REDT ONZE ZIELENI!
Kerstklokken luiden prijzenregen in
Kerstvertelling over
een zeeramp COBY
DE
DE QEBUREN
B UURMAN, heb je 't ook gehoord?
Ik werd in mijn slaap gestoord,
zelfs mijn kinderen werden wakker.
Hoorde je die vreemde stem
klinken over veld en akker:
S CHAAM JE, buurman, 't is gewis,
dat hier God geboren is,
in een stal, een vreemde Koning.
Niemand, die een aalmoes gaf,
maar zelfs in die arme woning
straalt Hij niets dan rijkdom af.
B UUR, let op, zowaar ik leef,
dat 'k hen beter woning geef,
vader, moeder en de Kleine
Alleen voor onze abonné's
Niet moeilijk en toch interessant
KERSTNUMMER 1953
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 4
r\E WIND GIERDE en raasde als by elkaar. Zij sprongen in de boot,
een dolleman door de duinen en
over de zee, een wild spel spelend
met de natte sneeuw die eindeloos
neerdaalde uit de grauwe wolken. De
maan ging schuil achter het jagend
zwerk en slechts zo nu en dan pink
ten enkele bleke stralen naar de aar
de en verlichtten voor een ogenblik
spookachtig de woeste watermassa's
die vuilgeel gekopt barstten op de
voet van het duin.
Het leek wel of de herfst zijn
korte bestaan trachtte te verlen
gen in een wanhopige stryd te
gen de oprukkende winter. In een
niets ontziend en vernietigend ge
weld rukte en duwde de wind te
gen de natte vlokjes, als wilde hij
ze bannen uit deze wereld, waar
geen plaats is voor het tere kleine.
Maar de vlokjes bleven vallen.
de motor ronkte en daar begon het
nietige notendopje met zijn dappere
bemanning de strijd tegen de koken
de golven en de striemende natte
windvlagen, om het leven van enkele
mensen te redden die daarginder in
het ondoordringbaar duister hulpe
loos wachtten, wachtten op hulp die,
naar zy angstig hoopten, no<_ op tijd
zou komen.
In de boot was Steven zich zelf
weer, de kille harde zeebonk, die
weer, uc «ioauc tccumm, uic Het gevaar was geweken. Rustig
alleen rekende met de golven en stond Steven aan het roer, de onaf-
de wind. Geen ogenblik dacht hij
meer aan thuis of aan kerstavond.
Hij speelde zoals reeds zovele ma
len het luguber spel met de dood.
Het was een loterij met vele prij
zen. Soms haalde je de hoofdprijs,
alles gered en alles behouden bin-
scheidelijke pijp tussen de vierkante
kaken geklemd. Zij hadden het weer
geleverd en Steven wist maar al te
goed, dat dit voor een groot deel aan
hem te danken was. Ja, eigenlijk
meende hij, dat hij het alleen gedaan
had, want alleen op eigen kracht en
eigen kunnen moest je vertrouwen,
Woedend sloeg Steven met de ar
men om zich heen. Hij moest en zou
de boot bereiken. Maar de elementen
wilden het anders. De golven ge
bruikten hem als speelbal, dezelfde
golven, waar hij de reddingsboot zo
kundig doorheen wist te stuwen. Het
duurde niet lang, of Steven voelde
zijn krachten verdwijnen en begreep
dat hij hier machteloos was. Maar
hoe kon hij zich dan redden.Niets
hielp.
Hij stikte in het zeewater, dat
steeds weer over hem heensloeg. Een
doffe berusting maakte zich van hem
meester. Machteloos was hij en toen
welden de woorden fluisterend in
hem op: „God, lieve God help mij!"
Toen was er niets meer.
In het huis van Steven Dekker
merkte men niets van het geweld
der natuurkrachten. Het was er rus
tig en warm. De potkachel snorde en
er hing een geur van dennen in het
kamertje. Het was kerstavond en dat
was de rustigste en meest ingetogen
avond van het jaar, die Steven zich
denken kon. Op die avond was het
altijd net of er een ander mens in
hem huisde, een Steven die aan an
dere dingen dacht, dan waaraan hij
gewoon was te denken. Rustig zat hij
in zijn stoel, de benen gemakkelijk
gestrekt op een andere en de onaf
scheidelijke pijp, die nog van groot
vader was geweest, losjes hangend in
een hoek van de mond Anna zat aan
de andere kant van de kachel en
rusteloos tikten haar breipennen, als
MARTIUS
nen, soms was de prijs geringer en dat had grootvader ook altijd gezegd.
De behouden thuiskomst was slechts
te danken aan het zeemanschap van
hem en de maats.
moest er geofferd worden. Veel hing
er van de mannen in de reddingboot
af en niemand wa' daar meer van
overtuigd dan Steven. Als wij het
maar goed doen, dacht hij, dan komt
alles terecht.
hoorden zij niet de haastige voet
stappen buiten. Een donkere schim,
gehuld in oliegoed, worstelde voor
overgebogen tegen de stormwind en
repte zich naar het huisje van Steven
Dekker. Hijgend bleef hy staan en
bonsde op de deur.
„Steven, schip in nood. Kom da
delijk naar de reddingboot brulde
de man boven het loeiend geweld
uit. Even wachtte hij totdat het
„Ja, ik kom!" klonk en toen
spoedde hij zich verder, een voor
proefje krijgend van wat hem zo
te wachten stond.
Werktuigelijk had Steven antwoord
gegeven, maar toen drong ineens de
werkelijkheid tot hem door. Hij ont
waakte uit zijn kerstoverpeinzing,
klemde de kaken op de pijpsteel en
sprong als een slang gebeten over- j
eind. Hij wilde vloeken, schelden te-
gen het lot, dat hem nota bene op
kerstavond weghaalde uit de gezel
lige, vertrouwde sfeer van zijn huis,
waar hij juist nu meer nog dan an
ders behoefte aan had. Maar hij zag
de ogen van zijn vrouw, met de rusti
ge gelatenheid, vol vertrouwen, die
hem iedere keer weer de moed ga
ven, het waagstuk te ondernemen en
hij hield zijn woorden in.
Zij haalde zwijgend zijn oliegoed
en jekker en hielp hem bij het aan
trekken. Hij keerde zich om en zy
sloeg haar arm om hem heen en
drukte een lange kus op zijn mond.
„Behouden thuiskomst jongens",
fluisterde ze. Hij gaf haar een tikje
op de wang en knikte glimlachend.
Toen beende hij weg, de deur uit, de
storm in. In zijn hoofd bolderden de
gedachten net zo woest als de wind
over het strand en de zee.
IN HET HUISJE bleef Anna achter,
maar haar ogen stonden nu anders
dan toen haar man het huis verliet.
De gelatenheid en het vertrouwen
waren er uit verdwenen, haar ogen
stonden nu angstig en vol span
ning. Zij liep als een gekooide
leeuwin heen en weer en krampte
de handen ineen.
Altyd was het zo gegaan, eerst het
vertrouwen en gelatenheid, om Ste
ven moed te geven, want zij wist, dat,
als hij haar zag als nu, hij nooit zou
gaan. Maar was hij eenmaal vertrok
ken cn zat zij alleen, dan kon zij zich
zelf zijn. Zij deed, zoals zij zovele ma
len reeds gedaan had, zij knielde en
bad, de handen krampachtig ineen.
En dan, dan kwam langzaam
weer het vertrouwen terug. Het
vertrouwen, dat God haar man zou
beschermen en hem veilig weer bij
haar terug zou brengen. Nu op
kerstavond kwam dit vertrouwen
sneller dan zij gedacht had. Hij zou
terugkomen.
Tussen de woeste golven was Ste
ven weer in zijn element. Met vaste
stem gaf hij zijn orders en koel be
rekende hij de mogelijkheden. De an-
Plots werd Steven in zijn over
peinzing gestoord. Een woest ko
kende huizenhoge golf met schui
mende kop sloeg met donderend
geraas over de boot. Voordat Ste
ven wist wat er gebeurde, lag hij
in het kolkende water en werd in
minder dan geen tijd meters van
de reddingsboot verwijderd. Nau
welijks haalde hij adem of weer
sloegen grauwe watermassa's over
hem heen.
Hij dacht te stikken in de golven
zout water, die zich onweerstaanbaar
in zijn keel drongen. Drijvend op zijn
zwemvest probeerde hij zich, wan
hopig worstelend, in de richting van
de boot te werken. Maar hij wist het
reeds, het was tevergeefs. Hier hielp
geen kracht of zwemkunst.
REDDINGBOOT had ook nog
andere kundige mannen aan
boord en zij rustten niet. Vol gods
vertrouwen hun schipper nog te kun
nen redden, kruisten zij, alle geva
ren trotserend, door de branding, zoe
kend, om te trachten met de hoofd
prijs naar huis te komen, zoals Ste
ven dikwijls spottend had opge
merkt.
Op het laatste nippertje lukte het
Herders, gaat naar Bethlehem?
Als ik Hem mijn woning wijs
zal Zijn licht mijn huis doorschijnen
als het heerlijkste paleis.
(Dertiende eeuws Frans kerstliedje
van een onbekende dichter, vertaald
door Gabriël Smit).
f-jjHEsams
HTOEN DE mannen haar druipnatte,
bewusteloze echtgenoot binnen
droegen, wist Anna niet wat er ge
beurde. Zij dacht, dat zij haar zin
nen verloor. De arme vrouw brak in
een woest gehuil uit en snikte, dat
haar hele lichaam er van schokte.
Bart, de stuurman van de redding
boot, had veel moeite haar tot beda
ren te brengen en er van te overtui
gen, dat haar man niet dood was.
Langzaam kwam Steven bij en toen
juichte zij: „Steven, lieve Steven, ik
wist het, God had het mij beloofd.
Je zou behouden terugkeren, want
het is kerstavond en hij wilde jouw
offer niet".
Steven keek eens om zich heen. Hij
rook de geur van dennen, hij voelde
de behagelijke warmte van de snor
rende kachel. „Lieve God ik dank
U", stamelde hij. „Zonder Üw wil
was ik er nu niet meer. Alleen wan
neer U het wilt, komen wy behou
den weer"
„Wordt wakker, Richard!"
„Ik kan niet."
„Waarom niet?"
„Omdat ik niet slaap!"
DU DE REDDINGBOOT trof hy de
andere mannen; als een groepje
donkere schimmen stonden zij daar
ben we een tipje van de sluier
opgelicht, die over deze Kerstpuzzle
hing. We voorspelden te abonné's en
hun kinderen een regen van prijzen,
waarmede ze eventueel het nieuwe
jaar onbezorgd zouden kunnen be-
i groeten. Thans zijn we in staat deze
puzzle met haar verrassingen geheel
uit de doeken te do-en.
Het geduld van de kinderen moe- j
ten we echter nog even op de proef
I stellen want zij moeten voor hun
puzzle, met autoped en fiets als
hoofdprijs, ce kinderkrant opslaan.
Voor de ouderen zijn bij juiste op
lossing beschikbaar gesteld:
EEN GOUDEN DAMES- OF
HERENARMBANDHORLOGE
dere mannen benijdden hem er om.
Steven die altijd het hoofd koel wist
te houden en alleen vertrouwde op
eigen kracht en kunnen.
Het lukte de dappere mannen bij
het schip te komen en de gehele be
manning te redden. Het had geen
paar minuten meer moeten duren of
het was te laat geweest. Steven zag
het gevaar en rustig nam hij zijn be
sluit. Snel weg var het schip, dat
ieder ogenblik in de golven kon ver
dwijnen. De gevaren hiervan kende
hij maar al te goed.
fJET SCHEEPJE worstelde met zijn
honderd en twintig paarden-
DRIE MISSAALS
DRIE PORTEFEUILLES (heren)
DRIE PORTEFEUILLES (dames)
DRIE ARMBANDEN en
ZES ANDERE SIERADEN
Oplossingen kunnen tot en met
14 Januari 1954 aan ons bureau ge
zonden worden. Op de enveloppe
gelieve men het woord „Kerstpuzzle"
te vermelden.
De uitslag honen wii in het num
mer van van 15 Januari te publiceren.
Horizontaal: 1. visnet, 5. zij
tak Donau, 8. insecteneter, 11. ten
v.v.HL»- dele> 15* oorzaak, 17. keur, kern, 19.
krachte*n~~tegen de kókende^gofven dorP op de N- krust va" Oost-Fries-
en verwijderde zich langzaam maar I *a"d, tegenover Lange-Oog, 21. ver
zeker van de zinkende kustvaarder. schoten, 23. gem. in N.H., 26. ver
voermiddel, 28. telwoord, 29. muziek
noot, 30. maagd uit de 8ste eeuw,
waarnaar St. Oedenrode genoemd is,
31. bekend gebouw in Amsterdam,
32. algemeen kiesrecht (afk.), 34.
oude wijnmaat, 35. staatsbedrijf
(afk.), 36. feestelijke wapenschouw,
39. peinzen, 42. voorzetsel, 43. wiel,
44. draaiend, 45. stok, 47. van elk
evenveel (op recepten), 49. ex tem
pore (afk.), 51. van het teken af te
herhalen (afk. muziek), 52. Grieks
voorvoegsel, bij, op, over, 54. rechten
inbegrepen (afk.), 55. god der liefde,
56. metaalhoudende delfstof, 58. wa
ter in Friesland, 59. wetgever van
Athene, 61. doornachtige plant, 63.
rijst in de aar (O.I.), 64. plantaardige
stof voor het brouwsel, later vervan
gen door hop, 65. voornaamwoord,
66. een der zonen van Jacob, 67. de
zeebeer of orenrob met een zeer
zachte pels (Eng.), 68. boom, 70. zij
tak Donau, 72. lengtemaat, 73. onbe
kende, 74. boomloot, 75. zandheuvel,
77. stad in Z.H., 84. vogel, 86. voor
zetsel, 88. voortdurend, 90. Turks
keizerlijk decreet (meerv.), 92. uit
roep, 93. maag van herkauwende die-
ren, 95. bekende afkorting, 96 soort
Ivan hert, 98. meisjesnaam, 99. voor
voegsel, 100. veenpoel, 101. Indisch
gewoonterecht, 103. partijgenoot, 107.
onderkledingstuk, 108. plant, katten-
kruid, 110. deel van een fiets, 111.
adreskaartje, 113. rivier in Rusland,
114. rekening, 115. tegen, 116. ysbank
in een grote rivier.
Verticaal: 1. gem. in Gelderl.,
2. groeve, 3. biersoort, 4. na dato
(afk.), 5. dochter van Cadmus, gema
lin van Athamas (Gr. Myth.), 6 on- I
derdeel van de rug (meerv.), 7. een
der profeten, 8. gast, 9. barmhartig
heid, 10. vrouw van Jacob, 11. lid
woord, 12. stek, spruit, 13. Joods
priester en schriftgeleerde, die in 458
v. Chr. de Joden uit Baby Ion terug
voerde, 14. gerechtelijke aanmaning,
16. titel van Turkse landvoogden, 18.
pers. voornaamwoord, 20. zekere
boom, 22. voegwoord, 24. ongaarne,
25. meisjesnaam, 27. voorzetsel, 29.
juffrouw (Fr.), 33. worden speciaal
met Kerstmis gegeten, 36. familielid,
37. arbeidswet (afk.), 38. voorzetsel,
40. als 4 vert., 41. ontkenning (Eng.),
43. hangt aan de mast, 46. behoudens
vergissingen (afk. Lat.), 48. dorp in
N. Brab., 50. schouwspel, 51. torsen,
53. gem. in N.H., 55. meisjesnaam, 57.
eerste koning van Israël, 60. bekende
afkorting, 62. afkorting voor nikkel,
65. deel van Z.H., 69. dorpje in Gro
ningen onder Slochteren, 71. schei-
„Mijnheer, heeft U misschien een
paar vleeskleurige kousen voor me?"
kundig teken voor tin, 74. hooglig
gend bouwland ener gemeente in
Drente en Overijsel, 76. als 60 vert.,
77. radio-omroep (afk.), 78. plaats,
plek, 79. ijzeren driepoot op een kom
foor, 80. komt van de kip, 81. voor
iemand werken, 82. stad aan de
Maros, 83. familielid, 85. bevroren
water, 87. plechtige gelofte, 89.
wasem, 91. meisjesnaam, 92. eilandje
in het IJ, 94. Roemeense munt, 97.
als 13 vert., 98. schaapkameel, 100.
akker, 102. voorzetsel, 104. telwoord,
105. afkorting voor tantalium, 106.
hogepriester te Silo, 107. blauwe boe
renkiel, 109. familielid, 112. insect.
Bij juiste oplossing leest men op de
cyfers: 3, 35, 2, 6, 28, 62, 11, 82, 12,
10, 79, 100, 88, 108, 86, 109, 61, 77, 37,
81, 85, 84, 1, 5, 114, 9, 105, 113, 68, 40,
92, 74, 23, 16, 93, 104, 106, 15, 7, 41,
53, 43, 116, 69, 46, 75, 103, 13, 38, 21,
54, 80, 89, 87, 107, 47, 31, 102, 70, 24,
33, 45, 99, 78, 48, 26, 25, 27, 8, 96, 52,
95, 4, 64, 76, 19, 91, 49, 65, 18, 111, 90,
42, 44, 30, 60, 73, 50, een kerstlied
van Vondel-