf in dc grote zaal van hotel „Du
Nord", waar thans het Lido-theater
staat. Directeur was toen de heer Ph.
Ranke, die een „vooruitstrevend"
programma bracht o.a. met composi
ties van J. Worp en fragmenten uit
operettes, „met medewerking van
enige heren musici", zoals het nog
bewaard gebleven programma ver
meldde.
Het doorsnuffelen van oude stuk
ken brengt vaak komische bijzonder
heden aari het licht. Zo ontdekten we
op het programma van de tweede uit
voering (1895), dat kinderen beneden
16 jaar geen toegang hadden
De eerste directeur van dit oudste
zangkoor in Leiden was een zeer ac
tieve onderwijzer, die een aantal
mannen bijeen trommelde in de bo
venzaal van G. S. Popp aan de Lan-
gebrug (thans Bierbengel) en daar
tot oprichting van de vereniging
kwam. Voorzitter werd de heer H. J.
Bremen, die jarenlang portier van
het Acad. Ziekenhuis is geweest. De
andere bestuursleden waren de he
ren P. Wijkhuizen, H. F. van Urk, F.
H. J. Mulder en P. J. van Staveren.
Er waren aanvankelijk 30 leden;
IJ ET WINTERCONCERT van het
Leidsch Politie Muziekgezelschap
was bijzonder goed bezet en buiten
gewoon geslaagd, wat de uitvoering
betreft. Hoe zou dit ook anders kun
nen, nu er verschillende werken wer
den gespeeld, waarmede het Politie
corps een le prijs behaalde te Brum-
men in de afdeling uitnemendheid?.
Een groot succes voor het corps en
voor kapelmeester Anderson die ook
deze avond dirigeerde. Voorzitter
Teunissen heette alle bezoekers wel
kom. Allereerst de beschermheer
burgemeester van Kinschot, de ere
voorzitter, de commissaris van Po
litie, de heer Meijer, kapitein Poort
man, namens de garnizoenscomman
dant aanwezig, de directeur van het
abattoir. Afgevaardigden van de V.
V.S.L.,, van Sempre Crescendo, van
de 3-Octoberverenging, de diverse
dames- en vaandelcomité's, de Pers
en oud-kapelmeester Bolderdijk. 't
Zag er fleurig uit in de met vlaggen
getooide zaal en na het keurig ge
speelde Wilhelmus ving 't eigenlijke
concert aan met de pittige Steadfast
and True mars van Feike.
Hierna werd overgegaan tot het
pièce de resistence „Ouverture Ri
chard III" van Gilson. Wij moeten
zeggen, dat de jury te Brummen ge
lijk had, toen zij Anderson en de zij
nen de le prijs toekenden: klasse
uitnemendheid. Muzikaal als hij is,
heeft Anderson met veel nauwgezet
heid het moeilijke werk ingestu
deerd; het resultaat is een klinkend
succes geworden. No. 3 klonk als een
aangename verpozing. De „Donausa-
gen wals" van Fucik werd licht en
met gratie uitgeveerd.
Dan weer zo'n groot zwaar werk:
„Ouverture Nabucco" van Verdi,
door Delhau gearrangeerd. Het mu-
chael Servet, Spaans medicus, we
gens ketterij tot de brandstapel werd
veroordeeld, 't Was geen wonder, dat
langdurig applaus volgde op 't ge
slaagd orkestspel. Tot besluit een
fonkelende mars, waarbij alle tam
bours aangetreden waren, en fraaie
roffels uit de trommen sloegen. Ook
deze tambours hebben geconcurreerd
en met 37 punten meerderheid een
le prijs behaald.
Wat last not least vermeld moet
worden, was !t mooie moment toen
burgemeester van Kinschot de ere
prijzen, voor 't muziekcorps een lau
wertak, en voor de tambours een me
daille, aan 't vaandel vasthechtte.
Tot kapelmeester Anderson werd
een woord van waai-dering en dank
gericht door de voorzitter, evenals
tot de instructeur van de tambours
en beide heren ontvingen onder lui
de toejuichingen een blijvend ge
schenk.
Het overige van de avond werd
gevuld met een kluchtspel „Baron
Kneut". door 't gezelschap Slem
Nieuwenhuyzen, waarna een bal op
't programma stond aangekondigd.
J. Kortmann.
thans bedraagt het aantal 60.
Uit de eerste jaren dateert de solis
tische medewerking van Suze en Cor-
rie de Wekker en van Johan Geljp,
kapelmeester van 4 R.I. Bovendien
heeft jarenlang het studentenmuziek
gezelschap „C. Dur" aan de uitvoerin
gen meegewerkt, o.a. met solisten als
E. Polak Daniëls en de onvergetelijke
student Himpe. Later heeft „Sempre
Crescendo" deze taak overgenomen
en nog steeds is er een prettig con
tact met de studenten.
De vooruitgang van „Kunst na Ar
beid" wordt het best gedemonstreerd
met enige cijfers. In 1904 behaalde
het koor de 4e prijs in de 3e afdeling
van een concours in Den Haag; in
1950 behaalde het de le pr. (397 p.)
in de le afdeling van het concours te
Overschie.
Talrijke jubilarissen.
Het huidige bestuur is als volgt sa
mengesteld: Jac. Ginjaar, voorzitter,
J. Gressie, secretaris, P. Klinkhamer,
penningmeester, W. J. J. van Velzen,
bibliothecaris, C. Kleer, commissaris,
A. Verlind, 2e secretaris, J. van Eyk,
2e penningmeester, G. Bruggeman,
2e voorzitter, P. Bakels, alg. secun
dus.
Hoewel er op het feest geen per
soonlijke jubilea worden gevierd, zijn
er toch wel enige, die het vermelden
waard zijn. De heer Ginjaar is dan
25 jaar voorzitter, de heer W. J. J.
van Velzen 40 jaar bestuurslid, de
heer J. J. van der Bos uit Delft 25
jaar dirigent, mevr. W. F. v. d. Hei
den-den Brakel 25 jaar pianiste (ge
heel belangeloos vervult zij deze
functie!), de heer J. Maandag (78
jaar oud) 55 jaar lid. de heren W. J.
J. van Velzen, I. Pielijoe, A. Lepe
laar en H. Stikkelorum 50 jaar lid.
Jarenlang is wijlen de heer W. F.
Verheij van Wijk de eerste bescherm
heer van „Kunst na Arbeid" geweest;
als zodanig heeft hij veel voor het
koor gedaan. Na zijn overlijden werd
deze functie overgenomen door zijn
dochter, mej. C. Verheij van Wijk
(beschermvrouw), terwijl haar broer,
de heer J. J. G. Verheij van Wijk,
erevoorzitter werd.
Behalve met een concert wordt het
feest gevierd met een receptie, a.s.
Zaterdagavond van 8 tot 10 uur in
de foyer van de Stadsgehoorzaal. Op
29 Januari volgt een feestavond in
de Stadsgehoorzaal, met medewer
king van „Sempre Avanti".
Aan het jubileum concert werken
Sophie van 't Haas, Evert Lutz en dc
Chr. Zangvex'. „Ex Animo" mee. Het
betreft hier een opera-concert, o.a.
met werken van Verdi, Gounod en
Wagner.
Het gemeentebestuur van Leiden
heeft voor dit concert 80 bewoners
van Nieuwe Tonge uitgenodigd; zij
zullen bij leden van het koor onder
gebracht worden.
K.A.B., gewest Leiden
Dc mogelijkheden en gevolgen van
de industrialisatie vormden het on-
ooderwerp van de lezing, die gister-
ziekcorps, noch z'n kapelmeester avond voor het gewest Leiden van de
cn er vervolgens op wees, dat de Ar-
ka niet alleen de materiële, maar ook
de geestelijke belangen van de leden
moet behartigen, zodat het bestuur
ook aan deze taak aandacht schenken
zal. Hij verwachtte, dat de samen
werking in het bestuur, waarvan spr.
reeds deel uitmaakte, goed zal blij
ven en dat er met de leden een innige
band zal blijven bestaan. Tenslotte
dankte hij de heer F. Pont, die niet
herkozen werd, voor zijn vele acti
viteiten als 2e secretaris, o.a. de keu
rige verzorging van de notulen. Te
vens verwelkomde hij de heren Ham
en Montanus als nieuwe bestuursle
den. De heren Kriek. Bergers, Kroon
en Pleij maakten reeds deel uit van
het bestuur.
Na de pauze beantwoordde de heer
P. M. Sontrop, secretaris van het
hoofdbestuur, een aantal vragen van
leden, o.a. over de nieuwe pensioen
regeling, de uitbetaling van over
uren aan Leidse ambtenaren en het
spaarfonds van het verplegend per
soneel.
Tenslotte werden met. assistentie
van de geestelijk adviseur, rector F.
A M. Bernefeld, twee gratis deelna
me-bewijzen verloot voor de cursus
ambtelijke vorming op Draken-
burgh.
Leidse Universiteit
Geslaagd voor het doet. examen, de
heer J. Vlieger (cum laude) te Lei
den; voor het doet. examen wiskunde,
de heer H. Radstake te Oégstgeest;
voor het cand. examen A, wis- en
natuurkunde, de heer R. Hartmans te
Den Haag; voor het doet. examen
Pharrr.acie Mw. A. G. C. Prooije
Belle te Amsterdam; voor het doet.
examen Geologie, de heer H. A. Vos
te Leiden; voor het doet. examen
Scheikunde, mej. A. de Blanken te
Zoeterwoude.
A. B. gehouden werd. De spre
ker, drs. W. Kusters, werd ingeleid
door de voorzitter van het geweste
lijk bestuur, de heer J. H. van der
Ploeg, die de tamelijk geringe op
komst toeschreef aan de slechte
weersomstandigheden. Degenen, die
deze hadden getrotseerd, heette hij
hartelijk welkom.
hebben geschroomd de dramatische
Ouverture in studie te nemen en als
2e gx-oot werk te interpreteren op
bovengenoemd concours met als be
loning le prijs uitmuntend. Met be
langstelling hebben wij geluisterd
hoe beschaafd en welluidend alles
klonk in elke groep instrumenten.
MOG IETS, DAT DE MOEITE
waard was kreeg men te horen.
„Concex-tino" voor acht blaasinstru
menten van Blaauw. Het werk in
drie delen (vlug, langzaam, vlug)
was een waar concertino, een vraag
en antwoordspel, een geven en in
houden van de instrumenten over
en weer. Andex-son had 't gdheel
knap in de hand en de executanten
willigden elk zijner intenties in. Op
het onlangs gehouden kwartetten-
concours werd door dit octet te
Santpoort de le prijs uitnemendheid
behaald.
Volgde Michel Servet van Jules
Buisson, een dramatische ouvex-ture.
Het gegeven ontleende Buisson aan
de lugubere geschiedenis, toen Mi- "b komt nog dat ons land voor haar
Nadat hij nog met enige woorden
het belang van het probleem van de
industrialisatie haduiteengezet gaf
hij het woord aan drs. Kusters. Deze
besprak allereerst de noodzaak van
de industrialisering van ons land. De
aanv/as van de bevolking en het ont
breken van cultuurgrond maken het
onvermijdelijk dat Nederland, wil
het in de toekomst nog mee tellen,
in deze voito van werkverschaffing
haar heil zal moeten zoeken. Econo
mische eenheid en het op de voet
volgen van de geweldige technische
ontwikkeling elders zijn bij deze in
dustrialisatie eerste vereisten. Hier-
De Andes-expeditie
van 1952
In de zomer van 1952 bracht de
Nederlandse en buitenlandse pers in
grote opmaak het bericht, dat twee
Nederlanders, de geologen dr. C. C.
Egeler en de heer T. de Booy, samen
met een Franse gids, na grote moei
lijkheden, ontberingen en opofferin
gen één der hoogste en nog niet eer
der bestegen toppen van het Peru
aanse Andesgebergte, de Nevado
Huantsan (6395 meter), wisten te
bedwingen. Het was in de middag
van 7 Juli, toen de top werd bereikt.
Van deze tocht kwam gisteravond
de heer T. de Booy vertellen in de
Foyer van de Stadsgehoox-zaal. De
zaal was geheel gevuld met belang
stellenden, onder wie zich bevonden
wethouder J. C. van Schalk als ver
tegenwoordiger van het Gemeente
bestuur, de gep. vice-admiraal A. F.
Gooszen, kapitein Heller, vertegen
woordiger van de garnizoenscom
mandant, terwijl voor deze lezing
ook veel belangstellinng bestond uit
Universitaire kringen.
Door de vertoning van een impo
sante kleurenfilm en kleurendia's,
producten een vergx'ote afzetmarkt zal
moeten vinden.
De industrie, zo vervolgde spreker,
is hoofdzakelijk geconcentreerd in
het Westen en in enkele kleine ge
bieden in het Zuiden en Oosten van
ons land. Economisch en geografisch
was deze keuze verantwoord. Immers
in deze streken vond men de beste
vervoergelegenheden en de meeste
wex-kkrachten. Het overige gedeelte
van Nederland bleef hierdoor echter
aangewezen op een meer agrarische
broodwinning, die door het gestadig
uitbreiden van de bevolking uiterst
moeilijk werd.
De groeiende steden in het Westen
hadden tegelijkertijd te kampen met
vele sociale problemen, verminderde
recreatie mogelijkheden, huisvesting
etc. Na de oorlog is de regering be
gonnen het probleem van de minder
ontwikkelde gebieden stevig aan te
pakken. Op allerlei gebied werden
deze voor de ondernemei-6 zo aan
lokkelijk mogelijk gemaakt. Onder
tussen heeft men, volgens spreker,
bovendien nog steeds te kampen met
een zekere vex-staiTing bij het volk op
het platteland. Het voelt er weinig
voor de levensomstandigheden in
grijpend te veranderen en zich tot
het fabriekswerk over te schakelen.
Dit is dan ook de reden waarom, ter
wijl er in het Westen gebrek aan
arbeidskrachten is, elders werkloos
heid heerst.
Drs. Kusters sprak hierna over de
sociale en godsdienstige problemen,
die deze industrialisatie met zic^i
mee brengt. De werkomschakeling
van ambacht naar industrie ging ge
paard met een geweldige sociale om
wenteling. De grote trek naar de
steden die oo de vestiging van de in
dustrie volgde, veroorzaakte grote
gevaren op ethisch en godsdienstig ge-
N. J. MOONEN. t
In de ouderdom van 50 jaar is gis
teren plotseling te Leiden overledan
de heer N. J. Moonen, die de laatste
25 jaar in dc Leidse zwem wereld een
belangrijke plaats heeft ingenomen.
Als jongen trad hij toe als lid van
de Zijl, waarvan hij later voorzitter
werd, in welke periode de vereniging
tot grote bloei kwam. Ook na zijn
aftreden als voorzitter van de Zijl
bleef de heer Moonen de zwemsport
getrouw, zodat we hem op geen en
kel belanprijk zwemtournooi misten.
Hij stond bekend als een open, eer
lijk sportmakker, wiens bezadigd
kon de tocht als het ware van stap
tot stap worden gevolgd.
In het voorjaar van 1952 vertrok
de expeditie naar de Cordillera Blan-
ca, de belangrijkste keten van de
Peruaanse Andes. Hij strekt zich uit
over een afstand van meer dan 180
km; het hoogste tropische gebergte
ter wereld, dat niet minder dan 29
toppen boven 6000 meter telt. De
meest markante bergtop is de schrik
aanjagende Nevado Huantsan. Op 21
Juni werd de eerste bestijgingspo
ging ondernomen, welke echter mis
lukte. Ook de tweede bestijging op
28 Juni mislukte, ditmaal door het
optreden van een sneeuwstorm, wel
ke 60 uren voortraasde. Met de der
de poging, welke op 4 Juli aanving,
had men meer succes, al kostte het
dan ook soms 8 uur constant klim
men om slechts 400 meter te vorde
ren en moesten er wel eens voeten
worden ontdooid.
Behalve dat de heer De Booy van
deze bijkans onmenselijke tocht over
sneeuw en ijs vertelde, gaf hij de
aanwezigen ook een indruk van de
bevolking, die hii in de dorpjes ont
moette en van de weelderige plan
tengroei in do meer lager gelegen
gedeelten van dit om zijn majestei
telijke pracht zo bekoorlijke Andes-1 oordeel grote waarde had in rwem-
gebergte. kringen.