Zes eeuwen geleden had Leiden
reeds een vee- en vleeskeuring
Keuringsdienst doet belangrijk werk
in dienst van onze volksgezondheid
De afscheidsgroet van een vet varken
De Hooglandse Kerkgracht kreeg reeds
in de 17e eeuw een stenen overwulving
■ATKRUAG 25 APRII. 1953 UE LE1DSE COURANT DERDE BI.AD - PAGINA 1
WOLGENDE WEEK zal weliswaar
met enige luister herdacht wor
den, dat Leiden 60 jaar geleden een
keuring voor vee en vlees kreeg,
maar in het licht der historie heeft
dit tijdsbestek niet vel te betekenen,
want reeds zes eeuwen geleden be-
•tond er in de stad een dergelijke
keuring, zij het natuurlijk nog niet
op de moderne grondslag, die in 1893
aan dit werk gegeven werd.
Wanneer wc teruggaan tot de
middeleeuwen, ziet rncn, dat de over
heid toen reeds maatregelen nam om
te voorkomen, dat de burgers min
derwaardig voedsel werd verkocht
en speciaal voor het artikel vlees
was het vrij eenvoudig cntrole uit
te oefenen, omdat ae verkoop hier
van steeds gecentraliseerd is ge
weest in een vleeshal, die in 1415
werd ondergebracht in net stadhuis.
De dieren, die men wilde slachten,
moesten levend voor het stadhuis
worden gebracht, waar de keurmees
ter gereed stond om het vee te keu
ren. Pas daarna mocht er geslacht
worden. In 1863 werd de slagers toe
stemming gegjven in eigen winkels
vlees te verkopen, mits deze win
kels aan bepaalde voorwaarden vol
deden.
AFGESCHAFT.
Toen in de tweede helft van de
19e eeuw het liberalisme steeds ster
ker op kwam zetten en iedere over
heidsbemoeiing met de particuliere
handel en nijverheid als verwerpe
lijk werd beschouwd, besloot de Leid-
se gemeenteraad in 1867 tot afschaf
fing van de vleeskeuring. Nu was de
keuring vrij gebrekkig, omdat de
goede grondslag ontbrak, hetgeen
wel een roi gespeeld heeft bij het
besluit tot afschaffing.
De situatie, die toen ontstond, laat
zich gemakkelijk afleiden uit enige
ingezonden stukken in de plaatse
lijke pers, b.v. uit de volgende pas
sage:
O, meneer, als je eens wist wat
er naar Leiden toegaat, zou je er
nooit vleesch willen eten. Wij
weten er alles van en ik koop
„mijn vleesch" dan ook te Bode
graven. Op de dorpen is het
vleesch veel betei dan in de ste
den, want iedereen ziet welk vee
er geslacht wordt en de dorpers
hebben er verstand van."
Enige Leidse slagers namen de
ze aanval niet en schreven een in
gezonden stuk, waarin zij mededeel
den, dat de slagers, verbonden in de
Lcidsche Vleeschmaatschappij,, een
rijksveearts hadden belast met de
keuring van vee en vlees, maar een
andere slager, die blijkbaar niet
georganiseerd was, antwoordde daar
op, dat een dergelijke keuring niets
te betekenen had, omdat zij niet
door de wet verordend werd. Nie
mand werd dus verhinderd ondeug
delijk vlees te verkopen.
Zo werd dc toestand steeds erger,
maar het duurde tot 189.3 voordat
Leiden weer een keuring instelde,
waarvan de leiding werd opgedragen
aan een dierenarts.
De keuring van het levend vee
geschiedde op het plein vóór de Hoog
landse kerk bij de Nieuwstraat,
waartoe de bestaande accijnshuisjes
werden ingericht. De vleeskeuring
vond plaats in de particuliere slacht
plaatsen, die aan hygiëne wel het een
en ander te wensen overlieten. Bo
vendien werd het grachtwater ern
stig verontreinigd door bloed en af
valwater.
OP HOGER PLAN.
Dit alles was voor de inspecteur
der vee- en vleeskeuring, die in 1893
werd benoemd, aanleiding dit hele
werk op hoger plan te brengen. Dirk
Aart dc Jong was een man van groot
wetenschappelijk formaat en hield
De eerste directeur, dr D. A. de
Jong, werd in 1910 eervol ontslagen.
Hij werd opgevolgd door dr. W.
Stuurman, die op zijn beurt in 1942
werd opgevolgd door de huidige di
recteur, dr. K. Reitsma (zie foto).
Van 1938 tot 1942 was ar. Reitsma
veterinair inspecteur der volksge
zondheid in Den Haag en daarvoor
directeur van de keuringsdienst in
Rheden.
Nadat de koe opengemaakt is, wordt
zij opgehesen. De ingewanden wor
den er uitgehaald en de huid wordt
losgesneden. Zo gaat de slachter
verder.
zich bezig met de tuberculose bij
mens en dier. Al spoedig kwam hij
tot de conclusie, dat de keuring niet
goed kon geschieden zonder centra
lisatie van de slachtingen. Hij was
het daarom die plannen maakte voor
de bouw van eer* openbaar slacht
huis in Leiden waartoe in het jaar
1900 een voorstel by de raad werd
ingediend.
Ondanks de tegenstand der Anti-
Revolutionnairen, die in de verplich
ting tot slachten aan het slachthuis
een socialistische tendenz zagen,
werd het voorstel arngenoraen en dr.
D A. de Jong tot directeur benoemd.
De keuze viel op het Raamland
aan de Maresingel n voor een be
drag van ongeveer 400.000 gulden
werd het slachthuis gebouwd, gro
tendeels onder leiding van de toen
malige directeur van gemeentewer
ken, de thans 92-jarige ir. G. L.
Driessen. Er werd tevens grote
zeldzaamheid nog in die jaren een
koelhuis aan het slachthuis verbon
den. Het gebouw werd op 27 April
1903 geopend en op 1 Mei in ge
bruik genomen. In de loop der ja
ren werden de ï.odige verbeteringen
en moderniseringen aangebracht,
maar in hoofdzaak bleef het open
baar slachthuis wat dr. De Jong
die in 1908 hoogleraar werd er
van gemaakt heeft.
De Vleeskeuringswet zegt, dat het
slachten niet zichtbaar mag zijn
vanaf dc openbare weg, hetgeen in
de practijk betekent, dat een Lcide-
naar zelden of nooit te zien krijgt
hoe een koe, die hij op Vrijdagmor
gen naar de markt ziet brengen, in
het slachthuis tot biefstuk, lappen of
rollade gemaakt wordt.
Welnu, hij mist cr niets aan, want
'n bepaald opwekkend schouwspel is
het niet, al wordt het slachten uit ze
delijke overwegingen zó verricht, dat
liet slachtoffer pijnloos de dood in
gaat en dat de hele verwerking op
uiterst hygiënische wijze geschiedt.
Belangrijker is echter, dat men het
gestempelde vlees uit de slagerij
veilig eten Kan, omdat het aan een
strenge keuring is onderworpen. Dat
hiermede in het slachthuis uitermate
belangrijke werk wordt verricht in
dienst van de volksgezondheid be
hoeft dan ook geen betoog.
TENTOONSTELLING.
Daarom mag het gouden bestaans-
feesi van dit slachthuis en het 60-
jarig bestaan van de keuringsdienst,
die tot oprichting van het slachthuis
heeft geleid, aanleiding zijn tot een
feestelijke herdenking, die zich wat
de burgery betreft voornamelijk
manifesteren zal in een grote sla-
gersvaktentoonstellinj; op 28 en 29
April a.s. in het openbaar slachthuis
aan de Pasteursu aat. Een tentoon
stelling waarop het publiek veel kan
zien en leren met bi trekking tot het
klaarmaken van het vlees door de
siager en waar in een tijdelijk res
taurant gelegenheid zal zijn het een
en ander ook le proeven!
Links: In de eerste jaren na de in
voering van de op moderne leest ge
schoeide keuringsdienst voor vee en
vlees vond de veekeuring plaat ach
ter de Hooglandst kerk en werd de
administratie van deze dienst onder
gebracht in de tegen de kerk ge
plakte accijnshuisjes.
Rechts: In de grote runderhal van
het Openbaar Slachthuis worden de
koeien bij tientallen geslacht. Het is
geen aesthetisch gezicht, maar voor
het overige kan men gerust zijn: het
doden geschiedt on r-nloze wijze
met een schietmasker en het slachten
gebeurt hygiënisch. Daarna wordt
het vlees gekeurd en naar de koel
cellen gebracht.
(Foto's: „De Leidse Courant").
A LS U DEZE simpele
regeltjes leest, heeft
mijn borstkas al in stuk
jes en beetjes liggen sud
deren in de braadpannen
van de smulpapen, terwijl
mijn overtollig vet is uit
gebakken door meer prac-
tische lieden, die zich la
ten leiden door het gun
stigste gemiddelde van
zuinigheid en voedings
waarde.
Mag ik mij even voor
stellen?
Ik ben het varken, dat
volgens de redacteur van
Uw lijfblad op zo'n doel
treffende manier van ver
moeiende bezigneden als
ademhalen, eten en drin
ken is afgeholpen. Even
zo'n electrisch apparaat
in je nek en.Hits
je lampje is uit.
Vanmorgen sprak ik op
het slachthuis nog een
koe. Daar heb je nou altijd
melk voor gegeven, zei ze.
Uit de mond van je eigen
kinderen heb je het ge
spaard en nu je een dagje
ouder gaat worden, hel
pen ze je uit de wereld
Bah, wat een mensen!
Ja, zo'n' koe heeft meer
reden tot klagen dan ik.
Ik heb nooit wat gegeven
althans niet iets, waar
men wat aan had. Alleen
eten, drinken en een beet
je in de bagger rommelen
stond op mijn programme
En die boer maar met lek
kere hapjes sjouwen. Da
doet ie niet voor niks hè!
Voelt U? Ik had het zaak
je van stonde af aan door,
maar ik dacht: Kom laat
ik het er maar van nemen.
Eet, drink en wees vrolijk,
want morgen moeten we
sterven. Als er een trein
langs kwam dan liet ik
m'n kinderen hun staart
jes omhoog steken en
knorrend door de wei dar
telen.
En vanmorgen was het
zover.
M'n baas, die boer. stond
met een kerel zo'n beetje
handje te klappen en re
kende meteen uit wat ik
hem zo ongeveer gekost
had.
Daar ga je Henriëtte,
zei ik bij mezelf, dus U
ziet wel, dat varkens ook
nette namen kunnen heb
ben en zich gemakkelijk
Varkens, die geslacht moeten \vor..c«i t>e~v,eim. r.i^
electrisch. Nadat het dier in een kleine kooi is gelaten,
wordt het apparaat op zijn kop gezet en onmiddellijk
zakt hij neer. Daarna wordt de Kooi geopend, rolt het
varken er uit en staat de slachte» klaar met het mes om
de keel te openen.
ergens bij neerleggen.
Er zijn eigenlek maar
een paar dingen, waarover
ik mij op het slachthuis
nijdig maakte. Al die da
mes waren vies van me,
als ik bij myn boer op het
erf rondkuierde. Ze riepen
„Oh bah," wat een vies
beest" en „Om te kotsen".
Leuk, als er zo over je
gepraat wordt!
Maar om hels te worden
is het wanneer je bedenkt,
dat ze straks een stukje
van je uit de juskom zul-
'en vissen onder de uit
roep: „Oh wat heerlijk".
Als ik een wens mocht
loen, dan wist ik het wel.
k zou, als ik ergens op
afel stond mijn poot
krabbetje noemen ze die
dan boven de erwten
soep willen uitsteken, net
zo vuil en vies als ze was
op de boerderij, en roe
den: „Eet smakelijk, lui!"
En dan moesten eigen-
ijk mijn zestien jongste
:inderen nog op tafel zit-
en. Wat zouden ze lachen.
Waarschijnlijk zouden ze
ie dames met hun staart-
es in het gezicht slaan en
met hun voorpoten de
lorden van de tafel gooien.
Helaas, dat gaat nu een-
naaï niet!
Ik ben maar een zwijn.
Sen zwijn van geboorte
ogezegd. Onder de men
en heb je ook wel zwij
nen, heb ik eens horen
/ertelien. Maar of het
vaar is weet ik niet. Ze
/orden in ieder geval niet
ïaar het slachthuis ge-
oracht.
Ik redeneer als een dier
hè? Dat ben ik ook Daar
komt die mijnheer met
-yn doeltreffend appa
raatje. Dag lui, eet smake
lijk van me!
LEIDSE STRATEN EN STEGEN
48.
IJOEWEL DE NAAM aan duidelijk-
heid niets te wensen overlaat,
realiseert men zich toch niet meer,
dat de Hooglandse Kerkgracht vroe
ger indredaad ea. gracht geweest is,
zó vertrouwd ziji de Leidenaars ge
raakt met het beeld van de kerk,
waarvoor een tussen hekjes gehou
den plantsoen als een groene loper
ligt uitgerold. De breedte van de
straat laat echter niet de minste
twijfel toe en bovendien hebben de
Leidenaars onlangs zelf kunnen zien,
dat de gracht overkluisd is toen de
straat wegens inzakking halverwege
opengebroken werd en het eeuwen
oude metselwerk hersteld moest
worden. Deze overwulving dateert
reeds van 1607 en de kosten daarvan
werden gedragen door de gezamen
lijke aangelanden, behalve die voor
de houten fundering, welke door het
stadsbestuur betaald werden.
De gracht dankt haar naam aan de
kerk, die op haar beurt de naam
dankt aan het Hogëland, zoals het
smalle stuk van de Waard tussen
beide Rijnarmen genoemd werd. Op
dit Hogeland werd in 1314 een kapel
gesticht, toegewijd aan de H. Pan-
cratius, Romeins martelaar uit de
vierde eeuw. Het houten kapelletje,
dat onder de parochie van Leider
dorp ressorteerde, was speciaal be
stemd voor de parochianen in de
omgeving van de Burcht. Het be
scheiden begin groeide spoedig uit,
want weldra werd de houten kapel
door een stenen kruiskerkje vervan
gen, dr.t in 1355 toen dt Waard
bij de stad getrokken werd tot
parochiekerk verheven werd. Elf
jaar nadien viel de kerk een zeer bij
zonder onderscheiding te beurt door
haar verheffing tot kapittelkerk,
waaraan een proost, een deken en
een kapittel van 24 kanunniken ver
bonden werden, waarmede Leiden
de eerste grote stad in Holland werd,
die een dergelijk college binnen haar
muren had. Dit grote aantal prelaten
eiste uitbreiding van de stenen kerk,
waarmede in 1377 werd begonnen.
Het koor, zoals wij het thai ken
nen, kwam in 1433 gereed. In de
loop van de 15e en 16e eeuw werd
de uitbreiding voortgezet en onder
tussen viel de kerk nog een onder
scheiding te beurt, toen Paus Sixtus
V in *483 de kerk onttrok aan het
toezicht van de Bisschop van Utrecht
en haar rechtstreeks plaatste onder
de H. Stoel. Wellicht is deze onder
scheiding een prikkel geweest tot de
bouw van de kathedraal. In de loop
der jaren werd er een dwarsschip
met zijbeuken gebouwd.
Er schijnen echter nog veel groot
sere plannen geweest te zijn, die
echter door het verflauwende gods
dienstig leven niet ten uitvoer ge
bracht konden worden: verlenging
van het middenschip tot aan de
Nieuwe Rijn. De bouw hiervan is
halverwege gestaakt en de toren die
•ie architect zich als bekroning had
gedacht, is nimmer gebouwd Het
oude stenen torentje var. het oor
spronkelijke kruiskerkje is tot op
heden bewaard gebleven, maar van
buiten af niet zichtbaar; het werd
door muren ingesloten en van een
bouten kap voorzien. Op het mid
denschip werd een pieterig klein to
rentje gezet, dat in 1607 voorzien
werd van een uurwerk.
Er is op de Hooglandse Kerkgracht
nog een gebouw, dat onze bijzondere
aandacht trekt: het Heilige Geest- of
Arme Wees- en Kinderhuis, waar
van de eerste naam afkomstig is van
de Middeleeuwse Broederschap, die
zich o.a. ook ontfermde over de
ouderloze kinderen en daartoe aan
de Breestraat een H. Geest-wees-
huis bouwde, dat in 1583 werd ver
plaatst naar de Hooglandse Kerk
gracht, in het Lieve Vrouwe-gasthuis,
dat na de Hervorming werd samen
gevoegd met het St. Elisabeth-gast-
huis. Het gebouw werd in 1604 ver
nieuwd en kreeg toen de gevelrij, die
wij thans kennen. Tussen de drie
trapgevels bevindt zich het poortge
bouw met een gothische boog, waar
in prachtig beeldhouwwerk, vermoe
delijk afkomstig uit het eerste wees
huis aan de Breestraat. Het beeld
houwwerk verkeert thans in slechte
staat en er is indertijd in de gemeen
teraad al eens gesproken over ver
vanging er van. Wie de poort bin
nengaat, betreedt een prachtige bin
nenplaats, geheel omgeven door sta
tige gevels.
In de loop der eeuwen is de bete
kenis van het weeshuis sterk afgeno
men. Waren er vroeger wel eens 900
kinderen, thans zijn het er geen hon
derd meer. Maar omgekeerd even
redig aan het aantal is het peil der
verzorging gestegen en het wordt er
de kinc.eren zo prettig mogelijk ge
maakt. Ook de brandspuit van de
weesjongens is verdwenen, altham-
niet meer in gebruik; de tijd is voor
bij, dat branden in de stad door de
weesjongens werden geblust.
Aan de Hooglandse Kerkgracht
bevindt zich ook de Remonstrantse
kerk. Verder zijn er weinig opzien
barende gebouwen te bespeuren, al
vindt men hier en daar een aardig
geveltje, dat /erdient behouden te
blijven voor de toekomst.
Het voorste stukje van de Hoog
landse Kerkgracht dat uitkomt op
de Nieuwstraat, heette vroeger ook
wel Wintcrsteeg, afgeleid van de
oorspronkelijke naam Windsteeg, die
er aan herinnerde; dat het rondjm
de kerk steeds waait. Aan de andere
kant loopt de Kerkgracht via een
houten klapbruggetje uit in de Hoog
landse Kerksteeg, die naar de Haar
lemmerstraat leidt, terwijl men tus
sen Hooigracht ep Middelweg de
Hooglandse Kerkkoorsteeg vindt,
die een prachtig uitzicht biedt op het
koor van de Hooglandse kerk.
(Foto: „De Leidse Courant")
Openbaar Slachthuis bestaat 50 jaar