Pastoor Zwijsens wijnkelder opende toch niet de weg naar het herstel der Hiërarchie Willem II trad anders op Op bezoek b ij de minister DINSDAG 28 APRIL 1953 PE LEgSE COURANT TWEEDE BLAD - PAGINA 1 „Wanneer de oude Bordeause in de glazen parelt RflET WILLEM II brak in 1840 een betere tyd aan voor de katholieken. Door zijn ruime zin voor rechtvaardigheid ontstond er onder ztfn regering een milder klimaat voor de kerkelijke minderheden in ons land. Opmerkelijk was zijn sympathie voor zijn katholieke onderdanen, gegroeid in de jaren van 1830 tot 1839 toen hij als kroonprins en opperbe velhebber van het veldleger te Tilburg vertoefd had, waar hij zich tussen de gemoedelijke katholieke Brabanders bij zonder op zijn plaats gevoelde. Zijn paleis het tegenwoor dige Tilburgse raadhuis stond tegenover de katholieke kerk van *t Heike. Het was in 1832, toen Willem II, nog Kroonprins, op zekere dag tot zijn adjudant, graaf Schimmelpenninck zei. „Hoog heid hebt ge gehoord, dat we een nieuwe roomse pastoor ge kregen hebben? Zwijsen, oud- pastoor van Best". Blij verrast antwoordde de graaf: „Hoog heid, die kan ik U recomman deren!" En hij vertelde vol vuur over de hartelijke en ro yale gastvrijheid, die hij in de pastorie van pastoor Zwijsen te Best genoten had, toen hij daar tijdens de veldtocht tegen België in 1830 een tijdlang in gekwartierd geweest was. Er zal nog wel méér verteld zijn over de markante persoonlijk heid die pastoor Zwjjsen was. Met het gevolg, dat de nieuwe pastoor al de volgende dag uit genodigd werd om ter kennis making aan het hof te komen dineren. Dit was het begin van een vriendschap, waaraan de katholieken van Nederland on schatbaar veel te danken heb ben. Van hun kant voelden de Kroonprins en zijn officieren zich bijzonder thuis in de ge moedelijke sfeer van de pasto rie. Later heeft mgr. Zwijsen eens gezegd: „Wanneer de oude Bordeaux in de glazen parelt, kan ik met de snorre- baarden doen wat ik wil". Zo speelde ook de wijnkelder een rol in de katholieke emancipa tie. Verbetering Onmiddellijk na het oan- vaardcn van de regering maak te Willem II een einde aan vele natelijke maatregelen uit de tijd van zijn vader. Zo moch ten de kloosters weer novicen aannemen en menige klooster instelling, o.a. de Orde der Kruisheren, is hierdoor voor uitsterven behoed. Ook streef de de Koning onmiddellijk naar verbetering van het kerkelijk bestuur. Achter al deze stap pen werkte de stille invloed van de Tilburgse pastoor. Alle mogelijke zaken tussen prins en pastoor of koning en bis schop werden zonder rucht baarheid naar buiten in ver trouwelijke sfeer besproken, wat natuurlijk in anti-papisti sche kringen niet onbekend bleef. Maar was het geuzenbloed door deze vriendschap al aan het gisten geraakt, een ware storm brak los, toen bekend werd dat Willem II aan de ka tholieken een vaste organisatie van hun kerkgenootschap wil de verschaffen door dc loyale tenuitvoerleggine van het Con cordaat van 1827. Onder druk van de protestantse furie, die ook nu weer het protestantse karakter d~r natie bedreigd meende, door de oppermacht van Rome, krabbelde de Ko ning weer terug en verklaarde dat het blijven zou by een aan stelling van bisschoppen ir 's-Hertogenbosch en Breda. Het Concordaat van 1827, dat na de afscheiding van België toch weinig zin meer had, bleef dus ook nu weer onuitgevoerd. In 1842 trof hij een overeen komst met de H. Stoel omtrent een voorlopige regeling. De bestuurders van de Vicariaten van Breda ens.'s-Hertogenbosch zouden de bisschoppelijke wij ding ontvangen. Zijn vriend pastoor Zwijsen werd op zijn aanbeveling benoemd tot co adjutor met recht van opvol ging voor het Vicariaat. 's-Her- togenbosch. Het Vicariaat Gra ven en Megen werd onder diens onmiddellijk bestuur ge steld -Een bijzondere regeling was al getroffen voor de pro vincie Limburg. Fi; een kerke lijke regeling van 1840 werd de provincie Limburg van het diocees Luik waaronder zij sinds 1801 kerkelijk ressorteer de, afgescheiden en tot een zelfstandig Apostolisch Vica riaat ingesteld. De Roermond- Sinds 1840 mocht men weer kloosters bouwen in Nederland. Een boerderij te Langenboom werd omgebouwd tot een Do- minicanenconvent. De stal (a) werd kapel; het woonhuis (b) werd klooster en daar werd het noviciaat (c) tegenaan gebouwd. MGR. JOHANNES ZWIJSEN se pastoor J A. Paredis werd tot Apostolisch Vicaris be noemd. Zo herleefde het voor malige in 1801 opgedeelde bis dom Roermond voorlopig als Apostolisch Vicariaat, zij het dan ook met heel gewijzigde grenzen, maar thans als een afgerond en aaneengesloten geheel. De Koning wijkt niet Ook nu weer ontstond er ten gevolge van deze regelingen en vooral wegens de wijding van de nieuwe bisschoppen een heftig tumult in het protestant se kamp, waarbij zelfs de Ko ning niet gespaard bleef. Wil lem II liet zich niet uit het veld slaan. Merkwaardig is de vol gende anecdote. Toen hij bij een studentenfeest in Utrecht omtrent de kerkelijke regeling lastig werd gevallen, gaf hij de heren ëen ongezouten ant woord: „De Gereformeerden zijn nooit tevreden, of zij moe ten in alles hun zin krijgen, maar de Roomsen zijn getrouw en onderdanig geweest ook toen ze onderdrukt werden; doch de Gereformeerden zullen mij niet bedonderen" De nieuwe regeling wera zonder enige tegenwerking van het beruchte departement voor R. C. Eredienst ten uitvoer ge bracht. Het vereiste „placet" voor de door Rome benoemde bisschoppen werd zonder uit stel verleend. Achtereenvolgens werden de Apostolische vica rissen tot bisschoppen gewijd. Bij de bisschopswijding van z n vriend Mgr. Zwijsen op 17 April 1842 in de parochiekerk van 't Heike te Tilburg, was de Koning persoonlijk tegen woordig. Er had dus wel een merkwaardige verandering ten goede voor de katholieken plaats gevonden. Het zou voorlopig wel bij deze noodoplossing gebleven zijn, als de politieke kentering die onder de regering van Wil lem II plaats had, geen onver wachte bondgenoten aan de zijde der Katholieken gebracht had. Moest het Herstel der Bis schoppelijke Hiërarchie heden nog aan de orde komen, dan zouden kranten als het „Alge meen Handelsblad" en de „Nieuwe Rotterdamse Cou rant" zeker niet uit de hoge toren van hun liberaal-getinte neutraliteit in het strijdgewoel van de dag afdalen, om de wa penen op te nemen voor zulk een specifiek Rooms belang. Voor ons klinkt het ongeloof lijk dat zij in hun prille jeugd, die ligt in het tweede kwartaal van de vorige eeuw, menige lans gebroken hebben voor Roomse rechten. De Nieuwe R'dammer verdedigde meer malen volgens haar liberale beginselen het recht der Ka- thalieken op een vrije regeling van hun Kerkelijk bestuur. Het algemeen Handelsblad diende, zeker in zijn eerste jaren, me nig katholiek belang tot spreek buis. Het raadsel wordt eenvoudi ger als men weet, dat béide grootbladen door katholieke kooplui gesticht zijn. Het Han delsblad dankt zijn ontstaan in 1828 aan het initiatief van de diepgelovige katholieke beurs man J. W. van den Biesen uit Amsterdam. De Nieuwe Rot terdammer werd in 1844 ge sticht door de katholiek-ge doopte en katholiek gehuwde, maar waarschijnlijk niet meer practiserende H. Nijgh uit Rot terdam. Beide bladen werden in belangrijke mate door de jongere en vooruitstrevende katholieken van die dagen ge steund en hebben daaraan gro tendeels hun opkomst te dan ken. Toch waren het geen .katho lieke" bladen, maar beurs- en handelskranten. Na de veerti ger jaren begint het Handels blad zelfs een anti-katholieke toon aan te slaan. Wat de Nieu we Rotterdammer betreft, stel- KONING WILLEM II de Nijgh h^ College van Com missarissen samen uit een ge lijk aantal Katholieken en Pro testanten echter allen liberaal gezind, terwijl hij de liberale Jood Mr Teldcrs tot hoofdre dacteur benoemde. Dit alles duidt op een door braak in handelskringen van het isolement der Katholiekon, die in de ambtelijke en acade mische wereld voorlopig niet goed mogelijk zal blijken. Daar bestonden zelfs geheime ge nootschappen van Protestanten als „Unitas" en „Phylakterion", die hun leden verplichtten, nog wel onder ede, iedere Katho liek waar mogelijk ook te we^ ren en daartoe dc beruchte blauwe boekjes met katholieke adressen rondzonden. Des te gretiger grepen ondernemende Katholieken de toekomstmo gelijkheden aan, die de ruimcr- denkende handelswereld hun bood. Het was de tijd van de plotselinge en snelle economi sche opbloei van ons land in het tweede kwartaal van dc vorige eeuw. In 1839 was de eerste spoorweg geopend, wel dra door andere gevolgd. De stoomboot maakte de Rijnvaart mogelijk en schiep handelsver bindingen met 't Duitse achter land. Onze wereld-scheepvaart groeide zienderogen. De sta- pelhandel in Amsterdam en Kentering Onder de nieuwe handels aristocratie, vooral in de beide grote koopsteden, vormden on dernemende en snel tot wel vaart gekomen Katholieken een belangrijk element. Deze kringen waren liberaal gezind, want de idealen van het opko mend liberalisme inperking van de staatsalmacht door volksinvloed en grootst moge lijke individuele vrijheid voor ieder hielden verlossing in van het staatsdirigisme. waar door de handel zich in zijn vrije ontwikkeling geremd voelde. Deze omstandigheden maken de merkwaardige verandering in de katholieke mentaliteit verklaarbaar, die zich onder de regering van Willem II, vooral in het Westen van ons land, voltrokken heeft. De jon gere katholieke generatie bleek niet langer van zin, zich te la ten behandelen als een kudde gedweeë schapen die alleen maar klagelijk konden blaten. Zij had de volkomen rechte loosheid van vóór 1795 niet aan den lyve gevoeld. De strijdlust dezer jongeren was gewekt door de felle pen van Le Sage ten Broek. Zij zochten naar middelen om zich tegen de overheersende protestantse opi nie en de voogdij van de Staat over de Kerk te weer te stel len. Die middelen vonden zij in de pers en de politiek. Het liberalisme beloofde de staat kundige vrijheid, die een eind kon maken aan de hinderlijke departementale bemoeienis met kerkelijke zaken. De door ka tholieken gestichte liberale pers leende zich, althans voor lopig, welwillend als spreek buis voor hun belangen. Ja-knikkers bestendigen voogdij over de Kerk De voogdij van de regering over de .Katholieken zelfs toen deze onder het Verenigd Koninkrijk verre de meerder heid der bevolking uitmaak ten was alleen mogelijk door dc toenmalige staatkundige or ganisatie, die geheel verschil de van onze huidige democra tie. Dc volksvertegenwoordi ging kon slechts een schijn-in- vloed op dc regering uitoefe nen. De koning regeerde prak tisch als alleenheerser; zijn ministers waren geen verant woordelijkheid aan de Kamer schuldig; de Kamers hadden niet meer dan adviserende stem. Bovendien werden de Kamers betrekkelijk willekeu rig samengesteld en gaven een heel scheve weerspiegeling van de verhoudingen onder het volk, omdat het kiesrecht en de verkiesbaarheid slechts toe. kwamen aan hen, die een hoog bedrog aan belastingen betaal den, dus aan de gezeten bur gerij en de hogere standen. Ook kon de regering door het vergeven of ontnemen van staatsbetrekkingen op de can- didaten een doeltreffend fil- treersysteem toepassen; een on gewenste candidaat werd een voudig met ambtsverlies be dreigd, wanneer hij zich niet terugtrok en het vooruitzicht op een beloofd staatsbaantje maakte menig kamerlid gewil lig tegenover de maatregelen van de koning. Zo wist dc re gering door kuiperijen van handlangers en agenten in al le bestuurslichamen volksver- HERLEVEND KATHOLICISME in de uitbundige namaak- barok der z.g. ,.waterstaats"-kerken. Zo werd in de eerste helft der vorige eeuw onder toezicht van de Waterstaat en met machtiging van het Departement van R.K. Eredienst me nige nieuwe kerk gebouwd, 'n Typisch voorbeeld: dc St. Jans- kerk te Schiedam. tcgenwoordigers te plaatsen, die ja knikten op alles wat een autocratisch bestuur voor legde. De volksvertegenwoor diging werd door een bezadigd tijdgenoot genoemd: „een mas kerade, waaraan het volk geen ander deel heeft dan dat het dcszelfs kosten betaalt". Politieke onmacht Bij het begin van de rege ring van Willem II bracht de beperkte grondwetsherziening hierin weinig verandering. On der dc 110 leden van de dub bele Kamer werden slechts 11 tegenstemmers genoteerd o.w. 7 katholieken, allen Braban ders. De tien overige katholie ken toonden, zoals Le Sage op merkte „de noodwendigheid van een stelselmatige oppositie in deze gewichtige ogenblik ken niet te hegrijpen". En: „het gouvernement zal wel toezien, dat er voortaan niet dan toe gevende of begunstigende ka tholieken gefiltreerd worden". Bovendien waren de katholie ken hoogst onevenredig verte genwoordigd. Tengevolge van dc eeuwenlange onderdrukking wan'N zij verpauperd. Het ka tholieke volksdeel bestond hoofdzakelijk uit kleine luiden. Weinigen raakten aan de maat schappelijke welstand, die voor dit kiesrecht cn verkiesbaar heid vereist waren. Het katho lieke volksdeel kon dus geen politieke invloed van beteke nis uitoefenen. Wel bezat het volk 'n grond wettelijk recht van petitie; men kon een adros met dui zenden handtekeningr tot de koning richten om dc volks- wens kenbaar te maken. Op aansporing van Le Sage ten Broek hebben dc katholieken meermalen zo'n petitie geor ganiseerd, maar het is een feit, dat Mgr. Zwijsen steeds ge kant bleef tegen het gebruik van het petitierecht door de katholieken, omdat zulks zijn vorstelijke vriend Willem II zou kunnen ontstemmen. Men moest immers alles trachten te vermijden, wat het gesprek tussen kerkelijke autoriteiten en regering kon bemoeilijken. De jongere katholieken, min der bevreesd en meer radicaal, wensten juist geen gesprek meer met de rege- Hg. Zij eis ten voor de Kerk: volkomen onafhankelijkheid op eigen ter rein zonder inmenging van do regering. Het was een geheel nieuw, een modern perspectief, maar zij zogen de kans ertoe in de kentering van staatsnb- solutisme naar democratic, dio het liberalisme inhield cn heb ben deze kans, door politieke samenwerking met de libera len, helpen verwerkelijken. Vanaf dit ogenblik dateert het streven der katholieken naar politieke invloed door sa menbundeling van hun politiek streven, aanvankelijk nog op gelegenheidsohjccten, eerst veel later op een astgcstcld politiek program. Uit het ver volg der geschiedenis zal hl ij ken, dat de katholieken slechts langs dc weg van politieke machtsvorming het Herstel der Bisschoppelijke Hiërarchie heb ben kunnen bereiken; zij heb ben die niet gekregen als een geschenk uit 's konings hand. Zonder de opvallende omme keer in do katholieke menta liteit onder Willem II zou het herstel in 1853, althans in vol komen onafhankelijkheid van de regering, nooit tot stand zijn gekomen. De historie houdt hier een duidelijke les in voor het na geslacht,n.I. dat politieke macht steunend op politieke een dracht, niet lichtvaardig mag worden prijsgegeven. Het zou wel eens te laat kunnen hi ij ken, dat een rechtmatige in vloed van de katholieke le vensbeschouwing op het staats bestel cn daarmee de veilig heid van velerlei elementaire rechten alleen door een poli tieke machtspositie gewaar borgd zijn. Pater N. A. VAN RIJN, O P. IS DE oorlog uitgebroken?" werd ons eind vorige week angstig ge vraagd, toen wij ons in het holst van de nacht, vorstelijk uitgedost met 's Konings wapenrok en geweer, naar de eerste reisgelegenheid spoedden. „Neen", zeiden we glunderend, we zijn een dagje door de minister uitge nodigd om aan het andere eind van Nederland een geweer in te leveren". Jammer zo peinsden we even la. ter toen we ons slapens gereed in een hoekje van de treinbank installeer den jammer, dat Nederland maar zo klein is, anders zouden we heerlijk op kosten van belastingbetalend Ne derland een veertiendaags vacantie- reisje kunnen maken. Maar zo dachten we, vlak voordat we tevreden in slaap vielen één dag is in ieder geval beter, dan helemaal niks. Hoe dichter we het centrum van ons land naderden, des te menigvuldi- ger werden de hartelijke begroetingen van oude strijdmakkers, die ook in stapten en in Deventer stapte met ons het halve Nederlandse leger weer uit de trein. De andere helft vonden we op het kazerneplein, waar een ge deelte zich lag te zonnebaden en een andere groep elkaar stond plat te drukken voor een klein poortje met een sergeant er voor, die met een ongelukkig gezicht op gezette tijden iets riep, waar niemand naar luister de. Nadat het gras onder ons al be denkelijk veel op hooi begon te lij ken, schalde er plotseling een loud speaker over het veld en deze ver telde, dat we zo we dat wilden een boterham konden gaan halen in de keuken. Een half uur later kwa men wc verheugd met een practisch onbeschadigde boterham uit een vechtende menigte te voorschijn en niet lang daarna verhief de oud speaker weer zijn stem: Als we vlug klaar wilden zijn zo zei de loud speaker dan moesten we ons vlug compagniesgewijze opstellen. Ons beroep brengt nu eenmaal mee, dat wy goed op gezichten letten en daarom konden we ons nog heel vaag de kapitein herinneren, die we twee jaren geleden tijdens de herha lingsoefeningen eens een enkel keer tje gezien hebben en waarvan toen gezegd werd, dat hij onze comman dant was. Hoe we echter ook zochten we vonden iedereen behalve onze commandant en even later kwamen we tot de ontdekking, dat er hele maal geen commandant op het terrein aanwezig was. De loud-speaker had met prijzenswaardig vertrouwen ge meend, dat op zijn verzoek automa tisch 2030 compagnieën gevormd zouden worden; helaas, hij werd te leurgesteld! Iedereen rende ijverig heen en weer, maar alles ontstond be halve een compagnie. Toen de ver warring ernstige -ormen begon aan te nemen, kreeg de productieve loud speaker een ander idee: Er zouden volgnummertjes uitgedeeld worden net als bij de tandarts en in het bad huis. Wij boften, want we kregen nummer 653, terwijl een reisgenoot van ons uit St. Anna parochie 987 in zijn hand gedrukt kreeg. Twee en een half uur later stonden we al op een klein zoldertje, nadat we eerst nog bijna op rijkskosten van een smal trapje gerold waren, dat door alle militairen met geweren betreden diende te worden. Een hele rij van gezellige tafeltjes wachtte ons op. Het begon met een stapel papier en het inleveren van een gedeeltelijk geweer. Daarna ging een aardige juf frouw een onaardig briefje tikken, waarop stond, dat we 53^ cent moes ten betalen, omdat het loodje van ons doorhaalkoordje verdwenen was; aan een volgend tafeltje moesten we deze som neertellen en zager, daar hoe een ongelukkige zijn gehele por- temonnaie binnenstebuiten moest ke ren, omdat hij in een ijverige bui zijn geweer té goed had willen reinigen, waardoor een prop katoen in de loop was achtergebleven; de juffrouw had voor hem een briefje getikt van 5! Aan een der laatste tafeltjes raak ten we tenslotte ons geweer kwijt en toen we om 7 uur opgelucht weer in de trein naar het ons zo vertrouw de Leiden zaten, herinnerden we ons plotseling, dat een man-met-kenners blik, die ook al op dat zoldertje aan wezig was, ons met toegeknepen oog bezien had en vervolgens naar een schrijvertje „maat 57" geroepen had. Een zalig geluksgevoel, vol van de schoonste verwachtingen, doorstroom de ons. „Misschien", zo dachten wc stoutmoedig, „wil de minister ons wel een nieuw (wapen)rokje geven en misschien mogen we dat dan wel ko men ophalen in de Westelijke Zóne van Berlijn, aan de Franse Rivièra of op de Schotse Hooglanden. KRONUS. In de studio's van de N.V. Filmfabriek Profiltl in Den Haag zijn de opnamen begonnen voor de film „Paraat of Prikkeldraad". Polygoon-Profilti vervaardigt deze film in opdracht van de Nationale Reserve, die hem zal 'gebruiken voor propaganda-doeieinden. Het scenario werd geschreven door Mels van Meeberg de camara- man is Johan Blansjaar, en de Productie-leider Karei Nort. De rol van de vrijwilliger wjrdi gespeeld door Frans van der Lingen, zijn zoontje is Nicky de Rooij.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1953 | | pagina 7