Brandende kaarsen bij kokende golven
in het kleine kerkje van Hellevoetsluis
„Nu begint pas de ellende!"
Twee dagen reisde de grijze
bisschop door het rampgebied
Cuacué'ó Cuiötexdeti nam de JCaningin
Tweeduizend Zeeuwen vertrokken
van Ossendrecht naar Eindhoven
Helpt!
SpeeCyaed aaat geëaacueetde fcindeten
MAANDAG 9 FEBRUARI 1953
DE LEIDSE COURANT
TWEEDE BLAD - PAGINA
omdat hij met spoed een rapport aan
de Paus zal moeten uitbrengen, waar
na de Paus zal beslissen, wat er als
nog gedaan moet worden.
Boetelof in de kathedraal
HAARLEMS BISSCHOP:
Na een wel zeer vermoeiende reis is Haarlems Bisschop, mgr. J. p. Hui-
bers, Zaterdagavond in zijn bisschoppelijk paleis teruggekeerd van een.
tocht door de noodgebieden, voorzover deze ressorteren onder zijn diocees.
Bij informaties aan het secretariaat van het bisdom bleek ons wel, dat de
ervaringen van deze reis ook bij de bisschop de voorstelling van de ramp
verre overtrof en dat hij zichtbaar geschokt was door de barre realiteit.
Niet alleen de materiële schade, maar vooral hei menselijk leed, dat in
dc rampgebieden ondervonden werd, hebben de grijze herder zeer getrof
fen en dat bleek vooral tijdens de gesprekken, die hij verschillende malen
met getroffenen hield.
Vrijdag j.l. was mgr. Huibers op
eigen gelegenheid naar Rotterdam
per trein vertokken. In de Maasstad
werd hij onder meer opgewacht door
kapelaan F. Bank, aan wie de leiding
is toevertrouwd van het katholiek
inlichtingen/bureau, dat gevestigd is
in de Ahoy-hallen, ten gerieve van de
katholieke evacué's. Allereerst bracht
mgr. een bezoek aan dit evacuatie
centrum, waar hem uit de verhalen
van de slachtoffers reeds duidelijk
bleek, hoezeer de ramp de mensen in
het Zuiden van zijn bisdom geslagen
had. Het evacuatie-centrum in Schie
dam werd eveneens bezocht en de
bisschop liet zich vol lof uit over het
'prachtige werk, dat in deze centra
werd verzet, en waaruit zo'n ver
kwikkende samenwerking naar voren
kwam.
Bisschop op de tractor
Mgr. Huibers zag zich pas voor de
harde werkelijkheid geplaatst, toen
hij daarna een bezoek bracht aan
verschillende geteisterde plaatsen.
Onder meer bezocht hij Abbenbroek,
dat ook door het water zo ernstig
werd overvallen. Hij keerde tegen
W.ate.unw>d-
het avonduur weer naar Rotterdam
terug. De andere ochtend om half
negen vertrok de bisschop weer naar
andere gemeenten, die getroffen wa
ren. In gezelschap van enkele pries
ters voer hij per boot de Noord langs
en arriveerde hij via de Dordtse Kil,
Hollands Diep en Volkerak aan het
haventje van Ooltgensplaat. Het was
aanvankelijk nog een probleem om
aan land te komen, maar via een an
dere boot slaagde het gezelschap er
in het doel van de reis te bereiken.
Soms te voet en anders op een trac
tor trok mgr. Huibers langs en door
diverse gemeenten en liet zich door
de autoriteiten ter plaatse voorlich
ten over de toestand. Onder meer
bezocht hij Achthuizen en onderhield
hij zich met de mensen, die nog ach
tergebleven waren. De bisschop bleek
uiterst dankbaar voor het vele werk
dat zjjn priesters in deze gebieden
tijdens de ramp hadden verzet. Het
ontroerde hem kennelijk, toen hij
hoorde, hoe ook deze mensen dag en
nadht in touw waren geweest om
hulp te bieden waar dat mogelijk
was. De pastoor van Oude Tonge b.v.
had een zakdoek over het hoofd ge
bonden, opdat de getroffenen, die
hem nodig hadden, hem zouden her
kennen. Het mocht ook wel een won
der heten, dat alle priesters in dat
gedeelte van het bisdom de ramp
overleefd hebben. Mgr. Huibers kreeg
ook een vluchtig inzicht in de schade
die overal aan kerken en pastorieën
was aangericht. Bij informatie bleek
ons echter, dat er bij lange na niet
te bepalen is, van hoe grote omvang
die schade is.
Mgr. Lambertini, auditeur bij de nu-
tiatuur in Parijs, die namens de H.
Vader de situatie in ogenschouw
moest nemen, heeft gisteren een be
zoek gebracht aan mgr. Huibers. Hij
vertrok weer in de loop van de dag,
Gisteravond celebreerde de bis
schop in de kathedrale basiliek te
Utrecht het Boetelof, een plechtig
heid, die op de hondprden aanwezi
gen een diepe indruk maakte. Ter
wijl de mensenmenigte het „Wees
gegroet, o Sterre" zong, dat in deze
omstandigheden wel een treffende
actualiteit bezat, schreed de bisschop
naar het hoogaltaar van de basiliek.
Direct daarna sprak hij de gelovigen
toe.
„Wij hadden er reeds veel over
gehoord en gelezen, maar het zien
van al die ellende heeft ons verbijs
terd." aldus mgr. „Ik heb het voor
recht gehad, d.w.z. ik heb het nog
persoonlijk kunnen doen, om een
tocht te maken naar het getroffen ge
bied. Het is een moeilijke reis ge
weest, maar ik ben er dankbaar voor
deze gemaakt te hebben"
In sobere, maar aangrijpende woor
den, schetste mgr. Huibers daarna al
het leed, dat hij gezien had, en vaak
viel het hem moeilijk, zijn ontroe
ring te verbergen.
Hij gewaagde er nog eens met na-
drvk van, hoe door iedereen daar met
helden moed is gewerkt en hoe een
soontane naastenliefde, die geen ver
schil kende van rang of stand, van
/odsd'enst of politiek, overal op
bloeide.
„Met één slag zijn wij allen bij el
kaar gebracht tot één daad. Wij ken
nen Gods bedoeling niet met deze
ramo, maar als het die eenheid van
liefde en samenwerking is geweest,
dan mogen wij dankbaar zijn. Want
dan weten wij, dat er zegen op rust.
En dan mogen wij hopen, dat deze
springvloed en de gevolgen daarvan
ons zullen bewaren voor een veel
grotere ramp. Slechts één ding is te
vrezen," aldus de bisschop. „Nu zijn
wij nog vol medelijden. Met een ze
kere voldoening mogen wij zeggen:
wij hebben echt iets gedaan naar de
bedoeling van God Maar laat nie
mand nu denken: ik heb genoeg ge
daan. want eerlijk gezegd, nu begint
pas de ellende. In de nabije toekomst
is er nog meer hulp nodig, blijvende
hulp. Laten wij daarom zorgen, dat
de geest van naastenliefde niet ver
loren gaat. Tenslotte wijdde de bis
schop het diocees, en vooral de ramp
gebieden bijzonder toe aan de be
scherming van de H. Maagd.
Met diepe ontroering luisteren deze hoog bejaarde evacué's, die zijn ondergebracht in het noodziekenhuis
van het Nederlandse Roode Kruis te Zeist, naar de rede, welke H. M. Koningin Juliana Zondagmiddag uitsprak
voor de Nederlandse radiozenders. Het zijn te beginen met tweede persoon van rechts de 85-jarige weduwe
SchousRingepberg uit Zierikzee, de 75-jarige weduwe J. VelimanOverbeke uit Nieuwekerk, een Roode Kruis
Zuster en de 77-jarige H. Noteboom uit Nieuwe Tonge.
Een jongetje met blauwe ogen was er niet bij
Het legerkamp Ossendrecht, waar
in normale tijden infanteristen hun
moeizame training krijgen, is de af
gelopen week het toneel geweest
van drukke bedrijvigheid, die wei
nig met militaire beizgheden gemeen
had. Honderden evacué's uit Zee
land hebben in dit Brabantse kamp
een gastvrij onthaal gevondn en de
aanwezige militairen werkten van
hoog tot laag eendrachtig samen om
hun tijdelijke gasten zoveel mogelijk
ter wille te zijn.
Zaterdagmorgen kwam echter
plotseling de mededeling van ho
gerhand, dat het kamp zo spoedig
mogelijk door de slachtoffers ont
ruimd moest worden, daar de Ame
rikaanse soldaten, die momenteel
ingezet zjjn voof herstelwerkzaam
heden in Zeeland, in Ossendrecht ge
legerd zouden worden.
De mensen, die zich in hun nieuwe
omgeving juist een beetje op hun
gemak begonnen te voelen, moes
ten dus weer verder trekken, maar
zowel een uitgebreide organisatie
van het Roode Kruis, als de militai
ren van het kamp waren hun by
alles behulpzaam.
Lol en dank, duizendmaal dank
bracht pastoor aan Laren, welks ga
ven in textiel met spoed en juist daar
waren gearriveerd.
De pastoor verhaalde enige aan
grijpende bijzonderheden van jonge
jongens, die hun moeder of hun zus
hadden willen redden, maar ze had
den moeten loslaten „omdat ze te
zwaar werden." Alles weg: moeder
weg, vier broers en vier zusters weg.
Het veerhuisje was in een ruk met
al zijn bewoners meegespoeld door
het water. Vele mensen wilden nic>
met de boten mee, omdat zij nog
iemand uit hun gezin misten.
„Heer harde dingen hebt Gij ons
volk doen slikken", maar in dezelfde
psalm lezen wij: „Om Uw geliefden
te redden Heer, steek uw rechter
hand uit en verhoor ons". Wat ons
mag zijn overkomen wij zijn ervan
overtuigd, dat we nog Gods geliefden
zijn, aangenomen broers en zusters
van zijn Zoon Jezus Christus en we
mogen Hem Vader noemen. Vader!.
Vader, zijt Gij gekomen om ons te
waarschuwen met de meeste klem?
Zijt Gij gekomen om ons te straffen?
Het bele'd der Voorzienigheid blijft
voor ons een ondoorgrondelijk myste
rie. Is het zo ver met ons gekomen,
dat wij als zoon nf dochter, die niet
goed wil, gestraft moeten worden?
lieer, steek uw rechterhand uit, op
dat wij er ons aan vast kunnen hou
den en ons te omklemmen met uw
liefde, en verhoor ons.
Maar als wij vragen, dat God ons
Zijn rechterhand zal geven dan
moeten wij dat ook zelf doen. Ja, de
rechterhand, waarmede wij elkander
meesleuren uit de nood. Er is veel
gegeven, maar de rechterhand zal
nog lang moeten blijven geven, de
rechterhand, die niet weet, wat de
linker doet, want de nood is zo hoog
gestegen als het onstuimig zeewater:
het is boven de lippen, het is ons bo
ven het hoofd gestegen. Op zijn reis
naar Laren stapten bij pastoor enige
opgewekte mannen in de trein: .Het
valt nogal mee; er komen al stukken
droogMaar wat een ellende er is
en wat een leed en ellende er vol een
zal is nog niet te overzien. Zo heer
lijk als ons volk zich in milddadig
heid heeft getoond, zo zal het zich
moeten blijven tonen, tot allen weer
kleding, voedsel en een woning heb
ben en zij zelf weer kunnen voorzien
in hun bestaan.
Gebed „met aandrang, vertrouwen,
volharding en dankbaarheid" vroeg
pastoor voor al de omgekomenen, ge
bed voor al de achtergeblevenen, die,
nu in steden gehuisvest, en in dert
vreemde zitten met heimwee naar
datgene wat zij niet meer hebben en
naar datgene wat zy nooit meer te
rug zullen vinden.
Als wij bidder en geven, dan zal
ook God de rechterhand uitstrekken
en ons beschermen, want de toestand
is zo, dat storm en st-enge vorst nog
onmetelijke schade kunnen veroor
zaken.
Zich tot zijn kleine gemeente in
Hellevoetsluis richtend, herhaalde
pastoor wat de bisschop hem geschre
ven had: „We zijn allen begaan met
uw lot, maar zeg aan de mensen: we
willen goede moed houden. Gods ze
gen zij met u allen." Heer besloot
de predikant steek uw rechter
hand uit en verhoor ons."
In stilte had menigeen gehoopt,
dat hij na enkele dagen wel weer
naar zijn eiland zou kunnen terug
keren en het bericht, dat de eva
cué's naar Eindhoven gebracht zou
den worden, betekende voor hen,
dat zij weer verder van hun ver
trouwde omgeving zouden worden
verwijderd.
De overste van het kamp Ossen
drecht liet de evacué's in de cantine
verzamelen en legde uit, dat het
voor het herstel van Zeeland nodig
v/as, dat de Amerikanen dicht bij het
werk, waaraan zij bezig waren, ge
legerd zouden worden. Tevens deel
de hij mede, dat in verband met de
dreiging van de 16e Februari, wan
neer het weer springvloed zal zijn,
de eilandbewoners nog niet naar
hun getroffen en momenteel nog zeer
onveilige gebied mochten terugke
ren.
In Eindhoven wachtte de mensen
een gastvrij onthaal. Natuurlijk
moesten eerst de nodige formalitei
ten vervuld worden, maar een grote
staf Roode Kruis, verkenners en
verpleegsters stonden gereed om de
convooien van 60 bussen, waarme
de de ruim 2.000 e\acués vervoerd
werden zo goed mogelijk te ontvan
gen. De organisatie verliep voor
treffelijk. Grote lijsten vertelden,
waar men evacué's ko onderbren
gen en binnen een paar uur waren
allen op hun nieuwe tijdelijke woon
plaats.
Natuurlijk deden zich bij deze
grootscheepse actie enkele merk
waardige voorvalletjes voor.
Zo kwam het convooi op een ge
geven moment bij een dame, die zich
ook voor het ontvangen van eva
cué's gemeld had. Toen de dame
haar gast zag maakte zij bezwaren,
omdat zij alleen en jongejte met
blauwe ogen wilde hebben. De eva
cuatie-commissie ging niet op onder
zoek, of het transpor' wellicht zo'n
jongetje bevatte, maar zag van de
diensten van deze dame af
Een ernstiger probleem vormden
de grote gezinnen, wier gezinsleden
moeilijk te zamen in één gezin on
dergebracht konden worden. Dik
wijls werd de oplossing gevonden
door dan het gezin in dezelfde straat
te huisvesten, zodat voldoende con
tact mogelijk v/as. In bijzondere ge
vallen konden de gezinnen verenigd
blijven en werden zij ondergebracht
in een fabrieksgebouw, waar een
voortreffelijke huisvesting voor hen
werd ingericht.
Dank zij een perfecte samenwer
king van vele diensten onderling
had het overbrengen en huisvesten
van deze 2.000 van huis en haard
verdrevenen een uiterst soepel ver
loop en hadden ir dc middaguren
allen onder gastvrije daken een tij
delijke woon gevonden.
Giro 9575
HERDER GEVANGEN, KUDDE IN NOOD
Ten behoeve van de getroffenen zal
door de P. T. T. een speciale waters
nood-postzegel worden uitgegeven
in de frankeerwaarde van 10 cent
met een toeslag van eveneens 10 cent.
De opbrengst van de toeslag komt
geheel ten goede aan de slachtoffers.
De zegel, die een formaat heeft van
2.6 bij 3.3 cm., is vanaf morgen ver
krijgbaar.
De "directeur-generaal van de P.T.T.
de heer L. Neher, verwacht een op
brengst van zeker een millioen gul
den;
Op de eerste dag van uitgifte zal
een door de Landsdrukkerij vervaar
digde enveloppe met het Zeeuwse wa
pen in kleuren aan de verzamelaars
loketten verkrijgbaar zijn. Deze om
slag kost vijftig cent plus 20 cent
voor een zegel. Er zal een bijzonder
stempel op worden gedrukt.
„De nood aanpakken doof zegels
plakken" is het devies, dat het comité
Watersnoodpostzegel voert.
O.L. HEER OP
ZANGZOLDER
pastoor A. M. van Nobelen, herder
van den Briel en van Hellevoet
sluis heeft gisteren tijdens de door
de radio uitgezonden Hoogmis in de
St. Jans-basiLiek te Laren (Noord-
Holland) het woord gericht tot alle
luisteraafs hier te lande en over de
gehele wereld en in het bizonder tot
zijn „kleine kudde in het zwaarbe
proefde Hellevoetsluis."
„Heer, Gij hebt het land doen kra
ken en scheuren. Het is ineengestort
en ligt in puin.'Harde dingen hebt Gij
ons volk doen slikken'' Deze woorden
ontleende de predikant aan de
„tractus" van deze Zondag. Ook nu
weer zoals in alle omstandigheden des
levens, was het juist-typerende woord
in de H. Schrift te vinden.
Pastoor Van Nobelen verhaalde,
hoe hy, op de vooravond van de
eerste Februari, zich vroegtijdig, als
naar gewoonte, te bed had begeven
in de grote kamer van de pastorie,
waarover te Hellevoetsluis de pastoor
van den Briel de beschikking heeft.
Hij vertelde, hoe hij midden in de
nacht wakker werd en het water in
de kamer zag binnendringen, hoe hij
ijlings zijn sleutels gegrepen had en
in nachtgewaad naar de kerk was
gegaan en de kaarsen had aangesto
ken, op het Maria-altaar alle vier, op
het hoogaltaar alle zes en een kaars
bij St. Josefs-zorg; hoe hij, omdat het
water steeg, „Ons Heer" uit het ta
bernakel had genomen en het, door
het water wadend naar het zangkoor
had overgebracht; hoe hij, toen de
storm loeide en de golven de kerk
beukten, hij, het ergste vrezend, de
absolutie had uitgesproken over het
gehele eiland en naai vier zijden de
zegen met het Allerheiligste had ge
geven. Daarna is hij teruggegaan naar
het altaar en heeft uit de sacristie de
heilige vaten meegenomen naar het
zangkoor. En nogmaals terugkerend,
wist hij met forse zwemslagen bij de
communiebank te komen en nam een
kaars en een kandelaar mee naar het
zangkoor, „om te verlichten, maar
toch ook om eerbewijs aan het H.
H. Sacrament te brengen". De wa
tervloed was intussen zo hoog geste
gen, dat de koordeuï dichtsloeg en
niet meer te openen was en de pastoor
op het zangkoor gevangen zat. Het
pijnigde hem bitter, dat de herder ge
vangen zat, terwijl de kudde in nood
verkeerde.
De Prinsessen Beatrix en Irene brachten Zaterdagmiddag onverwacht een bezoek aan de evacué's in Doorn, De
Bilt en Rensv. oude. De kinderen der pas aangekomenen werden verrast met speelgoed. Te De Bilt geeft prinses
Beatrix een pop aan de vierjarige Corry Kestelee uit Zierikzee, die juist is aangekomen. Rechts: Prinses Irene.
Toen de storm bedaarde, werd hij
ook kalmer, maar toen ging het in de
kerk borrelen in het water, stoelen
en banken gingen overhellen en drij
ven en kantelden met groot geraas te
gen elkaar. Het water zakte. Om 7
uur kwam de communie-bank weer
boven. „Ik had wel kunnen roepen
en misschien heb ik 't ook wel
daan: land in zicht'?. Om kwart over
8 had pastoor het H. Sacrament te
ruggebracht naar het altaar. Daarna
was hij zich af gaan spoelen, „want ge
kuni u niet voorstellen, welk 'n vieze,
dikke laag van modder en klei de zee
achterlaat. Het was onmogelijk naar
buiten te gaan, en en niet door. het
aftrekkende zeewater te worden mee
gesleurd. Te half 12 kwamen twee
mannen kijken of de pastoor i
leefde. Hij ging met hen mee. „Drie
deuren van mij af waren enige men
sen verdronken zo dichtbij zonder
dat ik hulp had kunnen bieden". En
verder gaande zag ik het: „Heer, Gij
hebt het land doen kraken en scheu
renEn dat was nog maar zo'n
klein stukje, in het binnenstadje van
Hellevoetsluis. „Harde dingen hebt
Gij ons volk doen slikken" daar
van was de predikant overtuigd ge
worden, toen hij de duizenden en
duizenden mensen zag aankomen,
hongerend en weeklagend over hun
nabestaanden. Zij werden doorge
voerd naar het gespaard gebleven
den BrieL
Op het zangkoor nad de pastoor
uren doorgebracht „biddend, maar ik
moet ook zeggen bibberend cn be
vend De minuten dropen als uren
en hij had nooit geweten, dat minu
ten ook in gebed zo lang kunnen du
ren. Hij zag beneden het water stij
gen; hij zag de communiebank ver
dwijnen, maar ook de treden van
het rltaar, maar gelukkig bleven de
kaarsen hun licht geven. De sirenes
loeiden in de verte om hulp en hij
zat gevangen.