ZATERDAG 3 JANUARI 1953
DE LEIDSE COURANT
TWEEDE BLAD - PAGINA 4
Gokje. „Kerel, wat zie jij er uit.
Heb je gevochten?"
„Nee, ik heb met Karei gewed, dat
hij me niet de ladder op kon dragen
en ik heb het gewonnen".
Allebei. „Je vertelt, dat Lenie
twee mannen in het ongeluk heeft
gestort, Hoe zit dat?
„Nou, ze heeft er een 'n blauwtje
laten lopen en toen is de goede man
van verdriet gestorven".
„En de ander?"
„Daar is ze mee getrouwd".
Belangrijk. „Eigenlijk ontvang
ik vandaag niemand, maar omdat
het meisje vertelde, dat U me wilde
spreken over een kwestie van leven
en dood, maak ik een uitzondering.
Maar wat wilt U in 's hemels
naam?"
„Ja kijk eens mijnheer, ik ben
agent van 'een levensverzekering
en
Slecht opmerker. Hij: „Als ik
geweten had, dat je zo ontzettend
sarcastisch was, was ik niet met je
getrouwd!"
Zij: „Dat had je best kunnen we
ten. Zei ik niet: „Het komt zo onver
wacht" toen je me ten huwelijk
vroeg, terwijl je me al drie jaar ach
terna had gelopen?"
Ad rem. „Waarom heb je me
niet verteld, dat het paard kreupel
was, toen je het aan mij verkocht?"
„Ach, beste kerel, de man, van wie
ik het beest kocht, had er mij ook
niets van verteld en daarom dacht
ik, dat het een geheim was".
Pech. Nichtje: „Hebt U nooit
een huwelijksaanzoek gekregen, tan
te?"
Tante: „Ja zeker, kindje. Eén keer
per telefoon maar die mijn
heer bleek verkeerd aangesloten te
zijn."
Moeilijke kuur. „De dokter zei
me, als ik me opwond zou de kuur
eerder in mijn nadeel dan in mijn
voordeel verlopen. En nu wind ik
mij uit angst voor opwinding voort
durend op".
Kleine Samson. Hij: „Hij zei
leugenaar tegen me en zo groot als
hij was, mepte ik hem tegen de
grond".
Zij: „Met de vuist?"
Hij: „Nee, met mijn auto".
Afslag. „Ze hebben gevochten
als leeuwen. Toen Jan naar huis
kwam had hij een gat in zijn hoofd
als een rijksdaalder".
„Kom, nou overdrijf je".
„Goed, laten we dan zeggen twee
vijf en twintig".
Toppunt. „Weet U het toppunt
van gierigheid?"
„Nee".
„Als iemand geen kalender koopt,
omdat hij bang is te sterven voor
het kalenderjaar is afgelopen".
De helper. „Waarom bleef je
zolang op de trap?"
„Oh, de buurman had een gulden
laten vallen en toen hielp ik hem
zoeken."
„En had je succes?"
„Nee, ik had pech, want hij vond
hem zelf."
Zonder denken. Onderwijzer:
„Wie kan me drie dingen noemen,
die melk bevatten?"
Jantje: „Kaas, roomijs en koeien,
meester".
Gesprek. „Kobus je kunt me
wel een gulden lenen!"
„Jij mij ook!"
„Wat?Nee?Nou dan kun
je me.
„Jij mij ook".
Jeugd. Jongeman (meisje de
hand drukkend). „Excuseer mijn
handschoen."
Meisje: „Hindert niet. In mijn
handschoen zit ook een gat".
Verklaring. Rechter: „Je geeft toe
om twee uur 's nachts de achterdeur
van het huis te zijn binnengegaan?"
Verdachte: „Ik dacht dat het mijn
huis was".
Rechter: „En waarom heb je je
dan in de tuin verstopt,, toen de be
woonster naar je toe kwam?"
Verdachte: „Ik dacht, dat het mijn
vrouw was".
Beste bewijs. „Ben je er zeker
van Marie, dat je man werkelijk uit
vissen gaat, als hij het vertelt".
Marie: „Absoluut zeker. Hij heeft
nog nooit een vis meegebracht".
Juist goed. „Kom ik misschien
ongelegen voor het terugvragen van
die tien geleende gulden".
„Oh helemaal niet! Het komt juist
goed uit. Ik heb vandaag toch geen
cent in huis."
De beste. „Wat zal ik mijn doch
ter geven om boven de piano te han
gen? Mozart of Beethoven?"
„Geef Beethoven maar, die was
toch doof".
Prachtige omgeving. „Direct na
de huwelijksplechtigheid zijn we op
de motor gestapt".
„En waar hebben jullie de witte
broodsweken doorgebracht?"
„In het ziekenhuis".
Verdacht. „Zo, dus uw vriend
heeft zijn vrouw leren kennen via
een advertentie in de krant. En is
het een gelukkig huwelijk?".
„Dat durf ik niet te zeggen, maar
toen ze een maand getrouwd waren,
heeft hij het abonnement op de krant
opgezegd".
Voorzichtig. „Ik zoek een chauf
feur, die erg voorzichtig is; een man
die niet waagt."
„Dan moet u mij hebben, mijn
heer. Ik vraag zelfs salaris vooruit."
Even stoppen voor
een knokpartij
Toen de trein Duinkerken
Parijs juist vertrokken was, ont
waarde de machinist op de
spoorbaan twee vechtende man
nen. Hij gaf herhaaldelijk fluit
signalen, doch de mannen bleven
al vechtend op de spoorbaan.
De machinst zag zich gedwongen
de trein tot staan te brengen,
teneinde de mannen te sparen.
Een van hen nam daarop de
vlucht. De ander, die later een
broer van de gevluchte bleek te
zijn, ging op de rails zitten en
begon de machinist uit te jou
wen. Hy verdween pas, toen
enige spoorwegemployé's op hem
af kwamen. De trein kon toen de
reis voortzetten; hij kwam met
vertraging op de plaats van be
stemming aan.
Aetherklanken
HILVERSUM I, 402 m.
8.00 VARA. 12.00 AVRO. 17.00 VARA
18.30 VPRO. 19.00 IKOR. 20.00—24.00
VARA
VARA: 8.00 Nieuws en weerberich
ten. 8.18 Gramofoonmuz. 8.3S Orgel
spel. 8.58 Sportmededelingen. 9.00
„Wat er groeit en bloeit", causerie.
9.15 Kamerorkest, klein koor en so
listen. 9.45 „Geestelijk leven", cause
rie. 10.00 Amusementsmuziek. 10.30
Met en zonder omslag. 11.00 Instru
mentaal trio. 11.30 Programma, ge
wijd aan Jean Louis Pisuisse. AVRO:
12.00 Zuid-Amerikaanse en Spaanse
muz. 12.35 „Even afrekenen, heren!"
12.45 Hammondorgelsp. 13.00 Nieuws
en weerberichten. 13.05 Mededelin
gen of gramofoonmuziek. 13.10 „De
Spoorwegen spreken". 13.20 Prome
nade orkest en soliste. 14.00 Boekbe
spreking. 14.20 Kamerorkest. 15.15
filmpraatje. 15.30 Blaaskwintet. 16.05
Lichte muziek. 16.30 Sportrevue.
VARA: 17.00 Strijkensemtle. 17.30
Voor de jeugd. 17.50 Sportjournaal.
18.15 Nieuws en sportuitslagen. VPRO
Doopsgezinde kerkdienst. IKOR 19.00
Voor de jeugd. 19.35 „Gesprekken
om de Bijbel", causerie. AVRO: 20.00
Nieuws. 20.05 Gramofoonmuz. 20.30
Mededelingen. 20.35 „Londen en Pa
rijs", hoorspel. 21.15 Gevarieerd pro
gramma. 23.00 Nieuws. 23.15 Reoor-
tages of gramofoonmuziek. 23.25
24.00 Gramofoonmuziek.
HILVERSUM H, 298 m.
8.00 KRO. 9.30 NCRV. 12.15 KRO.
17.00 IKOR. 19.00 NCRV. 19.45—24.00
KRO.
KRO: 8.00 Nieuws en waterstanden.
8.15 Gramofoonmuziek. 8.25 Hoogmis.
NCRV: 9.30 Nieuws en waterstanden.
9.45 Omroeporkest. 10.00 Gerefor
meerde kerkdienst 11.30 Gewijde mu
ziek. 11.45 Orgel, viool en hobo. KRO:
12.15 Apologie. 12.35 Gramofoonmuz.
12.55 Toespraak door Z. E. mr. J. M.
L. Th. Cals, minister van O. K. en W.
13.00 Nieuws en katholiek nieuws.
13.10 Amusementsmuziek. 13.40 Boek
bespreking. 13.55 Voor de jeugd. 14.55
„De wereld is de akker", klankbeeld.
15.20 Strijkorkest en solist. 16.10 Ka
tholiek Thuisfront overal. 16.15 Sport
16.30 Vespers. IKOR: 17.00 Kerk
dienst. 18.00 Ned. Herv. zangdienst.
18.45 Pastorale rubriek. NCRV: 19.00
Vocaal ensemble, Bachorkest en so
listen. 19.30 „Gelooft u dat?" Refor
matorisch belijden. KRO: 19.45
Nieuws 20.0024.00 Gevarieerd pro
gramma (Om 23.0023.15 Nieuws).
MAANDAG.
HILVERSUM I, 402 M.
7..00 VARA, 10.00 VJP.R.O.
10.20—24.00 VARA.
VARA: 7.00 Nieuws. 7.13 Gramo
foonmuziek. 7.30 Idem 8.00 Nieuws-
en Weerberichten. 8.18 Gramofoon
muziek. 9.00 „Onder de pannen",
hoorspel. 9.20 Gramofoonmuziek.
(9.359.40 Waterstanden). VPRO: 10
uur „Voor de oude dag", causerie.
10.05 Morgenwijding. VARA: 10.20
„Mijn Vader Pieter Jelles" causerie.
10.40 Voor de zieken. 11.40 Pianore
cital 12 00 Orgelspel. 12.15 Dansmu
ziek. 12.30 Land- en Tuinbouwmede-
delingen. 12.33 Voor het platteland.
12.38 Dansmuziek. 13.00 Nieuws. 13.15
Commentaar. 13.20 Metropole Orkest.
13.55 Voor de Middenstand. 14.00 „Het
vlees is duur" causerie. 14 15 Sopraan
en piano. 14.45 Gramofoonmuziek. 15
uur Gevarieerd programma. 16uur
Gramofoonmuziek. 16.45 Vragenbe-
antwoording. 17.15 Dansmuziek. 17.50
Militair commentaar. 18.00 Nieuws.
18.15 Pianoduo. 18.30 Parlementair
commentaar. 18.45 Voor de jeugd.
19 45 Regeringsuitzending: Land-
bouwrubriek 20 00 Nieuws. 20.05 „In
Holland staat een huis", hoorspel met
muziek. 20.35 Aetherforum 21.15 uur
Dansmuziek. 21.40 „Het Welvaarts
plan van het N V. V.", causerie. 21.55
Gramofoonmuziek. 22 00 „Voor en
achter het voetlicht" 22.20 Radio-
Philharmonisch Orkest, groot koor
en solisten. 23.00 Nieuws. 23.15 Orgel
spel. 23.4524.00 Gramofoonmuziek.
HILVERSUM II, 298 M.
7.00—24.00 NCRV.
NCRV: 7.00 Nieuws. 7.10 Gramofoon
muziek 7.15 Ochtendgymnastiek. 7.
Gramofoonmuziek. 7 45 Een woord
voor de dag. 8.00 Nieuws en Weerbe
richten. 8.-10 Sportuitslagen. 8.20 Gra
mofoonmuziek. 8 23 Gewijde muziek.
8.45 Gramofoonmuziek. 9.00 Voor de
zieken. 9.30 Voor de vrouw. 9.35 Gra
mofoonmuziek 10.15 Idem. 12.30 Mor
gendienst 1100 Alt en piano. 11.5
Gramofoonmuziek. 11.45 Idem. 12.!
Voor boer en tuinder 12.30 Land- eiT
tuinbouwmededelingen 12.33 Orgel
concert. 12.59 Klokgelui. 13.00 uur
Nieuws. 13 15 Lichte muziek. 13/
Gramofoonmuziek. 14.00 Voor de kin
deren. 14 30 Gramofoonmuziek. 14.45
Voor de vrouw. 15.15 Gramofoonmu
ziek. 15.25 Pianokwintet 16.00 Bijbel
lezing. 16.30 Instrumentaal trio en
£ied aan d&ze tijd
KLEUR
Voor 't oudejaarsavondbal verplichte kleuren;
voor de dameskleding: Geranium en mysotis,
zeegroen en ooquelicot, rose pivome en zwart.
Wie deftig naar een bal moet gaan
waar heel de monde haute is,
doet zo maar niet een kleurtje aan
want dat zou helemaal misstaan,
hoewel het mooi dus bloot is.
Het wijs besluit
der gastvrouw luidt:
japonnenkleur mysotis.
Al neemt de gast de stof wat nauw,
dat zal geen mens verdrieten,
al kon er voor geen enk'le mouw
zij rilt natuurlijk van de kou
een lapje overschieten.
Zij gaat mèt geur,
de juiste kleur
en enk'le satellieten.
Veel and're kleuren worden dan
op hoog bevel verbannen,
die doet geen enk'le Dame an
en zwart is enkel voor de man,
hij schikt zich in die plannen.
't Bevel luidt zo:
slechts coquelioot,
zeegroen en rose pivoine.
Verbeeld u toch eens, dat een gast
een and're kleur zou kiezen,
kanariegeel als zulks niet past,
zou dan de haute chique niet vast
haar waardigheid verliezen?
Nee, plicht gaat veur,
houd dus de kleur
zorgvuldig in de smiezen.
Wijk dus niet af van 't rechte pad
en laat u niet verlokken,
bewaar die kleur gelijk een schat
en zonder smet en zonder klad,
hoeveel U ook moet dokken.
Eén kleur voortaan
zou prachtig staan,
een nieuwe kleur: mechocque.
TROUBADOUR.
soliste. 17.00 Voor de kleuters. 17.15
Gramofoonmuziek 17.30 Voor de
jeugd. 17.45 Regeringsuitzending: Mr.
H L de Vries: ,1953 Jaar van be
slissingen", 18.OO Harmonie-orkest,
18.20 Sport. 18.30 Zigeunerkwintet
18 45 Engelse les. 19.00 Nieuws en
Weerberichten 19.10 Harpensemble.
19.30 „Volk en Staat", causerie. 19 45
Lichte muziek 20.00 Radiokrant. 20.20
Lichte muziek 20.50 „Kruistocht om
het eiland", hoorspel 21.50 Gramo
foonmuziek. 22.05 „Rijkdom onder de
grond", causerie. 22.15 Koor en blok
fluitkwartet. 22.45 Avondoverdenking
23 00 Nieuws- en SOS-berichten. 23.15
„Man en vrouw", causerie. 23.20
24.00 Gramofoonmuziek.
RONDOM KERSTMIS.
Kindje geboren te Bethlehem
j de stapel brieven is erg groot Geduld
is een schone zaak Henk.
Anneke Wessendorp, 5e Binnenvest-
Set Klndenke2i58S MgTkfeta ?rMht 2- Lciden. ^oplossingen waren
Maar d'oogskens kijken er toch zo rein.
orde meiske. Krijg ik eens gauw
een briefje er bij?
Daar hoort Sint Jozef 'n zacht geklos, I. Dc kinderen. Van Emmerik, Graven-
En hij maakt voorzichtig de staldeur los damsewag 63, Voorhout Eerst ee. pluim
<?int Tn7pf keek- eens heel ere eoed °P de hoed van JoPle voor zlJn «eurjg
in/ag ^en grote herdershoed
Het Kindeke keek naar hem en
[lachte zoet i
Het lachte om die grote herdershoed.
Ook de anders herders keken blij,
Doch zeiden: „Wij zijn nog niet zo
[arm als Gij'
Correspondentie
DE AVONTUREN
VAN BRAMMETJE
Vervolgverhaal door nicht Riet).
Bram had al zoveel vorderingen ge
maakt dat mijnheer Van Dijke het no
dig oordeelde, dat hij nu onder de be
kwame leiding van een bekend musicus
kwam. Een uitstekende gelegenheid
hiertoe bood de Muziekschool.
Op zekere dag reed hij in de mooie
auto naar een groot gebouw. Ze stapten
uit en mijnheer Vein Dijke zei, dat hij
hem maar moest volgen. Op de deur
stond op een groot bord: „Muziekschool
Bram was erg nieuwsgierig, hoe net er
van binnen uit zou zien. Ze werden in
een wachtkamer gelaten en even later
kwam er een meneer, die er nogal
streng uitzag, maar toch wel vriendelijk:
was. Van Dijke praatte eerst een hele
tijd met hem en Bram had toen goed cle
tijd om de kamer eens te bekijken.
Ineens schrok Bram op van de zware
stem, die wat tegen hem zei en hij stond
onmiddellijk op van zijn stoeL Het was
de directeur zelf van de Muziekschool
die hem vroeg of hij wat wilde zingen.
Natuurlijk deed Bram dat graag en hy
zong wel een kwartier lang. Zijn hel
dere stem klonk mooi en zuiver door
de kleine ruimte. Goedkeurend knikte
de directeur hem toe en vroeg hem of
hij reeds eerder les gehad had. Mijnheer
Van Dijke vertelde nu dat zijn vrouw
hem al enige maanden had les gegeven
en dat hij hoopte dat ze op de muziek
school hem verder wilden brengen. De
directeur was verrukt over zo n talent
en toen hij hoorde dat Bram ook nog
viool speelde zei hij: „Jonggn, ik ga je
zelf les geven en we moeten dan maar
20 vlug mogelijk beginnen."
Bram was in de wolken van blijdschap
maar toch betrok zijn gezicht nog wel
even toen hij hoorde dat hij nu voortaan
hier in de school zou moeten wonen.
Alle leerlingen van de school waren in
tern, dat wil zeggen, ze waren daar net
als op een kostschool. Ze droegen er ook
een uniform. Mijnheer Van Dijke keek
de lijst eens in, van alles wat Bram nu
nodig had en dat was niet weinig. Een
hele uitzet had Bram nodig en dan nog
dat dure uniform. Dat was een prach
tig zwart pak. De leerlingen van de
muziekschool werden dikwijls uitgeno
digd op concerten te zingen of te spe
len en dan moesten ze er allemaal het
zelfde uitzien.
Er werd afgesproken dat Bram over
een paar dagen al zou komen; hij moest
natuurlijk eerst naar huis om afscheid
van mevrouw te nemen. In de stad wer
den nu dadelijk alle Inkopen gedaan.
De grote pakken vulden al gauw het
achterste gedeelte van de auto en
Brammetje keek maar steeds verbaasd
dat meneer zoveel geld voor hem be
taalde. In stilte nam hij zich al voor,
om zo gauw mogelijk alles terug te be
talen wanneer hij met zijn stem veel
geld zou verdienen.
Mevrouw was ook verheugd toen ze
het goede nieuws hoorde dat Bram was
aangenomen als leerling van de bekende
muziekschool, dat was alvast een teken
dat de jongen grote talenten bezat. Het
vooruitzicht de vrolijke huisgenoot weer
een tijd te moeten missen was natuur
lijk minder prettig, maar ze beloofde
hem heel dikwijls te zullen opzoeken, en
meneer beloofde nog veel meer toen hij
zei: „Jongen, als je zo goed je best doet,
dat je het volgend jaar met mooie cij
fers verhoogd wordt, mag je van mij
'n heel mooie nieuwe viool uitzoeken".
Bram maakte een luchtsprong van
plezier. Ze zouden eens zien hoe goed
hij zijn best zou doen.
In de auto, volgeladen met dozen,
koffers en pakken ging mijnheer Van
Dijke hem zelf wegbrengen.
Het verblijf op de school viel onze
Bram in het begin niet mee. Het was
er heel streng. Het was studeren en
nog eens studeren. Van uitgaan was
haast geen sprake, af en toe een geza
menlijke wandeling en dan nog wel in
uniform, zodat alle mensen konden zien
dat de leerlingen van de school daar
gingen. Het was voor Bram met zijn
zwerversnatuur heel moeilijk om er te
wennen en 's avonds lag hij in zijn bed
dikwijls te huilen. Hij dacht weer terug
aan de farm en de paarden, aan de
bootreis, aan Dina en de mannen in het
bos, hij dacht zelfs aan gravin Alex
andra. Ook verlangde hij vaak heel erg
terug naar zijn ouders, die hij nog nooit
eens geschreven had. Eigenlijk had hij
zich daarvoor steeds geschaamd, want
toen hij van huis wegging had hij met
veel bravour gezegd als „beroemd" te
rug te komen. Nu ging het er een beetje
op lijken, maar zijn vroegere avonturen
waren nog helemaal niet beroemd ge
weest. Als hy na zulke verdrietige
nachten 's morgens opstond dan hield
hij zich zelf voor om door te zetten en
dat lukte heb wondergoed.
Op zijn eerste rapport kreeg hij een
eervolle vermelding. Vol goede moed
vertrok hij dus bij dus bij zijn eerste
vacantie naar de farm van zijn pleeg
ouders. Naar hartelust vermaakte hij
zich weer met de paarden en de honden
en bij zijn oude vriend de chauffeur
as hij steeds welkom.
Na de vacantie begon het lieve le
ventje van oefenen en studeren weer
opnieuw. Tegen het einde van het school
jaar zou er een grote zangwedstrijd
plaats vinden, dat was zo de gewoonte
van die school. De ouders van de leer
lingen werden dan uitgenodigd om te
komen luisteren en vele hoge gasten
waren er bij tegenwoordig. Voor elke
I klas werd een gouden medaille uitge-
I loofd. Dagelyks werd er geoefend.
Iedereen was benieuwd wie dit jaar de
gelukkige winnaar van de medaille
zou zijn. In de grote concertzaal van
de muziekschool waren alle ouders en
gasten al gezeten, toen de leerlingen in
hun keurige uniformen op het podium
verschenen en daarna voor in de zaal
heel stil plaats namen. De programma's
met de namen van de leerlingen werden
uitgereikt. De naam van Bram stond
als: Bram van Dijke, De klas van Bram,
als de laagste klas, was het eerst aan
de beurt. Eén voor één beklommen ze
het podium, de meesten erg zeuwach-
tig. Daar was het de beurt van Bram.
Voor hij het trapje beklom keek hij
eens om naar zijn pleegouders. Mijnheer
Van Dijke knikte hem bemoedigend toe
en mevrouw wuifde met haar hand om
hem gerust te stellen. Alle ogen waren
nu op het ventje van nauwelijks veer
tien jaren gericht. Het programma gaf
een heel moeilijk stuk aan en de toe
hoorders waren benieuwd hoe dat man
neke het er zou afbrengen. Bram stelde
zich op naast de vleugel. De eerste tonen
klonken al door de zaal. Fier strekte hij
de rug, als om iets groter te lijken en
1 daar opende hij de mond om bij de
juiste toon in te zetten. De ogen op het
blad gericht begon hijte zingen. Hij
vergat de mensen in de zaaL Hoog en
vast klonk de prachtige jongensstem in
de ruimte. Doodstil volgden de toehoor
ders het hele stuk. Men keek elkaar aan,
zo iets zuivers hoorde men maar wei-
riig. Zonder vrees zong hij tot het einde
en toen barstte er een applaus los, waar
onze Bram verlegen van werd. Er kwam
haast geen eind aan. Brammetje zocht
zijn plaats weer op en het programma
ging weer verder.. Bij het einde werden
de medailles uitgereikt. Bram hoorde
als in een droom zijn naam noemen. Hij
ging naar de directeur, die hem onder
luid gejuich de prijs overreikte. Toen
sloeg het enthousiasme weer los. Bram
werd op de schouders van de klasgeno
ten de zaal rondgedragen, tot hij ein
delijk doodmoe met zijn pleegouders
mee naar huis mocht.
EIGEN SCHULD.
Pietje was een ventje
Van 'n jaar of tien
Hij las over kabouters
Die wou hij wel eens zien.
Wordt vervolgd.
In een van de dorpen rondom Lei
den had de onderwijzer in de week
vóór Kerstmis, in zijn klas, de vijfde,
het mooie kerstverhaal aan de jongens
verteld. Aan het slot deelde hij blaadjes
uit en de jongens moesten nu een ver
haal of versje maken over het vertelde.
Na een half uur werden de blaadjes op
gehaald. Eén van de jongens had een
versje gemaakt en omdat we nog in de
Kersttijd zijn, wil ik jullie dat versje
laten lezen.
Op 'n dag ging hij het bos in,
Zocht alle paddestoelen af,
Maar 'n hond, diq dat gezien had,
Bets Knappers, Rokkeveenseweg 56a, Beet hem in z-n broekje „waf".
Zoetermeer. Jammer dat jullie het hele
verhaal van Brammetje niet gelezen Schreiend ging hij toen naar huis toe,
hebben, omdat jullie de Leidse Courant
pas hebben. Enfin na dit verhaal komt
er weer een vervolgverhaal. Natuurlijk
mogen jullie op een andere keer weer
schrijven, ik hoop dat jullie trouw mee
zullen doen.
Riet
d. Loo, Zuideinde 59, Nieuw-
Maar zijn moedertjes geduld,
Was teneinde; ze zei boos:
„Vlug naar bed, 't was je eigen schuld".
Kinderen Van SteUn, Weipoortseweg 9
Zoeterwoude. Eerst Greta: Nou zeg, dat
is de moeite nog eens waard om te zor
gen dat je mooie cijfers voor je werk
koop. Het versje dat je instuurde is inrijgt, zulke mooie cadeautjes. Die Én-
heel aardig, maarheb je dat zelf!ge^en Wordt vast een reuze kookster,
gemaakt? Probeer zelf eens wat te ma- \^s het op school al zo goed gaat. Je
ken Rietje. poëziealbum heb je vast en zeker al
_n r, ontvangen, ik heb hem tenminste al lang
A«d Vergeer, Hoorn 19, Alphen. Dank teruggl?stuurd. Hoe gaat het nu met
je wel voor de ingezonden raadsels, die |Maïfetje? Zeker nog niet beter, want
krijgen zeker een plaats. Dag Aad. dje zeven Weken zijn nog niet om. Doe
Barri van Haaster, Herenweg l.lJEL«f«'ÏÏÏ'S'H''
RUnsaterwoude. Leuk hoor Barri,
je ook met ons mee wilt doen en mis
schien je broertje ook wel. A
dan twee oplossingen in de brief doen,
hebben jullie twee kansen op een prijs.
Marietje, spoedige beterschap.
It noen en mis- JaaP Borst» Kerkstraat 85, Hoogmade.
wel. Als jullie Je verhaaltje komt vandaag in de krant.
RUZIE OM EEN TOL.
Kees, Toon en Joop liepen langs de
Henbie Koot, Dorpsstraat 116, Nieuw- gracht. Het water was erg diep en de
koop. Je hebt zeker al lang zitten kijken kant was hoog en steil. Wie er in viel
of je naam bij de correspondentie kwam er niet zo gemakkelijk uit. De
stond. Wanneer je ons een briefje jongens bleven daarom een eindje van
schrijft, kun je vast op een antwoordje de kant af.
rekenen, 't Duurt soms wel lang, want „Hè, ik wou dat ik een dubbeltje
vond," zuchtte Kees, „dan kocht ik c%
vast een reep chocola voor."
Ze begonnen meteen alle drie te zoe
ken, maar ze zagen nergens een dub
beltje liggen, wel zagen ze wat anders,
het was geel en rond. Kees en Toon
bukten zich tegelijk om het op te ra
pen, bijna had Kees het te pakken.
Maar opeens gaf Toon hem een duw zo
dat hij op de grond rolde. Nu kon Toon
het ding pakken. Het was een mooie
gele tol. Hij leek nog bijna nieuw.
„Kijk eens jongens." riep hij blij: „wat
een mooie tol, nu is hij van mij, ik neem
hem mee naar hui^ en dan maak ik er
een zweep bij."
Opeens zag hij Kees vlak voor hem
staan. Wat keek hij boos. Hij stond met
de vuisten gebald en schreeuwde: „Geef
hier die tol."
„Nee," zei Toon, „ik heb hem opge
raapt"
„Ja, maar jij gaf mij een duw ge-
menerd."
„En jij krijgt hem niet."
„Dan pak ik hem af."
„Doe dat eens, als je durft."
Kees greep naar de tol, maar Toon
hield hem achter de rug.
„Geef je hier óf niet," schreeuwde
Kees, wit van woede.
Maar Toon stak zijn tong uit. Nu
werd Kees razend, sprong naar Toon en
gaf hem een harde stomp. Toon stompte
terug en het werd een wilde vecht
partij. Ze sloegen en trapten, waar ze
elkaar maar raken konden. Maar wat
gebeurde er met de tol? Die viel opeens
op straat en rolde naar de waterkant.
„Pas op," riep Joop. Hij nam een
sprong en wilde hem tegenhouden. Maar
het was te laat. Met een plons viel de
tol in het water. Dadelijk hielden Kees
en Toon op met vechten. Ze keken alle
drie heel voorzichtig over de rand en
zagen de tol drijven, maar ze konden er
hótuurlijk niet bij. „Dat is jullie eigen
schuld," zei Joop, „dan hadden jullie
maar niet moeten vechten. Nu hebben
jullie niets."
Tot de volgende week, dan gaan we
weer verder.
TANTE JO en OOM TOON.
5)e wandetLijfïe aaantuxen aan JCoppie Jiappij (2)
29. Even later verliet een vreemde
stoèt het redactiegebouw van Bas
Bröm's Blad. Voorop reed de grote,
glanzende auto van Bas Brom, daar
achter het kleine, rammelende wa
gentje waarin de lange Pieter Pri
meur opgevouwen zat en de achter
hoede werd gevormd door een knet-
jtei^nde motorfiets, waarop Kees Knip,
Me fotograaf zat, als steeds met zijn
alpino-petje op en zijn camera en
driepoot om zijn nek hangend. Luid
toeterend stoof de stoet door de stra
ten en stopte met veel remmenge-
hnars voor de grote juweliers winkel
van Paul Parel Bas Brom en Pieter
Primeur stapten uit, Kees Knip zette
zijn motor tegen de stoeprand en
toen zei Bas Brom: „Wel heb je
ooit....!" Want tegen het raam van
de winkeldeur was een briefje ge
plakt waarop stond: „Wegens familie
omstandigheden gesloten." Bas Brom
wilde naar binnen stappen, maar de
deur was gesloten. „Nou, meneer
Brom, waar is onze vriend Koppie
nu?", vroeg Pieter Primeur, die nog
van niets wist, want Bas Brom had
zich geen tijd gegund, voor zij weg
reden te vertellen wat er allemaal
gebeurd was. „Hier binnen", zei Bas
Brom en hij oegon tegen de deur te
bonzen. Maar er kwam niemand op
dagen.