Wie pu22elt met ons meel DE DOLLE MUSKETIERS" ZATERDAG 28 NOVEMBER 1953 DE LE1DSE COURANT DERDE BLAD PAGINA 2 Horizontaai: 1. dorp in Z.-H. a. d. Lek, 6. gastvrij, 8. wilde ezel (Mid- den-Azië), 13. stad in Z.-H., 14. jon gensnaam, 15. afkorting van zekere 'godsdienst, 17. buitenhaven, 18. vor dering, 20. gesloten, 21. lidwoord, 22. bedekking van een gebouw, 24. voor deel, 26. spitse bek van een vogel, 27. water in N.-Brab., 28. dorp a. d. Gouwe, 30. japon, 31. maand van het jaar, 32. deel van .het oog, 33. slaap, 35. niets, 36. balsemgeur, muskus, 38. bestuurster ener abdij, 40. smalle gracht, 42. klein paard, 44. kienspel, 47. moerassig, 48. zelfkant, 49. graanelevator, 50. 'harde kern, 52. vrachtschip, 54. grote hartslagader, 56.1aag zoldertje, 58. verdicht ver haal in proza, 60. plaats in België, 62. dorpje in Limb, bij Wittem, 64. deel van het oor, 65. sneeuwschaats, 67. brandstof, 68. afwisseling van tijden, 71. plaats in Engeland, 72. meisjes naam, 74. oude lengtemaat, 76. bol rond vruchtje (spreektaal), 77. jon gensnaam, 78. vlaktemaat, 80. dorp in Gelderland, 81. band, hoepeltje, 83. voorzetsel, 84. skitocht met kunstma tige hindernissen, 85. droombeeld, 87. waterplant, 88. kanaal in Z.-H., 89. onderbed. Verticaal: 1. buurtschap i. d. Z.-H. gem. Ter Aar, 2. lengtemaat, 3. Euro peaan, 4. beest, 5. gem. in Gelderl., 6. delfstof, 7. werpstrik, 8. voorvoegsel, 9. aantekening, 10 biersoort, 11. af korting van gadalinium, 12. munt in Rusland, 16. schaapachtig zoogdier, 19. eertijd koningstitel in Peru, 21. eerste optreden van een acteur, 23. steen, 24. de Saksische naam van Odin, 25. praalgraf, 26. knopje op een priktol, 28. tweemaal (Lat), 29. krui pend dier, 32. wisselgebed, 34. bij- winkel 36. welriekende gele zalf (In donesië), 37. zekere verfsoort, 38. plotselinge rijzing van het zeewa ter bij eb op de Zeeuwse kusten, 39. wetgever van Athene, 40. sluisklok, 41. lied, 43. dwaas, 45. kever, 46. bid (Lat.), 51. vogel, heidehupper, 52. graveur, 53. dorpje ten O. van Assen, 55. deficit, 57. deel v. d. mond, 59. bijwoord, 60. geknotte boomstam, 61. vogel, 63. ver beneden de opper vlakte, 65. sociëteit (afk.), 66. krach tig, 69. huis (Maleis), 70. reuk, 73. rechterbijrivier v. d. Donau, ont springt in It. Tirol, 75. Indische moe- raspalm, 78. bergweide, 79. priem, 81. bakje, 82. kern, 84. te zijner plaatse (afk. Lat), 36. bijwoord. De oplossingen kunnen tot en met Donderdag 3 December naar ons bu reau gestuurd worden. Voor de goede oplossers zullen een taart, een sie raad en een boek beschikbaar gesteld worden. De prijswinnaars van deze week zijn: de sigarettenkoker: M. J. v. Noord, Rijksstraatweg i heim; het sieraad: N. Ramakers, Zee^- manlaan 25, Leiden, en het boek: J. Omtzigt, Hoge Rijndijk 157, Zoeter- woude. OPLOSSING. Horizontaal: 1. staar, 5. slop, 9. baar, 11. dele, 12. m.g., 14. Naab, 16. sir, 17. al, 19. bars, 21. mi, 22. olijk, 24. kalk, 26. Pasen, 28. malie, 30. teer, 32. Peel, 33. E.g., 35. leer, 37. M.T., 38. zin, 40. feit, 42 sa, 44. Erin, 46. keep, 48. toko, 49. trade. Verticaal: 1. som, 2. A.B., 3. aan,, 4. Raab, 5. so, 6. les, 7. olim, 8. perikel, 10. raak, 13. gala, 15. Bram, 18. lijst, 20. slap, 22. opgezet, 23. keel, 25. klem, 27. Neef, 29. iets, 30 reek, 34. giro, 36. Riet, 39. nik, 41. ter, 43. A.D., 45. N.O., 47. pa. Aetherklanken ZONDAG. HLIVERSUM I. 402 M. 8.00 NCRV. 8.30 1KOR. 9.30 KRO. 17.00 NCRV. 19.45—24.00 KRO. NCRV: 8.00 Nws. en weerber. 8.15 Orgelconc. IKOR: 8.30 Vroegdienst. KRO: 9.30 Nws. 9.45 Gram. Gram. 9.55 Plechtige Hoogmis. 11.30 Vra- genbeantw. 11.45 Strijkork. 12.20 Apologie. 12.40 Musette or. en solis te. 12.55 Zonnewijzer. 13.00 Nws en Kath. niws. 13.10 Kamerkoor, strijk ork. en sol. 13.40 Kamerkoor, strijk ork. en sol. 13.40 Boekbespr. 13.55 Gram. 14.00 Voor de jeugd. 14.30 Viool en piano. 14.50 Gram. 15.00 „Het atoom in dienst van de vre de", klankb. 15.20 Residentie-ork. 15.50 Gram. 16.10 „Katholiek Thuis front Overal!" 16.15 Sport 16.30 Vespers. NCRV: 17.00 Kerkdienst. 18.30 Gram. 19.00 Kerkelijk nws. 1905 Samenzang. 19.25 Gram. 19.30 „Weg en werk der Kerkhervormers", caus. KRO: 19.45 Nws. 20.00 Gram. 20.25 De gewone man. 20.30 Prome nade ork. en soliste. 21.10 Act 21.20 Gram. 21.25 „Heilige Moeders", hoorsp. 22.25 Gevar. muz. 22.45 Avondgebed en liturgische kalender. 23.00 Nws. 23.15 Radio Philh. ork. 23.45—24.00 Gram. HLIVERSUM H. 298 M. 8.00 VARA. 10.00 VARA. 10.30 IKOR. 12.00 AVRO. 17.00 VPRO. 17.30 VARA. 20.00—24.00 AVRO. VARA: 8.00 Nws. en weerber. 8.18 Gram. 8.45 Sportmeded. 8.55 Voor het platteland. 9.00 Gram, met comm. 9.45 „Geestelijk leven", caus. VPRO: 10.00 „Geef het door", caus. 10.05 Voor de jeugd. IKOR: 10.30 Doopsge zinde kerkdienst AVRO: 12.00 Sport- spiegel. 12.05 Lichte muz. 12.35 „Even afrekenen, Heren". 12.45 Orgelspel. 13.00 Nws. 13.05 Meded. of gram. 13.10 Pianospel. 13.30 Lichte muz. 14.00 Boekbespr. 14.20 „Alfonso und Estrella", opera. 15.50 Toneelbe schouwing. 16.05 Lichte muz. 16.30 Sportreveu. VPRO: 17.00 „Gesprek ken met luisteraars". 17.20 „Van het kerkelijk erf", caus. VARA: 17.30 Voor de jeugd. 17.50 Sportjourn. 18.15 Nws. en sportuitsl. 18.30 Hammond orgelspel. 18.50 Radiolympus. 19.20 Gram. AVRO: 20.00 Nws. 20.05 Ge- var. muz. 20.50 „Mag ik mij even voorstelen? Mijn naam is Cox!", hoorsp. 21.25 Metropole Ork. 21.50 Disco-caus. 22.30 Act. 22.45 Gram. 23.00 Nws. 23.15 Gevar. muz. 23.45 24.00 Orgelspel. MAANDAG. HILVERSUM I, 402 m. 7.00—24.00 NCRV. NCRV: 7.00 Nieuws. 7.13 Gewijde muz. 7.45 Een woord voor de dag. 8.00 Nieuws en weerber. 8.15 Sport uitslagen. 8.20 Gram. 8.30 Tot Uw dienst. 8.35 Gram. 9.00 Voor de zie ken. 9.30 Voor de vrouw. 9.35 Wa terstanden. 9.40 Mastklimmen. 10.10 Gram. 10.30 Morgendienst. 11.00 Gram. 11.45 Gevar. muz. 12.25 Voor boer en tuinder. 12.30 Land- en tuinb.-meded. 12.33 Gram. 12.55 Klok gelui. 13.00 Nieuws. 13.15 Metropole orkest en solist. 13.45 Gram. 14.00 Schoolradio. 14.30 Gram. 14.45 Voor de vrouw. 15.15 Gram. 15.30 Piano trio. 16.00 Bijbellezing. 16.30 Vocaal ensemble. 16.50. Gram. 17.00 Voor de kleuters. 17.15 Accord.muz. 17.30 Voor de jeugd. 17.45 Regeringsuitz.: Mr. K. Vonk „Nederland en het ver keer in Europa". 18 90 Kerkkoor en orgel. 18.20 Sport. 18.30 Fagot-kwar tet. 18.45 Engelse les. 19.00 Nieuws en weerber. 19.10 Gram. 19.30 „Volk en Staat", caus. 19.45 Orgelconcert. 20.00 Radiokrant. 20.20 Mariniers kapel en mannenkoor. 21.10 „Het ant woord", hoorsp. 22.05 Samenzang. 22.35 Omr.ork. 22.45 Avondoverden king. 23.00 Nieuws en SOS-ber. 23.15 24.00 Gram. HILVERSUM II, 298 m. 7.00—24.00 AVRO. AVRO: 7.00 Nieuws. 7.10 Gram. 7.15 Gym. 7.30 Gram. 8.00 Nieuws. 8.15 Gram. 9.00 Morgenwijding. 9.15 Koor zang. 9.30 Voor de vrouw. 9.35 Gram. 11.00 Voordr. 11.15 Kamerork. en so liste. 12.00 Lichte muz. 12.30 Land- en tuinbouwmeded. 12.33 In 't spionne tje. 12.38 Twee piano's. 13.00 Nieuws. 13.15 Meded. en gram. 13.30 Lichte muz. 14.00 „Wat gaat er om in dé wereld?", caus. 14.20 Gram. 14.30 Voordr. 14.45 Viool en piano. 15.15 Voor de vrouw. 16.15 Gram. 17.30 Voor de padvinders. 17.45 Gram. 17.50 MiL caus. 18.00 Nieuws. 18.15 Muzi kale caus. 18.30 Accordeonmuz. 19.00 Voor de jeugd. 19.15 Rep. of gram. 19.25 Cabaret. 19.45 Regeringsuitz.: Ir. J. G. W. Ignatius: „De landbouw telling 1953". 20.00 Nieuws. 20.05 „Les Goed begrepen. Onderwijzeres: „Tradities zijn dingen, die van vader op zoon gaan. Wie kan mij hiervan een goed voorbeeld geven?" Jantje: „Ik juffrouw! Toen ik gis teren onder een hek doorkroop, scheurde ik mijn traditie". Niet letterlijk. „Beste kerel, hoe kan je met een kleerborstel een spij ker in een muur slaan. Gebruik je hoofd toch eens!" Boem. Meisje: „Wat kost die stof?" Bediende: „Twee kussen per me ter". Meisje: „Geef maar tien meter". Bediende: „Dat is dan 20 kussen bij elkaar". Meisje: „In orde, mijn grootmoeder komt dadelijk betalen". Zorgzaam. „Wie heeft die fles cognac leeggedronken?" „Ik!" „En die had ik gekocht voor het geval er iemand ziek zou worden". „Ach, ik wilde je niet ongerust maken Voor de visite „Ober, breng me wat kliekjes van gisteren", zei een mijnheer en hoewel de ober verwon der was, voldeed hij aan het ver zoek. De heer at alles op en bestel de daarna een verrukkelijk menu. Toen de heer 'ook dat had wegge werkt, vroeg de ober aarzelend: „Als ik vragen mag „Ik weet wat je vragen wilt", ant woordde de heer. „Die kliekjes neem ik om mijn lintworm te voeden en dan begin ik pas aan mijn eigen eten". Hardnekkig „Je bent niet goed, ezel", riep iemand tegen een spre ker op een politieke vergadering. De voorzitter sommeerde de schreeuwer zijn woorden direct in te trekken. „Goed", zei deze, „dat ezel wil ik wel terug nemen, maar ik blijf er bij, dat de spreker niet goed is" „Wat mankeert me dan?" infor meerde de spreker. „Dan kan je beter bij de veearts gaan vragen", was het laconieke antwoord. B©vreesd Moeder: „Die Marie- tje huilt de hele dag Ik begrijp niet waar het kind de tranen vandaan haalt". Jantje: „Ze zal een waterhoofd hebben". Uitleg Zij: „Henri zei gisteren, dat me alleen nog twee vleugels ontbraken Daarmede bedoelde hij natuurlijk, dat ik dan helemaal een engel zou zijn". Vader: ,.Een gans heeft anders ook twee vleugels". Nog sterker Soldaat: „Vorige week viel ik op de loop van een ka non. Zo'n gat in die loop! En beta len natuurlijk". Matroos: „Nou, ik viel een paar weken geleden over de reling en pats midden in de zeespiegel. Hele spiegel in stukken. En betalen na tuurlijk". Ingewikkeld Agent: ,.En nu voor de laatste maal: Hoe heet U?" Aangeschoten student: „Mijn naam is Anders. Als die anders was, zou ik die anders zeggen, maar ik heet nu eenmaal Anders en niet anders". Zelfbewust. Kapitalist (die door een zwerm muggen wordt belaagd): „Wel verdraaid, wat een lekkerbek ken". Bewijs. Verdachte: „Waar is de andere agent". Rechter: ,.Er was maar een agent in het dorp". Verdachte: „Maar ik heb er toch twee gezien!" Rechter: „Daarom staat U ook hier!" Moe kleurde. Kleine Jan (op damespartijtje van zijn moeder: „Zeg mam, waar blijven die katten nou, waarvan papa zei, dat ze van middag zouden komen?" Kapper. Bediende: „Hoe vindt U deze scheerzeep, mijnheer?" Mijnheer: „Heerlijk. Maar je moet toch ook eens bij mij komen eten". Knap gezegd. Zij: „Heb je nu veer geen opslag gevraagd?" Hij: „Ja, wel gevraagd, maar niet gekregen. De baas had gelijk. HU zei: „Dirk, neem dat van mü aan, geld is ook niet alles". noces de Jeannette", opera. 21.05 Ca baret. 21.30 Am us. muz. 22.05 Voordr. 22.20 Instr. kwartet 22.35 Orgelcon cert. 23.00 Nieuws. 23.15 Filmpro gramma. 23.4524.00 Gram. PUn bier - scheuten daar en stramheid in Lijf en leden al die vormen van Rheumatische on- genakken kunt U met Kruschen te lijf Berust er niet in, 't Wordt wel erger, niet beter. Begin morgen ra dicaal met Kruschen. Tienduizenden vonden en vinden bij Kruschen baat en verlichting iedere dag weer, Waarom zoudt U dan weerloos ver der lyden. Neem ook Kruschen de kleine dagelijkse dosis cn on dervindt zelf het heilzaam effect. (Advertentie) van tweet weesjes (Vervolgverhaal) „Hè, hè", zuchtte Hannie, „is me lopen, ik ben doodmoe", maar ze werd in de rede gevallen door Rinus: „Stil toch joh, anders hoort Peter ons, en dan heeft hij ons nog zo gevonden". Toen hield Harmie d'r mond maar dicht en ging achterover liggen in het mos, om heerlijk uit te rusten. Nu voelde ze eigenlijk pas hoe moe ze was van die hele /niddag spelen. „Kom", zei ze tegen Rinus, „ga jij ook achterover liggenr dan kun je ook fijn uitrusten, want we moeten dadelijk nog een heel eind naar huis lopen". Ja, dat vond hij ook en hij ging ook lekker liggen, 't Zou nog wel een poosje duren eer Peter hen gevonden had, 't was hier zo'n fijn plekje. In minder dan geen tijd lagen onze helden, overver moeid van het spelen en hollen in een heerlijke diepe slaap. En dat midden in het bos. Al die tijd was Peter maar aan het zoeken en zoeken. Af en toe riep hij eens, maar geen antwoord. HU liep al verder en verder maar vond het hele maal niet erg; hij vond het zelfs wel leuk dat ze zich zo goed verstopt had den. Maar toen het zo lang duurde be gon het zoeken hem toch te vervelen en nu een poos werd hij echt boos op Rinus en Hannie. Hij dacht, dat ze stilletjes naar huis gegaan waren en hij liep maar te mopperen in zichzelf: „Ik zal het ze morgen op school wel betaald zetten. Bah. niets aardig om mij zomaar voor niets te laten zoeken". En zo brommend en mopperend liep hij langzamerhand naar huis toe waar zjjn moeder al naar hem had uitgekeken en vroeg waarom hU toch zo'n boos ge zicht zette. HU vertelde" nu het hele verhaal en ook zijn moeder vond dat het niets aardig was van Rinus om zo maar naar huis te gaan, zonder iets tegen Peter te zeggen. Maar Peter en zijn moeder hadden er geen flauw idee van, dat de kinderen ergens heel diep in het bos lagen te slapen. Opeens schrok Hannie wakker. Het was al donker en ze kon haast niets zien in de omtrek. Op dat ogenblik wist ze helemaal niet waar ze was. Ze wreef zich eens de ogen uit, voelde het voch tige gras en ja toen herinnerde zich nu alles weer. Van het verstoppertje spelen in het bos en van de boodschap bij de schoenmaker. Ja, hier voelde ze de tas met de schoenen al. „Rinus, Rinus, wordt eens gauw wak ker, want we moeten naar huis, het is al zo donker," riep ze opeens zenuwachtig. Rinus, die ook helemaal niet wist waar hij was, keek eens verwonderd in het rond. Toen keek Wj met verschrikte ogen naar zijn zusje en vroeg: „Waar is Peter?" „Weet ik niet, misschien is hij ons nog wel aan het zoeken". „Nou, dat denk ik niet, kom laten we maar gauw naar huis gaan, tante zal wel erg ongerust worden, als we met donker nog niet thuis zyn". „Welke kant moeten we op?" vroeg Hannie. „Hierheen," zei Rinus, „geef mij maar een hand, dan kunnen we samen flink doorstappen. Hier tussen de bomen is 't al zo donker, maar straks op de weg zal het wel lichter zUn. Kom, ga nu gauw mee en sta niet zo te treuzelen". „Ja, ik dacht eigenlyk dat we van de andere kant waren afgekomen". „Nee, toe, zeur nou niet zo, wees maar niet bang, ik weet best de goede weg te vinden". Rinus scheen zo zeker van zijn zaak te zyn, dat Hannie nu ook niet bang meer was en vlug met haar broertje meeliep. Ze liepen achter elkaar aan, het ene smalle paadje in en het andere paadje uit. Plotseling bleef Rinus staan. „Ik denk toch dat jy gelijk had Han nie en dat we de andere kant hadden op moeten gaan. Want hier wordt het bos steeds dichter. De struiken worden hier ook al minder en er staan hier enkel nog maar grote en dikke bomen". „Laten we dan maar gauw teruglopen," stelde Hannie voor, „ik weet nog best hoe wy moeten lopen". „Weet je het heel zeker?" vroeg Rinus een beetje argwanend. „Ja, heel zeker," zei Hannie weer, „we moeten hier dit paadje inlopen en dan krijgen we een groot breed pad en dan komt dat hele grote pad met die kiezelstenen, waar we eerst overheen ge komen zyn, weet je nog wel?" Ja, dat wist Rinus nog wel. ze keerden om en samen liepen ze, elkaar bij de hand houdend, op weg naar huis. Ze hadden al weer een tijdje gelopen, maar nog nergens een kiezelpad te zien. Ze dwaalden maar door en kwamen ten slotte op een paadje terecht dat hele maal niet verder ging en uitkwam op een veldje mos. „O, ik ben nu toch zo moe geworden," bekende Rinus en ook Hannie liet zich dankbaar op het zachte mos neervallen. De kinderen beseften nu pas dat ze in het grote onmetelijke bos verdwaald waren. Hannie werd bang en begon te snikken. „Rinus, we kunnen toch niet in dit bos blijven. Als we thuis komen, zal tante heel boos op ons zyn en ons zeker nooit meer alleen ergens naar toe laten gaan". Nu kreeg Rinus het ook wel een beetje benauwd, vooral nu zijn zusje verdrietig snikte. Zelf was hy toch ook eigenlijk nog een kleine jongen, hoewel hij zich ten opzichte van zyn zusje heel groot voelde. „Weet je wat, we gaan niet meer naar tante Truus terug," zei hy opeens heel moedig. Hannie keek hem met verwonderde ogen aan. „we zullen toch wel terug moeten. We kunnen toch zo maar niet wegblijven en we moeten toch ergens slapen en eten". Op al die angstige vragen van zyn zusje wist hij wel raad. „We hebben net toch ook in het bos geslapen en dat was wat fyn. Dat gaan we vannacht ook doen en dan zullen we morgen als het licht is wel verder zien. Nu is het toch te donker en we kunnen nu niets anders doerf'. „Maar ik durf niet de hele nacht in het bos te slapen. Misschien komen er wel wilde dieren, die ons opeten". Nu moest Rinus heel hard lachen: „Heb jy wel eens van wilde beesten in hoornje een wild beest of een konUntje? dit bos gehoord? Noem jij een eek hoorn een wild beest. Als straks de maan op komt zullen de konijntjes wel te voorschijn komen als het zo stil is in het bos, maar dat zal juist leuk zijn". Zo troostte Rinus zijn bange zusje en warempel zij werd kalm. Lachend haalde de schoenen van oom Johan voor de dag en zei: „Weet je wat Rinus, jy moest die schoenen aan doen. dan ben je de reus met de zevenmijlslaarzen". Om zijn zusje een plezier te doen, deed hij de grote laarzen aan en begon te stappen, maar dat viel niet mee, hij struikelde steeds. Nu Hannie door dat spelletje wat gekalmeerd was, deed hU de schoenen weer in de tas en ze zochten een plekje om te slapen. Wordt vervolgd. KINDEREN VERTELLEN OVER HET SINT NICOLAASFEEST. Eerst komt Tineke Duindam aan de beurt. Gerda heeft er een aardig briefje by geschreven en zegt dat mama een klein beetje geholpen heeft. Nu dat mag weL Tineke heeft het zelf keurig netjes geschreven en vertelt ons: HET BEZOEK VAN SINT NICOLAAS. Het begon al winter te worden en het was begin December. Nog een paar daagjes en het grote feest was daar. De kachel snorde behaaglijk en na het eten gingen we gezellig er rondom heen zit ten, want het was Zondag, dus we wa ren allen thuis. Terwijl moeder met de kleintjes bezig was, vertelde vader dik wijls een mooi verhaal en nu vanzelf over Sint Nicolaas. Op school hadden we al veel versjes gezongen en nu liet vader ons, toen hy uitverteld had, ieder op de beurt een versje zingen. „Wie weet." zei hU, is Sint Nicolaas wel in de buurt en luistert Hij naar jullie". We deden ons best. Opeens ,^e. er werd hard gebeld. Angstig luisterden wij, hoe vader de deur open deed en wij hoorden hem zeggen: „Welkom Sint Nicolaas, komt U binnen". En jawel hoor, daar kwam de goede Sint echt bij ons binnen en vertelde dat Hy had horen zingen. HU was aan de overkant bij een ziek kindje en kwam nu ook eens bij ons kijken. Hij vroeg vader van alles over ons: hoe wij leer den, of de meisjes moeder goed hielpen en nog veel meer. Hij zou op 5 Decem ber Zwarte Plet wat laten brengen en vroeg meteen of we dan wat wilden af staan voor het zieke kindje aan de over kant. Nu dat beloofden we natuurlijk. Toen ging Hij weer weg. Wat was dat een fijne middag geworden. Rikte van Wieringen uit Roelofarends- veen stuurt ons ook een verhaaltje en vertelt meteen dat zy een briefje naar Aad v. d. Langerijt gestuurd heeft en dat zij ook een briefje heeft teruggekre gen. Nu heeft ze hem weer geschreven. En nu haar verhaaltje: EEN STOUTE JONGEN GESTRAFT. Het liep naar het St Nicolaasfeest en de kleine Nico zei: „Er bestaat geen St. Nicolaas". Zwarte Piet, die aan alle schoorstenen luistert had het ook ge hoord. 's Avonds 5 December kwam St. Nico laas op bezoek. Nico zat wel een beetje te bibberen van angst. O, daar had je het al: „Nico kom eens hier!" Zachtjes, voetje voor voetje kwam hij dichterby. Zwarte Piet keek heel boos en toen sprak St. Nicolaas: „dus jij zegt dat ik niet besta. Nu voor straf zullen we je maar mee naar Spanje nemen". Nico begon nu te huilen en de goede Sint had medelUden. „Als je belooft, dat je het niet weer doet, dan mag je hier blyven, maar voor straf kryg je dit jaar geen cadeautje. Misschien het volgend jaar". Nico heeft het nooit meer gezegd. ONS SCHOENTJE. schoentje by de schoorsteen gezet. We hadden er ook een bakje water en wat hooi bijgedaan en een briefje. Met z'n allen gingen we toen versjes zingen en we hoopten maar dat Sint Nicolaas het zou horen. Na het eten gingen we bid den en toen naar bed. De volgende mor gen waren we al vroeg wakker en be nieuw of er wat in onze schoen zou zit ten. Vader zou ons komen roepen, dus moesten we nog even wachten. Eindelijk mochten we gaan kijken en daar lagen suiker beestjes en pepernoten in onze schoen en ook nog een klein briefje. Barrle Bakker, Witte Singel 7, Roe- Iofarcndsvecn heeft ons ook wat te ver tellen en wel over: BIJ OMA MET SINT NICOLAAS. Wat was het fijn toen moeder zei dat wij met St. Nicolaas een dagje bij oma mochten komen en nog wel slapen ook, dat was helemaal zo fyn. Zaterdagmid dag gingen wij al weg. Oma zat al op ons te wachten. Toen ze ons in de verte aan zag komen liep ze gauw naar de deur om open te maken. We deden onze manteltjes uit en gingen gauw bij de kachel zitten, want we waren koud. In die tijd schonk oma thee in en we kre gen er een speculaaspop bij. 's Avonds was het pakjesavond. Sint Nicolaas kwam bij oma in huis. Hy bracht een grote zak met pakjes mee. Op ieder pakje stond een naam en we kregen ieder drie pakjes. Jan kreeg een tol, een bal en een ballpoint. Jannie een pop, een ketting en een armbandje. Hennie een flesje eau de cologne, een schildertje voor haar kamer en een mooie slaap- pop. Toen St. Nicolaas weg was moesten we gaan bidden en naar bed. Wat was het een bly feest geweest. PECH. Het liep tegen Sint Nicolaas en Jantje mocht voor moeder zijn schoentje klaar zetten. Maar Jantje dacht ik zet ja zijn schoen, daar gaat veel meer in. Hij ging naar de keuken en ging eerst zijn schoe nen netjes poetsen, want jc kunt geen vuile schoenen by de schoorsteen zetten. Stilletjes had hij ook zijn vaders schoe nen gepoetst en toen hij naar bed ging zette hij achter de kachel de grote vadersschoenen neer. Maar toen hij 's morgens wakker werd en ging ldjken, o, wat schrok hy toon. In plaats van een auto-tje of een taai-taaipop zat er in de schoen van vader een kistje sigaren, want Sint Nicolaas had natuurlyk ge dacht dat vader zyn schoenen had neer gezet. Jan zei maar niets anders hadden ze hem toch uitgelachen. Trnus v. d. Krogt, Schcnkeiweg 67, Zoetcrwoude, een vriendinnetje van Joke Roessen, wil ook zo graag met ons mee doen en ze stuurt al de eerste keer een versje over de groentenboer. Ze schrijft er bij dat ze zelf een dochtertje van een groentenboer is. DE GBOENTENBOER. Elke dag, dat in, dag uit Eet ik volop lekker fruit. Fruit dat is toch zo gezond, Daarvan wordt je dik en rond. En 'de groenten niet te vergeten, Moet je alle dagen eten. En nu tot besluit: 't Is fruit en groenten wat de klok luidt. Ziezo kinders, dat is het weer. Wie al aan een Sint Nicolaasverhaaltje begon nen is, maakt het gauw af en stuur het nog vlug naar ons toe, dan komt het de volgende week Zaterdag nog in de Krantentuin. Dag allemaal. TANTE JO en OOM TOON. 99 (52)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1953 | | pagina 5