Marokko, land van allerhande grote tegenstellingen LEIDEN Een maaltijd» welke Haroen al Raschid eer zou hebben aangedaan ZATERDAG 17 OCTOBER 1953 DE LEIDSE COURANT DERDE BLAD PAGINA 1 Rechts: De fraai bewerkte Bab el Mansour, de stadspoort van Meknes. Links: Een typisch Berbersdorp uit het Riff-gebied, ten Noorden van de stad Fez. ZELFS DE COCA COLA RAAKTE IN DE POLITIEKE SFEER VERZEILD MAROKKO? IS DAT NIET DAT LAND waar men die sultan heeft afge zet? Juist, dat is inderdaad enige weken geleden gebeurd. Daar is in Augustus El Glawi, de pasja van Marrakesh, met duizenden Berbers opge trokken naar de hoofdstad Rabat om de sultan weg te jagen. De Fransen, onder wier protectie Marokko staat, wilden tot elke prijs een burgeroorlog voorkomen en gaven sultan Mohammed V de welgemeende raad om afstand te doen van de troon. De sultan weigerde echter en wilde liever door de Franse militairen beschermd worden. Maar hij had het er de laatste jaren niet naar gemaakt en daarom zei de resident-generaal Guillaume, dat als hij (de sultan) niet goedschiks heenging, de Franse regering hem met ge weld zou verwijderen. Zij hielpen hem daarna met alle genoegen verhuizen naar het eiland Corsica en wie van de zomer de gelegenheid heeft om een vacantiereisje naar dit eiland in de blauwe Middellandse Zee te maken, heeft alle kans hem op een goede dag tegen te komen. Zijn oom Moulay Mohammed ben Arafa, die met zijn 72 jaren wel niet meer gedacht zal heb ben, ooit zijn neef te zullen opvolgen, zetelt thans in het paleis van de sul tan te Rabat en men kan hem traditiegetrouw iedere Vrijdag zien uitrijden voor zijn wekelijkse statiebezoek aan de moskee. |"\AT STATIEBEZOEK aan de mos- U kee, waarheen de sultan opgaat ten gebed, is een wekelijks terugke rende plechtigheid, waaraan telkens duizenden toeschouwers zich verga pen. Even voordat de sultan uitrijdt, arriveert zijn escorte voor het zacht- bruin getinte paleis, n.l. een muziek corps want hoe meer lawaai, hoe mooier en luisterrijker is de plech tigheid vervolgens een garde van negers te voet, gekleed in helrode tu nieken en buitengewoon slobberige pantalons, en tenslotte 'n garde van op dezelfde manier uitgedoste ne gers, maar gezeten op grijze Arabi sche hengsten. Zij dragen een lans met een groen vaantje. Als deze lijfwacht goed en wél is opgesteld en de woelige menigte op een eerbiedige afstand is terugge drongen, komt een rijtuig omstuwd door een groep Marokkanen uit de poort van het paleis rijden en gaat de muziek krijgshaftige geluiden af geven. Allerlei in smetteloos witte „djellabahs" gehulde notabelen bui gen als knipmessen en gesluierde vrouwen gillen als sirenes. Dit vrou- wengegil klinkt voor de niet-inge- wijde even angstaanjagend als een luchtalarm, maar het is bedoeld als betuiging van eerbied. Als de vorst na een uurtje weer uit de moskee komt, rijdt hij dik wijls te paard terug en wordt dan geflankeerd door twee officiële vlie genmeppers, die met lange doekfcn zwaaien om al te brutale insecten te intimideren. Een»oppasser doet dan ijverig zijn best sultan en paard te overschaduwen met de koelte van zijn purperen parasol. Deze Islamietische plechtigheid is een typische Oosterse inslag in het openbare leven te Rabat; er is ech ter ook de Westerse inslag en deze treft men o.a. aan in de Coca Cola. dat een broer van de (thans afgeztte) sultan directeur is van de Marok kaanse Coca Cola-maatschappij en daar deze sultan op de hand van de nationalisten was en tevens als geestelyk hoofd van de Muzelman nen onmogelijk een broer kon heb ber., die „varkensbloed" verkocht, begrijpt men, dat het een vrij inge wikkelde situatie was geworden. Maar zo is nu eenmaal Marokko, een land van ongerijmde verwikke lingen. F EN VAN DIE GEKKE ingewik- keldheden is de verhouding van de verschillende groepen van inwo ners. Zij vormen een vrij -zonder linge mengelmoes. De twee grote groepen in Marokko zijn de Ara bieren en de Berbers. De Berbers waaraan de oude naam Barbarije nog herinnert waren de oorspron kelijke bewoners. Zij waren er reeds honderden jaren vóór Christus. Maar toer: de Arabieren, op aansporen van de profeet Mohammed gingen uit zwermen over Afrika, beleefde ook Marokko een invasie van Arabieren. De Berbers omhelsden wel de Islam, eer. godsdienst, die hun blijkbaar wel lag, maar overigens behielden zij hun eigen gebruiken en opvattin gen, zodat die twee rassen nooit ge heel in elkaar zijn opgegaan. Heel globaal gesproken zijn de Berbers over het algemeen meer landbou wers, de Arabieren rondtrekkende Nomaden. Dit verschil in levenswijze leidt tot tegenstellingen, welke door de Fransen misschien uit bereke ning, misschien uit eerbied voor de eeuwenoude tradities zoveel mo gelijk zijn gehandhaafd. Naast die rassentegenstellingen vindt men in Marokko ook de oude tegenstelling tussen stad en land, tussen stedelingen en de plattelands bewoners. In Marokko behoorde bet 7OALS BIJ IEDERE gelegenheid, waar veel volk op de been is, vindt men ook in Rabat elke Vrijdag handelaren in dranken en andere verfrissingen op het plein voor de moskee. In het handelsinstinct van de kleine zelfstandigen reiken 'Oost en West elkaar de hand. Zo is er ook een mannetje met Coca Cola in een tentje, dat hij daar elke Vrijdag op zet Het is hem aanvankelijk nogal voor de wind gegaan, want de Ma rokkanen drinken dat Amerikaanse goedje graag. Eerst waren ze wat wantrouwend, zoals elke rechtgeaar de Moslim wantrouwend staat tegen over alles wat nieuw is. Maar toen hebben de slimme zakenlui een fluistercampagne gevoerd, dat Coca Cola de drank was, die sterke man nen kweekt. En de Marokkanen, die graag sterk willen zijn en lang blij ven, gingen aan het drinken tegen de klippen op. Sinds enige tijd is er evenwel weer een klad in de Coca Cola ge komen. De concurrentie verspreidde n.l. het gerucht, dat een scheikundig onderzoek had aangetoond, dat deze drank varkensbloed bevatte. En varkensbloed is voor een Muzelman iets heel ergs. Nu zou dat met een flinke fooi wel weer goed te maken zijn geweest, als de nationalisten zich er niet meester van gemaakt hadden. Zij zijn n.l. tegen alles wat buiten lands is en daarom zijn zij ook tegen die typische neerslag van de Ame rikaanse cultuur, de Coca Cola. En zo zit de politiek die arme, Marokkaanse koopman dwars. Het gekke van het hele geval is, vroeger tot een van de meest gelief de pretjes van de landelijke bevol king om nu en dan eens een stad te overvallen en uit te plunderen. Voor al de Berbers hadden daar plezier in omdat in de steden de Arabische ma nier van leven de boventoon voerde. Aan deze plezierige tradities heb ben de Fransen weliswaar een einde gemaakt, maar toen de Berbers, on der aanvoering van El Glawi van de zomer naar Rabat en Fez oprukten, was ongetwijfeld- de herinnering aan vroegere tochten een stimulans van betekenis. WELK EEN MACHTIG MAN die pasja van Marrakesh overigens is, moge blijken uit een verslag, dat de schrijver van „Hedendaags Ma rokko" doet van een „etentje", dat hem in het paleis van El Glawi werd aangeboden. De pasja zelf was wel iswaar op reis, maar zyn zoon nam de honneurs waar. „Wij kwamen in een zaal, waar wij met z'n achten op divans en kussens rond een lage, ovale tafel hurkten, De mannelijke bedienden, die ons daar wachtten, blootsvoets, bewogen zich geruisloos over de dikke ta pijten. Eén van hen gaf een koperen schaal en een ketel warm water. Wy wasten onze handen en bedek ten onze knieën met een servet. De ,,diffa" begon. Soep in porceleinen kommen die gegeten werd met houten lepels. Toen volgde er een schouwspel, dat de Europese huis vrouwen, die nog mdar zo kort ge leden met rantsoeneringsvoorschrif- In de internationale stad Casablanca raken Oost en West elkaar. Hedendaags Marokko' Van de hand van de Engelse schrijver Bernard Newman is zo juist een boekwerk verschenen, „Hedendaags Marokko", dat na de recente gebeurtenissen daar te lande wel bijzonder actueel mag heten. De afzetting van de sultan door zijn eigen onderda nen, de Berbers, met bereidwil lige hulp van de Fransen, heeft zo pas weer de aandacht op dit Noord Afrikaanse land geves tigd en velen zullei. zich afge vraagd hebben, wat toch wel de achtergrond kan zijn geweest van al die vreemde gebeurtenissen. Wat hebben de Fransen daar eigenlijk te maken en wat is de rol van de Berbers, van de Ara bieren en al die andere bestand delen, waaruit de bevolking van Marokko bestaat? Marokko is 'n land van tegenstellingen, een land, waar Oost en West elkaar raken, waar allerlei invloeden door elkander hebben gewerkt een land, waar je 's nachts rilt van de kou en overdag bakt in de hitte van de gloeiende zon. Van al deze aspecten van het on bekende Marokko geeft New man boeiende en humoristische beschrijvingen. Hij heeft het land in alle richtingen door kruist en gesproken zowel met Franse en Marokkaanse autori teiten als met „the man in the street" en daardoor een vrij goe de kijk gekregen op toestanden en verhoudingen in dit land der Moren. Het werk is vertaald door Will. Kortekaas en ver lucht met vele fraaie foto's, uit gegeven door Nederlands Boek huis te Tilburg. Wij hebben ons veroorloofd van de gegevens van dit boek gebruik te maken in nevenstaande beschrijving; ook de foto's zijn er aan ontleend. Jonge Berbermeisjes moeten over grote afstanden de woestijn afzoeken om takkebossen en woestijngras, dat thuis als brandstof moet worden gebruikt. ten te maken hadden, zou doen omvallen een heel schaap, gevie rendeeld en gebraden! Ik heb mij laten vertellen, dat het een etmaal lang in een afgesloten aarden oven had staan bakken, maar het was heerlijk. Messen en vorken horen niet bij de Berberse tafelmanieren. Wij ge bruikten onze vingers zoals het hoort, uitsluitend de twee eerste vin gers en de duim van de rechterhand. Si Brahim wees mij deskundig de plaatsen waar ik de meest malse hapjes kon plukken en op dat ogen blik vergat ik het meest interessan te tafelgesprek voor het genoegen van minstens twee weekrantsoenen schapevlees. Ik heb het nooit lekker der gegeten, maar misschien hebben messen en vorken wel een verkeer de invloed op de geur. Eén van de bedienden droeg de grote, ovale tafel weg; een ander sleepte een ronde aan met een mid dellijn van ongeveer een meter. Toen lichtte hij een kegelvormig deksel op van gevlochten biezen van het soort dat alle schotels bedekte en onthulde een enorme pastei, die met een dikke laag bladdeeg was bedekt. Do bereiding hiervan hadi zeker wel drie dagen geduurd. Langzaam bcorden onze vingers zich door het gebak tot zij op de solide vulling stootten van duiven en eieren. Deze schotel, de „pastella", is de trots van de Marokkaanse keuken. Dan volgde een grote schaal, waar in een twaalftal kuikentjes in hete room dreven. Meer smakelijk dan de eetlust stillend wat ik heel pret tig vond, omdat ik mij, ten pleziere van mijn gastheer, al meer dan te goed had gedaan aan het schaap. Als licht tussengerecht presenteer den de bedienden platte, in olie ge bakken koeken die ik het best zou kunnen vergelijken met een zoete, Yorkshire-pudding. En daarmee was het dan afgelopen? Welnee!! De uitstekende organisa tie stond al weer met een volgende schotel klaar onder een vrolijk ge kleurd gevlochten deksel: vier le vensgrote kippen, geroosterd met olijven en citroen, en zo overgaar, dat het vlees tussen mijn vingers uiteen viel. Nu volgde de hoofdscho tel de traditionele „koes-koes", 'n berg gekookte tarwegries, die met allerlei groentesoorten was overdekt. Op dat ogenblik at ik alleen nog maar, omdat de beleefdheid dat ver eiste. Een omvangrijke „kasbah" van ijs werd gevolgd door fruit sinaas appelen, appelen en bananen. Kof fie en kruizemuntthee besloten een maaltijd, die zelfs een zwarthande laar verlegen zou hebben gemaakt, maar waarbij Haroen el Rashid zich heerlijk op zijn gemak zou hebben gevoeld". WE WETEN ZEKER, dat de meeste Leidenaars hun schouders vra gend zullen ophalen bij het zien van deze foto, die inderdaad een onbe kend stadsgezicht toont. Een wit-ge- pleisterd huis in een lommerrijke tuin, dat moet wel ergens aan de rand van de stad staan, althans niet in het centrum. Laten we niet lan ger geheimzinnig doen: dit huis is „Bloemlust", gelegen aan de Mors- ZOALS U HET NIET ZIET weg, direct voorbij de Rijnzichtbrug aan de Oude Rijn, dus recht tegen over de St. Leonarduskerk aan de Haagweg. Door een hoge tuinmuur langs de Morsweg wordt het huis aan het gezicht van de voorbijganger onttrokken, tenzij hij door het zwa re ijzeren hek kijkt, zoals wij deden. Vroeger liep de tuin langs de Oude Rijn door tot aan Njord, vol met fruitbomen en prachtige bloemper ken. Prof. Einthoven heeft er vele jaren in dit huis gewoond. Thans wordt het bewoond door mevr. M. de Groot-Feitkamp, die er een stu dentenhuis van gemaakt heeft, dat momenteel onderdak biedt aan acht studenten. Tijdens de oorlog is het fraaie landhuis, zoals er vroeger veel rond Leiden lagen, door de bezetters gevorderd geweest. (Foto: „De Leidse Courant") Waar de sfeer nog hangt der Barbarijse zeerovers

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1953 | | pagina 6