Ik heb nog nooit de kathedraal gezien! SLA DIT ALSTUBLIEFT OVER! Haarlems hoofdkerk wordt alleen door buitenlanders bewonderd Nieuwe kunst in nieuwe dom Morgen: MISSIE-ZONDAG ZATERDAG 17 OCTOBER 1953 DE LEIDSE COURANT rWEEDE BI.AD PAGINA 1 Foto rechts: Het schip van de ka thedraal te Haarlem, gezien vanaf de bisschopsstoel. Links: De kathedraal beschenen door „floodlight". delijke zij-ingang (practisch de hoofdingang) met afbeeldingen van de Boodschap en van de Bruiloft te Cana. Han Bijvoet is ongetwijfeld ook als schilder een begaafd kunstenaar. Hij is sterk geïnspireerd door de Ita liaanse middeleeuwen, wat in de Haarlemse muurschilderingen wat al te duidelijk blijkt. Veel meer eigen ontplooiing vindt zijn talent in de glazen. Het grote raam, zeer blauw, in de Maria-beuk, geeft daarvan ge tuigenis, maar meer nog de pendant ervan, het Christus-raam, een glorie van goud en bruin, welke voortreffe lijk past bij de gele kleur van de steen. Dit raam alleen maakt een be zoek aan de kathedraal de moèite waard. Deze opsomming welke zeer on volledig is moge volstaan om te verlokken tot een bezoek aan onze bisschopskerk. Toch is ook de versie ring van de kerk nog zeer onvolledig. Het gaat natuurlijk niet aan, in een tijd van kerkenood op grootscheepse wijze aan de opluistering van de ka thedraal te arbeiden, maar het lijkt ons goed gezien, dat plebaan Agterof ermee doorgaat voor zover de aan wezige fondsen en schenkingen gedo gen. Deze waren gedeeltelijk reeds vóór de oorlog gestort door vereni gingen en particulieren met het edele doel de kathedraal te verfraaien. Het heeft geen zin ze ongebruikt te laten liggen en men kan ze ook niet aan de bestemming van de gevers ont trekken. Zo zal in de eerstkomende jaren een Franciscus-kapel worden ingericht (geschenk van Franciscaan se orden en congregaties). Ook-een Carolus Borromeus-kapel (geschenk van de bisschoppelijke geestelijkneid) en een Aloysius-kapel (geschenk van de Jeugdbeweging). De K.A.B. en de Kath Middenstand zijn beide ertoe overgegaan een jubileum-geschenk voor de kathedraal af te zonderen, te gelijk met een actie voor de kerkq- bouw. De K.A.B. gaf opdracht voor een Willibrord-kapel met een balda kijn-altaar door Evers en Sarmelijri, ramen en schilderingen door Med- dens en een reliekhouder doot Noyons. Het altaar en de schilderin gen zijn goeddeels voltooid. Het spijt ons het te moeten zeggen, meer nog voor de K.A.B. dan voor de heer Meddens, dat we die schilderingen van St. Willibrords leven alleen maar koddig vinden. De Kath. Middenstand droeg Han Bijvoet op bij het reeds bestaande „Hanze"-altaar de verha len van de Verloren Zoon en de Barmhartige Samaritaan te schilde ren. VREEMDE TOESTAND. Wegens de kerkenood in het bis dom en de daarvoor gevraagde in spanning van alle gelovigen, kunnen overigens zeer gerechtvaardigde ver sieringen van de kathedraal voorlopig geen doorgang vinden het orgél is versleten, vele ramen moeten na de storm van j.l. Februari opnieuw met kaal glas worden gezet maar ieder een, die zijn kathedraal een goed hart toedraagt, kan lid worden van het St. Bavogilde (bijdrage 1.f 2.50 of 5.per jaar, secretariaat Jan Steenstraat 58, Haarlem) dat lang zaam maar zeker fondsen vergaart voor de ornamentele voltooiing van Haarlems hoofdkerk. Zo men, ondanks het goede hart, geen aanleiding vindt gildebroeder van de St. Bavo te worden, behoeft dat geen reden te zijn de kathedraal, omdat ze wat links ligt, links te laten liggen. Wanneer buitenlanders en niet-Katholieken hun bewondering voor ónze kathedraal niet verhelen, is het een vreemde toestand, dat wij zo weinig belangstelling en waarde ring tonen voor deze grootse, gran diose kerk, welke in omvang de grootste is sinds de Hervorming in Nederland gebouwd, en welke, of schoon onvoltooid in haar versiering, reeds thans een schatkamer is van kunstwerken. Het moest eigenlijk een meewarig lachje wekken, als een burger van dit bisdom overal en ner gens heen op excursie ging, maar be kende nog nooit de kathedraal van Haarlem te hebben gezien.... Nog nooit de kathedraal gezien? Neen maar! Het wordt tijd, die leemte aan te vullen. (Uit het dagblad „De Stem") Dit is bij uitzondering een stukje, dat U nu eens niet moet lezen. Legt U deze krant nu maar opzij, of begint U eens gezéllig aan de advertentie pagina, de waterstanden of de marktberichten. Maar in ieder geval: lees dit stukje niet. Er staat trouwens niets bijzonders in Wat? Bent U nu tocrh aan het lezen gegaan? V/at zeiden wij nu? Smijt die krant toch TJ bent toch een zelfstandig mens? Heus, U zult in dit stukje niets vormends, niet§ vermakelijks of schokkends vinden. Het is wat je noemt waardeloos. Koud dus maar met lezen op en kijk wat er verder in de krant staat. Dat is toch ook sterk! Daar zit U waarempel nóg met dit stukje onder uw neus. O, wat bent U toch een zwakkeling. Misschien bent U wel direc teur van een instelling met een lange naam, of burgemeester van een mid delgrote gemeente, en daar bent waarachtig nog te besluiteloos om dit stukje te laten voor wat het is. Nu U al tot hier bent gekopien^ moeten wij wel vaststellen, dat U een man of vrouw zonder ruggegraat bent. Toe, hou er nu mee op en kijk eens voor de aardigheid wat er allemaal op de voorpagina staat. Dat is toch zeer interessant en leerzaam? Het bepaalt uw toekomstig geluk. Dit stukje daar\ntegen maakt U alleen maar kregel. Kijk eens aan, nu bent U ai'Tiëlèmaal tot hier. Wat hebt U nu eigenlijk opgestoken? Niets immers! U hebt eindelijk toch wel dóór, dat dit maar wat gepraat voor de vaak is? Wéés nou wijs, en begin eens aan de water standen en de marktberichtenJ.'of het radioprogranima. Maar nee hoor! Ik moet en zal weten wat er in dit stukje staat, horen wij U denken. U moest toch wijzer zijn. Hier, bij de punt die nu komt legt U deze krant weg. Dit is die ptifttT^baar. Tjonge, tjonge, tjonge, daar jzijn we al begonnen aan de laatste alinea, en nog steeds vorst U deze régels door. Wat hebt U nu eigenlijk opgesto ken? Niets immers. Alleen, nou ja, misschien hebt U geleerd, dat niet alleen kleine kinderen nieuwsgierig zijn. Maar dat is ook alles. Muurschildering: van Maria Boodschap in de dom te Haarlem aangebracht door Han Bijvoet. En nu, in deze onrustige tijd, zo vervuld van dreiging en terwijl vele volkeren door tweedracht geschei den zijn, lijkt het Ons zeer nódig, 'dat wij deze zaak (het missiewerk) met nog meer aandrang aanbevelen, omdat de missionarissen de verkon digers zijn van de menselijke en christelijke goedheid ten opzichte van iedereen en van die broederlijke saamhorigheid, die geen landsgrenzen van landen en geen meningsverschil len tussen de volkeren kent. Pius XII Wij bidden dagelijks „Uw wil ge schiede op aarde als in de hemel". Als wij dat eerlijk menen, dan moe ten wij onze sympathie niet beper ken tot de kring van onze omge ving, maar de mannen steunen, die de „aarde" tot het Rijk Gods zoeken te maken. Dr. Ariëns Het enige wat bij ons sterven wer kelijk ons eigendom zal zijn, is dat- gene wat wij in Zijn Naam hebben weggegeven. Mgr. Fulton Sheen. VEEL GEDAAN, VEEL TE DOEN. Kan onze kathedraal in grote lijn voltooid worden geacht, wat haar I Kruis. Boven: Charles Vos vervaardigde dit beeld van de H. Johannes van het versiering betreft is er nog veel te doen, al is er reeds veel gedaan. Be- Onder: Gezicht op de kathedraal roemde kunstenaars als Brom en I vanaf de Leidse Vaart. Buitenlanders en niet-Katholiekèn hebben reeds lang ontdekt, dat de nieuwe St. Baaf een monument is van de eerste rang, groots van opvatting en verhoudingen, een echte kathe draal en bisschoppelijke hoofdkerk, Waarop iedere diocesaan trots kan gaan. Ter onderscheid van de oude St. Bavo-kathedraal op de Grote Markt wordt zij nog steeds de „nieuwe" ge- noemd, maar zo nieuw is onze kathe- draal ook al niet meer. Ir. Joseph j Cuypers begon ermee onder mgr. Rottemanne in 1895; mgr. Callier deed van 19031905 het middenschip en de koepel optrekken; mgr. Aen- genent liet van 19281930 de beide torens en de hoofdingang bouwen, en daarmede was in grote lijnen de tempel voltooid. Duidelijk is de ver andering in stijl te bespeuren in die halve eeuw van bouwen. Het oudste gedeelte, het koor met de kapellen- krusi, doet naar onze tegenwoordige smaak onrustig en gebroken aan en de ornamentatie ervan is rijkelijk overdadig. Daarentegen zijn de hoofdingang en de beide torens van een sobere statie, rustig en voornaam. Hetzelfde verschil ontdekt de bezoe ker als hij de kerk binnentreedt. Het koor, hoe royaal ook, is bepaald niet het gelukkigst uitgevallen, maar het schip met in het roos-venster de ver heerlijking van Maria door dom. Van der Mey, ademt een sfeer van hoge godsvrucht. i"*VNZE kathedraal.... Onze kathedraal (want zij is de kerk van allemaal) is een prachtige kathedraal, maar zij staat er aller ongelukkigst, weggedoken aan het einde van de Haarlemse Leidsevaart en bovendien achterste-voren. De enigen, die de kathedraal van St. Bavo in haar luisterrijke opgang mogen aanschouwen, zijn de treinrei zigers, die tussen reeksen goederen wagens door de beide torens Omhoog zien rijzen als schildwachten- van de koepel, welke als een bronzen mijter de bisschopskerk bekroond. Is het aan die afgelegenheid te wij ten, dat gelijk plebaan H. W. Agterof ons dezer dagen vertetde de Haarlemse basiliek niet zo heel veel bezoekers trekt? Dit kan een reden zijn, maar rijmt niet met het feit, dat de meeste be zoekers buitenlanders zijn en dat de binnenlandse bezoekers meestal niet- Katholieke Nederlanders zijn! Toorop (wiens aandeel helaas onvol tooid bleef) hebben er zeer schone dingen gewrocht, o.a. het hoogaltaar, koorhek en de preekstoel, welke laat ste in rank en sierlijk lover de ge lijkenis van het mosterdzaadje uit beeldt. Ook eigentijdse kunstenaars 1 werken aan de „culturele emancipa tie" van de bisschopskerk. Dom. Van der Mey met het prachtige roos- raam noemden we reeds. Met J; i werden Mari Andriessen, Charles Vos, Termote (een ontwerp voor een St. Bavo-beeld), Molkenboer en ande ren in de gelegenheid gesteld de ka thedraal aan te kleden. Han Bijvoet heeft onlangs de kruiswegstaties in tegels (van de „Porceleyne Fles") voltooid, waarmee hij in 1926 was be gonnen en beschilderde ook de muur vlakken aan weerszijden van de noor-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1953 | | pagina 7