CKpfarine 4 Nederlanders kwamen in één groep binnen Het weer op Hollandia viel gisteren nog mee ZONDAGMORGEN Jubileum-uitvoering in de Leidse Manege Inleiding tot drie weken vacantie in de dorpsgevangenis van Stein ZATERDAG 30 MEI 1953 DE LE1DSE COURANT DERDE BLAD PAGINA 1 De Ronde van Italië Hoewel de 16e etappe van van Italië, van Riva del Garda naar Vicenza voerend, vrij vlak en slechts 166 km. lang was, is er over het alge meen veel strijd geleverd. En in deze activiteit hebben de zes Nederlandse renners zich niet onbetuigd gelaten. Het begon al met een ontsnappings poging van een klein groepje, bestaande uit de Spanjaard Vidal, de Italianen Coste en Jianezzi en onze landgenoot Van Breenen. Fel spurtend ging het viertal er tussenuit en zo n vastberaden indruk maakte hun pedaaltred, dat het peloton geen enkel risico nam en de vluchtelingen uit alle macht ging naja gen. Niet lang duurde het dan ook of de gehele karavaan van 90 coureurs was weer compact. Vidal had echter kenne lijk zijn zinnen op een goede plaats in het étappe-klassement gezet en korte tijd later schoot hij voor de tweede maal uit de dichte gelederen naar voren. Dekkers en Buchonet slaagden er in hem enkele kilometers te volgen, maar het tempo van Vidal werd steeds ho ger en tenslotte reed hij alleen. Bij Trento (na 45 km.) had hij een voor sprong van 40 seconden en bij de door tocht van Levico (64 km.) was het zelfs ruim 2 minuten. Nog reageerde de hoofdgroep niet. doch toen Vidal's voor sprong tot 2 min. 30 sec. was aange groeid, kwam er beweging in het pelo ton. Na 94 km., bij Grigno. was het ver schil tussen de drieste vluchteling én de hoofdmacht tot 1.20 gereduceerd. Toen bleek, dat Vidal te weinig klasse bezat om zich te kunnen handhaven in de wetenschap, dat de achtervolgers steeds dichterbij kwamen. Zienderogen begon zijn cadans onvaster te worden en toen hij tenslotte door de grote groep werd opgeslokt als een uitgeput stekel baarsje door een snoek, zat hij te stam pen op zijn machine. De laatste zeven tig kilometer bracht tal van uitloop pogingen van kleine groepjes. Koblet en Magni waren de initiatiefnemers tot een van deze pogingen. Bochonnet. Dek kers, Van Steenbergen, Ockers, Coletto en Barozzi sprongen onmiddellijk aan hun wiel, wetend dat een vlucht van mensen als Koblet en Magni wel eens menens zou kunnen worden. Maar der dan een halve minuut voorsprong kreeg de kopgroep niet. Coppï organi seerde een klopjacht en toen was het gauw gebeurd. 6 km. verder was het veld weer gesloten. En 30 km. voor het einde probeerde Vah Steenbergen het nogmaals. Aanvankelijk werd dit offen sief de kop ingedrukt, maar tenslotte gelukte het de Belg toch weg te komen, tezamen met de Italianen Monti, Co letto, Brasola, Barozzi, Baroni en Zu- de Ronde liani. De Nederlanders, die tot dusver 4 middelen in 1 tablet doen wonderen! Wanneet U zich onbehaaglijk voelt, - doel 'n enkel tabletje Chelatine „4" wonderen. Door de samenwerking van 4 beroemde geneesmiddelen, in één labiet verenigd, voel! U zich een an der mens,1 weer in staat met plezier Uw werk te doen. Uw werK te ooen. jm TEGEN PIJNEN EN GRIEP - 20 TABLETTEN F 0.75 (Advertentie.) steeds in de voorste gelederen te den waren geweest, misten nu de slag vaardigheid mee te trekken. De finish was gelegen aan het eind m een 1 km. lange stijging zodat het einde van de etappe een klimmende sprint werd, welke door Monti werd ge wonnen en waarbij Van Steenbergen door de andere Italianen naar de laatste plaats van het groepje werd gedrongen. De uitslag luidt: 1. Monti 4.34.16. 2. Barozzi z.t., 3. Coletto z.t., 4. Zuliani 4.34.26, 5. Baroni 4.34.37, 6. Brasola 4.34.44. 7. Van Steenbergen z.t., 8. De Filippis 4.36.06, 9. Ockers z.t., 10. Bartali z.t., 11. Schaer 'z.t., 12. Pellegrini 13. Pedroni z.t. Daarna het peloton, onder wie Koblet, Pianezzi en Diggelman, allen dezelfde tijd als De Filippis. De Nederlanders Van Est, Roks. Wag& mans, Dekkers, Van Breenen en Suy- kerbuyek werden in het etappeklasse ment ex aequo 21e met andere renners in dezelfde tijd als De Filipips (4.36.06),. Algem. klassement: 1. Koblet 97.26.9^5 2. Coppi 96,27.44; 3. De Santi 96.28.06; 4. Fornara 96.28.35; 5. Conterno 96.29.37; 6. Schaer 96.29.44: 7. Van Est 96.30.48; 69. Wagtmans 97.22.30; 62. Roks 97.27.56: 63. Dekkers 97.29.06; 85. Suykerbuyck 98!33.27; 86. Van Breenen 98.35.39. Swift-combinatie. Uitslag 48 km- rit voor de avondcompetitie; A-klasse: 1. H. v. d. Vos, T. J. Vermeulen; B-kL 1. J. Riethoven Jr., 2. B. Rijkelykhui- zen. 3. A. Prangers; C-klasse 1. Hoogkamer, 2. C, v. Amsterdam, 3. A. Vermeulen. D. Wallet, J. Slingerland, B. Kruit. J. Vermeulen en A. v. Houwelingen starten morgen in de Ronde van St. Bavo te Noordwijkerhout. Zondag is er een clubtocht naar Noordwijkerhout Vertrek 10.30 u. vanaf de Beestenmarkt'. NJORD WON EERSTE FINALE We kunnen niet zeggen, dat we gis- fernamiddag err hoopvol gestemd naar Alphcn a. d. Rijn togen om de eerste avond van de roeiwedstrijden van Hol landia te gaan verslaan. De regen, die vrijwel voortdurend de gehele middag was gevallen en de koude temperatuur, die er sinds de afkoeling van Derde Pinksterdag was opgetreden, waren wei nig hoopvolle voortekenen voor een vrolijk roeiersfeest. Achteraf is het nog al meegevallen. De regen bleef althans tijdens de wedstrijden achterwege en de temperatuur was voor de roeiers goed genoeg om het hoofd koel te houden teneinde dc wedstrijden tot een goed einde te brengen. Er stond een stevige wind over de baan, welke de roeiers aanvankelijk in de rug hadden, doch later draaide de wind tot dwars over de baan, zodat de ploegen er meer hinder van ondervon den, hetgeen wel tot uitdrukking kwam in de tijden. Niet minder dan 25 verenigingen met 116 ingeschreven nummers waren dit maal van de partij, hetgeen slechts wei nig verschilt van het recordjaar 1951 en al neemt men in aanmerking, dat er thans enkele nummers voor de jeugd- ploegen waren ingelast, dan kan men toch zeggen, dat Hollandia immer weer een grote aantrekkingskracht blijkt te bezitten Vele nieuwe gezichten zagen we op dit roeifeest, als de Adelborsten, de AJMV, de Dordtrechtse, Dudok van Heel, Het Galjoen, Ondine, Proteus en Wetterwille. Van deze nieuwelingen hebben enkele zich op deze eerste avond ook reeds doen gelden, zodat wij alle hoop hebben, dat zij ook vandaag bij de finales van zich zullen doen spreken. Een nieuwigheid op het Hollandia- programma is voorts het houden van een lange afstandwedstrijd over 4 km. voor Overnaadse Vieren. Een nummer, dat blijkbaar een grote aantrekkings kracht heeft bezeten, want er waren niet minder dan zestien ploegen ingeschre ven. Zij startten om de 15 seconden en moesten dus vanzelfsprekend op tijd werken, hetgeen immer een lastige op gave is. Als voorlopige winnaar werd Aegir I geklasseerd met 15 min. 16 sec. Tweede werd de ploeg van de Adelbor sten in 15 min. 21 sec., derde De Laak met 15 min. 30 sec., terwijl De Hoop vierde is geworden met 15 min. 31 sec. Ronde v. Luxèmburg gestart De eerste etappe van de Ronde van Luxemburg, van Luxemburg naar Dlf- ferdange over een afstand van 225 km. is gewonnen door de Zwitser Kubler. Kubler was ook de eerste renner, die reeds na enkele kilometers, nadat het startschot gevallen was, in gezelschap van zijn landgenoot Schellenberg en de Duitser Schwarzenberg, alsmede de Luxemburger Schmitt uit het peloton sprong, doch deze ontsnapping was korte duur. want nog voordat de kara vaan een kilometer of dertig op weg was. werden de vluchtelingen weer tot de orde geroepen. Maar nauwelijks was het veld weer compleet of een ander drietal trok er tussen uit. Dit waren onze landgenoot Lambrichs, de Zwitser Graf en weer de Duitser Schwarzenberg. Graf moest het tweetal bij 'de beklim ming van de venijnige berg laten gaan, en hU werd even later door het peloton opgeslokt. Lambrichs en Schwarzenberg zetten moedig door en trachtten hun voorsprong zelfs nog te vergroten, zodat zij op een gegeven ogenblik in de buurt van Arsdorf (141 km.) zelfs een voor sprong hadden van 6 min. en 14 Een paar kilometer verder werd alarm geslagen in het peloton. Ferdi Kubler sprong uit de compact rijdende groep weg, maar hij kreeg de Belgen Close en Vanderstockt achter zich aangestuurd. Het duo LambrichsSchwarzenberg be gon op hetzelfde ogenblik danig te ver slappen. Schwarzenberg moest in de helling van de Redange het wiel van Lambrichs loslaten, waarna het ook met onze landgenoot spoedig gedaan was. In de omgeving van Hovelange (160 km.) werd Lambrichs door Kubler. Close en Vanderstockt. alsmede door de inmid dels naar voren gekomen Belg Blomme, ingelopen. Lambrichs echter bezat nog zoveel reserve, dat hij zich bij dit viertal kon aansluiten. Elkaar om beurten op kop aflossend, ging het vijftal op de finish af. In Differdange. het eindpunt van deze zware etappe, toonde Kubler zich de sterkste in de sprint. Wat de prestaties van onze overige landgenoten betreft mogen wij tevreden zijn. Vooral het rijden van de 33-jarige Sjefke Janssen viel zeer te loven, doch met hem mogen wij zijn provinciegenoot Piet Haan en Gerrit Voorting noemen. Harm Smits, die reeds vroeg met een lek bandje te kampen kreeg, wist zich goed te herstellen. De jeugdige Adrie Voorting viel enigszins tegen, doch voor hem geldt hier zeker het excuus, dat hij als enige van de Nederlandse ploeg voor het eerst in hét zware bergland aan de start kwam. De uitslag luidt: 1. Kubler in 6 uur 23 min. 34 sec., 2. Vanderstockt z.t.. 3. Blomme z.t., 4. Close z.t.. 5. Lambrichs z.t., 6. Van Dormael 6.24.56, 7. Rijckaert 6.24.59, 8. Janssen z.t., 18. Haan (Ned.) 6.25.56, 19. Gerrit Voorting (Ned.) 6.27.55. 23. Smits (Ned. 6.28.50, 36. Adrie Voorting (Ned.) 6.42.09. Njord won reeds een finale. Er kon op deze avond slechts één finale worden verroeid. hoewel er twee gepland waren, maar de finale van de Jonge Vier B verviel, omdat de heats te laat waren verroeid doordat Willem ni niet op tijd aan de start verscheen, terwijl het bovendien te laat en nage noeg donker was geworden. Natuurlijk was men te laat begonnen en de scheep vaart. och men weet het zo lang zamerhand, men kan haar niet enkele uren aan banden leggen, zodat men zo nu en dan weer verschillende schepen over de Rijn zag gaan, ter afwisseling van het roeiprogramma. De finale van de Jonge Twee B was dus de enige en zij ging tussen Njord, Skadi en Triton. De Leidenaars wonnen van de Utrechtse studenten met 4 sec. voorsprong. Nog een ander succes boekten de Leidse studenten, nl. in de Jonge Acht A, waar zij eveneens Triton versloegen en zich in de finale plaatsten met Spaar- ne en Proteiis. Tenslotte werden zij ook eerste in de Jonge Vier B vóór Willem III, in welk nummer zij met Düdok van Heel en De Hoop in de finale zullen uitkomen. De resultaten waren als volgt: Jonge Vier B, le heat: 1. Dudok van Heel 7 min. 23 2/5 sec.. 2. De Hoop 7.23 3/5; 2e heat: 1. Njord 7.25, 2. Wil lem III 7.32 4/5. Jonge Skif B, le heat: 1. Spaarne 8.15, 2. Wetterwille. Jonge Acht A. le heat: 1. Spaarne 6.45, 2 Proteus 6.46, 3. Nereus; 2e heat: 1. Njord 6.46 3/5, 2. Triton 7.21/5. Lichte Vier, le heat: 1. Triton 7.44 3/5, 2. Aegir 7.45 4/5, 3. Willem III; 2e heat: 1. Nautilus 7.45 4/5, 2. Dudok van Heel 7.581/5, 3. Proteus. Jonge Twee B., finale: 1. Njord 8.30 4/5, 2. Triton 8.34 4/5, 3. Skadi. Dames Stijl Overnaadse Vier, le heat: 1. DDS 107 p., 2. De Vliet 86 p.; 2e heat: 1. Het Spaarne 104 p., 2. Argo 94 p., 3. Ondine 91 p. Finale Overnaadse Vier, beginnelin gen: 4000 meter: 1. Aegir I 15 min. 16 sec.; 2. Adelborsten 15 min. 21 sec.; 3. De Laak 15 min 30 sec.; 4. De Hoop 15 min .31 sec.; 5. Dordrecht 15 min. 33 sec.; 6. Dudok van Heel I 15 min. 34 sec.; 7. Aegir II 15 min. 35 sec.; 8., 9., 10. cx aequo Laga, Njord en Triton I allen in 15 min. 40 sec. LEIDSE VOETBALBOND. ZONDAGMIDDAG. Senioren. IC: Warmunda 2Alph. B. 2. 2A: Rijpweter. 1—ZLC 1: VNL 1— "Bern. 1. 2B: AZL 1—Lisse 3; Lugdun. 5— VVO A 1. 2C: ZLC 2—Lugdun. 6; UVS 6— Stompw. B. 2. ~D: DOSR 3Rijpweter. 2; Lugdun 7Altior 2. 3 A: Roodenb. 6—Morskw. 2; SVLV 3 Or. Groen 3; VTL 2Alphia 4. 3 B: ZLC 3—Foreholte 3. 4 B: DOCOS 4—UVS i0. 4C: Lugdun. 10—WSB 5. 4D: SVLV 4—Warmunda 4. Junioren. E: DOSR (A)—St Bern. (A). F: Lisse (B)—SJC (B). H: DOCOS (D>—Foreholte (B)War munda (B)—VNL (B). Lugdunum. Voor de morgen te Al phen aan den Rijn te spelen promotie wedstrijd Alphia 1Lugdunum 1, welke om 2.30 uur aanvangt, is de opstelling van Lugdunum als volgt: Van Ouds hoorn, Quist, Van Berkel, Fillppo, Van Well, De Roo, Teeuwen, Mizee, Bekke ring, Verhoeven, De Koning. Voorts wordt gespeeld: Lugdunum 3— HPSV 2, 10 uur. POSTDUIVEN. Concoursoommissie R(jn en Gouwe. De eerste 10 prijzen van de concours- commissie Rijn en Gouwe met 300 dui ven vanaf Corbeil zijn als volgt: Gebr. Oosterman. Aarlanderveen, 1; P. Bor- gers. Alphen a. d. Rijn, 2, 3, 19. 25; H. v. Vegten, Koudekerk, 4, 6. 8, 12; C. T. Middelkoop, Boskoop, 5; Gebr. de Wit, Koudekerk. 7, 10, 13, 18; W. v. d. Water Waddinxveen 9 DE KERN» WAAR ONS HELE LEVEN OM DRAAIT r\ie Pinksterdagen! Er zijn» ogen- U blikken in het leven, waarby men verzucht met de Duitse dichter (maar welke dichter?!): „Blyf nog even, je bent zo mooi". Zo waren de Pinkster dagen 1953. Je kon je niet verzadi gen aan hun< schoonheid en weelde. Het was een tafeltje dek-je, waarbij iedereen uitgenodigd werd zoveel te eten als hij kon, maar het menu was zo overladen, dat je sommige spijzen moest laten passeren: ,,Dank u, ik kan niet alles tegelijk verorberen". Op een buitenpartij, door Dickens be schreven, waren er uitnodigingen voor honderd gasten en porties voor vijftig, zodat er altijd een ontzettend gedrang was om een hapje machtig te worden, als het buffet geopend werd. Maar in de natuur op Pinkste ren was het juist omgekeerd. Daarom begrijpen we niet, waarom de mensen zich verdrongen in dichte drommen aan enkele tafeltjes, terwijl de grote feestzaal bijna niet bezocht werd. Stampvolle wegen met benzine stank, claxons, belgerinkelAfge laden autobussen, smoorhete auto's, opeengepakte treinenIedereen zocht en bijna niemand vond de weg naar de Pinkstervrede en kwam dan terecht tussen ijscowagentjes en schetterende gramofoonmuziek. Het zou ons niet verwonderen, als sommi gen zelfs naar de bioscoop, naar een DIRECTEUR J. E. KOK GEHULDIGD Een fleurige aanblik bood gisteravond de Manege van de Leidse Universiteit vooral bi) de slot-apotheose van de ju bileum-uitvoering, georganiseerd door de Leidse Rij- en Jachtclub, toen een uitgebreid gezelschap een typische En gelse Meet uitbeeldde. Hondenleiders met jachthonden, jachtmeesters en ja gers in rode tunieken, viscounts en squires te paard, koetsjes met barones sen en andere persoonlijkheden uit de oude Engelse aristocratie verzamelden zich bü „The last Post" voor een grote jachtpartij, die daarop losbrak in een wervelwind van galopperende paarden, die men met enige fantasie kon zien gaan over dc heuvels cn door de dalen van Zuid-Engeland. Deze feestelijkheid was niet alleen georganiseerd als sluiting van het sei zoen, zoals aan de Leidse Manege al sinds 1888 de gewoonte is,# maar vooral ook als huldiging voor de heer J. E. Kok, die nu 12J/? jaar lang als directeur de Leidse Manege voortreffelijk geleid heeft, en haar, nadat zij in de oorlog ge heel ten onder was gegaan, in de moei lijke na-oorlogse tijd weer heeft opge bouwd. Deze welverdiende hulde werd in het officiële gedeelte van de avond door verschillende sprekers onder woorden gebracht en in eerbetuigingen en ge schenken geuit Nadat de diverse afge vaardigden en aanwezigen waren wel kom geheten, sprak eerst de pro-praeses van de Leidse Studenten Carroussel Vereniging, de heer F. Brust. Daarna sprak de praeses van de L.M.S.C.V., mej. B. Schuur. Beiden boden de heer Kok wegens zijn verdiensten het erelidmaat schap van hun vereniging aan. Vervol gens sprak voor de Leidse Rij- en Jachtver. de heer F. de Graaff. Zij brachten hulde aan de heer Kok voor zijn werk. De Leidse Manege is de beste en drukste van heel het land. want er zijn goede paarden, en er hangt een prettige sfeer. Namens de Federatie van Ned. Rijscholen kwam tenslotte ook de heer Caspers, bedrijfsleider van de Am sterdamse Manege nog hulde en geschen ken aanbieden. De heer Kok dankte allen met enige eenvoudige woorden en betrok hierin ook de heer H. J. Lijsen. zijn trouwe medewerker, die hem in al die jaren had ter zijde gestaan. Hierna begon het programma, dat het mooiste te zien gaf wat er op het ge bied van de ruitersport maar te zien is. Met een keur van prachtige paarden toonden de ruiters hun kunnen maar vooral de „elegance" van de dressuur en het hogeschool-rijden. Alle aanwe zigen konden zich volkijken aan de gratie en de schoonheid van een goed ruiter op een goed paard, een schouw spel van beheersing en sierlijk bewegen, van spannende pezen in vurige paar denlijven, van dieren, die op ranke tril lende poten de meest gecompliceerde figuren liepen: beheersing van de mens over het dier, en van de mens over zichzelf. In een nummer vrijheids-dressuur toonde de heer Lijsen aan, dat dressuur en mishandeling lijnrecht met elkaar in strijd zyn. Als bijzondere attractie werd ook het bekende paard Robespierre, winnaar van vele races, en thans in het bezit van de Leidse Manege, voorgereden. Bij vele paardensport-liefhebbers zal deze avond een langdurige herinnering heb ben. 12 AMBACHTEN - 13 ONGELUKKEN En hier is eindelijk die periode in ons veelbewogen leven aangebroken, waarover we ons in vrije ogenblik ken nog wel eens plegen te schamen en die als er in de loop der jaren niet wat eelt op ons hart gekomen was nog vaak het schaamrood naar onze kaken zou jagen. Zwijgen lokt het meest, maar we hebben nu eenmaal besloten alles eruit te sto ten en daarom: Ook deze wandaad in de openbaarheid. Ja, we hadden dus een dag verlof bij de majoor weten los te peuteren. Maar wat is één dag? Voor je er erg in hebt, is de tweede dag al begon nen en bjj de derde dag denk je: „Ik krijg nu toch straf! Waarom zou ik er nog niet een dag bij nemen?" Ons verging het ook zo; alleen iets verstrekkender. We verlengden ons dagje verlof namelijk met 21 ande re dagen, een aantal waar je betrek kelijk spoedig aan toe bent. indien je tenminste wat plezier in het le ven weet te ontdekken. Ze hadden het door. Nu is het zó in militaire dienst, dat er om in vaktermen te spre ken heel wat te zwijnen valt. Je kunt je ziek houden, ontslagen wor den van de ochtendgymnastiek op doktersadvies, maar er helemaal niet zijnnee, dat loopt in de gaten. Zelfs voor zo'n doodgewone soldaat als wij waren, werden een heleboel instanties van het koninkrijk op stel ten gezet. Militaire politie stapte hier en daar eens binnen, om te zien, of wij er soms waren, maar steeds waren we er juist geweest. Geheel onkundig van het naarstig gezoek naar ohs, feestten we heel Neder land door tot eindelijkna drie wekeneen militaire-politieman in Den Bosch op het uit het oogpunt van dienst bezien, goede idee kwam, om naar onze verlofpas c.q. het marsbevel te vragen. Nou, we gaven hem dat verlopen pasje en naar aanleiding daarvan leverde hij ons af bij een van zijn superieuren, die de rang van kapi tein bezat. „Zo jongeman", zei deze onvrien delijk, „waar is je verlofpas?" „Die hebt U daar", antwoorden wy. „Dat is er een van drie weken ge leden". „Ach ja", merkten wij luchtigjes op, „we hebben een beetje opont houd gehad". Luchtige psychoogie ONDER HET MOTTO Wie lacht niet die zichzelf beziet Die verklaring viel niet bepaald in goede aarde. Zo op z'n kapiteins begon de kapitein te vertellen, hoe hij over ons dacht. Maar midden in het gebulder verstarde hij plotse ling. „Jij bent toch niet. „Ja, dat zijn we", antwoordden wij. Telefoontjes. Twee minuten later begon de ka pitein aan een serie telefoongesprek^ ken, die allemaal begonnen met éen onheilspellend: „We hebben hem". Ja, dat sloeg op ons. Ze hadden ons zogezegd. Enfin, op een heleboel plaatsen, waar men zich nooit om ons bekom merd had, stond onze persoon plot seling in de schijnwerper. Er bleek zelfs onenigheid te bestaan tussen de instanties aan wie we nu eigen lijk uitgeleverd moesten worden. Toen er voor een kleine vijftig gul den aan telefoongesprekken was be steed, bleek ook deze kwestie uit de wereld. We zouden teruggebracht worden naar onze eigen majoor. In het gewone doen wordt er te gen je gezegd: „Neem maar een trein of ga liften", maar als gevan gene is het allemaal veel eenvoudi ger. Er wordt een auto gehaald, je krijgt een chauffeur tot je beschik king en je arriveert bij je majoor als de directeur van een goed rende rende margarinefabriek. Maar dan is het feest ook afgelo pen. Terwijl we in het gangetje voor de kamer van de majoor stonden te wachten, voelden we ons ietwat on prettig en toen een vaandrig met een van promotielust brandende verachtelijkheid tegen ons zei, dat we binnen moesten komen, zonk de moed ons even in de schoenen. De boze majoor. Met forse stap traden we echter de onheilskamer binnen, klapten de binnenkanten van onze schoenen heftig tegen elkaar en stram in de houding staande zeiden wij met lui de stem: „Vrijwilliger Flip meldt zich!" Volgens de gewoonte móest de majoor hierop minzaam antwoorden met: „Ga maar op je gemak staan". Maar de majoor keek niet op of om en liet ons een half uur lang in de houding staan. Aanvankelijk meenden wy, dat dit op een misver stand berustte, maar naarmate er meer aanmoedigende kuchjes van ons onbeantwoord bleven, gingen wij inzien, dat het hier een soort straf betrof. En nu zijn wij erg realistisch van aanleg. Want in zo'n geval kan je kwaad worden, maar je kan ook den ken: „Kom, dat nemen we op de koop toe. We hebben er drie weken vacantie voor gehad." Eindelyk kwam er echter een ogenblik, waarop de majoor uit zijn zetel rees en zeide: „Leuk hè, om zo lang in de houding te staan." Het antwoord was een kwestie van weten. Als een majoor iets in bevestigende zin vraagt, kan je het beste ontkennend antwoorden. Dat deden we ook, maar de vulkaanuit barsting was niet meer tegen te hou den. Je vaandel. „Ontzettende lafaard", schreeuw de de majoor, „je bent bij je vaan del weggelopen. Bij de vlag!!!" Mogelijk pinkt er bij deze woor den een lezer wat tranen weg. Op ons maakte het toen niet zo'n indruk. We wisten toen alleen nog maar, dat het erg was om bij je moe der weg te lopen. Dat vaandel echter was de ma joor zijn alles. Hij weidde er lang over uit, betrok er bloed, zweet en tranen bij en besloot zijn relaas met de mededeling, dat hij ons voor de krijgsraad kon sleuren, maar wilde volstaan met drie weken streng. En daarmede waren we officieel een veroordeelde. De majoor liet een sergeant aan rukken, aan wie hy het een en an der over ons vertelde. Vol afgrijzen keek het onderofficiertje op ons neer en siste af en toe tussen de tanden, om de majoor maar goed te laten merken, dat hij dergelijke ge dragingen niet erg op prijs kon stel len. Buiten hij moest ons naar de gevangenis begeleiden bleek het echter een erg geschikte jongen, „Laat die majoor maar zwammen", zei hij en daarmede toonde hij weer eens aan, dat het niet leuk is om een hoge baan te hebben. Je kunt er dan nooit meer van op aan,-wat de men sen tegen je zeggen. Enfin, we namen onderweg nog een potje bier, verzamelden wat naasappelen bij een moeder, die haar dochter kennelijk graag aan de ser geant voor het leven wilde afstaan en togen vervolgens naar de dorps gevangenis van het plaatsje Stein in Zuid Limburg, wsar we de komen de drie weken gratis water, brood en inwoning zouden krijgen. FLIP. museum of naai- een dancing gegaan waren, maar dat lijkt, op zulke Pink sterdagen, een belediging var. O. L. Heer. de wereld willen hebben, dat u ons ervan zoudt verdenken, dat wij op die kostbare Pinksterdagen vroom hebben zitten peinzen over de zeven nog veel kostbaarder gaven van dc Heilige Geest. Het zou lofwaar dig ge weest zijn, maar we zyn niet lofwaar dig. Maar wel rijpt bij ons het in zicht, dat de natuur hoe warm het ook was! de meeste mensen koud laat, omdat ze de schepping niet meer zien als een gave Gods en zy deze Pinksterdagen niet meer aanvaard hebbent als een geschenk, zo prachtig als alleen de scheppende Geest ver mag te geven. Het besef van de goddelijke alom tegenwoordigheid, van „de Geest, die alles samenhoudt en kennis draagt van het gesprokene", geeft aan dc natuur wijding en de hartelijke be wondering ener wederkerige genegen heid. Wanneer een mens zijn God be mint van Wie hij is uitgegaan» en tot Wie hij hoopt weer te keren, wan neer hij aanhankelijk beleeft, wat het verstand hem leert, dat de Geest hem gemaakt heeft en „wij niet onszel- ven", zal hij de natuur zien als iets wat van hemzelf is, omdat het zijn Vader toebehoort. De mens is een deel van de natuur, maar zijn ccht- menselyke glorie is daarin deel te hebben, daar aandeel in te hebben als kind van God. Zeker de Geest „waait waar Hij wil" en kan komen in het gedruis van de stormwind. Maar meestal is het zo, dat Hij tot ons komt in het suizelen van de stilte. BJogmaals: verdenk ons niet van zul- ke hoge ervaring. Wat wij hier Wij zeiden eens tot die ander, dat we zo weinig doordrongen waren, zo weinig dachten aan de alomtegen woordigheid des Geestes. „Dan móet je" was zijn antwoord „wanneer je 's morgens uit bed komt of 's avonds voor je er in stapt eens languit voorover op de grond gaan liggen-, de houding van volstrek te aanbidding, en dan heel langzaam het woord richten tot de H. Geest met het gebed, dat je wel uit het hoofd kent: „Kom, Heilige Geest. „Het is nogal vreemd" von den wij. „Je moet natuurlijk zorgen, dat niemand anders dan de Geest je ziet, niemand je stoort, niemand ervan weet. Het kan griezelig zijn-" meen den wij. ,Het kan huiveringwekkend zijn" beaamde hij „maar vergeet niet, dat het de Geest der ware wijsheid is, over wiens vertroosting wij ons niiet anders dan verheugen kunnen". „Maar waarom die op de grond val- lerij?" „Om je de schok van het ongewo ne tegeven, en de moed, daar te lig gen prijsgegeven aan de Onzichtbare, zonder Wiens werking dat kloppend hartje op de groncl niet kloppen kon. En wanneer je buiten bent in de na tuur, en heel alleen en onbespied en de grond niet nat is (anders krijg je rheumatiek), moet je eens languit op de aarde gaan liggen en de H. Geest vragen zijn intrede in je te doen. Daar behoef je helemaal niet braaf voor te zijn, maar het zou me verba zen, indien „het vuur Uwer liefde" niet in je ontstoken werd. Het ver schrikkelijkste is niet, dat een mens een zondig mens is dat zijn we op een of andere manier allemaal het verschrikkelijkste is als een mens zijn God niet bemint, geen innerlijke aanhankelijkheid, geen drang van ge negenheid heeft voor Hem, die hem gemaakt heeft. Wanneer hij nooit eens de behoefte voelt, zelfs niet in de gelukkigste ogenblikken van zijn leven, zijn God te danken, en nooit er toe komt zelfs in de beroerdste ogenblikken van zijn leven, zich op Hem te verlaten als een kind op zijn sterke Vader. Er is niets zo beledi gends voor de Almacht des Heren dan de onverschilligheid van dege nen, die voor de wereld beweren in Hem te geloven". Z(jn raad leek ons te revolutionnair om in practijk te brengen, maar wij brengen zijn advies over opdat „wie het vatten kan, het vatte" en daar door gesterkt moge worden met dc ze ven Pinkstergaveni cn zich „altijd over Zijn vertroosting te mogen ver heugen". MARIUS. „DAT ZIT Zó." Door de Centrale Propaganda- dienst van de K.A.B. is een boekje samengesteld waarin een antwoord wordt gegeven cp al die actuele vra gen, welke èn op de vergadering èn tijdens het schaftuur èn bij het huis bezoek gesteld worden met betrek king tot de propaganda, cn welke vragen dan op pakkende wyze moe ten kunnen worden beantwoord. Teneinde deze plaatselijke propa gandisten cn huisbezoekers daarbij enigszins te helpen, is een speciale handleiding onder de titel „Dat zit zó" verschenen. Allerlei actuele vraagstukken, zo als het probleem vèn de bedrijfs- taksgewijze organisatie, het verbod van het N.V.V.-lidmaatschap, het standpunt van de K.A.B. inzake de personeelsverenigingen, de verhou ding tussen de K.A.B. en K.V.P., de besteding van de contributie, de kwestie van de confessionele grond slag, ook voor de Vakbeweging, enz. worden in dit belangwekkend boek»- je verhandeld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1953 | | pagina 5