'ie puzzelt met ons meel
Uitslag Sintcrklaas-puzzle
«- IN DE KRANTENTUIN
DE DOLLE MUSKETIERS" <63>
ZATERDAG 12 DECEMBER 1953
DE LEIDSE COURANT
DERDE BLAD PAGINA 2
Horizontaal: 1. bijriviertje van de
Neck ar, 4. groente, 6. meisjesnaam,
8. vragend voornaamwoord, 11 dorp
in Limburg ten Z. v. d. Peel, 13. vis,
14. mens (Mal.), 16. haven op de N.O.
kust van Labrador, 18. licht rijtuigje
op twee wielen, 20. houten hamer, 23.
bijwoord, 26. munt in Italië, 27. brei
naald, 30. de enige dochter van Ja
cob, moeder van Lea, 31. berg, 33.
wig, 34. klein soort van paard, 36 een
soort van hout verf, 40. gem. in Gel
derland, 43. stad in Stiermarken a. d.
Mur, 45. gem. aan de Vecht bij Brem-
kelen, 47. onderdeel van de Padangse
Bovenlanden, 49. slotwoord van li
turgische gebeden, 50. troep, 52.
melkschaa,p, 53. glazen klok tot dek
king, 56. papegaai, 57. duikerhoen,
58. bedorven, 59. Europeaan.
Verticaal: 1. rustend (afk. lat.), 2.
meisjesnaam, 3. pers. voornaam
woord, 4. klap, 5. voorzetsel, 6. voeg
woord, 7. zoutas, 8. wettelijke aan
sprakelijkheid (afk.), 9. bijwoord, 10
landbouwwerktuig, 12. hemelgeest,
15. ommegang, 17. boom, 19. oude
wijnmaat, 20: te zijner plaatse (afk.
Lat.), 21. muze van het minnedicht,
22. munt in Ghina, 24. vertrouwelijk,
25. voorzetsel, 28. vlug, 29. biersoort,
32. rivier in O. Pruisen, 33. kwast,
34. inhoudsmaat, 35. elk, 37. meisjes
naam, 38. rivier in Siberië, 39."zij
tak Saaie, 41. ten dele, 42. voegwoord,
44. opslagplaats voor hout, 46. boom-
loot, 48. masker, 49. schijn, voorko
men, 50. foei, 51. voorzetsel, 54.
oriënt express, 55. oude inhoudsmaat
(afk.).
Oplossingen bunnen tot en met
17 December aan ons bureau gestuurd
worden. Op de enveloppe het woord
„puzzle" vermelden. Als prijzen wor
den een sigarettenkoker, een sieraad
en een boek beschikbaar gesteld.
OPLOSSING ST NICOLAASPUZZLE
Horizontaal: 1. zestiende, 8. inmid
dels, 15. malie, 16. wikke, 20. aleer,
21. ia, 23. alk, 25. Leo, 27. mes, 28.
s.g., 29. stère, 31. metselaar, 35. Lente,
37. Let, 38. Sinterklaas, 40. moe, 41.
bak, 42. pont, 43. riet, 45. gem, 47. is,
48. W.A., 49. en, 51. ka, 52. lor, 53.
log, 55. stilte, 58. levend, 60. cirkel,
61. agenda, 62. eer, 63. ree, 64. OH,
66. nr., 67. An, 68. ho, 69. pil, 71. eren,
75. slijm, 78. nor, 79. tod, 81. klok-
kenspijs, 87. oor, 88. otter, 90. kell-
nerin, 91 derde, 93. Be, 94. Lea, 96.
ode, 97 oir, 98. ed., 99. moede, 101.
opera, 103. Meran, 105. roosteren, 106.
WVerticaai: 1. zeis, 2. S.M., 3. taart,
4. Die, 5. eik, 6. Ne, 7. e.w., 8. i.e., 9.
ma, 10. Hm, 11. deel, 12. desem, 13.
er, 14. sage, 17. Ilse, 18. keer, 19.
kolk, 22. Atlas, 24. tent, 26. naar, 28.
steek, 30. eek, 31. min, 32. t.t, 33. al,
34. Rai, 36. nog, 38. s.o., 39. Se, 41.
bisschop, 42. parterre, 44. telegram,
46. mandator, 48. wolken, 50. no
veen, 52. lire, 54. gene, 56. Ti, 57. el,
58. la, 59. n.d., 65. hitte, 68. horde, 70.
lot, 72. R.K., 713. elk, 74. noen, 75 spin,
76. lijm, 77. ijs, 78. nor, 80. Delos,
92. y., 83. klop, 84. ende, 85. Neer,
96. Sr„ 87. Oeral, 88. ober, 89 reet,
91. Dirk, 92. edik, 95. adé, 97. oer, 99.
M.O., 100. er, 101. on, 102. A.W., 103.
me, 104. na.
„Zie de maan schijnt door de bo
men".
LAAG SPOOR IN HILVERSUM?
Om een einde te maken aan het
steeds nijpender wordende spoor
wegovergang-probleem te Hilver
sum, hebben de Spoorwegen een
plan ontworpen om het grootste
gedeelte van de Amsterdamse spoor
baan door de stad beneden het
straatniveau te doen zakken.
De overkappingen moeten dan de
verbindingen gaan vormen tussen de
beide nu door de spoorlijn geschei
den gedeelten van het zich steeds
uitbreidende Hilversum.
Als het plan wordt uitgevoerd
de gemeente dringt hier zeer sterk
op aan zal Hilversum nog vóór
1960 van de „spoorwegplaag" zijn
verlost.
Men zit alleen nog met de finan
ciering. De benodigde 40 millioen
kunnen niet door gemeente en N.S.
bijeen worden gebracht. Er zal dus
een beroep op het Rijk moeten
worden gedaan.
DELFT AUTOMATISCH.
Vandaag wordt de nieuwe tele
fooncentrale in gebruik gesteld en
vanavond zal van de handcentrale
op de automatischè worden overge
schakeld. Iedere Delftenaar die een
aansluiting wenst kan nu worden
geholpen. De driehonderd, die op de
wachtlijst stonden, worden vandaag
verbonden.
Na vanavond zal 91 pet. van de
telefoonabonné's in ons land auto
matisch bereikbaar zijn. Voor het
district Delft is dit dan 92 pet., ter
wijl dit tot gisteren nog 78 pet. was.
De automatisering van de netten
Nootdorp en Schipluiden volgt in het
voorjaar van 1954 en die van Pijn-
acker in het najaar van dat jaar.
RUIM EEN TON GEWETENSGELD.
De schatkist heeft aan gewetens-
geld in totaal een bedrag van
103.180.03 ontvangen. Bij de ont
vanger der Directe Belastingen te
Amsterdam kwam wegens te weinig
betaalde inkomstenbelasting een be
drag van 21.262.55 binnen, het
grootste bedrag op deze lijst van ge-
wetensgeldbetalers. Wegens te wei
nig betaalde belasting (zonder na
dere aanduiding) kwam bij de ont
vanger der Directe Belastingen te
Amersfoort een bedrag van 1 bin
nen, het kleinste bedrag van deze
lijst.
Met Kerstmis komt üw kans!
Het was heel opvallend, dat de eerste dagen na. het Sinterklaas
feest betrekkelijk weinig inzendingen binnenkwamen. Maar hoe meer
de heilige zijn zoete greep op onze lezers ging verliezen, des te krach
tiger werd de oplossingsstroom.
Misschien komt dat, omdat die eerste dagen overladen waren met
tongstrelende gaven en men eerst later, toen de bodem der provisie
kast te zien werd, de noodzaak van aanvulling ging gevoelen; of om
dat het brein na het bedenken van de vele Sinterklaasgedichten een
korte rust nodig had om weer op sterkte te komen.
Maar kom, laten we U niet te lang vermoeien met onze kortzichtige
beschouwingen, de ware toedracht kunnen we hiervan toch niet
overzien en de prijswinnaars bekend maken.
De boterletters werden gewonnen door:
A. C. PENNINGS, Boekhorstlaan 43, Voorhout.
C. VENDBIG, Hoge Rijndijk 226, Leiden.
P. W. HIEP, Lindelaan 1, Roelofarendsveen.
Het sieraad is voor: W. J. SCHELVIS, Herenstraat 109, Leiden en
J. G. v. d. NOUWELAND, v. d. Vegtestraat 38, te Katwijk aan Zee.
Voor de teleurgestelden zullen we alvast een tipje van de engelen
haarsluier, die over de Kersf^uzzle hangt, oplichten. Zowel de abon-
né's als hun kinderen hebben een grote kans in het nieuwe jaar een
belangrijke bezitsuitbreiding te kunnen begroeten. De prijzen zullen
werkelijk al uw verwachtingen slaan. The rest is silence, voorlopig
althans.
Kalm ingeleid. Piloot: „Houdt U
van appels en peren?"
Passagier: „Oh ja, daar ben ik ge
woon dol op".
Piloot: „Nou dan boft U. We gaan
een noodlanding maken in een boom-
gaard".
Natuurlijk. Zanik: „Is het wer
kelijk waar, dat rauwkost goed voor
de ogen is".
Dokter: „Ja, natuurlijk. Hebt U wel
eens een koe gezien met een bril
op?"
Boem. Professor: „Beste kerel,
toen Alexander zo oud was als jij
had hij al de halve wereld veroverd".
Student: „Ja, maar die had ook
Aristoteles tot leermeester".
Ontnuchterd. Zij: „Vroeger zat
je dikwijls uren naast me en hield
dan mijn hand vast. Kan je je dat nog
herinneren?"
Hij: „Nou en of! Dat deed ik om
te voorkomen, dat je piano ging spe
len".
Ook een oplossing. Dokter: „Dit
drankje heeft een afschuwelijke
smaak, maar U moet denken: „Um,
dat is een heerlijk wijntje".
Patiënt: „Maar lijkt het U niet be
ter, dat ik een wijntje neem en denk:
„Dat is een lekker drankje?"
Slecht „Hoe gaat het met jou?"
„Slecht, ik voel dat ik steeds ouder
word. En hoe maak jij het?"
„Ook slecht, ik voel, dat ik niet
veel ouder meer zal worden".
Moeilijk. Tennisser: „Moet je
zo'n meisje erbij zien lopen. Het lijkt
net een jongen. Ik zou wel eens wil
len weten, wat haar ouders daarvan
zeggen?"
Partner: „Pardon, het is myn doch
ter".
Tennisser: „Oh, neem me niet kwa
lijk. Ik wist niet, dat U haar vader
was".
Partner: „Ben ik ook niet! Ik ben
haar moeder".
Harde jongen. Zij (teder): „Zal
je deze plek ooit vergeten?"
Hij: .,Om de drommel niet. Ik heb
er eens een snoek van 20 pond ge
vangen".
KOLEN
voor doolelnden
CREYGHTON
Hooiqr.46 Ui. 20114
Adviseurs. Een man, die aan
gereden was, eiste een hoge schade
vergoeding en kwam op krukken
voor de rechtbank.
„Kunt U nog steeds niet zonder
krukken lopen?", vroeg de rechter.
„Ach wat zal ik zeggen", antwoord
de de man. „Volgens de dokter wel,
maar volgens de advocaat niet".
Niet te letterlijk. Mevrouw:
„Noemt U dit werkelijk kersenvla?
Er zit geen kers in".
Winkelmeisje: „Ach, U moet alles
niet zo letterlijk nemen. We hebben
ook studentenhaver en daar zitten
toch geen studenten in?"
OngemakDokter: „Zo, Uw man
slaapt dus niet rustig. Hij praat zelfs
in zijn slaap. Nou, zo erg is dat niet.
Of heb U er veel ongemak van?"
Dame: „Een heleboel. H\j praat zo
onduidelijk. Ik kan gewoon niet ver
staan, wat hij zegt".
Veeleisend. Uitvinder: „Deze
machine doet het werk van vijftig
arbeiders".
Vriend: „Met dat ding had myn
vrouw moeten trouwen".
De maan. Vader: „Toos, wat sta
je toch aan de deur te doen?"
Toos: „Ik kijk naar de maan, va
der".
Vader: „Nou, zeg dan tegen da
maan, dat hij naar huis gaat en kom
jij naar binnen. Het is al over tienen".
Mannen. „Mijn vrouw kreeg vo
rige week een stofje in haar oog. Ze
ging naar een specialist, om het eruit
te laten halen en dat kostte maar
eventjes vijf gulden".
„Wees blij man. Mijn vrouw kreeg
gisteren een stofje in het oog en zij
laat er een japon van maken, die vijf
tig gulden kost".
Uitersten. „Die Pieterse is ook
een eigenaardige man. Eerst offerde
hij zijn gezondheid op om rijk te
worden en nu offer, hij zijn rijkdom
weer op om gezond te worden".
Pech. Tourist: „Mag ik de oud
heden van dit kasteel zien?"
Portier: „Pech gehad, mijnheer. De
twee gezusters zijn juist een eindje
gaan wandelen".
Bewijs. Rechter: „U zegt nu wel,
dat U dronken was, toen U een flesje
champagne naar het hoofd van die
agent gooide, maar is dat werkelijk
waar?"
Verdachte: „Kan U toch wel na
gaan, edelachtbare. Als ik nuchter
geweest was, had ik wel een flesje
bier gegooid".
(Vervolgverhaal)
Ze vonden een plekje tussen de bomen
dik met mos begroeid en daar gingen ze
slapen. Hannie voelde zich nu veilig bij
haar flinke broer Rinus. Wat had hij
ook weer gezegd? O, ja ze zouden nooit
meer teruggaan naar tante Truus. Hoe
zou hij dat klaar spelen? Kon dat zo
maar? Zouden tante Truus en oom
Johan hen niet missen en naar hen laten
zoeken? Ze kon ook niet begrijpen waar
ze moesten eten en ze moesten toch ook
ergens wonen. Lang kon Hannie over al
deze dingen niet nadenken, want al gauw
viel ze in een diepe slaap. Rinus lag
nog wel wat langer wakker en toen hij
merkte dat zijn zusje sliep, trok hij zijn
jas uit en legde die neer over zijn sla
pende zusje als een echte ridder om haar
te beschermen tegen de vochtigheid en
de kou. Nu vlijde ook hij zich neer en
sliep nu rustig in tot de volgende mor
gen. Misschien kwam het wel door de
kou, want het gras rondom hen heen
was met pareltjes van dauw bedekt,
maar Rinus werd het eerst wakker. Hij
keek eens naar zijn zusje en zag dat
haar wenkbrauwen ook bedekt waren
met dauwdruppeltjes; toen streek hij
eens over zijn eigen haren en warempel
ook die waren kletsnat. Rinus wilde zijn
zusje nog niet wakker maken, want ze
lag zo heerlijk onder zijn jas te slapen,
dus ging hij maar zo'n beetje de buurt
verkennen, om te weten waar ze terecht
gekomen waren. Al gauw ontdekte hij
een heleboel braamstruiken. Eerst proef
de hij er eens van en ze waren zo ver
rukkelijk, dat hij gauw naar Hannie toe
holde om het haar te vertellen. Toen hij
bij haar kwam was ze net wakker ge
worden, ze lag nog een beetje rond te
kijken, maar Rinus hoefde haar al niet
meer te vertellen, dat ze.vannacht in
het bos geslapen hadden, want dat wist
ze zelf ook wel.
„Kom gauw mee Hanpie," riep hij
enthousiast. „ik heb een paar heerlijke
braamstruiken gevonden, daar gaan we
eten".
Hannie vond het best natuurlijk en ze
gaf Rinus zijn jas weer terug, waar ze
to heerlijk onder geslapen had. Ze ver
telde dat ze vannacht wel net zo lekker
geslapen had als in een echt bed. Rinus
was het hier direct mee eens, want ook
hij had best geslapen. Samen gingen ze
nu naar de plaats waar de bramen ston
den, ze aten hun buikje vol en langza
merhand slenterden ze verder.
„Stil eens," riep Rinus, „ik hoor water
lopen. Het is vast een riviertje, dat zou
prachtig zijn, want dat kunnen we dan
volgen om in het dorp te komen. Kom
hierheen, ik hoor het aan deze kant," en
tegelijk trok hij zijn zusje naar de plaats
waar hij het geklots gehoord had.
„En gaan we dan weer terug naar
tante Truus?" vroeg Hannie teleur
gesteld.
Ja, in zijn ijver om de weg térug te
vinden had hij daar helemaal niet aan
gedacht.
„Als wé de weg gevonden hebben, zul
len we naar tante Ans gaan en vragen
of we voortaan bij haar mogen blijven,"
zei hij toen maar gauw, want de traantjes
kwamen bij Hannie weer te voorschijn.
Rinus had het goed gehoord, want ze
hadden nog niet ver gelopen, toen ze
bij een smal bosbeekje kwamen. Het
water was glashelder en ijskoud.
„Hier kunnen we ons fijn wassen," zei
Hannie, „dan worden we weer lekker
fris en kunnen we ver lopen vandaag".
Rinus vond het een prachtig idee,
maar toch was het water wel erg koud.
„Och, bangerd," riep Hannie. toen ze
zag dat hij zijn voeten telkensterug
trok en zelf al heerlijk stond te trappe
len in het frisse water. Maar voor
„bangerd" liet Rinus zich niet uitmaken
en al gauw stond hij midden in het
beekje en probeerde met zijn voeten
haar nat te spetteren. Ze vonden het nu
allebei een leuk spelletje en liepen ach
ter elkaar aan, de voeten van de ene
steen op de andere zettend.
„Kijk nu eens," riep Rinus, „daar
zwemt een zwaan met een heleboel
kleintjes achter zich aan".
„Ja, zeg, wat leuk, net een sprookje,
zoals de meester op school wel eens ver
telde. Weet je wel: Er waren eens twee
kinderen helemaal alleen in een groot
bos. Ze kwamen bij een. bosbeekje en
toen kwam er een grote zwaan
„Ja, ja," net echt, vond haar broertje
en hij begon nog meer te spatten. De
zwaan keek eens met een schuin oogje
naar al dat lawaai in het altijd zo stille
bos en vond het tenslotte toch maaf
beter zich met zijn hele gezin terug te
trekken naar een rustiger plekje.
„Waar zou dat beest naar toe gaan?"
vroeg Hannie zich af, „laten we hem
achterna gaan".
Alle twee pakten ze hun kousen en
schoenen en de tas niet te vergeten, bij
elkaar en gingen de zwaan achter na.
Rinus voorop en Hannie een klein eindje
achter hem aan. Ze hadden nog niet ver
gelopen of daar begon Hannie te
schreeuwen als ik weet niet wat. Ze kon
opeens niet meer verder, want haar voet
zat vast en deed erge pijn. Rinus keek
dadelijk om en ook de zwaan wierp
verschrikt een verwijtende blik op de
schreeuwende Hannie. Toen Rinus na
derbij kwam keek hij eerst angstig wat
er aan de hand was. Verbeeldt je, wan
neer haar hier in bet eenzame bos iets
overkwam. Hoe zou hij aan hulp komen?
Bij nader onderzoek was het gelukkig
niet zo erg als het gebral van Hannie
deed veronderstellen. Haar voet was
terecht gekomen in een strik. Rinus had
zijn zusje gauw bevrijd van het ijzer-
draad en het ergste gevaar was weer
geweken. Hij ging naast haar op de
grond zitten om de voet te bekijken en
het viel mee, een blauwe opgezwollen
rand, wees de plaats aan, waar het
ijzerdraad gezeten had en het was ge
lukkig geen wond. Een poos zat Rinus
nu voor zich uit te staren en opeens wist
hij het: hier kwamen in dit gedeelte van
het bos ook mensen, anders zou hier
immers geen strik staan om hazen of
konijnen te vangen. Vannacht dacht hij
ook al iets van voetstappen gehoord te
hebben, maar toen dacht hij dat hij
droomde. Ze waren hier dus niet zo erg
alleen. Wie weet kwamen er wel gauw
mensen aan wie ze de weg naar huis
kunnen vragen.
„Kijk, kijk, wat heb ik vandaag een
goede vangst!" kwam opeens een stem
uit het struikgewas. Hannie schrok van
geweld en greep in haar angst naar haar
broertje. Rinus stond echter dadelijk op
en vertelde dat zij verdwaald waren.
„Zal ik jullie dan eens terugbrengen
naar het dorp en naar huis?"
„Wij hebben geen huis," zei Rinus
treurig, „en we willen niet meer terug
naar die nare tante Truus".
De man lachte daar eens om en zei:
„Maar je kunt toch niet altijd in het
bos blijven".
„Nee, dat doen we ook niet, maar ik
ga veel geld verdienen voor mijn zusje
en mij," zei Rinus flink.
„Ga maar zo lang met mij mee, dan
zullen we wel verder zien," zei de man.
„We wonen hier dichtbij in een hut en
we vangen dikwijls konijnen in strik
ken. We zijn houthakkers en verdienen
daarmee ons geld".
Wordt vervolgd.
NIEUWE RAADSELS.
1. Welke kaarsen branden langer, vet-
of waskaarsen?
2. Welke schoen past aan niemands voet?
3. Welke meisjesnaam blijft hetzelfde
of je hem van voren of van achteren
leest?
4. Met b ben ik een boom
met k een groot gebouw
met z lig ik op een graf
met w help ik veel mensen geld ver
dienen
met m ben ik een naam of teken.
De oplossingen van deze raadsels vóór
19 December aan: De Krantentuln,
Leldse Courant, Papengracht, Leiden.
Wie wil graag meeloten om een mooi
boek te winnen?
WIE WEET
'n ziek vriendje of vriendinnetje? Stuur
dan vlug de naam en het adres naar ons
toe, dan kunnen we met Kerstmis een
mooie kerstkaart aan die kinderen
sturen.
Correspondentie
Sjaantje en Alie van Velzen, Ie Groe-
nesteeg 11, Leiden stuurden een ver
haaltje over:
TREES KRUGT EEN ECHT TUINTJE.
Treesje woont in een nauw straatje.
Veel zon komt er niet en dat vindt ze
heel jammer. Weet je waarom? Omdat
haar plantjes er altijd doodgaan.
Op een dag kreeg ze van de juffrouw
een mooie Christusdoorn, omdat ze wist
dat Treesje zo van planten hield. Treesje
ging natuurlijk dolgelukkig naar huis.
Eer ze thuis was waren er al mooie
bloempjes afgevallen, maar er zaten nog
een paar knopjes in. Ze heeft 't plantje
in de vensterbank gezet en geeft het
juist zoveel water als het nodig heeft.
Toch wordt het knopje geel en hangt
slap. ,,'t Gaat weer dood," denkt Treesje
verdrietig. De zon schijnt wel, maar niet
in huis en al gauw ging het plantje dood.
Op die dag kwam de voddenman door
het straatje en moeder zei: „Trees breng
de vodden even bij oom Gijs".
„Zo, Trees," zegt oom Gijs, „wat kijk
jij verdrietig".
„Mijn mooie plantje is doodgegaan,"
zegt ze.
„Zeker niet goed voor gezorgd," zegt
oom Gijs nu weer.
„Wel waar," zegt Treesje nu heftig.
.Nou Trees, ik weet goed gemaakt,
kom Zaterdagmiddag maar een grote bos
bloemen halen bij me en dan krijg je
ook een stukje tuin, vol bloemen en
knoppen".
Dat vond Trees fijn en was Zaterdag
present.
Mia van Denzen, Emmastraat 14,
N'wljkerhout. Je verhaaltje over: Schoe
nen kopen, is wel heel erg klein. Maak
eens een langer opstelletje, b.v. over
Kerstmis.
Co en Tiny Langelaan, Beatrixlaan 11,
Sassenheim. Dank je wel voor de aar
dige briefjes. Wat hebben jullie toch 'n
leuk klein broertje. Fijn hè om mee te
spelen. Verwen hem maar niet. Dag
kinders.
Woat Warmerdam, Exxenweg 4, Roe
lofarendsveen. Ben jij 'n nieuw vriendje?
Schrijf eens een briefje.
Piet van Noort, Watertje 5, Zoeter-
woude. Uit je beschrijving weet ik nu
ongeveer wel hoe je er uit ziet. Welkom
hoor jongen in onze grote kring en nu
maar trouw mee doen.
Colnmba Volwater, Zuidhoek 85. Roe
lofarendsveen. Kind wat heb jij een
mooie naam, die hoor je niet dikwijls.
Noemen ze je thuis met de volle naam?
Ja, toch zeker.
Corrie Disseldorp, Goorweg 8, Noord-
wijkerliout. Kijk, weer een nieuw nichtje
en nog wel eentje die zegt: tot de vol
gende keer. Zo mag ik het horen. Steeds
maar meedoen, dan win Je vast wel eens
een prijs. Dag Corrie.
Elske van Remundt, Lammenschans-
weg 137, Leiden. Ik draaide je briefje
eens om en nog eens om, maar mis poes,
geen gezellig babbeltje. Wanneer kryg ik
die weer?
Magda de Groot, Rijndijk 1, Hasers-
wondc. Vindt jij de raadsels soms heus
zo moeilijk? Je bent toch al tien jaar
en als je het helemaal niet weet, mogen
de grotere zussen of broers gerust
-helpen.
All de Hollander, v. d. Valkbouwman-
weg 95, Leiderdorp. Dat is wel leuk hè
om te corresponderen met een meisje uit
een heel ander deel van ons land. Je
leert dan ook de gewoonten van die stad
of provincie kennen. Ik kreeg vandaag
nog een brief van een meisje uit Ame
land, je weet wel één van de Wadden
eilanden ten Noorden van Friesland, en
die schreef, dat het Sint Nicolaasfeest
daar heel anders gevierd wordt dan hier,
daar lijkt het bijna op een carnaval.
Cobi v. d. Zon, Akkervoorderlaan J,
Llsse. Zul jij je poesje niet te veel voe
ren? Een dikke poes is altijd lui en dat
is niet aardig. Veel leuker als ze overal
achteraan sprint. Schrijf eens een ver
haaltje over de belevenissen met Je poes.
Willy Voskuil, Zonncveldstr. 2, Zoe-
terwoudc. Een pluim Willy voor je nette
briefje, alles was goed.
Corrie v. d. Berg, Gnepboek 270, Al
phen. Jammer dat je niets gewonnen
hebt, alles was ook dik in orde.
Ria Mulder, Boerhaavestr. 18, Voor
hout. Was dat even boffen om een arm
bandje te winnen. Wie weet ben je bij
ons ook nog eens gelukkig. Volhouden
maar Ria.
Joke en Coby Goldenberg, Toissaint-
kade 49, Leiden. Weer twee nieuwe
nichtjes er bij. Tjonge, tjonge, wat zijn
we al met velen, 't Zou een lange op
tocht kunnen worden, als we eens alle
maal meeliepen. Jullie blijven nu toch
trouw meedoen. Dag kinders.
Gé de Gunst, Z(jde 63, Boskoop. Fijn
Gé dat je het verhaal van de weesjes
zo graag leest. Alle kinderen schrijven
dat ze het zo mooi vinden.
Rini Vroonhof, Noorden. Natuurlijk
lees ik ook de belevenissen van „De
dolle Musketiers", 't Is wat leuk!
Corrie Koppe, Voorhout. Keurig werk
Corrie en geen enkele fout
Annle Zwetsloot Bent 6, Hazerswoude.
Ja het vorige raadsel was wel heel ge
makkelijk, maar deze zijn ook niet zo
moeilijk, 't Is wel goed als jullie er even
over moeten denken.
Klaas Korenhoff, Lelden, Henk d.
Meer, Hoogmade cn Frits Pannebakker,
Boskoop stuurden allemaal de oplossin
gen zonder fouten in.
Rlta, Corrie en Joke Verhaar, Noord-
einde 93, R'veen. Nou Joke dat heb je
er kranig afgebracht en dan nog wel
versierd met aardige tekeningen. Ik
hoop nog veel briefjes van je te krijgen.
Met een grote wedstrijd moeten jullie
alle drie meedoen, dan hebben Jullie
ook drie kansen. Dag meiskes.
Jozef Stcenvoorde, Plkéstr. 53, Noord-
wijk. Wat kun jij goed briefjes schrijven
en ik wed dat je zo een aardig ver
haaltje uit je mouw schudt. Denk er
eens over na.
Kees v. Noort, Hoge Morsweg 92,
Oegstgecst. Maar Keesje had je nu geen
ander velletje papier bij de hand? Vol
gende keer beter. Dag jongen.
Het stapelt je. brieven is vandaag weer
veel dunner geworden. De volgende
week krijgt de rest een beurt.
Wie ziet er kans om vóór Kerstmis
nog een Kerstverhaaltje te maken?
Stuur het dan maar gauw, dan komt
het nog op tijd in de krant.
Volgende week verder. Dag kinders.
TANTE JO EN OOM TOON.
tt
Biekiebettum, 1/ Met wind!
(waar vinden wü een smidCmee noq >n
?om die kid open tej~ndik klein J~"
\maken 7(halfuurtje ver-
ider!
En ie zuil vluq moeier
z'ïn, want mO'n ehter
ogen deken. Er komt
regen!y
y ^feg, lidonia, zo/anghet regent,%
moet je maar open. hoor!die kid 1
S wordt te zwaar van I nat
dat d een corvee tkegenlJNatuurl-jk !Pijpe:
het nog alfJd, lambiek 7jdelen en ouwe wj
Zo, zo!?„.tialloBiekbetlunh
melke, regent het noq?
Zeg, Biekbet, wil je IfMaak geen
vooral niet verbeten Qherne...er^
dat je MONminiatuundreigt ge
-hersenen bent, 1(vaar achter 't)
\beqrepen!lUrrtTTT hoekje!)
WÊ
Welnee, fidonia! Welke
sufferl heeft U dat wjsqe-
maakt