Daendels en Troelstra ruimden
onbewust eerste versperringen op
MONDIG DOOR TWEE REVOLUTIES
De groei van het „niet-volk'
PRIESTER EN PARAMENTEN
MOESTEN INEENS WEG ZIJN
Vlammende
Schoonheid
ZATERDAG 4 APRIL 1953
de leidsf; COURANT
DERDE BLAD PAGINA 1
ÏN 1795 ZWERMEN DE FRANSE revolutielegcrs met het Patriottenbatallon van
Daendels als gids ons vaderland binnen. Weldra zouden de haveloze „sansculotten"
als een sprinkhanenplaag de laatste resten van onze toch al tanende welvaart wegvreten.
Maar vooreerst werden zij als bevrijders ingehaald en danste het volk om de vrijheids
bomen, die overal op de markten werden neergeplant. Het oude vermolmde staatsgebouw
stortte ineen, de Oranje-stadhouder vluchtte naar Engeland, de Patriotten hadden de
strijd voor hun idealen gewonnen, de Bataafse Republiek zou een nieuwe aera van „Vrij
heid. Gelijkheid en Broederschap" inluiden.
Voor de Nederlandse Katholieken van toen had deze leuze een bijzondere aantrek
kingskracht. Sinds het begin van de Tachtigjarige Oorlog hadden zij ruim twee eeuwen
]ang in onderdrukking geleefd. Nog altijd waren zij officieel uitgesloten van alle open
bare ambten, politiek onmondig, overgeleverd aan de willekeur en afpersing van dc zijde
der Hervormde autoriteiten. Nog altijd waren zij onderworpen aan dc oude „Placcae-
ten", die iedere uitoefening van de „paepse afgodcrije" onder zware straffen verboden
en waarvan zij de strikte toepassing steeds opnieuw moesten afkopen met de zogenaam
de recognitiegelden, om dan nog niet geheel veilig te zijn tegen een of andere rel door
mokkende predikanten op touw gezet, waardoor de schout moest worden opgepord tot
grotere waakzaamheid tegen de „paepse stoutigheden
Nog altijd moesten ztf in het verborgen hun godsdienst
oefeningen houden in huis-, schuur- of zolderkerkjes, en wie
wel eens een bezoek heeft gebracht aan het Museum Amstel-
kring het voormalige „Onse Lieve Heer op Solder" te Am
sterdam weet, welke vernuftige voorzieningen men moest
treffen om in een ommezien altaarbenodigdheden mèt pries
ter te doen onderduiken als in het holst van de nacht de
schout met zijn dienaren de klopper op de huisdeur lieten
bonken. Nog altijd werden de katholieken maatschappelijk
geschuwd, uitgestoten, achtergesteld, bespot, verguisd, be
handeld als een „niet-volk".
de van een twee-eeuwenlange
onderdrukking.
Maar zij zouden spoedig on
dervinden, dat er tussen ge
lijkheid in rechte en gelijkheid
in feite nog een lange weg
moest worden afgelegd. De
oude Staatskerk liet zich haar
bevoorrechte positie niet met
één slag ontnemen; voor hun
protestantse medeburgers ble
ven de Katholieken voorlopig
nog maar halve Nederlanders.
Totdat ruim een eeuw later
een nieuwe revolutiepoging
van socialistische zijde plot
seling het bewustzijn deed ont
waken, dat dc Katholieken
ook een deel, en een belangrijk
en vaderlandslievend deel van
de Nederlandse Natie uitma
ken.
Dat gebeurde in de woelige
November maand van 1918,
toen Troelstra een greep deed
naar de staatsmacht en ons va
derland wilde overrompelen
Ook een deel
Is het wonder dat vele ka
tholieken de revolutionnairen
Patriottenbeweging, die hun dc
vrijheid beloofde, sympathiek
gezind waren? Zeker moetep
-zij vol blijde verwachting naar
betere tijden hebben meege
zongen om de vrijheidsboom,
torn het rcvolutielcger van
Pichegru een einde kwam ma
ken aan het regiem der Sta
ten Generaal en van dc Oran
je-stadhouder. De Grondwet
van de nieuwe Bataafse Repu
bliek wierp met een forse
stoot het monopolie der Oude
Staatskerk omver en haalde
sen definitieve streep door de
hatelijke plakkaten en de wil
lekeur der recognitiegelden.
Alle gezindten kregen gelijk
iccht op vrije uitoefening van
ie godsdienst. Voor de katho
lieken betekende dit het ein-
met de regeringen van een
marxistisch regiem. De rege
ring riep de katholieke regi
menten van de Limburgers en
Brabanders als de meest be
trouwbare naar Den Haag en
de grote havensteden om de
orde te handhaven. In de over
wegend Protestantse streken
zochten dominé's contact met
katholieke priesters voor het
beleggen van gezamenlijke
protest-vergaderingen. Plotse
ling trokken op die gedenk
waardige Novemberavonden
overal in het land de confes
sionele organisaties van alle
gezindten gezamenlijk op in
geestdriftige betogingen tegen
de revolutie en toen bleek het
dat de katholieke organisaties
de krachtigste en sterkste in
aantal waren.
NEDERLAND MISSIELAND. Dc oude Banekcrk tc
Alkmaar, later tot bakkerij omgebouwd.
VOOR HET EERST NA
EEUWEN
Alles wat vaandel* was, had
men uit de kasten gehaald en
vele oudere Katholieken pink
ten een traan van ontroering
weg, toen daar ook die ver
trouwde ouderwetse kerkvaan-
dels, stijf van dik fluweel en
goudborduursel met de kope
ren of vergulde kruisen in top
bij het walmend licht van de
fakkels meetrokken in dc stoet,
voor het eerst na eeuwen open
baar de straat op, broederlijk
met de vlaggen der protestant
se bonden achter de harmonie
met onvervalst-bijbelvaste na
men als „Koning David" of
„Eben Haezcr".
Tot dan toe hadden dc Ka
tholieken in gemengde streken
van ons land het nog immer
moeten voelen, dat ze er eigen
lijk niet bij hoorden, omdat ze
papen" en .ultramontanen"
waren; ze ondervonden het
klanten te moeten verliezen
of geen kans te maken op een
ambt of baantje, wanneer ze er
voor uit kwamen, „rooms" te
zijn. De oude schuchterheid
uit de vervolgingstijd hadden
ze ook toen nog niet kunnen
afschudden. Hun geloof had
den ze enkel binnen de muren
van hun bedehuizen uitgeleefd,
bang voor molest cn ongenoe
gen. als ze naar buiten zouden
treden en al blij, nu ze ten
minste binnen hun kerken met
rust werden gelaten. Nu op
eens ondervonden ze de tinte
lende opwekking van een de
monstratief geloof. En de an
deren erkenden onbewust, dat
de „ultramontanen" er niet
minder Nederlander en Oran
jegezind om waren.
Tussen de geslaagde Patriot-
tenrevolutie van 1795, die aan
de Katholieken de wettelijke
vrijheid bracht, en de mislukte
revolutiepoging van Troelstra
in 1918, die hun emancipatie
demonstreerde, ligt een tijds
verloop van meer dan een vol
le eeuw: precies geteld 123 ja
ren. En midden in die eeuw
staat markant als een rots en
vermanend als een monument
het Herstel van de Bisschop
pelijke Hiërarchie.
De betekenis van dit feit
kan in het kort worden samen
gevat als de uiteindelijke over
winning in onze worsteling om
geestelijke onafhankelijkheid
en het bruggehoofd, van waar
uit onze politieke, maatschap
pelijke en culturele gelijkge
rechtigdheid stap -voor stap
veroverd werd.
DE HOLLANDSE
ZENDING
Sinds de Tachtigjarige oor
log hadden de katholieken in
ons vaderland, uitgezonderd-die
van het huidige Limburg, geen
bisschoppelijk bestuur meer
gekend. In 1559 was de kerke
lijke indeling van kracht ge
worden, die door Rome in sa
menwerking met Karei V en
Philips II voor de Zeventien
Verenigde Nederlanden ont
worpen was. Er waren drie
kerkprovincies, gevormd door
de aartsbisdommen Kamerijk,
Mechelen en Utrecht, ieder
met hun suffragaan bisdom
men. Na de opstand van de ze
ven noordelijke provinciën te
gen Spanje hield de -kerkpro
vincie van het aartsbisdom
Utrecht met de bisdommen
Groningen, Leeuwarden, De
venter, Haarlem en Middel
burg op te bestaan en werd
missiegebied, dat later de ti
tel kreeg van de „Hollandse
zending". De oude. parochiële
indeling ging te loór. Een re
gelmatige zielzorg' was niet
meer -mogelijk. Toen "na "de
eerste dertig jaren van onder
drukking de vervplging aan
felheid verloor, konden de in
hot geheim rondtrekkende
priesters zich allengs blijvend
vestigen. Waar een priester
zich nederzette, verzamelde hij
een aantal katholieken rond
om zijn schuilkerkje, dat de
naam van „statie" (missie-sta
tie!) droeg. In de steden kwa
men er meerdere staties, maar
een territoriale indeling be
stond er nauwelijks anders dan
in grove algemene lijnen; er
was meestal geen andere band
dan pen persoonlijke, veelal
berustend op sympathie voor
de dienstdoende priester, die
men als „Vader" betitelde, of
op familietraditie. De latere in
deling in zeven aartspriester
schappen had niet veel meer
dan administratieve betekenis.
Een parochiële afbakening was
er niet. Zo moesten wel vele
schapen door het ontbreken
van een geregelde schaapstal
verloren lopen. Tijdens het
Twaalfjarig Bestand (1609
1621) moest Oldebarneveldt
nog verklaren, dat de katho
lieken het aanzienlijkste en
talrijkste deel der natie uit
maakten en het aantal kaho-
lieken bedroeg toen in vele
streken nog vier vijfde van de
bevolking. Na 1700 vooral nam
de afval, mede door gemengde
huwelijken, overhand toe. Bij
het herstel der bisschoppelijke
hiërarchie was hetkatholicis
me zo goed als verdwenen in
de drie noordelijke provinciën
Groningen, Friesland en Dren
te, op de Veluwe, in Zeeland
cn bleek Noord-Nederland gro
tendeels niet-katholiek gewor
den. Het ontbreken van een
regelmatige en georganiseerd
zielzorg had zich bitter gewro
ken. Niets demonstreerde scher
per de noodzaak van een hech
te kerkelijke organisatie onder
een geordend bisschoppelijk
bestuur.
ONDERGANG VAN DE
LAATSTE DIOCESEN
In dc huidige provincies
Noord-Brabant en Limburg la
gen de verhoudingen gunsti
ger. Tengevolge van de wisse
lende krijgskansen zijn grote
gebieden van Noord-Brabant
nog niet onmiddellijk pnder de
Staten-Generaal gekomen en
kon de gunstige invloed van
de Trentse Contra-Reformatie
er nog voldoende inwerken.
Eerst door de veldtocht van
Frederik Hendrik, die in 1629
's-Hertogenbosch veroverde en
de laatste bisschop verdreef,
werd Noord-Brabant definitief
wingewest van de Staten en
werden er de plakkaten tegen
de katholieken van kracht. Het
bisdom 's-Hertogenbosch hield
op te bestaan. Maar vanuit de
nabije zuidelijke Nederlanden
en vanuit de heerlijkheid Ra-
venstein en de Komanderij Ge-
mert, die buiten het gebied
der Staten bleven, kon gemak
kelijker in de behoeften der
zielzorg voorzien worden, dan
in het Noorden. Dit zijn mede
de oorzaken, dat het katholi
cisme in deze streken behou
den bleef.
In de landstrook langs de
Maas tussen Mook en Eijsden,
die sinds 1814 als provincie van
het Koninkrijk der Nederlan
den de naam Limburg draagt,
heeft een regelmatige kerke
lijke organisatie nooit ontbro
ken. Sinds de kerkregeling van
1559 waren de stukken van dit
gebied, die onder de Spaanse
regering hoorden hoofdza
kelijk de Gelderse kwartieren
van Nijmegen en Roermond en
het land van Valkenburg
kerkelijk ingedeeld bij het bis
dom Roermond, suffragaan
bisdom van de kerkprovincie
Mechelen. Maai- tussen deze
gebiedsdelen verspreid waren
er genoeg staatjes, die niet on
der Philips II stonden en deze
werden kerkelijk ingedeeld bij
het bisdom Luik, behorende
tot de kerkprovincie van het
bisdom Keulen. Door de Tach
tigjarige Oorlog kwamen
slechts enkele brokken van het
huidige Limburg als wingewes
ten onder de Staten Generaal
van Den Haag, hoofdzakelijk
de vesting Venlo, enig gebied
rondom Echt, een deel van het
land van Valkenburg en van
Herzogenrath en de vesting
Maastricht. In deze laatste stad
hadden de Staten-Generaal wel
een militaire bezetting, maar
NEDERLAND MISSIELAND. Een schuilkerk te
Amsterdam, waarin nu het museum Amstelkring is
gevestigd.
de burgerlijke macht moesten
zij er delenmet de bisschop
van Luik. Door deze ingewik
kelde toestanden waren de cal
vinistische Staten wel genood
zaakt, in de hun onderhorige
gebiedjes van Limburg de fel
heid van hun antipapisme ter
dege te matigen én zelfs moes
ten zij volgens een overeen
komst met de naburige macht
hebbers voor een bedrag van
547 gulden meebetalén voor de
toelage van de bisschop van
Roermond, wat de protestante
heren in Den Haag zeker nooit
van harte afgegaan is. Toch
veroorzaakten zij door hun an
tipaapse plagerijen nog genoeg
narigheden. Maar merkbare
godsdienstige schade hebben
hun protestantiseringspogingen
toch niet kunnen bewerken.
Dit voordeel woog ruimschoots
op tegen de nadelen, die een
regelmatige zielzorg.- van de
verwarde staatkundige en ker
kelijke verbrokkeling wel
moest ondervinden. Het huidi
ge Limburg was vóór de Fran
se Revolutie een samenraapsel
van velerlei kris-kras door el
kaar liggende rechtsgebied]es
en half-zelfstandige staatjes.
MOEILIJKE TOESTAND
De bisschopsstad zelf was
een enclave, geheel omsloten
door het kerkelijk gebied van
het Luikse bisdom, zodat de
bisschop om op zijn dienstrei
zen enig deel van zijn diocees
te bereiken, altijd het Luikse
gebied moest passeren. Voor
het bezoeken van de Staatse
NEDERLAND MISSIELAND. Interieur van de oude
Banekerk te Alkmaar.
gebiedjes van- zijn diocees had
hij telkens de machtiging van
de Staten Generaal nodig, die
naar willekeur verleend of ge
weigerd werd. Na het barrière-
tractaat van Antwerpen in
1715 had hij in het bestuur van
zijn diocees te maken met min
stens vier wereldlijke autori
teiten, ieder met zijn aparte
eisen en eigenaardigheden, nl.
de Habsburgse keizer, de her
tog van Gulik, de koning van
Pruisen en de Staten Generaal
en beiden laatste waren pro
testant. Aan deze verwarring
kwam een einde tijdens de
Franse overheersing. Reeds in
1798 werden de gebieden van
ons huidige Limburg bij Frank,
rijk ingelijfd en ondergebracht
in een zuidelijk Departement
van de Nedermaas en een noor
delijk Departement van de
Roer. Nu eerst leerden geeste
lijken en gelovigen erkennen,
wat kerkvervolging betekent.
Kloosters werden opgeheven
en de priesters, die de eed van
haat tegen het koningschap en
trouw aan de Revolutie niet
wilden afleggen, uit hun be
diening ontzet. Toen Napoleon
in 1799 aan de macht was. ge
komen, poogde hij de Kerk
aan zijn gezag te onderwerpen
en eiste van bisschoppen en
priesters de eed van onderwor
penheid. Het bisdom Roermond
werd opgeheven in 1801; het
gebied gelegen in het Departe
ment van de Roer viel, kwam
kerkelijk onder het nieuw bis
dom Aken, dat door Napoleon
eigenmachtig werd opgericht.
De priesters die de moed had
den de door Napoleon geëiste
eed te. weigeren en de door
hem aangestelde bisschoppen
van Aken en Luik njet erken
den, moesten onderduiken.
Zo werd de komst van de
Fransen, die door de katholie
ken van Noord Nederland cn
Brabant als bevrijders waren
binnengehaald, de ondergang
van het Roermondse diocees en
het begin van een periode
waarin de katholieken van het
huidige Limburg de knellende
banden moesten voelen van
vorstelijke bemoeiingen met
kerkelijke zaken eerst onder
Napoleon en later onder Ko
ning Willem I. Ook zij waren
nu mede gewikkeld in de vijf
tigjarige worsteling om gees
telijke onafhankelijkheid, waar
van het herstel van de Bis
schoppelijke Hiërarchie in 1853
de uiteindelijke overwinning
zou brengen.
p. N. A. v. RIJN, O.P.
Naar het Amerikaans door
TEMPLE BAILEY.
(Nadruk verboden.)
3)
En nu zij ze eenmaal aan haar ge
weigerd had, wist zij ook, dat zij ze
aan niemand meer kon afstaan. Zelfs
niet aan deze man met zijn prettige,
diepe stem. Daarom zei zy nog eens:
Het spijt mij wel.
Het spijt mij ook, verklaarde
hij.
Zij aarzelde een ogenblik en leg
de toen uit:
Ik had er alleen maar in toe
gestemd om ze op dc verkoop te
brengen, omdat mijn broer er op
stond. Ik had niet moeten toegeven.
Ziet u, zij hebben al onze intieme
feestjes verlicht.
Ze zweeg plotseling, niet in staat
om door te spreken.
Valt het u hard? vroeg hij, met
een sympathieke klank in zijn stem.
O, het is verschrikkelijk. Al die
herinneringen
Hü kon niet dadelyk een antwoord
vinden. Haar kinderlijke smart ont
roerde hem diep.
Geeft u het huis ook op? vroeg
hij tenslotte.
Ja. Het is zwaar belast, wij kun
nen het niet behouden. Ik zou het
niet zo erg vinden, als ik maar ze
ker wist, dat er iemand in kwam,
die er van zou houden en het zou
waarderen.
Zij deed haar best om haar zelfbe
heersing te herwinnen. Hij hielp
haar door van onderwerp te verande
ren.
Er zijn drie dingen, die ik graag
zou willen hebben, de kandelaars, de
Oud-Hollandse lepels en het Chip
pendale stoeltje.
U bedoelt dat met de ladder
rug? Dat was moeders stoel. Zij zat
er altijd in.
Is zij dood?
Neen, zij is weggegaan met va
der. Hij is' erg ziek. Dit was zijn eni
ge kans op herstel. Daarom zijn wij
tot de verkoop overgegaan.
Zij zweeg, daar cr een jongeman
dc deur inkwam. Michael zag dade
lijk, dat het haar broer was. De
jonge Farquhar was langer dan zijn
zuster, maar had dezelfde slanke
en sierlijke lichaamsbouw en het
zelfde koperkleurige haar. Alleen
was er. dit verschil,, dat Virginia een
veel krachtiger indruk maakte. Ri-
ohard liep mét lichtelijk gebogen
schouders' en ook zijn gelaatstrekken
drukten niet die wilssterkte uit, die
men op Virginia's gezicht'kon lezen.
De veiling begint over een paar
minuten, zei hij. Ik dacht, dat je er
wel liever niet bij zoudt willen zijn.
Wij gaan uit het zolderkamer
tje de boel bekijken, verklaarde zij
aan Michael.
Op dat ogenblik zag Richard de
kandelaars in haar arm.
Waar breng je ze naartoe Gin-
ny?
Er klonk iets smekends in haar stem:
Rickey, ik verkoop ze niet.
Waarom niet? vroeg hij scherp.
Omdat we moeten toch iets
van alles redden
Maar ze zijn één van de meest
waardevolle nurr.'mcrs van de gehe
le lijst. Grogan zegt het zelf. Hij zal
ze pas het allerlaatste aan de man
brongen.
Och jij, sentimentele onzin!
Het meisje werd wit, maar hij liep
geprikkeld door.
Mijn broer is' niet altijd zo, ver
ontschuldigde zij hem tegenover
MacMillan.
Daar ben ik van overtuigd, zei
hij hartelijk.
Haar gezichtje klaarde op.
Ik hoop, dat u de andere din
gen krijgt, die u hebben wilt. Ik
denk wdi, dat u moeders stoeltje met
eerbied zult behandelen.
Vóór hij kon antwoorden, draaide
zij zich om en ging de trap op, Mi
chael McMillan volgde haar met
zijn grote ogen, en, uit de kamer,
keek ook Anthony Bleecker haar na.
II
DE MAN OP HET TAFELTJE
Virginia vond het onaangenaam,
om boven Rickev te ontmoeten. Hij
zou natuurlijk blijven praten over de
kandelaars'. En zij was niet van plan
om toe te geven. Gewoonlijk wist
Rickêy wel zijn zin door te drijven,
maar ditmaal zou het hem niet ge
lukken. Maar zij had zich vergist.
Toen ze de zolderkamer inkwam,
stona Rickey bij het raam.
Kom hier, Ginny, zei hij opge
wonden. Heb je ooit zoiets gezien?
Die laatste auto heeft een paar
gröothandelaren uit New York ge-
brachL-Een van de vendumeesters'
vertelde nvü, dat zij al jaren een
oogje op ons huis hebben gehad, in
de hoop, dat we het zouden verko
pen.
Zij kwam naast hem staan. Bene
den haar lag de tuin in felle tinten,
als een modern schilderijvlammen
de kleuren van bloeiende chrysanten
tegen het bijna zwarte groen van de
palmstruiken, een bonte kleuren
mengeling van groepjes kijkers,
daarboven het harde blauw van de
lucht en op de achtergrond het
blauw van de rivier, die de hemel
in zich gevangen, scheen te houden.
Virginia had een gevoel als'of het
niet echt was, wat er gebeurde. Haar
hele leven was dit haar huis' geweest,
haar tuin. Een kale, oude gevangenis
had het haar soms' geleken, maar nu,
nu het niet langer van haar zou zijn,
kreeg het grote waarde. Haar huis.
Zij was hier geboren. Do meubels,
die de venduhouder aankondigde,
waren haar meubels geweest. Zij
wondde zich plots'eling om en snikte.
Rickey sloeg zijn arm stevig om
haar heen.
Kom, Gin, suste hij. we gaan
toch niet huilen, wel?.
Die lieve Rickey. Dat was echt iets
voor herrr, om zo iets' te doen. Ze had
ruzie verwacht en nu troostte hij
haar.
Ze waren nu aan haar vaders bu
reau. De stem van de verkoper ver
hief zich met frisse kracht:
Dames en heren, antiek koper -
drijfwerk aan de sloten en een ko
peren adelaar met gespreide vleu
gels.
Virginia hief haar hoofd weer op
en luisterde. De oude adelaar, de
lieve vriend uit haar kinderjaren. O,
en de geschiedenis van het oude bu
reau, waaraan ze haar vader zo dik
wijls h?d zien zitten, terwijl zijn
smalle, witte hand, met grote zegel
ring aan zijn ringvinger, over het
blanke papier schoof. Het bureau
kende vaders onstuimige geestdrift
uit de eerste dagen, dat hij was be
gonnen te dichten. Maar het kende
ook de nederlaag van zijn dromen, de
nederlaag, die zijn tere, fijnge-
wrochte verzen leden in deze moder
ne tijd, met zijn nieuwe vormen en
zijn onts'ierd realisme. De adelaar,
die Virginia eerst een triomfverkon
diger had toegeschenen, was haar
langzamerhand een symbool der mis
lukking geworden.
Er werd levendig geboden. De
rr.*an, die de kandelaars had willen
hebben, zat op de rand van een klei
ne tafel en riep zijn bod telkens' te
gen dat van de afslager in. Virginia
keek belangstellend naar hem.
(Wordt vervolgd.)