Jacob v. Campen's meesterwerk
opengesteld voor bezichtiging
Prachtige reliëfs in de Vierschaar en Burgerzaal
LEIDEN,
ZATERDAG 23 MEI 1953
DE LFJDSE COURANT
TWEEDE BLAD PAGINA 1
in grote aantallen de paleispoort
binnen.
En er zullen er niet veel zijn, die
spijt van dit bezoek hebben.
De voorname sfeer, die dit paleis
ademt, werkt op iedereen in en zelfs
de man, waarmede wij straks be
gonnen, is toch wel onder de indruk
gekomen en als hij eindelijk kans
krijgt om het biertje van zijn fan
tasie te verwezenlijken in een koel
cafétje, kan hij niet nalaten tegen
de kellner te zeggen: „Maar nou heb
ik wat gezien
„Natuurlijk 't paleis, mijnheer?",
zegt de ober, want hij kent zijn
klantjes. „En nu zeker een Pilsje?"
En dan gaat het leven weer ge
woon verder.
Kroning in Engeland
Grappige incidenten
uit de geschiedenis
De Engelsen verdiepen zich reeds
druk in de historie van de kronings-
plechtigheden en vragen zich daar
bij af, op hoeveel manieren zo'n
plechtigheid mis kan lopen. Want
tenslotte komt een kroning niet
iedere dag voor en al zijn er een
tweehonderd boeken over versche
nen, niemand voelt zich bepaald ge
routineerd.
In 1902 trilden de handen van de
aartsbisschop op het kritieke mo
ment dusdanig, dat iedereen vrees
de, dat de kroon op de grond zou.
vallen. Met grote inspanning wist hij'
Edward VII de kroon op het hoofd
te plaatsen, maar ongelukkigerwijze
achterstevoren. Niet zonder enige
verwarring kon de kroon recht wor
den gezet. Verantwoordelijk: de
Earl Marshall.
Na de dood van koningin Victoria
bleek het met juwelen bezette rijks
zwaard zoek te zijn. Gelukkig werd
het nog tijdig teruggevonden in een
stoffige foudraal in een oude kast.
Bij de begrafenis van koning
George V viel de rijkskroon van de
lijkkist. Het werd opgemerkt door
één van de officieren, die haar wist
op te rapen. Verantwoordelijk: de
Earl Marshall.
Toen bij de kroning van George
III in 1761 de aartsbisschop zijn
preek aanving, achtten de in de
Westminster Abbey aanwezige gas
ten het tijdstip aangebroken om aan
de lunch te beginnen. Het lawaai
van de vorken en messen, aldus de
geschiedschrijver overstemde de
preek en dit gaf zulk een „komisch
effect", dat er een algemeen gelach
ontstond. Verantwoordelijk: de Earl
Marshall.
Bij de kroning van Victoria liep
de dienst in de war, doordat de aarts
bisschop per ongeluk twee bladzij
den van zijn boek omsloeg; verder
poogde hij de vorstig een voor de
pink bestemde ring aan de ringvin
ger te wringen; ten slotte struikelde
een lord over zijn eigen mantelsleep
en viel van de trap. Bij de kroning
van Jacobus II had men vergeten
de kroon pasklaar te maken, zodat
het ereteken gevaarlijk op 's konings
hoofd stond te waggelen. Koningin
Elizabeth I trok de aandacht door
tijdens de zalving de neus dicht te
knijpen en na de plechtigheid klaag
de zij, dat de zalfolie ranzig en kwa
lijk van reuk was geweest. Verant
woordelijk: de Earl Marshall.
Is het een wonder, dat men geaar
zeld heeft om toestemming te geven
tot het uitzenden per televisie van
de kroningsplechtigheid zelve?
HYPOTHEKEN
en Toor alle andere taken
op het gebied van on
roerende goederen
8ouw-an Makelaarsbadrijf
v.d. Drift
Ouda Vast 29 - Laldan
Talaf. 20513
(Advertentie)
4
Vacantiegangers naar paleis op de Dam
Rechts: Een blik in een van de im
ponerende galerijen.
Links: Atlas, het enorme beeld, dat
de Burgerzaal beheerst.
Deze week, op een van die broeie
rige middagen, stond een flinke af
vaardiging van de eerste lichting va
cantiegangers 1953 voor het Konink
lijk Paleis op de Dam, in de hoofd
stad, te beraadslagen, of er „geke
ken" moest worden of niet. De
schoonheid-minnenden voerden al
lerlei motieven aan om het te doen,
terwijl de onwilligen draalden, niet
ronduit „neen" durfden te zeggen,
maar kennelijk met heerlijke potjes
bier in hun fantasie opgescheept za
ten, voor de nuttiging waarvan zij
zo erg graag een koel cafétje zouden
willen opzoeken.
De kunst won (het natuurlijk 'en
om te tonen, dat wij het daarmede
eens waren, zijn we tussen die deels
enthousiasten deels mistroostigen
meegeschuifeld naar het tafeltje, waar
een onvervalste vrolijke Amster
dammer tegen betaling van twee'
kwartjes een vergunning verleende,
om de schepping van Jacob van
Campen te betreden en zonder le
vende gids men kan een platte
grond kopen heel rustig en naar
believe van achteren naar voren of
omgekeerd te bekijken.
In de historie
Hat Koninklijk Paleis op de Dam
werd in 1648 gebouwd als Raadhuis
van de hoofdstad door de bekende
bouwmeester Jtocob van Campen.
Op de kop af 13:659 palen moesten
er in de grond geheid worden om
het bouwwerk in de weke bodem te
kunnen dragen, maar toen dit een
maal gebeurd was, ging men direct
over tot de eerste steenlegging.
Helaas ontstond er een stevige
ruzie tussen de heren burgemeeste-
ren en Jacob van Campen, wat tot
gevolg had, dat de laatste zich niet
meer met de bouw wenste te be
moeien en zich terugtrok op een
buiten bij Amersfoort, waar hij in
September 1657 als een vergeten
kunstenaar overleed.
Intussen waren de beeldhouwers
reeds aan het werk getogen en voor
de verdere afbouw wist men Daniël
Stalpaert te interesseren.
In 1655 kwam het Raadhuis ge
reed. Vele jaren was het stadsbe
stuur er gehuisvest en sprak de
Vierschaar er recht. Maar een Raad
huis bleef het niet. In 1808 deelde
Lodewijk Napoleon de Amsterdamse
bestuurderen mede, dat zij met be
kwame- spoed naar een ander on
derkomen moesten uitzien en kort
daarna gaf hij opdracht om het
Raadhuis in een paleis te verande
ren.
Vijf jaar later kreeg Amsterdam
zijn Stadhuis terug van Willem I,
die echter korte tijd later het ge
bruik van het paleis kreeg aange
boden. In het begin van de 20ste
eeuw werden er eerst weer hardnek
kige pogingen gedaan, om het paleis
opnieuw als Stadhuis beschikbaar te
krijgen. De pogingen lukten niet.
Eindelijk, in 1935, stond het stads
bestuur het paleis af aan het rijk
tegen een betaling van 10 millioen
gulden, waarmede de schepping van
Van Campen een definitieve bestem
ming kreeg.
Mijmeringen
.Met deze kennis gewapend treed
men het gebouw binnen, om zo
uit de drukte van de binnenstad
in die koele, overwelfde vestibule
te komen met zijn massieve pilaren.
Een wandeling volgt door een lange
gang, die langs een binnenplaats
ligt en dan staat men plotseling voor
een paar zware bronzen deuren, rij
kelijk voorzien van afbeeldingen.
In het centrum een boom, waarom
heen zich een slang kronkelt met
een appel in de bek. De beruchte
appel, via welke de zonde in de .we
reld kwam. Het vlammende zwaard
op de linker deur symboliseert de
straf van de zonde door de hemelse
gerechtigheid, met daarnaast het
zwaard van het aardse gerecht. De
macht van het recht wordt verbeeld
door de bliksems van Jupiter.
Als men de afbeeldingen bekeken
heeft, is het duidelijk, dat zich ach
ter deze deuren de Vierschaar moet
bevinden. De ruimte heeft een sfeer,
waardoor men reeds gegrepen wordt,
voordat men het interieur goed op
zich heeft laten inwerken. In een
kleine nis staat de marmeren zetel
van de griffier en langs een der zij
wanden ziet men de marmeren bank,
waarop eertijds de Schout en Sche
penen gezeten waren.
Hier stonden ook de misdadigers
om te luisteren naar het vonnis.
Tegen een marmeren zuil geleund
tracht men zich zo'n tafereeltje voor
ogen te halen. De requisieten zijn
er, maar het oog dwaalt af naar de
schietgaten in het traliewerk, be
doeld om een opgewonden menigte
te bedwingen, en dan staat daar op
het plein de beroemde poppenkast-
man van Amsterdam de jeugd te
vermaken.
lende zalen, maar vormen weer een
groot geheel, waardoor een belang
rijk deel van het beeldhouwwerk,
dat lange tijd aan het gezicht ont
trokken was, weer zichtbaar is ge
worden.
Machtige indruk
De eerste blik, die men terwijl
men nog op de trap loopt in de
Burgerzaal werpt, is overweldigend.
Een enorme ruimte, gevangen in het
prachtigste marmer, rijk versierd,
en heel hoog het houten plafond
met een bonte mengeling van alle
gorische voorstellingen, terwijl op
de achtergrond het machtige beeld
oprijst van Atlas.
Heel lang laat men deze aanblik
op zidh inwerken, alvorens men de
Burgerzaal, vroeger vaak de plaats
van de luisterrijke bals, nader gaat
bezien. Interessant is de incrustatie
van koper in de marmeren vloer,
waardoor men de beide halfronden
van de aarde heeft voorgesteld.
Ook hier is weer een prachtige
afbeelding van de stedemaagd, om
geven door de symbolen van de
Dapperheid, de Wijsheid en de
Macht.
Overal waar ttien kijkt zijn voor
stellingen. Boven de Burgemeesters
kamer een aardig reliëf van Mer-
curius, die de waakzaamheid van
Argus tracht te verschalken door
hem in slaap te fluiten om zijn koe
te kunnen stelen. Prachtig zijn ook
de grote kristallen kronen, die da
teren uit de tijd van Lodewijk Na
poleon. Nog tot 1937 werd de Bur
gerzaal verlicht met 450 patentolie
lampen, maar thans heeft ook hier
de electriciteit haar intrede gedaan.
Staaltje van moed
Als men op het punt staat af te
dwalen naar de galerijen, ligt daar
onverwachts tussen al dat schoons
een versleten vlag, die niet een sym
bool, maar een getuigenis is van
moed. Slechts enkele namen staan
erop. Het is de vlag van een afde
ling Nederlandse soldaten, die in
1942 in Nieuw Guinea overvallen
werd door een Japanse overmacht.
De manschappen trokken met de
vlag terug in het oerwoud en wisten
ondanks herhaaldelijke aanvallen
uit handen van de Japanners te blij
ven. Twee en half jaar duurde de
ongelijke strijd en toen kreeg men
eindelijk contact met de Amerikaan
se bevrijdingslegers. Slechts enkele
mannen overleefden het avontuur.
Hun namen staan geschreven op de
vlag, die werd meegevoerd door het
meest onherbergzame terrein en nu
ligt in de koele, bijna hooghartige
pracht van een der galerijen.
Boven de kamer van de Commis
sarissen voor Kleine Zaken, onge
veer te vergelijken met de heden
daagse politierechters, zijn een aan
tal muziekinstrumenten gebeiteld,
die doelen op de harmonie, welke
ontstaat, als zij volgens de regelen
der kunst worden bespeeld.
Een ontroerend tafereeltje wordt
gevormd door de hond, die bij het
lijk van zyn meester waakt. Sym
bool van de trouw.
Jurriaan Ovens schilderde in 1662
het grote doek: De samenzwering
der Bataven in 't Heilig- of Scha-
kerbos, welk werk de plaats innam
van het door Rembrandt vervaardig
de- schilderij: „Claudius Civilis".
Toch nieuwsgierig
In de Burgerzaal en de Galerijen
zijn de meeste kunstwerken van het
Koninklijk Paleis ondergebracht.
Lang staat men te staren naar de
indrukwekkende „Simson, die de
Philistijnen verslaat" of .het schil
derij van J. Jordaans, voorstellende
„David en Goliath".
Maar telkens als men voor de deu
ren der kamers staat en de vaak
geestige afbeeldingen daarboven be
kijkt, komt het verlangen op om
eens even een blik naar binnen te
mogen werpen. De deuren zijn en
blijven echter gesloten. Alleen de
Mozeszaal, die momenteel gerestau
reerd wordt, zal waarschijnlijk in dit
seizoen nog voor het publiek wor
den opengesteld.
Reeds in deze eerste vacantieda-
gen blijkt, dat er grote belangstel
ling bestaat voor de bezichtiging
van het paleis. Grote groepen en „in
dividuele genieters", dagjesmensen
en buitenlandse toeristen stromen
zoals U het niet ziet
Prachtige toegangspoort tot de Burgerzaal, van binnenuit gezien.
Weg fantasie
Meteen is het fantasietje van de
rechtspraak verdwenen en kan men
de prachtige reliëfs boven de bank
gaan bekijken. Een goede keuze, uit
gewerkt op een wijze, die sfeer
schept. De Syrische koning Seleu-
ces, die zich een oog laat uitsteken,
om één der ogen van zijn zoon te
redden, die hij tot het verlies van
beide ogen had moeten veroordelen.
Een hartroerend tafereel, dat de
rechters een aansporing tot genade
heeft moeten zijn.
De rechtvaardigheid is uitgebeeld
in de figuur van Brutus, die zijn
eigen zoons liet onthoofden, omdat
zij hadden samengespannen tegen
de staat. Koning Salomon is er ten
slotte om de wijsheid te vertegen
woordigen, als beslechter van het
geschil tussen de twee vrouwen.
Boven de zetel van de griffier
staat de stedemaagd van Amster
dam uitgebeeld met de twee Stroom
goden, de Amstel en het IJ.
Na de Vierschaar volgt een bezoek
aan de beroemde Burgerzaal, die op
de eerste verdieping is gelegen t en
nog niet zolang geleden in haar oude
luister weer hersteld. De galerijen
zijn niet meer verdeeld in verschil-
j^EEN, we hebben niet de- illusie,
dat U met geen mogelijkheid
kunt raden wat deze foto voorstelt
en waar zij is genomen. Maar U zult
er toch wel heel even over moeten
piekeren, als we ons niet vergissen
in de stedekennis van de meeste
Leidenaars. Welnu, U ziet hier de
toren van de Hartebrugkerk uitrij
zen boven de daken, gezien door het
achterpoortje van de Burcht.
We zouden haast geniegd zijn te
beweren, dat de middeleeuwers zo
de stad hebben zien liggen, maar ten
eerste bestond toen het achterpoortje
nog niet en bovendien is de Harte-
brug, een typische waterstaatskerk,
pas in 1835 gebouwd.
(Foto: „De Leidse Courant")