Problemen van Doedeleine en
die goede Eugène Huppelbeen
Rome, eert heerlijke stad...
DAME OF HEER NAAR HAAGS MODEL
ZOALS U HET NIET ZIET
ZATERDAG 6 JUNI 1953
DE LEIDSE COURANT
TWEEDE BLAD PAGINA 1
{"\ver deze pagina, die vo-
rige week blozend
van weelde de Notre
Dame torste, valt deze keer
de schaduw van de kleine
beurs. Niet iedereen is ten
slotte in staat om Parijs
te gaan veroveren, ontdek
ken en proeven, zodat we
eerlijk gezegd een beetje
in ons maag zaten met en
kele vrije dagen. „Wat
zullen wij nu eens gaan
veroveren", dachten we en
de uiteenrafeling van de
ze overpeinzing bracht ons
naar het plaatsje, waar Ma
roept: „Kindertjes allemèl
komen zag! Paps slacht
een hèring en jullie krijgt
ieder een flink stuk".
U begrijpt me wel
Den Haag! Dat dorpje
even bezuiden Leidschen-
dam. Een zeer groot voor
deel, dat het boven Parijs
heeft, is bij voorbeeld het
reisgeld. Voor een gulden
is men uit en thuis. Ook
is het niet zo vermoeiend
om het centrum te bekij
ken. Daar heeft men een
speciale busdienst voor.
De chauffeurs plegen u
ruim bijtijds te waarschu
wen. „Als we in het cen
trum zijn, roep ik „ja",
zeggen ze enkele minuten
van tevoren. En dan is het zo enig
als plotseling dat „ja" klinkt. Ieder
een kijkt dan schielijk naar buiten
en een paar welwillende lieden lis
pelen reeds „Wat mooi!", maar
meestal ziet men op dat moment
nog slechts de bomen van het Haag
se bos.
Reuze populair
Voor ons persoonlijk heeft Den
Haag weinig perspectief. Je kimt er
dat is inderdaad waar een or
dentelijk kopje koffie drinken,
waarbij men vanzelf aan het prak-
kézeren slaat.
„Wat is hier nu eigenlijk te proe
ven en te ontdekken!" vraag je je
af. „Of te veroveren? Misschien een
meisje?"
Met deze laatste vraag willen wij
u even bezig houden, in de inrich-
ting, waar wij ons kopje koffie nut
tigden, lag op de leestafel een boek
je .met de titel „Zö bent U een Heer
of- Dame". Echt lectuur voor Hage-
naars, dunkt u ook niet? Op de eer
ste pagina's werd de lezer duidelijk
gemaakt, hoe een visitekaartje eruit
diende te zien.
„U wilt een kaartje laten druk-1
ken? Goed! Laten we nu eens aan
nemen, dat u Troedeleine van Ha-
versmaten heet
Zo luidde de populaire tekst. Je i
voelt je meteen op je gemak. Ieder
een, die wel eens met dames in aan-
raking is geweest, heeft ondervon-1
den, dat Troedeleine naast Mien en
Koba een van de meest voorkomen
de namen is. Trouwens de jongens
namen waren ook zo echt uit het
volle leven gegrepen. Vie heeft er
tenslotte geen neefje dat „Boy" of
„Eugène Huppelbeen" heet.
Als een boek reeds op de eerste
bladzijden zulke boeiende vertogen
opdient, gaat men vanzelf verder.
Via het advies om twee maanden
van tevoren reeds de enveloppen
van geboorte-aankondigingen te
schrijven, komt men dan terecht bij
verkering en huwelijk, de meest uit
gesponnen aangelegenheden in dit
aangrijpende werkje.
Zonder woningnood
Misschien had u het niet verwacht,
maar toch is het waar. De schrijfster
van „Zö bent U een Heer of Dame''
acht het huwelijk zeer wel mogelijk.
Haar methode, om er toe te gera
ken, is inderdaad enigszins omslach
tig en schrikt waarschijnlijk vele
mensen af, maar in deze tijd, kan
- zoiets slechts ten goede komen aan
de oplossing van de woningnood.
„Waar ben ik in de gelegenheid
om jonge meisjes te ontmoeten?",
vraagt een normale jongeling zich af.
Het boekje zegt hierover „Jonge
meisjes mogen niet zonder geleide
Ook deze dame was aanhangster van
de Haagse methode. Van haar hoge
zitplaats af tuurt ze over de wereld,
„Zou mijn vrijer nog komen?"
naar de bioscoop, een schouwburg,
een concert of een danspartij. Zij
mogen volstrekt niet lachen of
glimlachen tegen jongemannen
die nog nooit aan haar zijn voorge
steld. Zelfs niet al hebben ze een
bepaalde jongeman reeds heel dik
wijls gezien. Dansen met zo'n ,.on-
voorgesteld" jongmens is eveneens
verboden".
Enfin, er zijn een belangrijk aan
tal van die ongunstige bepalingen,
maar juist als men zich begint af
te vragen, hoe zo'n jong meisje ooit
aan een man zal komen in onzë ge-:
jaagde tijd, wordt plotseling de op-
los^üng onder uw ogen gedeponeerd.
„Een meisje mag zeer zeker al-'
leen naar een lunch of theepartijtje
gaan".
Niet wanhopen
Als een ontmoedigde lezer reeds
tot de slotsom gekomen is, dat bij
deze gang van zaken de meeste hu-i
welijken tot stand komen tegen, de
pensioengerechtigde leeftijd, kunnen
wij hier slechts tegenover stellen,
dat de schrijfster de kansen heel fW^t
rooskleuriger acht.
Want na de opsomming, waar
uit we hier boven geciteerd hebben
is zij ineens aan het tutoyeren
toe. Zij raadt de oudste aan (maar
hoe weet je als man nu zo gauw of
je de oudste wel bent?) om tegen de
jongere te zeggen: „Wilt u mij; bij
mijn naam noemen?"
Slechts één antwoord is hierop,
volgens het boekje, „Graag! De
twee uitroeptekens duiden er ver
moedelijk op, dat dit woord zo gre-
tig mogelijk gezegd dient te wor
den. Maar dan is men ook een stap
verder en kan het ge-Doedeleine en
ge-Eugène Huppelbeen een aanvang
nemen.
Wanneer de jongeman het meisje
voldoende getest heeft op karakter
eigenschappen en smaak is de tijd
aangebroken, voor het aanzoek.
Wij gaan maar weer citeren: „Het
aanzoek is geen kwestie van code.
Tracht heel eenvoudig uw dierbare
wensen kenbaar te maken. (Bedoeld
is waarschijnlijk zoiets van „Doede
leine maggie me?"). In geen geval
opgeschroefde of gezwollen taal. En
helemaal niet stotteren van aandoe
ning!"
De schrijfster leeft kennelijk in
le Veronderstelling dat mén dit haat
te voor de pret doet.
Enfin, het meisje weet waar ze
aan toe is en behoeft slechts „graag"
te zeggen.
Dat nooit
En dan komen we bij een psy
chologisch gedeelte. Er zijn nu een
maal meisjes, die op een aanzoek
„neen" zeggen. Aan haar wordt ten
j^OME is een heerlijke en onverge-
telijki stad. Dat zegt iedere
vreemdeling die er geweest is. Ik
heb Amerikanen horen jubelen
misschien wel met een tikje afgunst
dat het trotse New-York erbij in
het niet zinkt, Fransen dat Parijs er
niet bij vergeleken kan worden en
Nederlanders, dat Amsterdam naast
Rome toch maar een klein dorp is.
Het zij zo en Rome kan over deze
uitgebazuinde genegenheid niet an
ders dar. verheugd zijn. Maar het is
niet alleen de vreemdeling, die zo
met Rome ingenomen is. Ook de Ro
mein zelf is het en gedraagt er zich
naar. De Romein geniet n.et volle
teugen van zijn eigen stad en men
vraagt zich zo wandelend door de
hoofdstraten, herhaaldelijk af of de
Romein nog wel iets anders doet dan
van Rome genieten? Waarmede ik
slechts vragen wil: wanneer werkt
hij eigenlijk? Van de vroege ochtend
tot de late avond ziet men de Romei
nen met tevreden glimlachende ge
zichten slenteren. Wanneer ge langs
een huis gaat, dat in aanbouw is, ont
waart ge vier of vijf arbeiders, die
hun spijkers in het hout drijven met
het tempo van: komt hij er vandaag
niet in, dan gebeurt het morgen wel!
Dat is alles natuurlijk gezichtsbe
drog. In Rome wordt wel degelijk
gewerkt. Het is alleen één vari de
geheimen van de Eeuwige Stad hoe
Vergeet nooit het jonge paar zo'n
gezellige boat-party aan te bieden.
strengste het opwindende genoegen
ontzegd, om tegen vriendinnen te
::vertellen „Hie, hie, die gekke Eugè
ne Huppelbeen heeft me gevraagd,
maar ik heb hem lekker niet geno
men".
Neen, afwijssters, heel terecht en
gevoelvol merkt de schrijfster op,
dat het voor Huppelbeen helemaal
niet leuk is. Nachten lang ligt hij
.door zijn bed te woelen en zelfs in
zijn slaap zegt hij nog: „Als ik dat
geweten had, zou ik haar nooit
vraagd hebben".
Aan de meisjes, die wèl op het
aanzoek ingaan, wordt echter ook
een genoegen ontzegd namelijk om
aan haar vriendinnen triomphante-
lijk mede te delen: „Ik heb een ver
loofde!"
„Want", zo zegt het boekje schalks,
„er bestaan geen verloofden. Een
waar Heer kan alles zijn: een vrijer,
een beau, een galant. Misschien zelfs
een schurk! Eén ding is hij echter
nooit een verloofde!"
Ja jongedame, daar sta je. „Er zit
niets ander op dan te zeggen:
heb in een theelegenheid een reuze
"aardige jongen ontmoet en sinds
gisteren is hij mijn beau".
Een volgende tip is, dat het de
goedkoopste weg is, om bij een en
gagement een receptie te houden.
Het meisje kan bij die gelegenheid
Verwacht nooit, dat een vader direct enthousiast is als U om dc hand van
zijn dochter komt vragen. Blijf echter zitten als hij agressief opspringt,
llw a.s. schoonmoeder kan hem het beste kalmeren.
een meisjes-achtig toiletje dragen,
maar de beau moet in jaquet ver
schijnen. (Als hij dan al beau van
zichzelf is, wordt hij nog beau-er).
Denk er om
Een dringende aangelegenheid, die
in Leiden en omgeving veelvuldig
over het hoofd wordt gezien is, dat
men op de dag van aantekening de
Zó wordt men van „onvoorgestelde" een „voorgestelde". Overigens kan het
geen kwaad om op dit hoofdpunt van Uw leven Uw hoed enigermate op te
lichten.
en wanneer er gewerkt wordt. Men
kan als men bereid is het dichter^
lijk en romantisch te zien volhou
den, dat dit mysterie tot de ontelba
re bekoorlijkheden van Rome be
hoort. Welke stad in Europa speelt
het klaar te werken en tegelijkertijd
de indruk te wekken, dat zij een zeer
reëel luilekkerland is? Ik heb er de
aapjeskoetsier naar gevraagd, die
mij van mijn hotel naar het Colos
seum reed. Hij draaide zich ver
schrikkelijk langzaam op zijn bok
naar mij om en haalde vervolgens
verschrikkelijk langzaam zijn schou
ders op. Ik heb mijn licht willen op
steken bij de wachter in de Tuin der
Vestaalse Maagden. Hij schudde zijn
hoofd, zo traag en zo voorzichtig als
of het los zijn romp zat en glimlach
te bedachtzaam. Maar ook van hem
kreeg ik geen antwoord. Later op de
dag probeerde ik wijzer te worden
bij een groot Romeins zakenman.
Deze stak met een breed opera-ach-
tig gebaar de Nederlandse sigaar aan,
die ik hem aangeboden had. en mur
melde: „Zo is Rome nu eenmaal!".
Ook deze woorden onthulden mij
niet het geheim hoe Rome in ledig
heid hard werken kan. Toen heb ik
het maar zo gelaten en het in ge
dachten gevoegd bij de vele onver
klaarbare wonderen, waaraan het
inderdaad heerlijke en onvergetelijke
Rome rijk is.
Ik sprak U over die slenterende
Romeinen. Negen op de tien lezen
lopende hun krant en dat er bij het
razend drukke verkeer, dat de Ita
liaanse hoofdstad kenmerkt met
meer ongelukken gebeuren, mag een"
nieuw wonder heten. Kranten fen
tijdschriften vallen elke dag over
Rome als de sneeuw over de Poolge
bieden. De Romein wil in elk geval
weten wat er in zijn land en in de
overige wereld te doen is. Ovefal
kiosken, waar alle dagbladen van al
le landen van Europa te verkrijgen I
zijn. Maar de Italiaanse kranten en'
periodieken zijn gedrukt op een pa- j
pier, dat zo grauw en smerig is als
de Italiaanse hemel slechts éénmaal
in de honderd jaar! Doch troost Ui
Van de Middeleeuwen af zijn de Ita
liaanse boekbinders de beste geweest.
Dat zijn zij nog. Tegenover de kiosk
met voddig papier staat een winkel,
die als een droom verrijst aan het
oog van de boekenliefhebber. Wié
zag ooit zulke verrukkelijke ban
den? Ik heb mij alleen afgevraagd-:
wie koopt ze? Want ze moeten in het
dure Italië alleen voor machtige
beurzen te betalen zijn. En toch, 'de
boëkwinkel in Rome is niet als de ±j>
oase in de woestijn. Want ze zijn;er Jj®®5i^L^wfnnpn wpkplï
bii tientallen' 1 -i- netSeen W1J m de afgelopen weken
'if fotografeerden. Zelfs Leidenaars, die
Hoe en wanneer wordt in Rome hun stad goed kennen, zullen even
moeten zoeken alvorens zij ontdek-
gewerkt? Wie koopt er van die ovéfr - ken> dat dit plaatje gemaakt is in
vloed van prachtig gebonden bokd de Weverstraat, tussen 6e Groene-
steeg en Oosterkerkstraat. Het geeft
uitnodigingen voor het déjeuner-
dinatoire dient te verzenden. Denk
daar nu toch eens om
En laten de familie-leden er toch
eens acht op slaan, dat zij het jonge
paar in de bruidsdagen vragen voor
een boat- of gardenparty. Waarom
hebben we anders al dat water in
de buurt en de Leidse Hout?
Kleine opvoeringkjes acht het
werkje eveneens aanbevelenswaar
dig, maar het wijst wel op het nut,
dat deze niet béte worden.
Anti-clericaal is „Zó bent U een
Heer of Dame" helemaal niet. Room
se bruidegommen worden zelfs aan
geraden om eens met de pastoor te
gaan spreken over twee belangrijke
onderwerpen „Met welke bloemen
het altaar versierd moet worden en
over de kosten". Dat is echt zo'n
geestelijke diepgang.
Over de trouwdag zelf is de schrijf
ster erg kort. De bruid dient dan
„door het feestelijk geroezemoes van
vele dienende en liefhebbende vrou
wen omstoeid te worden. De kapster
schikt de krullen; de naaister let op
de kleding en de moeder van de
bruid geeft goede raad, terwijl de
zusters en de bruidsmeisjes de ver
warring vervolmaken".
De bruidegom moet in die tijd na
tuurlijk ook iets doen, maar daar
wordt niet over gerept. Het is vol
doende, als hij op een redelyke tijd
onder aan de trap staat met een
bruidsbouquet.
Tegen de bruid wordt nog eens
extra gezegd, dat het nu dc tijd niet
is om te aarzelen of traantjes te
plengen. De beslissing is gevallen!
Als hét frisse idee komt aan het
slot van het boek de aanmoediging,
om een oude schoen aan de auto te
binden, waarmede de huwelijksreis
wordt begonnen. Dat is het symbool
van „de armoede verre te houden".
Na een goed déjeuncr-dinatoire
zal men daar vermoedelijk goede
hoop op hebben.
FLIP.
ken?
Voorwaar, vreemde vragen!
Ja, Rome is een wonderlijke stad!
H. P. VAN DEN AARDWEG.
DEZE KEER GEEN FRAAI stads- bewonen. Hoe dan ook „De voordeur
beeld, maar de keerziide van hangt los in de gevel", vertelde ons
de bewoonster van nummer 22, mevr.
Van Ingen. „We hebben de huisbaas
al vaak gevraagd het in orde te ma
ken, maar er komt niets van. Toen
heb ik de bouwpolitie er bij gehaald,
die er schande van sprak, maar het
is nu alweer drie weken geleden en
nog is er niets gebeurd.". Wie het
huisje binnengaat, begrijpt niet, dat
hier nog mensen kunnen wonen.
Maar vraagt men de bewoners of zij
een huis zouden willen hebben, dan
een beeld van de grote achterstand
die Leiden nog heeft op het gebied
van de woningbouw, waardoor het
nodig is reeds lang onbewoonbaar
verklaarde woningen nog te laten
is hun eerste opmerking: „Hoe kan
dat nu? We betalen twee gulden
huur per week en als wij met onze
zes kinderen een nieuw huis krijgen,
gaat dat minstens negen gulden
doen. Waar moeten we dat vandaan
halen?". Ondertussen spelen de kin
deren in de modder op straat, want
de dichtstbijzijnde speeltuin is aan
het Levendaal. Te ver en te gevaar
lijk. Voor hoeveel Leidenaars is dit
Leiden zoals U het niet ziet?
(Foto: „De Leidse Courant")