Regering doet aan Parlement voorstellen inzake ingrijpende belastingverlagingen Worden op 1 Jan* 1954 oude huren gemiddeld verhoogd tot 141% van '40? Tweede Kamer bestudeerde Verdrag Europese Verdediqings Gemeenschap PORTIER VRIJDAG 12 JUNI 1953 DE LEIDSE COURANT TWEEDE BLAD PAGINA 2 Bedrijfs-, inkomsten-, en loonbelastingen verlaagd; suiker, schoenen, brandstoffen worden goedkoper Aanpassing aan de bestaande wetten De Tweede Kamer heeft een nota bereikt, waarin de regering plannen bekend maakt, die beogen het na tionale inkomen van Nederland te verhogen, de werkgelegenheid te be vorderen en het bestaande nationale vermogen aan woonhuizen te bewa ren. Een van de machtigste middelen om deze doelen te bereiken is be lastingherzieningen en de regering doet de Tweede Kamer dan ook dien aangaande .enkele voorstellen. De werkgelegenheid De regering is ervan overtuigd, dat belastingverlaging alleen in het uit breiden der werkgelegenheid in Ne derland niet van doorslaggevende invloed zullen zijn, daar andere fac toren, die noch regering noch be drijfsleven altijd onder controle heb ben, hun invloeden kunnen laten gelden. De eventuele belastingverlaging kan slechts bijdragen tot het stimu leren van het ondernemers-initiatief en is voor een groot deel van psy chologisch belang. In verband met de positie van de betalingsbalans, die door voorgestel de huurverhogingen opnieuw belast zal worden, zijn aan de belasting verlaging noodzakelijk vrij enge grenzen gesteld. Verder zal de even tuele verlaging der rechtvaardige verdeling van de gezamenlijke staatslasten niet te zeer mogen ver storen. Deze beide beperkingen no pen tot een grote verscheidenheid van fiscale maatregelen. Het zwaartepunt zal moeten wor den gelegd bij maatregelen, welke op strategisch belangrijke punten van de industrialisatie zijn gericht. Daar voor komen in aanmerking maatre gelen, die rechtstreeks tot een daad werkelijke investeringsactiviteit aan drijven en het aan nieuwe investe ringen op langere termijn verbonden financiële risico gemakkelijker draag baar maken. Reeds dit jaar Buiten de inmiddels reeds werking getreden verlaging van het weeldetarief van de omzetbelasting van 30 tot 15 bestaan de aanhan- ?:ig gemaakte maatregelen in het be ang van de werkgelegenheid op lan gere termijn uit de hieronder opge somde voorzieningen. Hierbij kan worden opgemerkt, dat de belasting voorzieningen in het belang van de werkgelegenheid alle reeds zullen gelden voor het jaar 1953 in plaats van 1954, zodat reeds aanstonds voor de ondernemingen een fiscale kli maatsverbetering zal intreden. Afschrijvingen, vennootschaps- en extra inkomstenbelasting De voor de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting bestaan de mogelijkheid om een derde van de aanschaffingskosten van in 1950 tot en met 1952 geïnvesteerde be drijfsmiddelen vervroegd af te schrjj ven, zal worden uitgebreid tot in vesteringen in bedrijfsmiddelen ge durende de jaren 1953 tot en met 1957. Tarief van de vennootschaps belasting De ter dekking van de extra-de fensieuitgaven in 1951 tot stand ge komen tijdelijke verzwaring van de vennootschapsbelasting zal voor de laatste twee jaren, waarvoor deze verhoging geldt, worden verminderd van 45 52 tot 42 X 46 Extra-inkomstenbelasting op hogere bedrijfswinst e.a. De eveneens ter dekking van de extra-defensieuitgaven in 1951 in het leven geroepen tijdelijke verzwaring van de inkomstenbelasting op hoge re bedrijfswinsten en tantièmes zal voor de laatste twee jaar, waarvoor do verhoging geldt, worden afge schaft. Dit wil dus zeggen, dat deze extra-belasting met ingang van 1953 komt te vervallen, zodat reeds voor dit jaar op de bedrijfswinst weer uit sluitend het gewone tarief van de inkomstenbelasting zal worden toe gepast. De afschaffing van deze hef fing is in de practijk met name van belang voor de middelgrote eenmans zaken en firma's. Belastingaftrek bij investeringen. gegaan of voortbrengingskosten zijn gemaakt. De termijn voor de verrekening van verliezen voor de inkomsten belasting en de vennootschapsbelas ting wordt gebracht van 4 op 6 jaar. De middenweg bij de huur verhogingen. Een compensatie van de huurver hoging, welke zich uitsluitend zou bepalen tot een verhoging van de lonen, kan niet verdedigbaar wor den geacht tegenover de zogenaam de „vergeten groepen" en al degenen, die, niet in het arbeidsproces inge schakeld, in de onmogelijkheid ver keren de gestegen kosten van le vensonderhoud geheel of gedeeltelijk te neutraliseren in de vorm van een vergroting van hun bruto-inkomen door middel van loononderhandelin gen of doorberekening in de prijzen van door hen geleverde goederen of diensten. Aan de andere kant zijn aan een volledige compensatie voor ieder een door middel van een verlaging van belastingen ernstige budgetaire en technische bezwaren verbonden. De regering is na overweging van het vorenstaande tot de slotsom ge komen, dat de middenweg dient te worden gevolgd, in die zin, dat voor een z.g. standaardgezin ongeveer de helft van de huurverhoging door middel van belastingverlichting zal worden gecompenseerd. Door de regering zal nader worden overwogen, welke aanvullende niet- fiscale maatregelen nodig zullen zijn ter compensatie van de huurverho ging voor degenen, die sociale uitke ringen ontvangen en voor degenen, die van overheidswege zijn gepen- sionneerd. Suiker, schoenen en kolen goedkoper. Nu suiker practisch voor iedereen een dagelijks consumptiemiddel is, is de regering van mening, dat een verlaging van de nog altijd hoge sui keraccijns voor de hand ligt. Een verlaging van de suikeraccijns zal echter gedeeltelijk teniet gedaan wor den door het stopzetten van de rege ringssubsidie van het landbouw- egalisatiefonds, zodat de suiker on geveer 9 centen goedkoper in handel zal worden gebracht. Als tweede compenserende belas tingmaatregel wordt voorgesteld afschaffing van de omzetbelasting voor huisbrand en schoeisel. De vrij stelling voor huisbrand strekt zich tot steenkolen, bruinkolen, bri ketten, cokes, turf en olie. Het voor stel beoogt geen vrijstelling voor brandstoffen, welke in de industrie en in het verdere bedrijfsleven wor den gebruikt. De druk aan omzetbe lasting op de bevolkingsgroepen, die slechts eert betrekkelijk gering inko men genieten, zal door deze maat regel naar schating met ongeveer 6,50 per gezin per jaar afnemen. Voorts wordt voorgesteld, nage noeg alle soorten schoeisel geheel van de heffing van omzetbelasting vrij te stellen. Hieronder kunnen worden gerangschikt: gewone schoe nen, werkschoenen, pantoffels en an der huisschoeisel, laarzen, laarsjes, voetbalschoenen en andere sport schoenen, sandalen, bepaalde schoe nen van textielstoffen of van plant aardige stoffen, rubberschoenen, schoeisel, hetwelk geheel of gedeel telijk is vervaardigd van hout (b.v. klompen) en asbestschoeisel. Van de vrijstelling is om voor de hand liggende redenen uitgezonderd het schoeisel, dat een uitgesproken luxe karakter draagt en als zodanig aan de weeldebelasting is onderwor pen. Voor de bevolkingsgroepen met 'n betrekkelijk gering inkomen komt de vrijstelling van schoeisel neer op een gemiddelde daling van de uitga ven van 4,a 5,per jaar. Belasting minima van personele en inkomstenbelasting zullen wor den verhoogd. Een belastingverlichting, die be langrijk is i.v.m. de te stijgen huur prijzen is de verlaging van de per sonele belasting, geheven naar de grondslag huurwaarde. De verlaging zal dusdanig zijn, dat de verhoog de huren geen verhoogde personele belasting ten gevolge heeft; voorts zullen de belastingvrije minima wor den verlaagd. Dc belastingvrije minima bij de inkomstenbelasting en de loonbelas ting zullen met ƒ240 tot ƒ360 wor den verhoogd, terwijl daarbij aan sluitend een verzachting aan de voet van het belastingtarief wordt aan gebracht. Zo is een gehuwde met 2 kinde ren volgens het bestaande tarief bij een zuiver inkomen van 2490 een bedrag van 18,aan belasting verschuldigd. Volgens het nu inge diende voorstel begint het tarief voor deze groep bij een zuiver inkomen van ƒ2790, terwijl de verschuldigde belasting daarbij is gebracht van ƒ48 op ƒ24. de verhoging van het belastingvrije minimum beloopt hier dus ƒ300 De hier beschreven voorziening heeft de strekking de minst draag- krachtigen met name ook degenen, die „de vergeten" groepen vormen tegemoet te komen. Uitbreiding kinderaftrek. Een tweede wijziging in de inkom stenbelasting, die ook geldt voor de vermogensbelasting en de loonbelas ting behelst een uitbreiding van de kinderaftrek tot studerende kinde ren van 25 en 26 jaar, alsmede een verdubbeling van de kinderaftrek voor schoolgaande en studerende kinderen tussen 17 en 27 jaar en voor gebrekkige kinderen tussen 17 en 21 jaar. Voorts wordt voorgesteld om de grens waarboven een aftrek wordt verleend ter zake van buitengewo ne lasten, welke grens nu ligt bij 10 pet. van het inkomen, te stellen op 6 pet. De vermindering van het grenspercentage met 1 voor elk kind, waarvoor aanspraak op kinderaftrek bestaat, wordt gewijzigd in ander half. School- en collegegelden. De laatste maatregel, die in dit Overzicht nog dient te worden ver meld is het voornemen tot afschaf fing van de schoolgelden voor ten minste zes klassen van het lager on derwijs en een verlaging van de schoolgelden voor het voortgezette onderwijs, alsmede een vermindering van de collegegelden. Hiervoor zul len afzonderlijke voorstellen wor den ingediend door de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschap pen. Wetsontwerp huurverhoging in Tweede Kamer gearriveerd Nieuwe huren bedrijfsgebouwen en onbewoond onroerend goed gedeeltelijk geliberaliseerd Voorgestelde verhoging van S.E.R. té vergaand Thans is bij de Tweede Kamer in gediend het aangekondigde wetsont werp tot wijziging van de huurwet (huurverhoging). Alhoewel de regering van 't advies van de Sociaal-Economische Raad met grote belangstelling heeft kennis genomen meent zij echter met de huurverhoging niet zover te kunnen gaan als door de Sociaal-Economische Raad wordt voorgesteld. De onaf wijsbare noodzaak om voor huur verhogingen zoveel mogelijk compen satie te verlenen en de beperkte mogelijkheden te dien aanzien dwin gen ertoe de verhoging tot het strikt noodzakelijke te beperken. Het wordt daarom niet verant woord geacht de huren in de groot ste gemeenten en haar randgebieden verder te doen stijgen dan tot 135 van het peil van 1940. Dit betekent een gemiddelde huurverhoging van van het peil van 1940, het geen neerkomt op een huurverhoging van de huidige huren met gemiddeld 22.5 Voor de heffing van de inkomsten belasting en dc vennootschapsbelas ting zal een aftrek worden verleend terzake van investeringen in de vorm van bedrijfsmiddelen of verbetering aan bedrijfsmiddelen, hierop neerko mende, dat gedurende vijf achtereen volgende jaren de fiscale winst wordt verminderd met telkens een bedrag gelijk aan 4% van de totale aan- schaffings- of voortbrengingskosten, voor zover deze kosten in een be paald jaar I 10.000 gulden te boven gaan. Anders dan bij de vervroegde af schrijving het geval is, vermindert de investeringsaftrek definitief de te betalen belasting en betekent zij dus een blijvend voordeel. Deze aftrek zal ook voor vervan gende investeringen gelden. De in vesteringsaftrek zal niet gelden voor fabrieksterreinen en andere gronden. Evenmin zal de aftrek van toepas sing zijn ten aanzien van huizen en effecten. Deze tegemoetkoming zal reeds pan toepassing zijn voor bedrijfsmid delen ter verwerving of verbetering waarvan door de ondernemer na 31 Haart 1953 verplichtingen zijn aan Niet voldoende exploitaties voor rendabele De regering is er zich van bewust dat deze huurverhoging niet voldoen de is om een rendabele exploitatie te voeren op grondslag van de hui dige bouwkosten. Volgens de bere keningen van de Sociaal-Economische Raad zouden de huren daartoe op 250 van het huurpeil van 1940 moeten worden gebracht. Gelet op de beperkte mogelijkhe den tot compensatie kan er geen sprake van zijn de huren thans ter stond op een rendabele exploitatie af t« stemmen. Toch moet de verho ging zodanig zijn, dat de eigenaren in de exploitatielasten van hun hui dig woningbezit in bevredigende ma te wordt tegemoetgekomen. De regering meent, dat een huur verhoging tot gemiddeld 141 van het huurpeil van 1940 aan deze laat ste eis voldoet. De voorgestelde beperkte huur verhoging is niet voldoende om de huren van de vooroorlogse en de na oorlogse woningen gelijk te trekken. Dientengevolge zal de huurverhoging niet kunnen leiden tot een ver mindering van de financiële steun, welke het rijk verleent bij woning bouw door particulieren. Wel zullen de jaarlijkse bijdra gen, welke krachtens de financie- rings regelingen woningbouw 1947 en 1948 zijn verleend, worden her zien op basis van de nieuwe huren voor zover de thans betaalde huur prijzen beneden het nieuwe huurpeil liggen. In deze zeer beperkte mogelijk heid van een huurnivellering zal moeten worden berust. Daar de huurverhogingen onder ling verschillen, zullen de gemeen ten in klasse ingedeeld worden. Omdat het wenselijk is het aantal bestaande indelingen in gemeente lijke klassen niet te vergroten, is voor de onderhavige indeling aan sluiting gezocht bij die, welke geldt voor de toepassing van de noodwet ouderdomsvoorziening. Huurprijs bedrijfspanden gedeelte lijk vrij Ook aan de huurprijs van bedrijfs panden heeft de regering een studie gewijd. Een algehele vrijlating van de huren der bedrijfspanden kan nog niet voorgesteld worden maar zij zou de partijen in beginsel vrü willen laten bij het overeenkomen van de huurprijs. Daarbij wil zij echter deze beperking aanbrengen dat de over een te komen huur niet meer mag bedragen dan 150 van de huur van 1940. Berekend naar de huidige huren betekent zulks een verhoging met ten hoogste 30 daarvan. Evenals de huur der bedrijfspan den is in 't voorstel ook de huur van onbebouwd onroerend goed in zover re geliberaliseerd, dat de huurprijs vrijgelaten wordt en nog slechts de huurbescherming gehandhaafd blijft. Geen huurbelasting Bij de beperkte huurverhoging, die wordt voorgesteld, zal van het invoe ren van een huurbelasting en het in stellen van een huuregalisatiefonds geen sprake kunnen zijn. Een en an der kan eerst aan de orde komen, in dien ter wille van de aanpassing van de huren van de oudbouw aan de huren van de nieuwbouw de eerst bedoelde dusdanig zouden worden verhoogd, dat het redelijk kan wor den geacht om de inkomsten van het vooroorlogse huizenbezit extra te belasten. Wel meent de regering, dat door deze huurverhoging de on derhoudsplicht van de eigenaar gebie dender wordt en dat te dien aanzien de oude wettelijke voorschriften weer bindend zullen moeten worden. Sleutelgeld Regelmatig worden klachten ver nomen om'trent door verhuurders gestelde eisen tot betaling van sleu telgeld. Het is daarom wenselijk duidelijk uit de wet te doen blijken, dat dergelijke betalingen deel uit maken van de overeengekomen huur- som en dus mede in aanmerking moeten worden genomen bij de verge lijking van de overeengekomen prijs met de bij of krachtens de wet be paalde prijs. In het wetsontwerp is daarom de prijs pmschreven als het geheel van de verplichtingen, welke de huur der tegenover de verhuurder op zich neemt. Wel lager niet hoger De tweede huurverhoging treedt voor woningen automatisch in en de bestaande contracten worden der halve doorbroken, waarbij voor par tijen de vrijheid blijft bestaan om een lager huurprijs dan de wettelijke overeen te komen. Voor bedrijfspan den zal beëindiging van de lopende huur en afsluiting van 'n nieuwe huur overeenkomst nodig zijn, wi] de eigenaar meer dan 115 van de huur van 1940 ontvangen, tenzij par tijen in der minne tot een herzie ning van de bestaande overeenkomst besluiten. Geen verhoging voor inwoning. De huurverhoging wegens inwo ning, zoals deze met ingang van 1 Februari 1948 was toegestaan, moet worden gezien als een vooruitlo per op de algemene huurverhoging, vandaar dat voor een verdergaande huurverhoging wegens het verlenen van mede-inwoning naar *t oordeel van de regering geen aanleiding meer bestaat. Wanneer de huurprijzen van de be drijfspanden in beginsel worden vrijgelaten kan de rechter worden geroepen om te beslissen of een door de verhuurder gevraagde huur prijs redelijk is. Het konrt de rege ring wenselijk voor om de rechter te verplichten alvorens over deze vraag te beslissen het advies in te winnen van terzake deskundigen. Ook met betrekking tot woningen wordt het wenselijk geacht de huur adviescommissie te doen adviseren wanneer de rechter in een ontrui mingsprocedure moet oordelen over de redelijkheid van de aangeboden huurprijs. Het is de bedoeling dat deze wijzi ging van de Huurwet in werking zal treden op 1 Januari 1954. Behoudens enkele vragen en bezwaren over het algemeen accoord! tie hoofdzakelijk bij de deelnemers moet worden ondergebracht in in tense samenwerking, voor Nederland slechts voordelig kan zijn; zij zijn van mening, dat een militaire ge meenschap slechts doeltreffend en houdbaar zal zijn, wanneer zij ge steund wordt door een economische gemeenschap. De conclusie van de meeste leden was, dat men zich trots de ge noemde bezwaren en de open geble ven vragen in grote lijnen met het verdrag zal kunnen verenigen. Tijdstip bccritiseerd De regering bestudeert momen teel het voorlopige verslag, dat de Tweede Kamer heeft uitgebracht naar aanieidin, van het wetsontwerp tot goedkeuring vai het op 27 Mei j 1. te Parijs geratificeerde verdrag tot oprichting van een Europese Defensie Gemeenschap. Vele Kamerleden geven in dit verslag uiting aan hun verbazing, dat de regering in dit stadium Ne derland wil verplichten tot het uit. spreken van een mening over be doeld verdrag, terwijl de grote mo gendheden, waarvan de verwezen lijking van het verdrag per slot van rekening afhankelijk is, hun menin gen nog niet kenbaar hebben ge maakt. Voorts bestaat het verdrag al niet meer in de- vorm, zoals de Ka mer het heeft ontvangen, want Frankrijk heeft inmiddels aanvullen de bepalingen gemaakt, die het Ne derlandse parlement nog niet be kend zijn. Critiek op Frankrijk. Wanneer men tot zover met de critiek over de tijd van indiening is gekomen, gaat men verder over het verdrag zelf voort. Vele leden van de Kamer kunnen de Franse houding niet bijster waarderen Het ware volgens deze leden zeer eenvoudig geweest, wan neer men Duitsland tot de gemeen schap had toegelaten i.p.v. de om slachtige, tijdrovende en onoverzich telijke methode van Duitse deel neming, die Frankrijk voorgesteld heeft en die in het verdrag opgeno men is. Voorts betwijfelden vele le den het of het verdrag een grote waarborg biedt voor de Europese verdediging en zij wilden zekerheid, dat Nederland in geval van een Onverhoopt conflict ook verde digd zal worden en niet aan een of ander systeem ten offer zal vallen. Behoudens enkele Kamerleden, die in het verdrag slechts een poging zien om Duitsland weer te bewape nen en de vrede in Europa te versto ren, spreekt het verslag als me ning uit, dat het overtuigd is van de intentie om de opleving van een ge vaarlijk Duits militairisme tegen te gaan. De leden die deze mening zijn toegedaan, hopen dat de defensie gemeenschap zal bijdragen tot een verdere eenwording van Europa. Eenheid toegejuicht. Men acht het over het algemeen van belang, dat de leiding der strijd krachten zoveel mogelijk gecoördi neerd zal worden. Er worden in het verslag enkele technische vraagpun ten gesteld ten aanzien van de op bouw van de Nederlandse strijd krachten; o.m. oefenden enkele le den critiek uit op het regeringsvoor nemen om van het 5-divisieplan over te stappen op het 3-divisieplan. Er werd tevens de angst uitgesproken, dat wanneer het plan werkelijkheid wordt, de Amerikaanse en Engelse troepen van het Europese vaste land zullen worden teruggetrokken, het geen een aanzienlijke verzwakking zou betekenen. Indien dit niet het geval zal zijn, zullen er twee legers komen onder twee leidingen, hetgeen wellicht tot moeilijkheden aanleiding zou kunnen geven. Eigen belastinggebied. Daar de financiering van' het toe komstige leger vastgesteld is en men op een verdrag geen wijzigingen kan aanbrengen men kan het slechts verwerpen of goedkeuren ging het merendeel der leden accoord met de financiële gevolgen. Alleen hadden velen bezwaar tegen de wijze, waar op de gemeenschap aan haar midde len moest komen, n.l. door bijdragen van de diverse deelnemers. Men stelde voor de gemeenschap zo spoe dig mogelijk aan een eigen belasting gebied te helpen. Militaire en economische eenheid moeten samengaan. Ten aanzien van de economische gevolgen van het verdrag waren de meeste leden optimistisch gestemd. Men meende, dat de bepaling, waar in vastgesteld wordt, dat de produc- PLAATSVERVANGER NAAR DE GEVANGENIS GESTUURD. Een inwoner van Zuid-Beveland is onlangs door het gerechtshof te Den Bosch veroordeeld tot veertien dagen gevangenis en getrouw, zo meende men in het huis vanbewaring te Middelburg, meldde de man zich de zer dagen aan voor het ondergaan van zijn straf. Gisteren kwam men even wel tot de onaangename ontdekking, dat niet de veroordeelde maar 'n an dere persoon, zich op kosten van de staat liet verzorgen. De schuldige had een plaatsvervanger gestuurd. Een nieuwe klant, die Donderdag in het huis van bewaring werd onderge bracht, herkende de plaatsvervanger en baasde zich over diens aanwezig heid, waardoor de zaak aan het rollen kwam. Nog dezelfde dag is de ware schul dige aangehouden in Noord-Brabant, waar hij, om niet in het oog te laten lopen, dat hij niet in de gevangenis zat, zijn vacantie doorbracht. De plaatsvervanger zal zich dus thans moeten verantwoorden voor het be hulpzaam zijn bij pogingen om aan gevangenisstraf te ontkomen en de schuldige wegens uitlokking daartoe. Kort voor de oorlog deed zich in ons land een soortgelijk geval voor, waarbij eveneens een Zeeuw als plaatsvervanger was betrokken. Deze werd toen veroordeeld wegens op lichting van de Staat der Nederlan den. c'est mourir un peu Tijdens een voetbalpartijtje, Vrij dagavond aan de Willem de Zwijger laan in de hoofdstad, was de bal „out" geraakt op het terrein van een papiergroothandel. Een der spe lers, een 18-jarige jongeman, klonf over het hek om de bal op te ha len. De 59-jarige plichtsgetrouwe be waker van het erf zijns meesters wilde de „sportman" verwijderen. Met een zware hersenschudding is de man, genaamd K.O. in het Wil- helminagasthuis opgenomen. Dwaze geruchten De dwaze geruchten omtrent een op handen zijnde hitte golf annex wervelwind- en Overstromingsram pen heeft thans ook het Kon. Ned. Met. Instituut te De Bilt verleid tot een verklaring. „Ter geruststelling kan worden medegedeeld, zegt De Bilt, dat reeds geruime tijd verrichte onderzoekin gen over het voorkomen van perioden van grote warmte geen enkele posi tieve aanwijzin" hebben gegeven, dat deze zomer een hittegolf van buitengewone omvang moet wor den verwacht. Ook van buitenland se meteorologische instituten hebben het K.N.M.I. geen zodanige ver wachtingen bereikt. In verband hiermede is er geen en kele reden om zich ongerust te laten maken door de in omloop zijnde ge ruchten. Het is weliswaar heel goed mogelijk, dat er deze zomer enkele zeer warme dagen zullen komen, maar deze mogelijkheid bestaat elk jaar en is dus niets bijzonders." Verkeersregels zijn goud waard, Want uw leven is goud waard!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1953 | | pagina 1