Het oude romantische Vuurland werd een moderne schapenfarm ZATERDAG 1 AUGUSTUS 1953 DE LEIDSE COURANT TWEEDE BLAD PAGINA 1 Het drama van de Ona-Indianen Links: De huttenbouw van de In dianen in de meer moderne tijd. Rechts: Schietoefeningen in de sneeuw. Het land der ontelbare vuren 'T'OEN de ontdekkingsreiziger Ma- gelhaens de zeeëngte binnenzeil de, welke later naar hem zou wor den genoemd, doopte hij de uiterste punt van Zuid-Amerika, die aan bak boordzijde uit zee oprees, Vuurland Tierra del Fuego naar aanlei ding van de ontelbare vuren. Zodra zijn kleine vloot van het land af te zien was, laaiden die vuren op en zij waren zoals later bleek af komstig van de Ona-Indianen, die elkaar door middel van brandende takken attent maakten op de mach tige, nooit eerder geziene „kano's" langs de kust. Waarschijnlijk heeft de aanblik van de zeilboten de Ona's half krankzin nig gemaakt van schrik, want ner gens zag Magelhaens kans contact met hen te krijgen. Zodra er enkele manschappen aan land gingen, maak ten de Indianen zich snel uit de voe ten en het enige, wat de matrozen te weten kwamen, was dat het een ras van zeer grote mensen was, die enorm hard konden lopen. Eerst ja ren later, toen avonturiers op zoek naar goud, zilver en edelstenen er voet aan wal zetten, ontstond er enig contact. De grote ontmoeting tussen blanken en Indianen had ech ter plaats in de jaren, dat de eersten Vuurland geschikt achtten voor de schapenteelt en de laatsten ten gevolge van deze ontdekking prac- tisch werden uitgeroeid. Geen philantropen. Wanneer men heden ten dage in deze streek van Zuid-Amerika rond doolt, komt men zo^ af en toe nog wel eens een Ona-Indiaan tegen, maar deze heeft door zijn aanraking met de Westerse wereld niet veel meer overgehouden van de typische eigenschappen, welke zijn ras ken merkten. Alleen heeft hij in zijn ach terhoofd nog iets bewaard van het oordeel, dat zijn voorouders zich over de vreemde indringers vormden. De primitieve mens schijnt onzettend verbaasd te zijn geweest over de belustheid op goud, zilver en edel stenen, die de blanken aan den dag legden. Een Franse kunstschilder, die kort voor de oorlog een reis door Vuur land maakte, heeft daarover een be schamende geschiedenis aan de open baarheid prijs gegeven. Hij maakte namelijk op zekere dag een tocht met zijni Indiaanse gids en toevallig was het later geworden dan gewoonlijk. De avond viel en de maan kwam op. Op een ogenblik gleed de maan van achter een hoge bergtop te voorschijn en veranderde de sneeuw en het ijs op de hellingen in een schitterend wit kleed. De Fransman stapte van zijn paard en keek geboeid naar het schouwspel. Hij werd zo s 3rk aan gegrepen, dat hij van ontroering zijn hoed afnam en bewegenloos stond te staren. De Indiaan op zijn beurt werd meer geboeid door het optreden van de schilder dan door het panorama. Lang scheen hij over de toestand na te denken, maar tenslotte kon' hij de vergissing, welke hier naar zijn me ning gemaakt werd, niet meer voor aich houden. Hij gleed van zijn paard, tikte de Fransman zachtjes op de schouders en fluisterde eerbiedig: „U I behoeft uw hoed niet af te zetten, heer het is geen zilver, maar sneeuw!" Krachtpatsers. Men moet, gehuld in dikke pelzen, het barre klimaat van Vuurland met zijn wervelende sneeuw en loeiende stormen getrotseerd hebben, om zich enigszins te kunnen indenken, hoe sterk gehard de Ona-Indianen zijn geweest. Een dierenvel droegen zij alleen in oorlog en op jacht en dan niet om zich tegen koude te be schermen, maar meer als een soort Altijd weer die Verschillende oorzaken TAL VAN MENSEN worden gere geld door hoofdpijn geplaagd. Dat is niet alleen akelig voor henzelf maar ook voor hun omgeving. Zulke lie den zijn immers meestal humeurig en ongenietbaar. Nu is het geen gemakkelijke op gave, zo maar in het algemeen over hoofdpijn te spreken of te schrij ven. Nog moeilijker is het om te zeggen, wat er nu het beste aan kan worden gedaan. OM TE BEGINNEN gaat vrijwel iedere acute ziekte, vooral de infec tieziekten, met hoofdpijn gepaard. Er zijn echter tal van andere ziekelijke totstanden waarbij hoofd pijn een zeer geregeld verschijnsel is: chronische nierziekten, vergifti gingen, obstipatie. Bij al deze dingen gaat er natuurlijk om de eigenlijke oorzaak te bestrijden. Tegen de zeer bepaalde vorm van hoofdpijn, die migraie wordt ge noemd, bestaan thans gelukkig uit stekende geneesmiddelen. Sommige mensen spreken bij elke hoofdpijn van migraine, maar dat is beslist onjuist. Wij bedoelen hier een zeer bepaalde vorm van hoofdpijn, die meestal erfelijk is en die daar om ook vaak bij verschillende leden van éi§n familie wordt aangetrof- Op bovenstaande foto een van de in in zo groten fen. De pijn bij migraine is meest eenzijdig, de patiënten zijn door gaans echt ziek, niet zelden gaan de aanvallen gepaard met misselijk heid en braken. Verwaarloosde hersenschudding. IS MIGRAINE een voorbeeld van een ziekte, die tegenwoordig met succes behandeld kan worden, er zijn ook hoofdpijnen waarvan dit he laas nog steeds niet kan worden ge zegd. Hiertoe zijn de ernstige vormen van hoofdpijn te rekenen, die de dokter regelmatig te zien krijgt na een „verwaarloosde hersenschud ding". Let wel, niet veiwaardoosd door de arts, die de ziekte destijds behan delde, maar verwaarlsood door dé zieke zelf. Met een hersenschudding dient men plat( dat is zonder kussen) in bed te bleven liggen, tot de klachten verdwenen zijn. Te vroeg uit bed. MAAR OOK daarna zijn enkele weken bedrust (nu is een hoofdkus sen toegestaan) absoluut noodza kelijk. De patiënten die zioh na een paar dagen al weer zo lekker als kip voe len, slaan dit doktersvoorschrift nog al eens in de wind; zij komen te vroeg uit bed. Het treurige gevolg daarvan is, dat sommigen na jaren en jaren nog rondlopen met barstende hoofdpijn, die gerangschikt moeten worden in de rubriek: „Eesttoestand hersen schudding" en waaraan zoals ge zegd tot nu toe ma- heel weinig te doen is. Wanneer men bedenkt, dat naar schatting 20 pet. van alle mensen wel eens een hersenschudding heeft gehad, zal het duidelijk zijn dat deze vorm van hoofdpijn niet zonder practische betekenis is. „Nerveuse" hoofdpijn. EN NU de gev/óne huis-, tuin- of keukenhoofdpijn, die iedereen wel eens heeft. Daartegen kan men na tuurlijk een aspirientje of een ander pijnstillend tabletje 'innemen (wan neer men zich maar hoedt voor het gevaarlijke pyramidon). Maar wij zijn geen vriend van al die tabletten-slikkerij en zekerniet wanneer dat op eigen houtje ge beurt. Er zijn veel te veel mensen, die rond lopen met een buisje van het één Of ander. Het slikken van tablet ten is bij sommigen een zelfstandige ziekte geworden! Wie er eens een keer zo'n hoofd pijn heeft dat er iets aan gedaan moet worden, die drinkt maar eens een slokje water e die gaat dahrna •maar eens een poosje plat liggen un een koel en verduisterd vertrek. Dat klinkt niet erg wetenschap- drukwekkende panorama's, die Vuur pelijk, maar het helpt heel vaak en getale bezit. dat is de hoofdzaak! HYPOTHEKEN en toot alle andere saken op het gebied ran on roerende goederen 8ouw-en Makelaarsbedrijf w. do Drift Oude Vest 29 Leiden Telet. 20513 (Advertentie) camouflage, welke hen aan de kleu ren van het terrein aanpasten. Zelfs de kinderen liepen naakt in de sneeuw. Eigenlijke stammen bestonden er niet. Men trok in familieverband rond en als de avond viel kroop men in primitieve tentjes. De voornaamste jachtbuit van de Ona's was de guanaco, een buitenge woon snel dier. Het vlees daarvan was de hoofdschotel van het menu en van het zachte guanacovel maakte men tenten. Van de pezen werden visnetten en vogelstrikken gemaakt, terwijl dit ook het materiaal was, waarmede de bogen werden gespan nen. Die boegen waren van het beste soort, want het gehele Ona-bestaan hing er vanaf. De guanaco is een taai dier, dat hebben ook de moderne ja gers ondervonden, wanneer ze op korte afstand met geweren schoten. De Ona's renden achter de dieren aan en zelfs toen er later paarden in gevoerd werden, bleven zij „te voet'" jagen. De Ona ontwikkelde hierdoor een grote physieke kracht en even eens een sterke tegenwoordigheid van geest. Want op de jacht waren snelle reacties noodzakelijk. Men moest vlak bij het dier komen en het dan de pijl precies tussen de rib ben door schieten. Dat was de enige kans. Onderlinge oorlogen. De Ona's duldden geen inbreuk op hun jachtrecht. Toen de Europeanen in hun gebied kwamen, was dat zwaar overbevolkt, maar niettemin handhaafde elke familie er zijn eigen territorium. Als er een vreemde Indiaan in het jachtgebied kwam, werd hij ogenblikkelijk gedood en dat was dan de meest .minzame oplos sing. Vaak was het verschijnen van één vreemdeling voldoende om een fikse oorlog te ontketenen. Zo'n oor log begon zonder oorlogsverklaring. Men overviel een vijandelijk kamp en trachtte dan zoveel mogelijk tegen standers met pijlschoten om zeep te brengen. Het gebeurde echter ook, dat er in plaats van oorlog een worstelwed strijd werd gehouden. Voor zo'n wed strijd golden strenge regels. De vecht jassen kwamen met hun hele'familie op een bepaalde plaats bijeen en daar werd het woord gegeven aan de oud ste man van de beledigde pa*tij. Deze trad naar voren en begon in zeer bloemrijke bewoordingen de mening van zijn familie weer te geven over de tegenstanders, hun uiterlijk ware karakter en dat van hun voor vaderen. Als de oude baas een poos je flink te keer was gegaan tegen de anderen, begon de worsteling, waarbij het verboden was om bloed te ver gieten. Erg duidelijk omschreven wa ren de reglementen niet, maar wel werd uitdrukkelijk bepaald, dat er niet gebeten mocht worden. Beide fa milies hitsten hun favorieten op en na afloop werd de vrede getekend. Het grote geheim. Wanneer een Ona-knaapje de leef tijd kreeg, om in de gelederen van de krijgers te worden opgenomen, moest hij een proeftijd doormaken. Om te beginnen werd hij een paar maanden de bossen ingestuurd met pijl en boog. In zijn eentje moest hij de kost verdienen. Zag hij daar geen kans toe, dan kwam hij vanzelfspre kend nooit terug en stierf ergens de hongerdood. Slaagde hij er echter in na een tijdje goed doorvoed uit de bossen terug te keren, dan volgde het tweede gedeelte van het examen. Op een eenzaam plekje moest hij we kenlang in de tent der ceremoniën verblijven, waar 's avonds als boze geesten en duivels verklede mannen hem de stuipen op het lijf trachtten te jagen. Als hij deze verschrikking wist door te komen, werd de jonge Ona volwassen verklaard. De oudste man van de familie stelde hem dan in kennis van het feit, dat die boze geesten slechts verklede mannen wa ren en drukte hem tevens op het hart dat geheim nooit aan vrouwen of kinderen te vertellen. Want, zo wil het verhaal, eenmaal waren bij de Ona-Indianen de vrouwen de baas. Zij waren op het idee gekomen om de wraakgeest uit te hangen en heel toevallig was een man daar eens ach ter gekomen. Men vermoordde toen alle vrouwen en liet alleen wat klei ne meisjes leven, die zich later toch riet konden herinneren op welke ma- nier haar moeders de mannen onder de duim hadden gehouden. Moord en doodslag. Toen de eerste goudzoekende avon turiers het gebied van de Ona's bin nendrongen, vonden er direct scher mutselingen plaats. De oude wetten indachtig werd hevig verzet geboden, wanneer iemand zich op de jacht- gronden bevond. Een der bloedigste gevechten had plaats, toen een Ar gentijnse expeditie de toekomstmo gelijkheden van Vuurland kwam on derzoeken. Men kwam tot de conclu sie, dat de schapenteelt hier geld kon opleveren en enige tijd later namen de blanken triomfantelijk bezit van de Pampa, na de Indianen met vuur wapenen naar de meest onherberg zame delep. van het eiland te hebben verdreven. Met pijl en boog was er niet veel meer te beginnen. De Ona's konden er geen blanken mee ver drijven, maar in hun uithoeken was met dit wapen ook geen guanaco meer te verschalken. De schapen wa ren echter heel gemakkelijk te van ger. en hun vlees smaakte best. De enige mogelijkheid, die de Ona's overbleef, was zich daar meester van te maken. Dat deden ze en de nieu we toestand leek hun eigenlijk nog niet zo gek. Uitroeien begon. De indringers waren van een der gelijke gang van zaken niet gediend. De bezitters van de schapenfarms meenden de oplossing gevonden te hebben, door één pond Sterling uit te loven voor elk paar Indianenoren. En daarmede begon de beestachtige uitroeiingsoorlog. De munitie was duur en men ging andere methodes uitdenken. De Indianen gingen ge noegen nemen met de schapen, die in het veld krepeerden. Het was erg eenvoudig. Men streek wat vergif langs de schapenlijken en er was geen kogel meer nodig om een hele familie af te maken. De Salesiaanse Missie maakte een einde aan deze moordpartij. Hoewel de autoriteiten niet van plan waren zich iets aan te trekken van de mis sionarissen, maakten de publicaties in de kranten het noodzakelijk, dat ze het wel deden. Men besloot de Ona's naar het Dawson-eiland te drij ven', waar de Salesianen zich over hen konden ontfermen. Het grootste deel van de Indianen was echter reeds uitgemoord. De goedwillende paters poogden nog te redden, wat er te redden viel, maar hun opzet mis lukte. De Ona's, gekleed thans en wonen de in houten huisjes, konden het nieuwe leven niet verdragen. Zij stierven bij honderdtallen aan tuber culose, longontsteking en griep. Na twintig jaar moest de Missiepost op het eiland Dawson worden opgehe ven, omdat de laatste Ona er de geest had gegeven. Nog enkelen. Sindsdien telt Vuurland nog slechts enkele Ona-Indianen, die her en der verspreid leven als herder van de schapen, die hun voorouders plach ten te stelen. Zij hebben practisch niets meer gemeen met het oude Ona- volk. Sommigen van hen spreken zo voortreffelijk Engels, dat zij Enge land als hun tweede vaderland be schouwen en voortdurend met de ge dachte rondlopen daar eens heen te zullen gaan. *Helaas komen zij nooit erder dan de stad Magelhaens. Als zij jarenlang gewerkt hebben, om de grote reis te kunnen bekostigen, ko men zij in die stad een vriend te gen uit het goede, oude Engeland Whiskey is zijn naam. Die Whiskey neemt de Ono zo in beslag, dat hij zijn reisje naar Engeland vergeet en pas weer achter het doel van zijn reis komt, wanneer de spaarduiten op zijn. Voordien kan men hem gadeslaan in de hotels, waar hij keurig met mes en vork eet en met een sierlijk ma nuaal zijn wijnglas aan de lippen brengt. Hij draagt nette costuums en. is in alles geworden als de blank man, die hem eens van de Pampa heeft verdreven. Alleen als hij te veel Whiskey heeft gedronken, ziet hij kans meer meubilair in stuxken te slaan dan zijn blanke broeder. Dat is net laatste restje van de oerkracht, die leefde in het volk, dat zo'n hard er» toch ook zo'n romantiscn levenj leidde in het barre klimaat van "Vuurland. r\EZE FOTO zal zelfs het meren- deel der echte Leidenaars, die de stad op hun duimpje kennen, voor de vraag plaatsen: waar is dit? Op het eerste gezicht zou men zeggen, dat het een ietwat grillige duiventil is, maar bij nadere beschouwing blij ken de openingen te ontbreken, zo dat die veronderstelling niet opgaat. Wanneer we vertellen, dat de hui- aen, die U achter het geboomte ziet schemeren, aan de Eerste Binnen vestgracht staan, gaat U misschien een licht op. Inderdaad, dit grillige bouwsel staat in de tuin van het Rijksmuseum voor Volkenkunde. We horen het de lezers al zeggen: „Geen wonder, dat we het niet wis ten", maar dan moeten wij toch even opmerken, dat het eigenlijk een groot schandaal is! Een groot schandaal, dat het merendeel der Leidenaars nooit een museum bezoekt, hoewel er in de stad prachtige musea zijn, waar buitenlanders vaak dagenlange reizen voor over hebben. Wie dit buitengewoon interessante museum bezoekt, waar Woensdagmorgen de Japanse kroonprins nog geweest is, zal uit een der ramen deze zeven meter hoge Japanse pagode zien. (Foto: „De Leidse Courant")

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1953 | | pagina 5