Schaepman schonk katholieken van Nederland eigen politiek VOOR CHRISTUS EN KONINKRIJK De Korevaarstraat vervult een zeer belangrijke functie in het verkeer ZATERDAG 24 JANUARI 1953 DE LEIDSE COURANT EERSTE BLAD - PAGINA 2 TTELKENS VOORDAT DR. SCHAEPMAN in de Kamer een rede- voering moest houden, kwam er een vrij ruime „gevarenzone" rondom hem. Niemand durfde de anders zo joviales priester dan lastig te vallen, want dan maakte hij een goede kans op een hevige uit brander. Wanneer dr. Schaepman dan het spreekgestoelte betreden had, stond hij de eerste ogenblikken te trillen op zijn benen en de eerste zinnen kon hij er soms slechts stotterend uitbrengen. Was hij echter eenmaal „op gang", dan deed zijn galmend stemgeluid de ruiten trillen en wist hij de meest passieve figuur te begeesteren door zijn meeslepend betoog. Schaepman als man HTOEN SCHAEPMAN in 1883 de brochure de wereld in stuurde, waarin hij katholiek Nederland opriep tot het stich ten van een Katholieke Staats partij en velen dit voorstel met zeer onhoffelijke critiek beant woordde, verklaarde hij: „Het is mijn vaste voornemen alle middelen te bezigen om de ka tholieken tot een partijverband te brengen. Ik zal schrijven tot dat de laatste schrijver tegen mij dood neervalt." Hij schreef dertien jaren lang en toen viel de laatste schrijver „dood" neer, althans niemand liet zich meer horen en de ka tholieke partij was een feit. IJEEL ONZE VADERLANDSE PERS heeft bij het pas gedol- ven graf 'op het Campo Santo dei Tedeschi te Rome een lauwerkrans neergelegd en om strijd huldigt men de rijke gaven van geest en hart, die aan Dr. Schaepman waren geschonken. zers geen persoon, maar een pro gramma zouden kiezen. Hij wilde alle regionale kiesverenigingen onder brengen 'in een grote partij, waar men te zamen zou strijden voor een ideaal. De strijd hiervoor heeft het langst geduurd ongeveer 20 jaren en bracht hem de bitterste teleur stellingen. In het gunstige geval vond men zijn plan volkomen over bodig en in 1883, toen hij zijn een heidsplan in brochurevorm publi ceerde. antwoordde een zekere me neer Verwer met een brochure, geti- tled: „Antwoord aan Schaepman: Geen katholieke partij" en het meerendeel van katholiek Nederland prees meneer Verwers brochure als „hoogst verdienstelijk" en „alom ge waardeerd." Ofschoon teleurgesteld was Schaep man niet ontmoedigd. Hij maakte een klein puntdichtje en streed verder: Een schoone zaak beminnen Gelooven en beginnen Volharden kloek van zinnen 't Verwint het al. En wanneer hij in 1897 voor de laatste maal de verkiezingen leidt, staat hij aan het hoofd van 'n een- jaar-oude katholieke eenheidspartij, die alle districten en alle groeperin gen verenigd heeft en die als basis een beginselprogramma heeft. Twee grote liefdes. De verkiezingsstrijd van 1901 vond een ander aan het roer. Ofschoon hij meestreed vanuit zijn studeerka mer in Rijsenburg was een hartkwaal de krachten van deze nooit strijdens- moede strijder aan het slopen. En zoals een ziek kind naar zijn moeder gaat cm daar rust en vei ligheid te vinden, zo trok Schaep- r\IT WAS HET „IN MEMORIAM", dat de felle anti-revoluticnnair dr. Abra- ham Kuyper, vijftig jaren geleden schreef in zijn partij-orgaan „De Heraut", toen in Nederland het bericht ontvangen was, dat de man, die ge durende meer dan dertig jaren in het politieke leven van Nederland een eerste viool gespeeld en in het katholieke kamp een revolutie te weeg ge bracht had, in Rome op 59-jarige leeftijd was ontslapen. Slapend Nederland Schaepman had een omwenteling te weeg gebracht, die zijn tijdgeno ten voor onmogelijk hadden gehou den. Hij had een strijd gestreden, die slechts grote mannen kunnen strijden en niet zelden had hij geheel alleen gestaan, terwijl degenen, die de vruchten van zijn ideeën zouden plukken, hem bittere verwijten maakten, hem tegenwerkten, of cy nisch langs het lijntje „stonden af te wachten". Dan kon hij vermoeid in zijn stu diekamer peinzen over het onbegrip van de mensen, die slechts voordeel bij zijn strijd konden hebben en de kortzichtigheid van velen zijner tijd genoten kon deze man, wiens daden altijd gericht waren op de toekomst niet begrijpen. Maar trols tegenwerking en onbe grip, trots teleurstelling en verdacht making, streed Schaepman zijn strijd en de palm der overwinning was nog jong en groen, toen de onover winnelijke dcod den strijder de poort van het land der eeuwige zegepraal opende. En dit was Schaepman, de priester politicus, de man, die het katholieke Nederlandse volksdeel, dat na het herstel der Kerkelijke Hiërarchie in 1853 heerlijk was ingedut, wakker zweepte, die het „monster-verbond" tussen de protestanten en katholie ken tot stand bracht, die ten slotte de katholieke politiek in Nederland een basis gaf endie in zijn jon ge jaren feitelijk van mening was, dat hij voor dichter in de wieg was gelegd. REVOLUTIONNAIRE BEVRIJDING In 1844, toen Schaepman geboren werd, toefde politiek Nederland nog in de winterslaap, die het begonnen was na de val van Napoleon. Weldra echter zou de golf van re volutie, die in 1848 Europa over spoelde, ook haar weerklank vinden in Nederland. Het ging hier niet zo bloedig en gewelddadig als in andere landen, maar de liberalen, die de stroming ontketend hadden, kregen de door hen zo begeerde grondwet. Dank zij deze en ondanks de fel tegensparte- lende protestanten werd katholiek Nederland verlost uit de knellende band, die het eeuwenlang gebonden had. Het zou nog wel tot 1853 duren, voordat het katholieke leven zich weer geheel en al ontplooien kon, I maar het begrip vrijheid was er. 1 DE EERSTE SCHOOLSTRIJD. i Hoe geheel anders als nu zag heti maatschappelijke en culturele leven in Nederland er toen uit. De jonge Schaepman, ging in het' landelijk Tubbergen, waar zijn va- der burgemeester was, naar de open- j bare school en vocht daar lustig een flink robbertje met het zoontje van j de dominee.de eerste schoolstrijd heeft hij dit later lachend genoemd. I Dank zij de vrijheid van gods- j dienst en het herstel der Kerkelij ke Hiërarchie, kon Schaepman in 1858 op het Klein Seminarie te Cu- lemborg en vijf jaar later op het Groot Seminaria te Rijsenburg tot priester gevormd worden. Feitelijk was hij bestemd om zee officier te worden, maar hij werd af gekeurd en langs een wonderlijke weg zou hij een der hoofdofficieren worden in het strijdende leger van Christus hier in Nederland. Toén de jonge Schaepman in 1863 priester gewijd werd, had hij in Ne derland al een zekere faam gemaakt door het publiceren van enkele zij ner gedichten, waarvan het eerste, „De Paus" een geweldige opgang maakte in de literaire kringen van Nederland. Schaepman werd assistent in de aartsbisschoppelijke kerk, waar zijn oom, mrg. Andreas Schaepman coad jutor was en later mgr. Zwijsen als aartsbisschop zou opvolgen. Na een Rome-reis. tijdens welke hij^ als secretaris het Vaticaanse Con cilie over 'de Pauselijke onfeilbaar heid meemaakte, keerde hij met een doctorstitel, een hart brandend van liefde voor de Plaatsbekleder van Christus en een diep verlangen om nog ooit terug te keren in ,.De Eeu wige Stad", naar Nederland terug, waar hij benoemd werd tot hoog leraar aan het seminarie te Rijsen burg. Via zijn letterkundige prestaties kwam hij feitelijk in de politiek te recht en binnen 10 jaar gingen bui tenstaanders pogingen in het werk stellen, om hem in de Tweede Ka mer te krijgen. OORLOGSVERKLARING. De politieke situatie in Nederland was in die dagen wel enigszins an ders als nu. De „volksvertegenwoor diging" werd gekozen door 3% der bevolking en men had twee gx-oepe- ringen in de Kamer, die gevormd werden door de liberal-n en de pro testanten, terwijl de katholieken daar zij hun vrijheid aan de libera len te danken hadden meestal de ze vleugel steunden. Daarbij kwam. dat de protestanten met hun telkens weerkerende en uiterst scherpe aan vallen op Rome en alles wat Rooms was niet direct een aantrekkelijke bontgenoot scheen. Schaepman wist echter over deze bezwaren heen te zien. Hij had het liberalisme grondig bestudeerd en j ontdekt, dat het verderfelijk was. j Dit betekende voor hem: Ooiióg. Door deze oorlogsverklaring moest hij tevens de strijd opnemen tegen tientallen van zijn eigen geloofsge noten, die een meer behoudende natuur hadden en niet begrepen, waarom er nu herrie gemaakt moest worden, „daar alles toch al zo lang en zo heerlijk goed was gegaan." Dit was voor Schaepman echter geen bewijs, dat het werkelijk goed was: „Regeren is vooruitzien" was een van zijn strijdleuzen en zijn vooruitziende blik zag een in slaap gesusd katholiek volksdeel, dat ver giftigd werd door een liberale geest. EEN ZWARTROK IN DE KAMER! j Nu was het een hele belevenis toen Schaepman op een snikhete Ju- ni-middag van het jaar 1880 in de Tweede Kamer verscheen. Sinds een eeuw had geen priester dit „heilig- dom" meer betreden en vooral de protestanten vonden het maar eeiv| merkwaardig geval. Er werd geprotesteerd, geschreven, met de grondwet gezwaaid, kortom men deed alles om Schaepman bang te maken, maar het zou niet lang meer duren, of men zou weten, dat Schaepman niet bang te maken was. Bij de begrotingsdebatten hield hij zijn eerste redevoering en iedereen kwam zo diep onder de indruk van de welsprekendheid van hem, dat hij met die eerste redevoering reeds de faam kreeg van grootste Kamerrede- naar.... en dat was in die dagen, toen de speesches nog niet van pa piertjes afgelezen werden en del volksvertegenwoordiging zeer vele en zeer scherpzinnige redenaars on der haar leden telde, geen geringe gretitel. SAMENWERKEN MET DE VIJAND Tijdens de rumoerige periode in de Nederlandse politiek van het ein de der vorige eeuw, toen ministeries vielen en Kamers ontbonden wer den in de felle strijd voor de gelijk stelling van het onderwijs, was Schaepman druk bezig het katholie ke Nederlandse volksdeel overtuigen, dat zij beter konden samenwerken met de vijandiggestemde anti-revo- lutionnairen, dan «met de vriende lijk gezinde liberalen. Maar een groot deel van katholiek Nederland sliep in die dagen een die pe maar uiterst gevaarlijke slaap, want het huis stond boven hen in brand. Schaepman was geroepen om hen tc wekken, maar hij was er nu niet di rect de man naar om dit bijster voor zichtig te doen en het resultaat was een aantal brommige, nijdige heer tjes. Dwars tegen de conservatieve mening van de katholieke afgevaar digden in stemde hij voor persoonlij ke dienstplicht, verloor daarmede zijn zetel, maar kwam langs een ach terdeurtje weer de Kamer binnen om daar op eigen initiatief en tot grote ontsteltenis van de katholieke afgevaardigden een compromis-voor stel te doen inzake de onderwijs kwestie. Kranten schreeuwden moord en brand, iedereen sprak er heerlijke schande over en deze man, die door de historie zo'n groot gelijk zou worden geschonken, stond alleen. Maar door de schoolstrijd waren protestanten en katholieken naar el kaar toegegroeid en spoedig kwam het eerste coalitie-kabinet uit de stembus. Strijd in eigen kamp. Maar niet alleen de schoolstrijd en de coalitiegedachten stonden op Schaepmans programma. Reeds van af het begin van zijn politieke loop baan had hem het ideaal van een ver enigde kath. politieke partij met een universeel beginselprogramma voor ogen gezweefd. In die dagen had het politieke le ven in Nederland geheel andere aspecten als nu. Het land was ver deeld in kiesdistricten en ieder district koos zijn eigen afgevaar digde, die door zijn persoonlijk optreden en schone beloften de gunst van de kiezers in zijn dis trict moest zien te verwerven. Schaepman nu wilde, dat de kie- LEIDSE STRATEN EN STEGEN 36. 117E MENEN niet ver mis te tasten bij het vermoéden, dat er van de tien Leidenaars nauwelijks nau welijks één weet te vertellen waar de naam Korevaarstraat vandaan komt, hoewel deze straat in haar hui- dige vorm toch nog niet zo oud is, om I ptecies te zijn: van 1924. Nochtans is de vernoeming van deze belang rijke verkeersader zeer simpel ge weest, want Korevaar was de naam j van een zeer verdienstelijk wethou- der, die zeer veel goed werk gedaan j heeft voor de uitbreiding van de stad en de verbetering van de volks huisvesting. Jacob Korevaar werd op 5 Juli 1855 in Vrijenban geboren. Hij volgde eeri i opleiding tot bouwkundige en was o.a. aannemer van de bouw der gasfa brieken van de Imp. Cont. Gas Asso ciation te Amsterdam. In 1888 vestig de Korevaar zich als houthandelaar in Leiden en negen jaar later viel hem de eer te beurt gekozen te wor den tot raadslid van de Sleutelstad. Binnen tien maanden verwisselde hij I zijn raadslidzetel voor een wethou- dersstoel en pas toen kon de heer Korevaar al zijn krachten inspannen tot welzijn van de stad, die weliswaar niet zijn geboorteplaats was, maar waarvan hij wel bijzonder veel hield. Het was onder zijn leiding, dat er verbeteringen werden aangebracht in de volkshuisvesting in de stads wijk tussen Zijdgracht en Geere- gracht. Het was ook ten gevolge van zijn stimulerend werken, dat er aan de Pasteurstraat een groot en modern Openbaar Slachthuis verrees. Hjj breidde de Veemarkt uit, reorgani seerde de vuilverbranding en ver ruimde de voormalige Paardensteeg tot wat thans de brede (hoewel mil der gezellige!) Prinsessekade is. Toen wethouder Korevaar in ldli2 om gezondheidsredenen ontslag nam (57 jaar oud) verloor Leiden in hem een bekwaam en daadkrachtig be windsman, die veel voor de stad tot stand gebracht heeft, waarbij hij een open oog had voor ongewenste so ciale toestanden. Nog drie jaar bleef hij de stad als raadslid dienen en een jaar daarna overleed hij te Laren. Hij is er dus geen getuige van ge weest, dat zijn straat werd aange legd, waarmede Leiden op zeer doel treffende wijze tegemoet kwam aan de eisen van het moderne verkeer. 'Op de plaats van de Korevaarstraat liep vroeger de Zijdgracht (van Le vendaal naar Jan van Houtkade), die in 1886 werd gedempt en in 1924 werd verbreed. De verbinding tussen (Foto: „De Leidse Courant"). Levendaal en het kruispunt Brec- straat-Steenschuur, het huidige an dere deel van de Korevaarstraat dus, heette voordien Jodenkerksteeg, wel ke naam herinnerde aan de in 1770 gebouwde Synagoge. Een zeer smal steegje, dat ook wel de Stincksteeg genoemd werd, welke naam het Leid se publiek ook wel aan andere niet welriekende steegjes placht te ge ven. Ook de namen Huig Brouwer- steeg en Roossteeg (herinnerend aan de voormalige brouwerij „De Roos" aan de Steenschuur) werden voor dit steegje gebezigd, totdat de Ko revaarstraat werd aangelegd en deze steeg flink verbreed werd. Van de oude situatie is weinig overgebleven; slechts de oude gevels tussen Steen- schuur en Hoefstraat herinneren nog aan de oude Zydgracht. De belangrijke functie, die de Korevaarstraat in het Leidse ver keer vervult, is iedere Leidenaar dui delijk. Men behoeft daarvoor slechts de grote stroom van auto's en fiet sen te zien, die vooral op de spits uren de stad in of uit gaat, afgezien nog van de grote blauwe tram-trei nen, die de dienst tussen Den Haag en Leiden onderhouden. Over die trams is reeds veel te doen geweest, omdat de halte Korevaarstraat mid den in de straat gelegen is, ten gevol ge waarvan om de haverklap zo'n grote tram het verkeer blpkkeert. Herhaaldelijk zijn er steihmen opge- gan deze halte te verleggen in de richting Lammenschansweg, maar anderen willen hier niets van horen, omdat er rekening gehouden moet worden met mensen, die van buiten komen en in Leiden willen gaan win kelen, dus liefst bij het begin van de Breestraat willen uitstapnen. Hoe het ook zij, mede dooi-' de bocht naar het gedempte Levendaal heeft men hier een verkeerssituatie, die oppassen vereist. Wat het worden moet wanneer ook de rest van 't Le vendaal gedempt zal zijn, is nog een open vraag en zal afhangcfh van de verdere plannen in de richting van de Steenschuur. Alleen door dem ping van het laatste stukje Leven- daal bereikt men nog geen verkeers- verbetering, want hetverkeer zou vastlopen op de Steenschuur. De Korevaarstraat, die door een aantal flinke winkels 'n gezellig aan zien gekregen heeft, is verleden jaar door de verkeerspolitie een beetje aan banden gelegd door de plaatsing van stoplichten op 't druk- I ke pruispunt KorevaarstraatHoge- j woerd-Gangetje-Breestraat-Steen- schuur. De politie meent dat de proef wel voldaan heeft en aanleiding is om blijvende stoplichten aan te brengen. Er zijn echter ook bezwa ren tegen, want tenslotte is iedere verkeersregeling in zekere zin een j verkeersopstopping en het verkeer j is er in de eerste plaats mee gebaat, dat het vlot doorgang vinden kan, zonder al te veel ononthoud door re- I gelingen met stoplichten e.d. Geboortehuis van Schaepman in Tubbergen. man naar zijn geliefde Rome. Deze priester-politicus, die in zijn gehele leven twee grote liefdes ge kend had, Nederland en Rome, trok naar de „Euwige Stad" om van daar uit het Eeuwige Vaderland te berei ken. Op 21 Januari 1903 des nacht te 4 uur stierf hij in het klooster van de zusters der Franciscanessen in de Via Giusti bijna zonder doodsstrijd. Hy werd op zijn uitdrukelijke wens begraven in de Franciscanerpij, om dat hij zich de priesterkleren on waardig achtte. Glimlachen of slaan? En Nederland rouwde. Na zijn dood kreeg deze voorvech ter de hulde en eer, die hem tijdens zijn leven vaak zo bitter onthouden was. En zijn levenswerk groeide. De schoolstrijd, door hem geopend, werd met wisselend succes tot een uiteindelijke volledige overwinning gebracht. Zijn partij Ie Eooms-Katholieke Staatspartij, groeide van een onbe duidend minderheidsDarti.itje uit tot de grootste partij, zonder welke re geren onmogelijk zou blijken. En wanneer hij nr na vijftig jaren nog eens terug zou komen, om het resultaat van zijn arbeid te overzien, zou hij wellicht glimlachen. Maar de kans zou niet gering zijn, dat hij wederom achter eer. kathe der zou gaan staan om deze zoals hij dat eens tot groot enthousiasme van dc havenarbeiders van Amster dam heeft gedaan met een gewel dige slag van zijn vuist middendoor te slaan, omdat deze man geroepen was om slapenden te wekken En wellicht zou hij in het katholie ke volksdeel van 1953 te veel slapen den ontdekken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1953 | | pagina 7