CKpfarine 4
Nederlanders kwamen in
één groep binnen
Het weer op Hollandia
viel gisteren nog mee
ZONDAGMORGEN
Jubileum-uitvoering in de
Leidse Manege
Inleiding tot drie weken vacantie
in de dorpsgevangenis van Stein
ZATERDAG 30 MEI 1953
DE LE1DSE COURANT
DERDE BLAD PAGINA 1
De Ronde van Italië
Hoewel de 16e etappe van
van Italië, van Riva del Garda naar
Vicenza voerend, vrij vlak en slechts
166 km. lang was, is er over het alge
meen veel strijd geleverd. En in deze
activiteit hebben de zes Nederlandse
renners zich niet onbetuigd gelaten.
Het begon al met een ontsnappings
poging van een klein groepje, bestaande
uit de Spanjaard Vidal, de Italianen
Coste en Jianezzi en onze landgenoot
Van Breenen. Fel spurtend ging het
viertal er tussenuit en zo n vastberaden
indruk maakte hun pedaaltred, dat het
peloton geen enkel risico nam en de
vluchtelingen uit alle macht ging naja
gen. Niet lang duurde het dan ook of
de gehele karavaan van 90 coureurs was
weer compact. Vidal had echter kenne
lijk zijn zinnen op een goede plaats in
het étappe-klassement gezet en korte
tijd later schoot hij voor de tweede maal
uit de dichte gelederen naar voren.
Dekkers en Buchonet slaagden er in
hem enkele kilometers te volgen, maar
het tempo van Vidal werd steeds ho
ger en tenslotte reed hij alleen. Bij
Trento (na 45 km.) had hij een voor
sprong van 40 seconden en bij de door
tocht van Levico (64 km.) was het zelfs
ruim 2 minuten. Nog reageerde de
hoofdgroep niet. doch toen Vidal's voor
sprong tot 2 min. 30 sec. was aange
groeid, kwam er beweging in het pelo
ton. Na 94 km., bij Grigno. was het ver
schil tussen de drieste vluchteling én
de hoofdmacht tot 1.20 gereduceerd.
Toen bleek, dat Vidal te weinig klasse
bezat om zich te kunnen handhaven in
de wetenschap, dat de achtervolgers
steeds dichterbij kwamen. Zienderogen
begon zijn cadans onvaster te worden
en toen hij tenslotte door de grote groep
werd opgeslokt als een uitgeput stekel
baarsje door een snoek, zat hij te stam
pen op zijn machine. De laatste zeven
tig kilometer bracht tal van uitloop
pogingen van kleine groepjes. Koblet
en Magni waren de initiatiefnemers tot
een van deze pogingen. Bochonnet. Dek
kers, Van Steenbergen, Ockers, Coletto
en Barozzi sprongen onmiddellijk aan
hun wiel, wetend dat een vlucht van
mensen als Koblet en Magni wel eens
menens zou kunnen worden. Maar
der dan een halve minuut voorsprong
kreeg de kopgroep niet. Coppï organi
seerde een klopjacht en toen was het
gauw gebeurd. 6 km. verder was het
veld weer gesloten. En 30 km. voor het
einde probeerde Vah Steenbergen het
nogmaals. Aanvankelijk werd dit offen
sief de kop ingedrukt, maar tenslotte
gelukte het de Belg toch weg te komen,
tezamen met de Italianen Monti, Co
letto, Brasola, Barozzi, Baroni en Zu-
de Ronde liani. De Nederlanders, die tot dusver
4 middelen in 1 tablet
doen wonderen!
Wanneet U zich onbehaaglijk voelt, -
doel 'n enkel tabletje Chelatine „4"
wonderen. Door de samenwerking van
4 beroemde geneesmiddelen, in één
labiet verenigd, voel! U zich een an
der mens,1 weer in staat met plezier
Uw werk te doen.
Uw werK te ooen. jm
TEGEN PIJNEN EN GRIEP - 20 TABLETTEN F 0.75
(Advertentie.)
steeds in de voorste gelederen te
den waren geweest, misten nu de slag
vaardigheid mee te trekken.
De finish was gelegen aan het eind
m een 1 km. lange stijging zodat het
einde van de etappe een klimmende
sprint werd, welke door Monti werd ge
wonnen en waarbij Van Steenbergen
door de andere Italianen naar de laatste
plaats van het groepje werd gedrongen.
De uitslag luidt: 1. Monti 4.34.16. 2.
Barozzi z.t., 3. Coletto z.t., 4. Zuliani
4.34.26, 5. Baroni 4.34.37, 6. Brasola
4.34.44. 7. Van Steenbergen z.t., 8. De
Filippis 4.36.06, 9. Ockers z.t., 10. Bartali
z.t., 11. Schaer 'z.t., 12. Pellegrini
13. Pedroni z.t.
Daarna het peloton, onder wie Koblet,
Pianezzi en Diggelman, allen dezelfde
tijd als De Filippis.
De Nederlanders Van Est, Roks. Wag&
mans, Dekkers, Van Breenen en Suy-
kerbuyek werden in het etappeklasse
ment ex aequo 21e met andere renners
in dezelfde tijd als De Filipips (4.36.06),.
Algem. klassement: 1. Koblet 97.26.9^5
2. Coppi 96,27.44; 3. De Santi 96.28.06;
4. Fornara 96.28.35; 5. Conterno 96.29.37;
6. Schaer 96.29.44: 7. Van Est 96.30.48;
69. Wagtmans 97.22.30; 62. Roks 97.27.56:
63. Dekkers 97.29.06; 85. Suykerbuyck
98!33.27; 86. Van Breenen 98.35.39.
Swift-combinatie. Uitslag 48 km-
rit voor de avondcompetitie; A-klasse:
1. H. v. d. Vos, T. J. Vermeulen; B-kL
1. J. Riethoven Jr., 2. B. Rijkelykhui-
zen. 3. A. Prangers; C-klasse 1.
Hoogkamer, 2. C, v. Amsterdam, 3. A.
Vermeulen.
D. Wallet, J. Slingerland, B. Kruit.
J. Vermeulen en A. v. Houwelingen
starten morgen in de Ronde van St.
Bavo te Noordwijkerhout.
Zondag is er een clubtocht naar
Noordwijkerhout Vertrek 10.30 u. vanaf
de Beestenmarkt'.
NJORD WON EERSTE FINALE
We kunnen niet zeggen, dat we gis-
fernamiddag err hoopvol gestemd naar
Alphcn a. d. Rijn togen om de eerste
avond van de roeiwedstrijden van Hol
landia te gaan verslaan. De regen, die
vrijwel voortdurend de gehele middag
was gevallen en de koude temperatuur,
die er sinds de afkoeling van Derde
Pinksterdag was opgetreden, waren wei
nig hoopvolle voortekenen voor een
vrolijk roeiersfeest. Achteraf is het nog
al meegevallen. De regen bleef althans
tijdens de wedstrijden achterwege en de
temperatuur was voor de roeiers goed
genoeg om het hoofd koel te houden
teneinde dc wedstrijden tot een goed
einde te brengen.
Er stond een stevige wind over de
baan, welke de roeiers aanvankelijk in
de rug hadden, doch later draaide de
wind tot dwars over de baan, zodat de
ploegen er meer hinder van ondervon
den, hetgeen wel tot uitdrukking kwam
in de tijden.
Niet minder dan 25 verenigingen met
116 ingeschreven nummers waren dit
maal van de partij, hetgeen slechts wei
nig verschilt van het recordjaar 1951 en
al neemt men in aanmerking, dat er
thans enkele nummers voor de jeugd-
ploegen waren ingelast, dan kan men
toch zeggen, dat Hollandia immer weer
een grote aantrekkingskracht blijkt te
bezitten Vele nieuwe gezichten zagen
we op dit roeifeest, als de Adelborsten,
de AJMV, de Dordtrechtse, Dudok van
Heel, Het Galjoen, Ondine, Proteus en
Wetterwille. Van deze nieuwelingen
hebben enkele zich op deze eerste avond
ook reeds doen gelden, zodat wij alle
hoop hebben, dat zij ook vandaag bij de
finales van zich zullen doen spreken.
Een nieuwigheid op het Hollandia-
programma is voorts het houden van
een lange afstandwedstrijd over 4 km.
voor Overnaadse Vieren. Een nummer,
dat blijkbaar een grote aantrekkings
kracht heeft bezeten, want er waren niet
minder dan zestien ploegen ingeschre
ven. Zij startten om de 15 seconden en
moesten dus vanzelfsprekend op tijd
werken, hetgeen immer een lastige op
gave is. Als voorlopige winnaar werd
Aegir I geklasseerd met 15 min. 16 sec.
Tweede werd de ploeg van de Adelbor
sten in 15 min. 21 sec., derde De Laak
met 15 min. 30 sec., terwijl De Hoop
vierde is geworden met 15 min. 31 sec.
Ronde v. Luxèmburg
gestart
De eerste etappe van de Ronde van
Luxemburg, van Luxemburg naar Dlf-
ferdange over een afstand van 225 km.
is gewonnen door de Zwitser Kubler.
Kubler was ook de eerste renner, die
reeds na enkele kilometers, nadat het
startschot gevallen was, in gezelschap
van zijn landgenoot Schellenberg en de
Duitser Schwarzenberg, alsmede de
Luxemburger Schmitt uit het peloton
sprong, doch deze ontsnapping was
korte duur. want nog voordat de kara
vaan een kilometer of dertig op weg
was. werden de vluchtelingen weer tot
de orde geroepen. Maar nauwelijks was
het veld weer compleet of een ander
drietal trok er tussen uit. Dit waren onze
landgenoot Lambrichs, de Zwitser Graf
en weer de Duitser Schwarzenberg.
Graf moest het tweetal bij 'de beklim
ming van de venijnige berg laten gaan,
en hU werd even later door het peloton
opgeslokt. Lambrichs en Schwarzenberg
zetten moedig door en trachtten hun
voorsprong zelfs nog te vergroten, zodat
zij op een gegeven ogenblik in de buurt
van Arsdorf (141 km.) zelfs een voor
sprong hadden van 6 min. en 14
Een paar kilometer verder werd alarm
geslagen in het peloton. Ferdi Kubler
sprong uit de compact rijdende groep
weg, maar hij kreeg de Belgen Close en
Vanderstockt achter zich aangestuurd.
Het duo LambrichsSchwarzenberg be
gon op hetzelfde ogenblik danig te ver
slappen. Schwarzenberg moest in de
helling van de Redange het wiel van
Lambrichs loslaten, waarna het ook met
onze landgenoot spoedig gedaan was. In
de omgeving van Hovelange (160 km.)
werd Lambrichs door Kubler. Close en
Vanderstockt. alsmede door de inmid
dels naar voren gekomen Belg Blomme,
ingelopen. Lambrichs echter bezat nog
zoveel reserve, dat hij zich bij dit viertal
kon aansluiten. Elkaar om beurten op
kop aflossend, ging het vijftal op de
finish af. In Differdange. het eindpunt
van deze zware etappe, toonde Kubler
zich de sterkste in de sprint.
Wat de prestaties van onze overige
landgenoten betreft mogen wij tevreden
zijn. Vooral het rijden van de 33-jarige
Sjefke Janssen viel zeer te loven, doch
met hem mogen wij zijn provinciegenoot
Piet Haan en Gerrit Voorting noemen.
Harm Smits, die reeds vroeg met een
lek bandje te kampen kreeg, wist zich
goed te herstellen. De jeugdige Adrie
Voorting viel enigszins tegen, doch voor
hem geldt hier zeker het excuus, dat hij
als enige van de Nederlandse ploeg voor
het eerst in hét zware bergland aan de
start kwam.
De uitslag luidt: 1. Kubler in 6 uur 23
min. 34 sec., 2. Vanderstockt z.t.. 3.
Blomme z.t., 4. Close z.t.. 5. Lambrichs
z.t., 6. Van Dormael 6.24.56, 7. Rijckaert
6.24.59, 8. Janssen z.t., 18. Haan (Ned.)
6.25.56, 19. Gerrit Voorting (Ned.)
6.27.55. 23. Smits (Ned. 6.28.50, 36. Adrie
Voorting (Ned.) 6.42.09.
Njord won reeds een finale.
Er kon op deze avond slechts één
finale worden verroeid. hoewel er twee
gepland waren, maar de finale van de
Jonge Vier B verviel, omdat de heats
te laat waren verroeid doordat Willem
ni niet op tijd aan de start verscheen,
terwijl het bovendien te laat en nage
noeg donker was geworden. Natuurlijk
was men te laat begonnen en de scheep
vaart. och men weet het zo lang
zamerhand, men kan haar niet enkele
uren aan banden leggen, zodat men zo
nu en dan weer verschillende schepen
over de Rijn zag gaan, ter afwisseling
van het roeiprogramma.
De finale van de Jonge Twee B was
dus de enige en zij ging tussen Njord,
Skadi en Triton. De Leidenaars wonnen
van de Utrechtse studenten met 4 sec.
voorsprong.
Nog een ander succes boekten de
Leidse studenten, nl. in de Jonge Acht
A, waar zij eveneens Triton versloegen
en zich in de finale plaatsten met Spaar-
ne en Proteiis. Tenslotte werden zij ook
eerste in de Jonge Vier B vóór Willem
III, in welk nummer zij met Düdok van
Heel en De Hoop in de finale zullen
uitkomen.
De resultaten waren als volgt:
Jonge Vier B, le heat: 1. Dudok van
Heel 7 min. 23 2/5 sec.. 2. De Hoop
7.23 3/5; 2e heat: 1. Njord 7.25, 2. Wil
lem III 7.32 4/5.
Jonge Skif B, le heat: 1. Spaarne
8.15, 2. Wetterwille.
Jonge Acht A. le heat: 1. Spaarne
6.45, 2 Proteus 6.46, 3. Nereus; 2e heat:
1. Njord 6.46 3/5, 2. Triton 7.21/5.
Lichte Vier, le heat: 1. Triton 7.44 3/5,
2. Aegir 7.45 4/5, 3. Willem III; 2e heat:
1. Nautilus 7.45 4/5, 2. Dudok van Heel
7.581/5, 3. Proteus.
Jonge Twee B., finale: 1. Njord 8.30 4/5,
2. Triton 8.34 4/5, 3. Skadi.
Dames Stijl Overnaadse Vier, le heat:
1. DDS 107 p., 2. De Vliet 86 p.; 2e heat:
1. Het Spaarne 104 p., 2. Argo 94 p.,
3. Ondine 91 p.
Finale Overnaadse Vier, beginnelin
gen: 4000 meter: 1. Aegir I 15 min. 16
sec.; 2. Adelborsten 15 min. 21 sec.; 3.
De Laak 15 min 30 sec.; 4. De Hoop 15
min .31 sec.; 5. Dordrecht 15 min. 33
sec.; 6. Dudok van Heel I 15 min. 34
sec.; 7. Aegir II 15 min. 35 sec.; 8., 9.,
10. cx aequo Laga, Njord en Triton
I allen in 15 min. 40 sec.
LEIDSE VOETBALBOND.
ZONDAGMIDDAG.
Senioren.
IC: Warmunda 2Alph. B. 2.
2A: Rijpweter. 1—ZLC 1: VNL 1—
"Bern. 1.
2B: AZL 1—Lisse 3; Lugdun. 5—
VVO A 1.
2C: ZLC 2—Lugdun. 6; UVS 6—
Stompw. B. 2.
~D: DOSR 3Rijpweter. 2; Lugdun
7Altior 2.
3 A: Roodenb. 6—Morskw. 2; SVLV 3
Or. Groen 3; VTL 2Alphia 4.
3 B: ZLC 3—Foreholte 3.
4 B: DOCOS 4—UVS i0.
4C: Lugdun. 10—WSB 5.
4D: SVLV 4—Warmunda 4.
Junioren.
E: DOSR (A)—St Bern. (A).
F: Lisse (B)—SJC (B).
H: DOCOS (D>—Foreholte (B)War
munda (B)—VNL (B).
Lugdunum. Voor de morgen te Al
phen aan den Rijn te spelen promotie
wedstrijd Alphia 1Lugdunum 1, welke
om 2.30 uur aanvangt, is de opstelling
van Lugdunum als volgt: Van Ouds
hoorn, Quist, Van Berkel, Fillppo, Van
Well, De Roo, Teeuwen, Mizee, Bekke
ring, Verhoeven, De Koning.
Voorts wordt gespeeld: Lugdunum 3—
HPSV 2, 10 uur.
POSTDUIVEN.
Concoursoommissie R(jn en Gouwe.
De eerste 10 prijzen van de concours-
commissie Rijn en Gouwe met 300 dui
ven vanaf Corbeil zijn als volgt: Gebr.
Oosterman. Aarlanderveen, 1; P. Bor-
gers. Alphen a. d. Rijn, 2, 3, 19. 25; H.
v. Vegten, Koudekerk, 4, 6. 8, 12; C. T.
Middelkoop, Boskoop, 5; Gebr. de Wit,
Koudekerk. 7, 10, 13, 18; W. v. d. Water
Waddinxveen 9
DE KERN» WAAR ONS HELE
LEVEN OM DRAAIT
r\ie Pinksterdagen! Er zijn» ogen-
U blikken in het leven, waarby men
verzucht met de Duitse dichter (maar
welke dichter?!): „Blyf nog even, je
bent zo mooi". Zo waren de Pinkster
dagen 1953. Je kon je niet verzadi
gen aan hun< schoonheid en weelde.
Het was een tafeltje dek-je, waarbij
iedereen uitgenodigd werd zoveel te
eten als hij kon, maar het menu was
zo overladen, dat je sommige spijzen
moest laten passeren: ,,Dank u, ik kan
niet alles tegelijk verorberen". Op
een buitenpartij, door Dickens be
schreven, waren er uitnodigingen
voor honderd gasten en porties voor
vijftig, zodat er altijd een ontzettend
gedrang was om een hapje machtig
te worden, als het buffet geopend
werd. Maar in de natuur op Pinkste
ren was het juist omgekeerd. Daarom
begrijpen we niet, waarom de mensen
zich verdrongen in dichte drommen
aan enkele tafeltjes, terwijl de grote
feestzaal bijna niet bezocht werd.
Stampvolle wegen met benzine
stank, claxons, belgerinkelAfge
laden autobussen, smoorhete auto's,
opeengepakte treinenIedereen
zocht en bijna niemand vond de weg
naar de Pinkstervrede en kwam dan
terecht tussen ijscowagentjes en
schetterende gramofoonmuziek. Het
zou ons niet verwonderen, als sommi
gen zelfs naar de bioscoop, naar een
DIRECTEUR J. E. KOK
GEHULDIGD
Een fleurige aanblik bood gisteravond
de Manege van de Leidse Universiteit
vooral bi) de slot-apotheose van de ju
bileum-uitvoering, georganiseerd door
de Leidse Rij- en Jachtclub, toen een
uitgebreid gezelschap een typische En
gelse Meet uitbeeldde. Hondenleiders
met jachthonden, jachtmeesters en ja
gers in rode tunieken, viscounts en
squires te paard, koetsjes met barones
sen en andere persoonlijkheden uit de
oude Engelse aristocratie verzamelden
zich bü „The last Post" voor een grote
jachtpartij, die daarop losbrak in een
wervelwind van galopperende paarden,
die men met enige fantasie kon zien
gaan over dc heuvels cn door de dalen
van Zuid-Engeland.
Deze feestelijkheid was niet alleen
georganiseerd als sluiting van het sei
zoen, zoals aan de Leidse Manege al
sinds 1888 de gewoonte is,# maar vooral
ook als huldiging voor de heer J. E. Kok,
die nu 12J/? jaar lang als directeur de
Leidse Manege voortreffelijk geleid
heeft, en haar, nadat zij in de oorlog ge
heel ten onder was gegaan, in de moei
lijke na-oorlogse tijd weer heeft opge
bouwd.
Deze welverdiende hulde werd in het
officiële gedeelte van de avond door
verschillende sprekers onder woorden
gebracht en in eerbetuigingen en ge
schenken geuit Nadat de diverse afge
vaardigden en aanwezigen waren wel
kom geheten, sprak eerst de pro-praeses
van de Leidse Studenten Carroussel
Vereniging, de heer F. Brust. Daarna
sprak de praeses van de L.M.S.C.V., mej.
B. Schuur. Beiden boden de heer Kok
wegens zijn verdiensten het erelidmaat
schap van hun vereniging aan. Vervol
gens sprak voor de Leidse Rij- en
Jachtver. de heer F. de Graaff. Zij
brachten hulde aan de heer Kok voor
zijn werk. De Leidse Manege is de beste
en drukste van heel het land. want er
zijn goede paarden, en er hangt een
prettige sfeer. Namens de Federatie van
Ned. Rijscholen kwam tenslotte ook de
heer Caspers, bedrijfsleider van de Am
sterdamse Manege nog hulde en geschen
ken aanbieden. De heer Kok dankte
allen met enige eenvoudige woorden en
betrok hierin ook de heer H. J. Lijsen.
zijn trouwe medewerker, die hem in al
die jaren had ter zijde gestaan.
Hierna begon het programma, dat het
mooiste te zien gaf wat er op het ge
bied van de ruitersport maar te zien is.
Met een keur van prachtige paarden
toonden de ruiters hun kunnen maar
vooral de „elegance" van de dressuur
en het hogeschool-rijden. Alle aanwe
zigen konden zich volkijken aan de
gratie en de schoonheid van een goed
ruiter op een goed paard, een schouw
spel van beheersing en sierlijk bewegen,
van spannende pezen in vurige paar
denlijven, van dieren, die op ranke tril
lende poten de meest gecompliceerde
figuren liepen: beheersing van de mens
over het dier, en van de mens over
zichzelf.
In een nummer vrijheids-dressuur
toonde de heer Lijsen aan, dat dressuur
en mishandeling lijnrecht met elkaar in
strijd zyn.
Als bijzondere attractie werd ook het
bekende paard Robespierre, winnaar
van vele races, en thans in het bezit
van de Leidse Manege, voorgereden. Bij
vele paardensport-liefhebbers zal deze
avond een langdurige herinnering heb
ben.
12 AMBACHTEN - 13 ONGELUKKEN
En hier is eindelijk die periode in
ons veelbewogen leven aangebroken,
waarover we ons in vrije ogenblik
ken nog wel eens plegen te schamen
en die als er in de loop der jaren
niet wat eelt op ons hart gekomen
was nog vaak het schaamrood
naar onze kaken zou jagen. Zwijgen
lokt het meest, maar we hebben nu
eenmaal besloten alles eruit te sto
ten en daarom: Ook deze wandaad
in de openbaarheid.
Ja, we hadden dus een dag verlof
bij de majoor weten los te peuteren.
Maar wat is één dag? Voor je er erg
in hebt, is de tweede dag al begon
nen en bjj de derde dag denk je:
„Ik krijg nu toch straf! Waarom zou
ik er nog niet een dag bij nemen?"
Ons verging het ook zo; alleen iets
verstrekkender. We verlengden ons
dagje verlof namelijk met 21 ande
re dagen, een aantal waar je betrek
kelijk spoedig aan toe bent. indien
je tenminste wat plezier in het le
ven weet te ontdekken.
Ze hadden het door.
Nu is het zó in militaire dienst,
dat er om in vaktermen te spre
ken heel wat te zwijnen valt. Je
kunt je ziek houden, ontslagen wor
den van de ochtendgymnastiek op
doktersadvies, maar er helemaal niet
zijnnee, dat loopt in de gaten.
Zelfs voor zo'n doodgewone soldaat
als wij waren, werden een heleboel
instanties van het koninkrijk op stel
ten gezet. Militaire politie stapte
hier en daar eens binnen, om te zien,
of wij er soms waren, maar steeds
waren we er juist geweest. Geheel
onkundig van het naarstig gezoek
naar ohs, feestten we heel Neder
land door tot eindelijkna drie
wekeneen militaire-politieman
in Den Bosch op het uit het oogpunt
van dienst bezien, goede idee kwam,
om naar onze verlofpas c.q. het
marsbevel te vragen.
Nou, we gaven hem dat verlopen
pasje en naar aanleiding daarvan
leverde hij ons af bij een van zijn
superieuren, die de rang van kapi
tein bezat.
„Zo jongeman", zei deze onvrien
delijk, „waar is je verlofpas?"
„Die hebt U daar", antwoorden
wy.
„Dat is er een van drie weken ge
leden".
„Ach ja", merkten wij luchtigjes
op, „we hebben een beetje opont
houd gehad".
Luchtige psychoogie
ONDER HET MOTTO
Wie lacht niet
die zichzelf beziet
Die verklaring viel niet bepaald
in goede aarde. Zo op z'n kapiteins
begon de kapitein te vertellen, hoe
hij over ons dacht. Maar midden in
het gebulder verstarde hij plotse
ling.
„Jij bent toch niet.
„Ja, dat zijn we", antwoordden wij.
Telefoontjes.
Twee minuten later begon de ka
pitein aan een serie telefoongesprek^
ken, die allemaal begonnen met éen
onheilspellend: „We hebben hem".
Ja, dat sloeg op ons. Ze hadden
ons zogezegd.
Enfin, op een heleboel plaatsen,
waar men zich nooit om ons bekom
merd had, stond onze persoon plot
seling in de schijnwerper. Er bleek
zelfs onenigheid te bestaan tussen
de instanties aan wie we nu eigen
lijk uitgeleverd moesten worden.
Toen er voor een kleine vijftig gul
den aan telefoongesprekken was be
steed, bleek ook deze kwestie uit de
wereld. We zouden teruggebracht
worden naar onze eigen majoor.
In het gewone doen wordt er te
gen je gezegd: „Neem maar een
trein of ga liften", maar als gevan
gene is het allemaal veel eenvoudi
ger. Er wordt een auto gehaald, je
krijgt een chauffeur tot je beschik
king en je arriveert bij je majoor als
de directeur van een goed rende
rende margarinefabriek.
Maar dan is het feest ook afgelo
pen. Terwijl we in het gangetje voor
de kamer van de majoor stonden te
wachten, voelden we ons ietwat on
prettig en toen een vaandrig met
een van promotielust brandende
verachtelijkheid tegen ons zei, dat we
binnen moesten komen, zonk de
moed ons even in de schoenen.
De boze majoor.
Met forse stap traden we echter
de onheilskamer binnen, klapten de
binnenkanten van onze schoenen
heftig tegen elkaar en stram in de
houding staande zeiden wij met lui
de stem: „Vrijwilliger Flip meldt
zich!"
Volgens de gewoonte móest de
majoor hierop minzaam antwoorden
met: „Ga maar op je gemak staan".
Maar de majoor keek niet op of
om en liet ons een half uur lang in
de houding staan. Aanvankelijk
meenden wy, dat dit op een misver
stand berustte, maar naarmate er
meer aanmoedigende kuchjes van
ons onbeantwoord bleven, gingen wij
inzien, dat het hier een soort straf
betrof.
En nu zijn wij erg realistisch van
aanleg. Want in zo'n geval kan je
kwaad worden, maar je kan ook den
ken: „Kom, dat nemen we op de
koop toe. We hebben er drie weken
vacantie voor gehad."
Eindelyk kwam er echter een
ogenblik, waarop de majoor uit zijn
zetel rees en zeide: „Leuk hè, om zo
lang in de houding te staan."
Het antwoord was een kwestie
van weten. Als een majoor iets in
bevestigende zin vraagt, kan je het
beste ontkennend antwoorden. Dat
deden we ook, maar de vulkaanuit
barsting was niet meer tegen te hou
den.
Je vaandel.
„Ontzettende lafaard", schreeuw
de de majoor, „je bent bij je vaan
del weggelopen. Bij de vlag!!!"
Mogelijk pinkt er bij deze woor
den een lezer wat tranen weg.
Op ons maakte het toen niet zo'n
indruk. We wisten toen alleen nog
maar, dat het erg was om bij je moe
der weg te lopen.
Dat vaandel echter was de ma
joor zijn alles. Hij weidde er lang
over uit, betrok er bloed, zweet en
tranen bij en besloot zijn relaas met
de mededeling, dat hij ons voor de
krijgsraad kon sleuren, maar wilde
volstaan met drie weken streng.
En daarmede waren we officieel
een veroordeelde.
De majoor liet een sergeant aan
rukken, aan wie hy het een en an
der over ons vertelde. Vol afgrijzen
keek het onderofficiertje op ons
neer en siste af en toe tussen de
tanden, om de majoor maar goed te
laten merken, dat hij dergelijke ge
dragingen niet erg op prijs kon stel
len.
Buiten hij moest ons naar de
gevangenis begeleiden bleek het
echter een erg geschikte jongen,
„Laat die majoor maar zwammen",
zei hij en daarmede toonde hij weer
eens aan, dat het niet leuk is om een
hoge baan te hebben. Je kunt er dan
nooit meer van op aan,-wat de men
sen tegen je zeggen.
Enfin, we namen onderweg nog
een potje bier, verzamelden wat
naasappelen bij een moeder, die haar
dochter kennelijk graag aan de ser
geant voor het leven wilde afstaan
en togen vervolgens naar de dorps
gevangenis van het plaatsje Stein in
Zuid Limburg, wsar we de komen
de drie weken gratis water, brood
en inwoning zouden krijgen.
FLIP.
museum of naai- een dancing gegaan
waren, maar dat lijkt, op zulke Pink
sterdagen, een belediging var. O. L.
Heer.
de wereld willen hebben, dat u
ons ervan zoudt verdenken, dat wij
op die kostbare Pinksterdagen vroom
hebben zitten peinzen over de zeven
nog veel kostbaarder gaven van dc
Heilige Geest. Het zou lofwaar dig ge
weest zijn, maar we zyn niet lofwaar
dig. Maar wel rijpt bij ons het in
zicht, dat de natuur hoe warm het
ook was! de meeste mensen koud
laat, omdat ze de schepping niet meer
zien als een gave Gods en zy deze
Pinksterdagen niet meer aanvaard
hebbent als een geschenk, zo prachtig
als alleen de scheppende Geest ver
mag te geven.
Het besef van de goddelijke alom
tegenwoordigheid, van „de Geest, die
alles samenhoudt en kennis draagt
van het gesprokene", geeft aan dc
natuur wijding en de hartelijke be
wondering ener wederkerige genegen
heid. Wanneer een mens zijn God be
mint van Wie hij is uitgegaan» en tot
Wie hij hoopt weer te keren, wan
neer hij aanhankelijk beleeft, wat het
verstand hem leert, dat de Geest hem
gemaakt heeft en „wij niet onszel-
ven", zal hij de natuur zien als iets
wat van hemzelf is, omdat het zijn
Vader toebehoort. De mens is een
deel van de natuur, maar zijn ccht-
menselyke glorie is daarin deel te
hebben, daar aandeel in te hebben
als kind van God.
Zeker de Geest „waait waar Hij
wil" en kan komen in het gedruis
van de stormwind. Maar meestal is
het zo, dat Hij tot ons komt in het
suizelen van de stilte.
BJogmaals: verdenk ons niet van zul-
ke hoge ervaring. Wat wij hier
Wij zeiden eens tot die ander, dat
we zo weinig doordrongen waren, zo
weinig dachten aan de alomtegen
woordigheid des Geestes.
„Dan móet je" was zijn antwoord
„wanneer je 's morgens uit bed
komt of 's avonds voor je er in stapt
eens languit voorover op de grond
gaan liggen-, de houding van volstrek
te aanbidding, en dan heel langzaam
het woord richten tot de H. Geest
met het gebed, dat je wel uit het
hoofd kent: „Kom, Heilige Geest.
„Het is nogal vreemd" von
den wij.
„Je moet natuurlijk zorgen, dat
niemand anders dan de Geest je ziet,
niemand je stoort, niemand ervan
weet.
Het kan griezelig zijn-" meen
den wij.
,Het kan huiveringwekkend zijn"
beaamde hij „maar vergeet niet,
dat het de Geest der ware wijsheid
is, over wiens vertroosting wij ons
niiet anders dan verheugen kunnen".
„Maar waarom die op de grond val-
lerij?"
„Om je de schok van het ongewo
ne tegeven, en de moed, daar te lig
gen prijsgegeven aan de Onzichtbare,
zonder Wiens werking dat kloppend
hartje op de groncl niet kloppen kon.
En wanneer je buiten bent in de na
tuur, en heel alleen en onbespied en
de grond niet nat is (anders krijg je
rheumatiek), moet je eens languit op
de aarde gaan liggen en de H. Geest
vragen zijn intrede in je te doen.
Daar behoef je helemaal niet braaf
voor te zijn, maar het zou me verba
zen, indien „het vuur Uwer liefde"
niet in je ontstoken werd. Het ver
schrikkelijkste is niet, dat een mens
een zondig mens is dat zijn we
op een of andere manier allemaal
het verschrikkelijkste is als een mens
zijn God niet bemint, geen innerlijke
aanhankelijkheid, geen drang van ge
negenheid heeft voor Hem, die hem
gemaakt heeft. Wanneer hij nooit
eens de behoefte voelt, zelfs niet in
de gelukkigste ogenblikken van zijn
leven, zijn God te danken, en nooit
er toe komt zelfs in de beroerdste
ogenblikken van zijn leven, zich op
Hem te verlaten als een kind op zijn
sterke Vader. Er is niets zo beledi
gends voor de Almacht des Heren
dan de onverschilligheid van dege
nen, die voor de wereld beweren in
Hem te geloven".
Z(jn raad leek ons te revolutionnair
om in practijk te brengen, maar wij
brengen zijn advies over opdat „wie
het vatten kan, het vatte" en daar
door gesterkt moge worden met dc ze
ven Pinkstergaveni cn zich „altijd
over Zijn vertroosting te mogen ver
heugen".
MARIUS.
„DAT ZIT Zó."
Door de Centrale Propaganda-
dienst van de K.A.B. is een boekje
samengesteld waarin een antwoord
wordt gegeven cp al die actuele vra
gen, welke èn op de vergadering èn
tijdens het schaftuur èn bij het huis
bezoek gesteld worden met betrek
king tot de propaganda, cn welke
vragen dan op pakkende wyze moe
ten kunnen worden beantwoord.
Teneinde deze plaatselijke propa
gandisten cn huisbezoekers daarbij
enigszins te helpen, is een speciale
handleiding onder de titel „Dat zit
zó" verschenen.
Allerlei actuele vraagstukken, zo
als het probleem vèn de bedrijfs-
taksgewijze organisatie, het verbod
van het N.V.V.-lidmaatschap, het
standpunt van de K.A.B. inzake de
personeelsverenigingen, de verhou
ding tussen de K.A.B. en K.V.P., de
besteding van de contributie, de
kwestie van de confessionele grond
slag, ook voor de Vakbeweging, enz.
worden in dit belangwekkend boek»-
je verhandeld.