Voorne-Putte gaat zijn
erfvijand weer uitspuwen
Bruinisse wordt
belangrijk
Het doorsteken van een dijk
redde polder tijdens de ramp
Den Haag kookt
voor Stellendam
Nieuwe scholen
in 1953
Beruchte rover
gearresteerd
Jacht
MAANDAG 2 MAART 1953
DE LEIDSE COURANT
TWEEDE BLAD - PAGINA 4
Hellevoetsluis overwon het water
De rampmaand 1953 is onder Hel
levoetsluis geëindigd met een klin
kende overwinning op het water. Za
terdagmiddag werd bij kerend tij een
drijvende caisson in het 75 meter
lange gat in de dijk, oostelijk van
Helvoet, tot zinken gebracht. De
open blijvende ruimten werden snel
met behulp van bakken, kranen,
vrachtauto's en een persleiding vol
zand en stenen geworpen. Binnen
twee uur zat de zaak „geheid". De
opkomende vloed heeft thans geen
vat meer op de vier polders van
Voorne-Pütten; de gemalen, sluizen
en pompen kunnen de vijand defini
tief gaan uitspuwen.
Binnen vier weken dus is menj er
in geslaagd de waterkwelgeest op
Voorne-Putten meester te worden.
Rond en op de dijken van de vier, te
zamen ongeveer 2500 hectare meten
de, polders heerst vreugde. Binnen
niet al te lange tijd zullen dorpen en
hofsteden droogvallen. Men zal te
rugkeren, schoonmaken, herstellen,
opbouwen en verder leven. Het dap
pere poldervolk kan mem immers niet
klein krijgen. Zij vluchtten voor ge
weld en zullen met vlijt het verlore
ne terugwinnen. Zo was het altijd in
de geschiedenis der zee-landen. Zo
zal het weerom zijn!
In één slag.
Tot deze bespiegelingen had men
ruimschoots tijd op deze zonnige Za
terdag, door de dijkkruin beschut
tegen de tamelijk felle ooster, bij het
gadeslaan der werkzaamheden. Lang
durig waren de voorbereidingen van
waterstaat, het waterloopkundige la
boratorium en de aannemers om met
wetenschap en techniek het gat in
één slag te dichten. De caisson werd
geïmproviseerd gebouwd van twee
drijvende bakken, die met ijzeren
platen in eikaars verlengde werden
gehecht en voorts geheel omkleed.
Dit gevaarte werd met slepers voor
zichtig loodrecht op het gat gema
noeuvreerd en daarna, in afwachting
van kerend tij, aan staalkabels ge
meerd. Met zware steenblikken ge
vulde bakken en vrachtauto's, een
zandpersleiding van 2700 meter
lengte van het Voornse kanaal naar
de dijkbreuk, een dragline, een drij-
De vluchthaven aan het Zijpe, bij
Bruinisse, gaat in de toekomst een
belangrijke rol spelen in het dijk
herstel op Schouwen Duiveland.
Reeds nu ziet men er de lossing
van zand en rijshout en de overslag
van basaltkeien, maar ook bij dich
ting van het gat bij Scherphoek op
Schouwen, het gat dat van alle dijk
breuken de meeste zorg baart, zal
van de vluchthaven als aanvoerha-
ven gebruik worden gemaakt.
Bij de dichting van genoemd dijk-
gat zal keileem worden gebruikt, het
materiaal dat ook diende bij het ma
ken van de afsluitdijk en bij de dich
ting van de dijkgaten op Walcheren.
Evenals voor deze laatste hoopt men
het nodige materiaal (keileem) voor
Schelphoek te kunnen opbaggeren uit
het Hellegat bü Strjjensas. Men is
reeds aan het zoeken naar de be
wuste laag, die chter onder de mod
der zit.
Acht jonge boerenzoons uit Gorssel
en omgeving, zijn dezer dagen- in
Bruinisse aangekomen, als eerste
zichtbare resultaat van de adoptie
van die Gelderse gemeente.
Onder leiding van de zich hier ge
vormde werkgroepen, is direct be
gonnen met de berging van land
bouwmachines en graan, thans nog
in de schuren in Bruinisse en Ooster-
land aanwezig. De lage stand van
het water, in deze tijd van dode tijen,
was oorzaak, dat men met succes kon
werken.
Iedere dag spoelen aan de dijken
van Bruinisse en Oosterland thans
slachtoffers aan van de stormramp
die Zeeland trof.
Zij worden begraven aan de
vluchthaven te Bruinisse, de enige
plaats .die daarvoor nu alles onder
water staat, nog geschikt is. Helaas
is het niet altijd mogelijk de slacht
offers te identificeren.
vende kraan, een zandzuiger, een
baggermolen en een kleine vloot aan
sleepboten en andere vaartuigen wer
den in gereedheid gehouden. Om half
twee klonk een schril fluitsignaal. De
leider van de „operatie", die het ken
terend tij scherp in de gaten hield,
maakte enige armbewegingen en vier
slepers begonnen de caisson om te
drukken. Deze bleef aan een kant
verankerd aan de wal, met de andere
zijde aam de drijvende bak, zodat hij
niet gemakkelijk de polder in zou kun
nen schieten.
Het grote moment.
De sleepboten, met stormende
schroeven, dreven langzaam maar
zeker de caisson tussen de beide dijk-
uiteinden. Rustig manoeuvrerend
slaagde men er in het metershoge,
65 meter lange vaarte op zijn plaats
te krijgen. De manoeuvre werd van
de wtil af met lieren en kabels ge
steund. Na drie kwartier lag de cais
son precies op zijn plaats. Snel wer
den de van te voren aangebrachte
waterkleppen in de bodem geopend
en zo kon het in weinige minuten
naar het in de afgelopen weken op
4 a 5 meter gelegen bed van rijs-
houtzin-kers wegzakken.
Aan de lange einden van de cais
son waren ijzeren zijstukken met
dwarf, balken geconstrueerd. Deze
dwarsbalken, die loodrecht op het
water stonden, konden naar beneden
gelaten worden. Met zware mokers
werden deze balken door de zink-
stukken sn-el in de bodem geheid. On
dertussen was men bezig de perslei
ding met de op de caisson aanwezige
leiding aan te sluiten. Kort nadien
kon de aannemer telefonisch de bood
schap geven: „Ga je gang maar" en
al spoedig spoot zwart met veel zand
geladen water uit de dikke buismon-
den tevoorschijn. Aan weerszijden-,
zowel als in de caisson werd dit ma
teriaal gespoten.Zware vrachtwagens
met zware stukken stortsteen reden
af en aan en lieten hun vrachten met
groot geraas in het steeds feller ko
kende vloedwater tussen de ver
sterkte wal en de caisson vallen. De
drijvende bok en de dragline grepen
snel en zeker in de op de wal en in
bakken opgetaste steen en droegen
het hunne ertoe bij om in enkele uren
tijds de dijk bij Hellevoetsluis weer
waterdicht te maken. Een paar hon
derd man werkte met gespannen
ijver en toewijding om het werk zo
snel en goed mogelijk op te knappen.
Het water overwonnen.
En zo kon het gebeuren, dat de
toeters der boten nog voor donker
een weinig onharmonische, maar des
ondanks plezierig vreugdeconcertje
kond/n blazen. Weer was de mens het
wassende water de baas geworden.
Weer is verdronken land gered en
weer zullen de polders groen zijn, het
vee voeden en vrucht dragen. De
wonde in de dijk zal noi binnen en
kele maanden geheel hersteld kun
nen zijn. Hiermede is dan het ge
vaar voor de dijken van het Voorne
kanaal geweken, alsook daarmee
voor het achterliggende land van
westelijk Voorne. Langs de westelij
ke dijk van het kanaal werd direct
na de ramp een zware, bijn-a 10 kilo
meter lange bekisting aangebracht.
Daarachter ligt thans een drijvende
perszuiger verwoed te steunen om
zand uit grote bakken zonder ophou
den naar de zeedijk te persen. De
gemalen zijn gereed om de verdron
ken polders leeg te pompen. Daarna
eerst zal men kunnien bezien hoeveel
schade het zoute water aan de bo
dem, boerderijen en woningen heeft
aangericht. Het herstel wordt wel
licht een werk van jaren. Het uit
zicht daarop is Zaterdag geschapen.
Nu kan het gat niet
meer dicht
Bij Herkingen werd op 3 Februari,
kort na de overstroming dus, op last
van een bestuurslid van de dijkkring
Flakkee een zomerkade van de pol
der Klinkerland doorgestoken. Dit
geschiedde met het oogmerk de meer
landinwaarts gelegen Dirkslandse
polder, te behouden.
Dit is inderdaad gelukt. Ook
Dirksland bleef door deze maatregel
gespaard. Alleen betreurt men thans
ten zeerste, dat er onvoldoende voor
zorgsmaatregelen zijn genomen. Het
gat in de zomerkade van de Klinker-
landse polder had volgens' deskundi
gen slechts één dag mogen bestaan;
daarna had het met gereed liggend
materiaal, minstens vijfduizend zak
ken zand, onmiddellijk weer dicht-
geworpen moeten worden. Dit is
niet geschied omdat het materiaal
om de breuk te herstellen, niet ter
plaatse was. Het gevolg hiervan is
geweest, dat het gat in de dijk steeds
breder en dieper is geworden. Thans
is het 9 meter diep en 15 meter breed.
Bij vloed staat het water tot de ko
zijnen van ongeveer 100 woningen.
Ook de kerk van Herkingen staat in
het water.
NOORD BEVELAND KRIJGT
LEIDINGWATER.
Het eiland Noord Beveland dat tot
op heden van drinkwater voorzien
werd met behulp van tankschepen,
krijgt Dinsdag leidingwater. Des och
tends zal van Zuid Beveland naar
Kortgene op Noord Beveland over de
Zandkreek een plastic wa/orleidings-
buis worden gelegd van 1000 meter
lengte. Voor dit zwaar geteisterde
eiland betekent dit een uitkomst,
want zonder leidingwater is het
schier onmogelijk de woningen weer
slikvrij te maken. In Kruiningen,
waar, zoals bekend, de waterleiding
buizen door onderspoelingen dreig
den te scheuren is men de situatie
meester. Wel moet geregeld opgelet
worden, dat geen verdere uitscheu-
ringen plaats hebben, doch men
heeft de nodige voorzieningen ge
troffen om direct te kunnen ingrij
pen.
Men poogt thans met man en
macht het gat te dichten, doch de
stromingen zijn zo sterk dat de zink-
stukken niet houden en weer weg
slaan. Ook het feit, dat het werk aan
deze dijkbreuk in het weekeinde stil
ligt, acht men niet bevordelijk voor
een spoedig herstel.
De Klinkerlandse polder beslaat
een groot oppervlak. Zij strekt zich
uit van Herkingen tot Bakkenoord
en Nieuwe Tonge,
NOODDIJKJE WEGGESLAGEN.
Zaterdagmiddag zijn verscheidene
gaten geslagen in het nooddijkje van
Rilland Bath bij de Korte Vierde-
weg. Dit stuk nooddijk is opgegeven.
Getracht zal worden van de zee
dijk via de Schaepskooi naar de Lan
ge Vierde weg een nieuwe nooddijk
te leggen.
De foto toont het moment, waarop de
caisson met behulp van sleepboten in
de juiste positie gebracht wordt,
waarna de waterkleppen geopend
zullen worden.
22e Lijst slachtoffers
watersnood
Het informatiebureau van het Ne-
derlandsche Roode Kruis heeft van
daag een 22e lijst van geborgen en
geïdentificeerde slachtoffers van de
watersnood uitgegeven, luidende:
OUDE TONGE.
Buys-Kerp, Pieternella, geb: 1.3.82;
Hameete-Koningswoud, Klaasje, geb.
4.2.08; Knops, Lijntje, geb. 12.9.11;
De Korte, Elizabeth, geb. 12.9.11;
Munters, Neeltje, geb. 9.5.61; Mijs,
Job, geb: 6.10.16; Mijs-Van Es, Anna
Antonia, geb: 23.5.17; Stoop, Paulus,
geb: 7.10.74.
BEURZEN EN DIJKEN
De 2 millioen bijna
bereikt
Wie krijgt de taart
Ook de radioavond Zaterdag ten
bate van het Nationale Rampenfonds,
in het beursgebouw te Leeuwarden
gehouden is weer een klinkend suc
ces gedworden. Nadat in de middag
uren reeds een bedrag van bijna
25.000.was geschonken, steeg,
terwijl de medewerker aan 't avond
programma (onder wie het zangkoor
„Fryske Stimmen") het hunne ga
ven, het bedrag der giften. Uit alle
delen van ons land kwamen weer
vertegenwoordigers van organisaties
en van personelen en hunne directies
hun offers aanbieden, zodat tenslotte
een totaal van 1.882.903.27 was be
reikt. De door twee Engelse banket
bakkers, die tijdens de oorlog als mi
litair in Noord Brabant ons land
leerden kennen, geschonken taart
een zogenaamde fruitcake, waaraan
80 werkuren ten koste zijn gelegd,
zal verloot worden onder bezoekers
der radio-avonden van die stad wel
ke het hoogste gemiddelde heeft
Nu 200 mannelijke bewoners naar
Stellendam kunnen terugkeren moet
een noodkeuken worden ingericht
om hen te kunnen verzorgen. Hoe
wel voor de daar aanwezige arbei
ders reeds door de Unie van Vrou
welijke Vrijwilligers een keuken
werd bediend is voor dit veel groter
aantal personen een ruimere verzor
ging nodig. Het Haagse adoptie-co
mité, heeft daarvan nu de leiding ge
geven aan de dienst voor schoolkin-
derzorg van 's-Gravenhage, welke
dienst enige kookpotten, een braad-
oven een butagusinstallatie, potten
en pannen met verdere inventaris
heeft aangekocht. De eerste week zal
een kok én een keukenleider van de
dienst meegaan, terwijl men hulp
personeel ter plaatse hoopt aan te
trekken.
In verband met de bezwaren van
het „Landelijk Comité voor Volks
hulp" tegen het verstrekken door
het Nederl. Roode Kruis van kle
ding aan niet-slachtoffers van de
overstromingsramp deelt men ons
van de zijde van het Roode Kruis
Ook voor kleuterklassen
Minister Witte is van mening, dat
voor 1953 de aanbouw van ten min
ste 55.000 woningen verwacht mag
worden. Het ligt verder in de bedoe
ling dat in 1953 goedkeuring wordt
verleend voor de bouw van 1900 lo
kalen voor lager onderwijs en 90
gymnastieklokalen. Voor de bouw van
kleuterscholen bestaat thans geen
bouwstop. In 1953 kan voor de bouw
van 170 lokalen voor kleuteronder
wijs goedkeuring worden gegeven.
In hoeverre de watersnoodramp de
ze plannen van de regering zal be
ïnvloeden, moet worden afgewacht.
De memorie waarin minister Witte
bovenstaande cijfers bekendmaakt,
bevat namelijk.-in een kanttekening
de mededeling, dat de memorie is op
gesteld zonder rekening te houden
met de gewijzigde economische om
standigheden ten gevolge van de
stormvloed.
Het is mogelijk, dat wegens de ge
wijzigde omstandigheden besluiten
moeten worden genomen, welke op
bepaalde punten tot koersverande
ring dwingen.
GESNEUVELD IN KOREA
De regering maakt bekend, dat tot
haar leedwezen de telegrafist der
eerste klass'e C. van Vliet deel uit
makend van de bemanning van Hr.
Ms. fregat „Johan Maurits van Nas
sau" op 26 Februari, jl. is gesneu
veld door een noodlottig vuur van
Zuid-Koreaanse strijdkrachten, toen
hij in een sloep des avonds van het
fregat onderweg was naar een eiland
ter verlening van medische assisten
tie. Telegrafist Van Vliet werd op
28 December 1930- geboren en was
afkomstig uit Den Haag. H(j was on
gehuwd.
Tijdens echtelijke twist
Moeder van vier
kinderen vermoord
De 49-jarige S. de J. te Franeker
heeft verleden week na een woor
denwisseling zijn eveneens 49-jarige
echtgenote van het leven beroofd
door wurging. Hierna deed hij het
voorkomen, alsof de vrouw zichzelf
had opgehangen. Aanvankelijk kon
hij de politie doen geloven, dat er
zelfmoord in het spel was, maar na
een nader onderzoek bleek het de
politie, dat de vrouw was vermoord.
De man werd gearresteerd, waarna
hij bekende de daad te hebben ge
pleegd Zaterdag is hij voor de offi
cier van justitie geleid. Het echtpaar
had vier kinderen.
mee, dat er omstreeks honderddui
zend slachtoffers van de ramp zijn,
terwijl er wel voor vijftien maal zo
veel personen kleding is ingezameld.
In overleg met de regering, de liga
der Rode Kruisverenigingen en de
schenkers is daarom besloten, alvast
te beginnen met beschikbaarstelling
uit deze enorme overvloed van kle
ding voor charititatieve instellingen
en „displaced persons".
Bondsvergadering
van „St. Eloy"
Op de Bondsraad van de Ned.
Kath. Metaalbewerkersbond „St.
Eloy" heeft de voorzitter, de heer
Van den Brink een rede gehouden
waarin hij zeide dat de afvoer van
leden te groot is, veel groter dan vóór
de oorlog. In de laaste jaren (1949
tot 1952) heeft de bond 31.364 leden
ingeschreven en 21.251 uitgeboekt.
De netto-winst (10.313) is in verhou
ding tot het aantal inschrijvingen te
klein. Dit schaadt de positie van de
katholieke metaalbewerkers, die ove
rigens met een ledental van 47 dui
zend nog een respectabele bond vor
men. Verder scheppen de ongeorgani
seerden vooral in het Zuideneen
probleem, dat slechts langs de weg
van voorlichting en propaganda op
te lossen is.
Van de 21.251 leden, welke de bond
in de afgelooen vier jaren heeft afge
schreven, hebben er 14.477 hun orga
nisatie zonder geldige reden de rug
to'egekeerd. Daarnaast staat nog een
kleine groep van katholieke metaal
bewerkers, welke „verkeerd" is geor
ganiseerd, namelijk in de Algemene
Nederlandse Metaal Bedrijfsbond en
de E.V.C.-metaal.
Spr. prees de samenwerking in de
Raad van Vakcentralen en in de Lan
delijke Bedrijfsunie voor de Metaal
nijverheid.
De heer Van den Brink hoopte, dat
de goede verstandhouding in genoem
de organen van overleg bestendigd
zal blijven. „De innerlijke kracht van
deze samenwerking moeten we ech
ter niet overschatten. Ze is slechts
mogelijk geworden door een verkre
gen evenwicht. Alle democratie ten
spijt zouden we vandaag nog van de
kaart worden geveegd, als we een on
betekenend groepje zouden vormen".
Verder heeft de heer Van den
Brink gesproken over de vorming
van een kwaliteitskader, met name
onder de vertrouwensmannen. Dat
men hieraan nooit genoeg aandacht
kan besteden blijkt zo zei hij
in herhaling bij de samenstelling van
fabriekskernen, tariefcommissies en
dergelijke, en zal in de naaste toe
komst nog veelvuldiger blijken bij
de samenstelling van de onderne
mingsraden. Over de samenstelling
van deze raden zei spr.: „In onder
nemingen, waar onze bond over de
meerderheid van stemmen beschikt,
zullen we een in de Bedrijfsunie
samenwerkende minderheid gaar
ne een rechtmatige vertegenwoordi
ging toestaan in de ondernemingsra
den. Wij doen dat in de overtuiging,
dat een zelfde loyaliteit in acht zal
worden genomen in de ondernemin
gen, waar onze bond in de minder
heid is".
Na moeizaam speurderswerk is de
Eindhovense gemeentepolitie over
gegaan tot de arrestatie van de 27-
jarige losarbeider van den B. uit het
Stadsdeel Strijp, als vermoedelijke
dader van de Zondag 22 Febr. j.l in
Eindhoven gepleegde roofmoord op
de 74-jarige landbouwer M. van K.
De politie neemt aan, dat van den
B. Zondagmorgen met een bijl ge
wapend naar de boerderij van Van
K. is gegaan en de woning is bin
nengedrongen. Terwijl hij daar be
zig was met het doorzoeken van een
kast werd hij betrapt door de bewo
ner, die de kamer binnen kwam met
een mes in de hand, dat hij had ge
bruikt om wortels te snijden voor
zijn konijnen. Van den B. heeft, zo
veronderstelt de politie, daarop de
landbouwer met zijn bijl doodgesla
gen en hem bovendien met een
broodmes in de hals gesneden. Ver
moedelijk is de gearresteerde dezelf
de man, die gemaskerd en met een
bijl gewapend, enkele weken gele
den in dezelfde buurt waar de roof
moord is geschied, een boerderijtje
binnendrong en daar de bewoners
een geldbedrag afperste.
ONEERLIJKE LEVERANCIER.
Een hofleverancier, die het paleis
Soestdijk voorziet van brandstoifen,
is door de politie gearresteerd, ver
dacht van verduistering. De man
voerde grote orders uit. maar bracht
niet alle kolen, die op de rekeningen
kwamen, naar het paleis. Een belang
rijk deel hield hij achter. Nadat hij
een volledige bekentenis heeft afge
legd, is hij voorlopig weer op vrije
voeten gesteld.
OP DE BOSUIL
Oorspronkelijk detective-verhaal
door Monis de Wit'
Bob Keny is 'n vreemd heerschap.
Hij drinkt omdat hij altijd dorst
heeft maar op ieder ogenblik van
de dag is hij als heer vermomd. Hij
heeft een rond gezicht, blond haar,
armen die veel te kort zijn en ont
zettend grote voeten. Maat kano,
pleegt men in zo'n geval te zeggen.
Van top tot teen meet hij nog geen
1.60 meter en daaruit blijkt wel dat
Bob Keny eigenlijk maar een klein
ventie is. Verder is hij nog vrij ma
ger ook.
Tom en John zijn aan een tafeltje
gaan zitten, maar Bob laat hen niet
met rust. Hij slikt in één keer een
hele borrel naar binhen en begeeft
zich dan met wankelende schreden
naar het tafeltje, dat de bondgeno
ten hebben ingenomen.
„Veel plezier,' bromt John terwijl
hij een gezicht trekt waarmee men
kinderen naar bed zou kunnen jagen.
Bob Keny is echter in het geheel
niet uit het veld geslagen. Hij valt
op de s'toel neer, die nog leeg is en
begint meteen druk te praten. Over
zijn verloving, dat zijn meisje er met
een ander vandoor, is over de club
en over heel veel andere dingen meer.
Tom en John luisteren nauwelijks,
maar plotseling gaan ze rechtop zit
ten. Mr. Bob Keny, die weer een
borrel heeft laten aanrukken, gaat
nu over de zaak van ,,de Bosuil"
praten Het kleine mannetje, dat met
zijn vrienden zit, heeft 'n baantje bij
een of ander regeringsbureau. On
danks het feit, dat hij drinkt, schijnt
hij heel wat invloed te hebben en
daarom zijn John en Tom bijzonder
geïnteresseerd nu hij over „de Bos
uil" gaat klets'en.
„Ach," zegt hij met zijn bijna dub-
belslaande tong, „die politie van ons
kan goed beschouwd toch ook niks.
Als ik hoofd van de politie was, hi
hi Hij neemt een ferme slok,
plant zijn ellebogen op het tafeltje,
groet joviaal een nieuwe bezoeker,
die aan de bar gaat zitten en gaat
weer verder.
„Ik zei, dat de politie van ons niks'
kan. Sufferds zijn het. Als ze wisten
wat ik weet dan hadden ze de Bos
uil al lang kunnen inrekenen. Daar
sta ik borg voor. Ik weet waar die
kerels het zijn er zo'n stuk of
twintig iedere week vergaderen
en waarom kan de politie dat dan
niet ontdekken. Als' ik dan weet dat
ze in de „schoenendoos" zitten, waar
om weet de politie dat dan niet. Suf
ferds zijn het, sufferds. Ik zal je nóg
meer vertellen, let op
De man, die aan de bar gezeten
heeft, staat op en komt op de drie
mannen aan het tafeltje toe. „Na
tuurlijk," snuift hij, „natuurlijk is
onze Bob Keny weer aan 't opschep
pen. En wie hebben we daar. Waar
achtig, Tom en John. Hoe gaat het
lui, zijn jullie al een beetje uitge
rust van de balavond?"
De vierde man is Mac O'Lea, een
vriendelijk nvannetje, van dezelfde
lengte als Bob Keny en met hetzelf
de ronde gezicht. Ook hij heeft kor
te armen. Toch verschillen die twee
hemelbreed. Mac O'Lea heeft nog
nooit een costuum gedragen, dat hem
precies paste en om zijn veel te gro
te voeten zitten nog veel grotere
schoenen. Maar aangezien Mac een
aardige, eerlijke vent is», zich overi
gens neties gedraagt, is hij op zijn
verzoek lid van „Vriendschap" ge
worden. „Die vervelende Keny zat
jullie natuurlijk weer het een of an
dere wonderverhaal te vertellen",
lacht hij. „Over de Bosuil nog wel.
De gegevens heeft hij zeker van de
regering gekregen." Bob Keny kan
niet meer antwoorden, want hij is
aan een ander tafeltje in sJlaap ge
vallen.
„Och Tom", zegt Mac O'Lea, ter
wijl hij ziet, dat Tom het jammer
vindt, dat het gesprek afgebroken is,
„je weet toch, dat die vent van alles
en nog wat uit zijn duim zuigt. In
dit geval weet ik het heel goed,
want en hij gaat iets zachter spre
ken ik ben zelf met deze zaak be
zig. Ik stel er om ik weet niet welke
reden, ontzettend veel belang in. De
Bosuil is een gevaar voor iedere in
woner van New York en daarom
ben ik op mijn eentje op onderzoek
uit. Maar apropos', waarom stellen
jullie zo'n belang in deze zaak. Zijn
jullie misschien ook bezig?" „O, nee"
?egt John vlug, „we kwair/en hier
toevallig binnen en toen begon Ke
ny over de Bosuil.
Lang worth valt op zijn stoel en
zucht. Het hele politie-apparaat heeft
nog- geen enkele aanwijzing gevon
den! Niets, helemaal niets en nu zijn
we al een hele tijd met dit geval be-
*ig:»En daar komen me twee ama
teurs de kamer binnen met een ver
haal over een „schoenendoos". Een
„schoenendoos" zeg ik je, een „schoe
nendoos". Wat een naam. Hoe kan
een vergaderlokaal of iets dat voor
vergaderingen wordt gebruikt, nu zo
heten. En als er werkelijk 'n „schoe
nendoos" bestaat, waarom kunnen
m'ijn mannen die dan niet ontdekken.
Zou het misstohien alleen maar een
dronkenmanspraatje zijn? Gister
avond heb ik dat idee direct verwor
pen, maar nu ik weet het niet. We
moeten maar afwachten, afwachten.
Hoe lang? Niemand weet het. Mis
schien vinden we een aanwijzing.
Misschien vinden we niets en dan
gaat de Bosuil rustig verder met
moorden en roven. Het is om gek
van te worden.
In een kroeg ergens in een naam
loze straat in New York staat John
Valtermund. Hij praat met een man,
die een trompet onder zijn arm heeft.
De beide mannen hebben elkaar
eerder gezien, want ze noemen el
kaar bij de voornaam'. George, de
man met de trompet, strijkt over
zijn ogen en kijkt John even onder
zoekend aan. „Wat kom je hier in
hemelsnaam in deze verschrikkelijke
kroeg doe?" vraagt hij. „Hoe haal je
het in je hoofd hier te willen wer
ken. Als een van je vrienden je hier
ziet, is het met je carrière afgelo
pen."
John wacht even met antwoord te
geven op deze vraag. Hij legt zijn
hand op de schouder van George en
fluistert dan: „Ik ben bezig een boek
te schrijven over de m'uziek in New
York en wanneer ik dat goed wil
doen, dan moet ik op alie mogelijke
en onmogelijke plaatsen gespeeld
hebben."
George tikt tegen zijn hoofd. „Heb
je je al eens' laten nakijken John,"
vraagt hij belangstellend.
John lacht hartelijk. „Het klinkt
misschien vrij dwaas, George, dat
geef ik direct toe, maar toch is het
mijn overtuiging, dat ik iets van New
York moet hebben gezien, voor ik
mijn boek zal kunnen schijven. Eh
in deze kroc* komt toen een
zeer bijzone?? f,-Tq. zeer
bijzonder," smaalt George. ^edere~Tn-
breker en iedere moordenaar heeft
hier zo zijn eigen stoel en zijn eigen
tafeltje. Dit is' de plaats waar inbra
ken en moorden geboren worden. Er
is wel een boek over te schrijven
John Valtermund, maar als je hier
vertelt wat je plannen zijn, dan kom
je aan schrijven niet toe. En wanneer
je in je boek iets over deze kroeg zou
schrijven, dan zullen ze jouw 'licht
wel heel gauw uitblazen."
(wordt vervolgd)