ZATERDAG 3 JANUARI 1953 DE LEIDSE COURANT TWEEDE BLAD - PAGINA 4 Gokje. „Kerel, wat zie jij er uit. Heb je gevochten?" „Nee, ik heb met Karei gewed, dat hij me niet de ladder op kon dragen en ik heb het gewonnen". Allebei. „Je vertelt, dat Lenie twee mannen in het ongeluk heeft gestort, Hoe zit dat? „Nou, ze heeft er een 'n blauwtje laten lopen en toen is de goede man van verdriet gestorven". „En de ander?" „Daar is ze mee getrouwd". Belangrijk. „Eigenlijk ontvang ik vandaag niemand, maar omdat het meisje vertelde, dat U me wilde spreken over een kwestie van leven en dood, maak ik een uitzondering. Maar wat wilt U in 's hemels naam?" „Ja kijk eens mijnheer, ik ben agent van 'een levensverzekering en Slecht opmerker. Hij: „Als ik geweten had, dat je zo ontzettend sarcastisch was, was ik niet met je getrouwd!" Zij: „Dat had je best kunnen we ten. Zei ik niet: „Het komt zo onver wacht" toen je me ten huwelijk vroeg, terwijl je me al drie jaar ach terna had gelopen?" Ad rem. „Waarom heb je me niet verteld, dat het paard kreupel was, toen je het aan mij verkocht?" „Ach, beste kerel, de man, van wie ik het beest kocht, had er mij ook niets van verteld en daarom dacht ik, dat het een geheim was". Pech. Nichtje: „Hebt U nooit een huwelijksaanzoek gekregen, tan te?" Tante: „Ja zeker, kindje. Eén keer per telefoon maar die mijn heer bleek verkeerd aangesloten te zijn." Moeilijke kuur. „De dokter zei me, als ik me opwond zou de kuur eerder in mijn nadeel dan in mijn voordeel verlopen. En nu wind ik mij uit angst voor opwinding voort durend op". Kleine Samson. Hij: „Hij zei leugenaar tegen me en zo groot als hij was, mepte ik hem tegen de grond". Zij: „Met de vuist?" Hij: „Nee, met mijn auto". Afslag. „Ze hebben gevochten als leeuwen. Toen Jan naar huis kwam had hij een gat in zijn hoofd als een rijksdaalder". „Kom, nou overdrijf je". „Goed, laten we dan zeggen twee vijf en twintig". Toppunt. „Weet U het toppunt van gierigheid?" „Nee". „Als iemand geen kalender koopt, omdat hij bang is te sterven voor het kalenderjaar is afgelopen". De helper. „Waarom bleef je zolang op de trap?" „Oh, de buurman had een gulden laten vallen en toen hielp ik hem zoeken." „En had je succes?" „Nee, ik had pech, want hij vond hem zelf." Zonder denken. Onderwijzer: „Wie kan me drie dingen noemen, die melk bevatten?" Jantje: „Kaas, roomijs en koeien, meester". Gesprek. „Kobus je kunt me wel een gulden lenen!" „Jij mij ook!" „Wat?Nee?Nou dan kun je me. „Jij mij ook". Jeugd. Jongeman (meisje de hand drukkend). „Excuseer mijn handschoen." Meisje: „Hindert niet. In mijn handschoen zit ook een gat". Verklaring. Rechter: „Je geeft toe om twee uur 's nachts de achterdeur van het huis te zijn binnengegaan?" Verdachte: „Ik dacht dat het mijn huis was". Rechter: „En waarom heb je je dan in de tuin verstopt,, toen de be woonster naar je toe kwam?" Verdachte: „Ik dacht, dat het mijn vrouw was". Beste bewijs. „Ben je er zeker van Marie, dat je man werkelijk uit vissen gaat, als hij het vertelt". Marie: „Absoluut zeker. Hij heeft nog nooit een vis meegebracht". Juist goed. „Kom ik misschien ongelegen voor het terugvragen van die tien geleende gulden". „Oh helemaal niet! Het komt juist goed uit. Ik heb vandaag toch geen cent in huis." De beste. „Wat zal ik mijn doch ter geven om boven de piano te han gen? Mozart of Beethoven?" „Geef Beethoven maar, die was toch doof". Prachtige omgeving. „Direct na de huwelijksplechtigheid zijn we op de motor gestapt". „En waar hebben jullie de witte broodsweken doorgebracht?" „In het ziekenhuis". Verdacht. „Zo, dus uw vriend heeft zijn vrouw leren kennen via een advertentie in de krant. En is het een gelukkig huwelijk?". „Dat durf ik niet te zeggen, maar toen ze een maand getrouwd waren, heeft hij het abonnement op de krant opgezegd". Voorzichtig. „Ik zoek een chauf feur, die erg voorzichtig is; een man die niet waagt." „Dan moet u mij hebben, mijn heer. Ik vraag zelfs salaris vooruit." Even stoppen voor een knokpartij Toen de trein Duinkerken Parijs juist vertrokken was, ont waarde de machinist op de spoorbaan twee vechtende man nen. Hij gaf herhaaldelijk fluit signalen, doch de mannen bleven al vechtend op de spoorbaan. De machinst zag zich gedwongen de trein tot staan te brengen, teneinde de mannen te sparen. Een van hen nam daarop de vlucht. De ander, die later een broer van de gevluchte bleek te zijn, ging op de rails zitten en begon de machinist uit te jou wen. Hy verdween pas, toen enige spoorwegemployé's op hem af kwamen. De trein kon toen de reis voortzetten; hij kwam met vertraging op de plaats van be stemming aan. Aetherklanken HILVERSUM I, 402 m. 8.00 VARA. 12.00 AVRO. 17.00 VARA 18.30 VPRO. 19.00 IKOR. 20.00—24.00 VARA VARA: 8.00 Nieuws en weerberich ten. 8.18 Gramofoonmuz. 8.3S Orgel spel. 8.58 Sportmededelingen. 9.00 „Wat er groeit en bloeit", causerie. 9.15 Kamerorkest, klein koor en so listen. 9.45 „Geestelijk leven", cause rie. 10.00 Amusementsmuziek. 10.30 Met en zonder omslag. 11.00 Instru mentaal trio. 11.30 Programma, ge wijd aan Jean Louis Pisuisse. AVRO: 12.00 Zuid-Amerikaanse en Spaanse muz. 12.35 „Even afrekenen, heren!" 12.45 Hammondorgelsp. 13.00 Nieuws en weerberichten. 13.05 Mededelin gen of gramofoonmuziek. 13.10 „De Spoorwegen spreken". 13.20 Prome nade orkest en soliste. 14.00 Boekbe spreking. 14.20 Kamerorkest. 15.15 filmpraatje. 15.30 Blaaskwintet. 16.05 Lichte muziek. 16.30 Sportrevue. VARA: 17.00 Strijkensemtle. 17.30 Voor de jeugd. 17.50 Sportjournaal. 18.15 Nieuws en sportuitslagen. VPRO Doopsgezinde kerkdienst. IKOR 19.00 Voor de jeugd. 19.35 „Gesprekken om de Bijbel", causerie. AVRO: 20.00 Nieuws. 20.05 Gramofoonmuz. 20.30 Mededelingen. 20.35 „Londen en Pa rijs", hoorspel. 21.15 Gevarieerd pro gramma. 23.00 Nieuws. 23.15 Reoor- tages of gramofoonmuziek. 23.25 24.00 Gramofoonmuziek. HILVERSUM H, 298 m. 8.00 KRO. 9.30 NCRV. 12.15 KRO. 17.00 IKOR. 19.00 NCRV. 19.45—24.00 KRO. KRO: 8.00 Nieuws en waterstanden. 8.15 Gramofoonmuziek. 8.25 Hoogmis. NCRV: 9.30 Nieuws en waterstanden. 9.45 Omroeporkest. 10.00 Gerefor meerde kerkdienst 11.30 Gewijde mu ziek. 11.45 Orgel, viool en hobo. KRO: 12.15 Apologie. 12.35 Gramofoonmuz. 12.55 Toespraak door Z. E. mr. J. M. L. Th. Cals, minister van O. K. en W. 13.00 Nieuws en katholiek nieuws. 13.10 Amusementsmuziek. 13.40 Boek bespreking. 13.55 Voor de jeugd. 14.55 „De wereld is de akker", klankbeeld. 15.20 Strijkorkest en solist. 16.10 Ka tholiek Thuisfront overal. 16.15 Sport 16.30 Vespers. IKOR: 17.00 Kerk dienst. 18.00 Ned. Herv. zangdienst. 18.45 Pastorale rubriek. NCRV: 19.00 Vocaal ensemble, Bachorkest en so listen. 19.30 „Gelooft u dat?" Refor matorisch belijden. KRO: 19.45 Nieuws 20.0024.00 Gevarieerd pro gramma (Om 23.0023.15 Nieuws). MAANDAG. HILVERSUM I, 402 M. 7..00 VARA, 10.00 VJP.R.O. 10.20—24.00 VARA. VARA: 7.00 Nieuws. 7.13 Gramo foonmuziek. 7.30 Idem 8.00 Nieuws- en Weerberichten. 8.18 Gramofoon muziek. 9.00 „Onder de pannen", hoorspel. 9.20 Gramofoonmuziek. (9.359.40 Waterstanden). VPRO: 10 uur „Voor de oude dag", causerie. 10.05 Morgenwijding. VARA: 10.20 „Mijn Vader Pieter Jelles" causerie. 10.40 Voor de zieken. 11.40 Pianore cital 12 00 Orgelspel. 12.15 Dansmu ziek. 12.30 Land- en Tuinbouwmede- delingen. 12.33 Voor het platteland. 12.38 Dansmuziek. 13.00 Nieuws. 13.15 Commentaar. 13.20 Metropole Orkest. 13.55 Voor de Middenstand. 14.00 „Het vlees is duur" causerie. 14 15 Sopraan en piano. 14.45 Gramofoonmuziek. 15 uur Gevarieerd programma. 16uur Gramofoonmuziek. 16.45 Vragenbe- antwoording. 17.15 Dansmuziek. 17.50 Militair commentaar. 18.00 Nieuws. 18.15 Pianoduo. 18.30 Parlementair commentaar. 18.45 Voor de jeugd. 19 45 Regeringsuitzending: Land- bouwrubriek 20 00 Nieuws. 20.05 „In Holland staat een huis", hoorspel met muziek. 20.35 Aetherforum 21.15 uur Dansmuziek. 21.40 „Het Welvaarts plan van het N V. V.", causerie. 21.55 Gramofoonmuziek. 22 00 „Voor en achter het voetlicht" 22.20 Radio- Philharmonisch Orkest, groot koor en solisten. 23.00 Nieuws. 23.15 Orgel spel. 23.4524.00 Gramofoonmuziek. HILVERSUM II, 298 M. 7.00—24.00 NCRV. NCRV: 7.00 Nieuws. 7.10 Gramofoon muziek 7.15 Ochtendgymnastiek. 7. Gramofoonmuziek. 7 45 Een woord voor de dag. 8.00 Nieuws en Weerbe richten. 8.-10 Sportuitslagen. 8.20 Gra mofoonmuziek. 8 23 Gewijde muziek. 8.45 Gramofoonmuziek. 9.00 Voor de zieken. 9.30 Voor de vrouw. 9.35 Gra mofoonmuziek 10.15 Idem. 12.30 Mor gendienst 1100 Alt en piano. 11.5 Gramofoonmuziek. 11.45 Idem. 12.! Voor boer en tuinder 12.30 Land- eiT tuinbouwmededelingen 12.33 Orgel concert. 12.59 Klokgelui. 13.00 uur Nieuws. 13 15 Lichte muziek. 13/ Gramofoonmuziek. 14.00 Voor de kin deren. 14 30 Gramofoonmuziek. 14.45 Voor de vrouw. 15.15 Gramofoonmu ziek. 15.25 Pianokwintet 16.00 Bijbel lezing. 16.30 Instrumentaal trio en £ied aan d&ze tijd KLEUR Voor 't oudejaarsavondbal verplichte kleuren; voor de dameskleding: Geranium en mysotis, zeegroen en ooquelicot, rose pivome en zwart. Wie deftig naar een bal moet gaan waar heel de monde haute is, doet zo maar niet een kleurtje aan want dat zou helemaal misstaan, hoewel het mooi dus bloot is. Het wijs besluit der gastvrouw luidt: japonnenkleur mysotis. Al neemt de gast de stof wat nauw, dat zal geen mens verdrieten, al kon er voor geen enk'le mouw zij rilt natuurlijk van de kou een lapje overschieten. Zij gaat mèt geur, de juiste kleur en enk'le satellieten. Veel and're kleuren worden dan op hoog bevel verbannen, die doet geen enk'le Dame an en zwart is enkel voor de man, hij schikt zich in die plannen. 't Bevel luidt zo: slechts coquelioot, zeegroen en rose pivoine. Verbeeld u toch eens, dat een gast een and're kleur zou kiezen, kanariegeel als zulks niet past, zou dan de haute chique niet vast haar waardigheid verliezen? Nee, plicht gaat veur, houd dus de kleur zorgvuldig in de smiezen. Wijk dus niet af van 't rechte pad en laat u niet verlokken, bewaar die kleur gelijk een schat en zonder smet en zonder klad, hoeveel U ook moet dokken. Eén kleur voortaan zou prachtig staan, een nieuwe kleur: mechocque. TROUBADOUR. soliste. 17.00 Voor de kleuters. 17.15 Gramofoonmuziek 17.30 Voor de jeugd. 17.45 Regeringsuitzending: Mr. H L de Vries: ,1953 Jaar van be slissingen", 18.OO Harmonie-orkest, 18.20 Sport. 18.30 Zigeunerkwintet 18 45 Engelse les. 19.00 Nieuws en Weerberichten 19.10 Harpensemble. 19.30 „Volk en Staat", causerie. 19 45 Lichte muziek 20.00 Radiokrant. 20.20 Lichte muziek 20.50 „Kruistocht om het eiland", hoorspel 21.50 Gramo foonmuziek. 22.05 „Rijkdom onder de grond", causerie. 22.15 Koor en blok fluitkwartet. 22.45 Avondoverdenking 23 00 Nieuws- en SOS-berichten. 23.15 „Man en vrouw", causerie. 23.20 24.00 Gramofoonmuziek. RONDOM KERSTMIS. Kindje geboren te Bethlehem j de stapel brieven is erg groot Geduld is een schone zaak Henk. Anneke Wessendorp, 5e Binnenvest- Set Klndenke2i58S MgTkfeta ?rMht 2- Lciden. ^oplossingen waren Maar d'oogskens kijken er toch zo rein. orde meiske. Krijg ik eens gauw een briefje er bij? Daar hoort Sint Jozef 'n zacht geklos, I. Dc kinderen. Van Emmerik, Graven- En hij maakt voorzichtig de staldeur los damsewag 63, Voorhout Eerst ee. pluim <?int Tn7pf keek- eens heel ere eoed °P de hoed van JoPle voor zlJn «eurjg in/ag ^en grote herdershoed Het Kindeke keek naar hem en [lachte zoet i Het lachte om die grote herdershoed. Ook de anders herders keken blij, Doch zeiden: „Wij zijn nog niet zo [arm als Gij' Correspondentie DE AVONTUREN VAN BRAMMETJE Vervolgverhaal door nicht Riet). Bram had al zoveel vorderingen ge maakt dat mijnheer Van Dijke het no dig oordeelde, dat hij nu onder de be kwame leiding van een bekend musicus kwam. Een uitstekende gelegenheid hiertoe bood de Muziekschool. Op zekere dag reed hij in de mooie auto naar een groot gebouw. Ze stapten uit en mijnheer Vein Dijke zei, dat hij hem maar moest volgen. Op de deur stond op een groot bord: „Muziekschool Bram was erg nieuwsgierig, hoe net er van binnen uit zou zien. Ze werden in een wachtkamer gelaten en even later kwam er een meneer, die er nogal streng uitzag, maar toch wel vriendelijk: was. Van Dijke praatte eerst een hele tijd met hem en Bram had toen goed cle tijd om de kamer eens te bekijken. Ineens schrok Bram op van de zware stem, die wat tegen hem zei en hij stond onmiddellijk op van zijn stoeL Het was de directeur zelf van de Muziekschool die hem vroeg of hij wat wilde zingen. Natuurlijk deed Bram dat graag en hy zong wel een kwartier lang. Zijn hel dere stem klonk mooi en zuiver door de kleine ruimte. Goedkeurend knikte de directeur hem toe en vroeg hem of hij reeds eerder les gehad had. Mijnheer Van Dijke vertelde nu dat zijn vrouw hem al enige maanden had les gegeven en dat hij hoopte dat ze op de muziek school hem verder wilden brengen. De directeur was verrukt over zo n talent en toen hij hoorde dat Bram ook nog viool speelde zei hij: „Jonggn, ik ga je zelf les geven en we moeten dan maar 20 vlug mogelijk beginnen." Bram was in de wolken van blijdschap maar toch betrok zijn gezicht nog wel even toen hij hoorde dat hij nu voortaan hier in de school zou moeten wonen. Alle leerlingen van de school waren in tern, dat wil zeggen, ze waren daar net als op een kostschool. Ze droegen er ook een uniform. Mijnheer Van Dijke keek de lijst eens in, van alles wat Bram nu nodig had en dat was niet weinig. Een hele uitzet had Bram nodig en dan nog dat dure uniform. Dat was een prach tig zwart pak. De leerlingen van de muziekschool werden dikwijls uitgeno digd op concerten te zingen of te spe len en dan moesten ze er allemaal het zelfde uitzien. Er werd afgesproken dat Bram over een paar dagen al zou komen; hij moest natuurlijk eerst naar huis om afscheid van mevrouw te nemen. In de stad wer den nu dadelijk alle Inkopen gedaan. De grote pakken vulden al gauw het achterste gedeelte van de auto en Brammetje keek maar steeds verbaasd dat meneer zoveel geld voor hem be taalde. In stilte nam hij zich al voor, om zo gauw mogelijk alles terug te be talen wanneer hij met zijn stem veel geld zou verdienen. Mevrouw was ook verheugd toen ze het goede nieuws hoorde dat Bram was aangenomen als leerling van de bekende muziekschool, dat was alvast een teken dat de jongen grote talenten bezat. Het vooruitzicht de vrolijke huisgenoot weer een tijd te moeten missen was natuur lijk minder prettig, maar ze beloofde hem heel dikwijls te zullen opzoeken, en meneer beloofde nog veel meer toen hij zei: „Jongen, als je zo goed je best doet, dat je het volgend jaar met mooie cij fers verhoogd wordt, mag je van mij 'n heel mooie nieuwe viool uitzoeken". Bram maakte een luchtsprong van plezier. Ze zouden eens zien hoe goed hij zijn best zou doen. In de auto, volgeladen met dozen, koffers en pakken ging mijnheer Van Dijke hem zelf wegbrengen. Het verblijf op de school viel onze Bram in het begin niet mee. Het was er heel streng. Het was studeren en nog eens studeren. Van uitgaan was haast geen sprake, af en toe een geza menlijke wandeling en dan nog wel in uniform, zodat alle mensen konden zien dat de leerlingen van de school daar gingen. Het was voor Bram met zijn zwerversnatuur heel moeilijk om er te wennen en 's avonds lag hij in zijn bed dikwijls te huilen. Hij dacht weer terug aan de farm en de paarden, aan de bootreis, aan Dina en de mannen in het bos, hij dacht zelfs aan gravin Alex andra. Ook verlangde hij vaak heel erg terug naar zijn ouders, die hij nog nooit eens geschreven had. Eigenlijk had hij zich daarvoor steeds geschaamd, want toen hij van huis wegging had hij met veel bravour gezegd als „beroemd" te rug te komen. Nu ging het er een beetje op lijken, maar zijn vroegere avonturen waren nog helemaal niet beroemd ge weest. Als hy na zulke verdrietige nachten 's morgens opstond dan hield hij zich zelf voor om door te zetten en dat lukte heb wondergoed. Op zijn eerste rapport kreeg hij een eervolle vermelding. Vol goede moed vertrok hij dus bij dus bij zijn eerste vacantie naar de farm van zijn pleeg ouders. Naar hartelust vermaakte hij zich weer met de paarden en de honden en bij zijn oude vriend de chauffeur as hij steeds welkom. Na de vacantie begon het lieve le ventje van oefenen en studeren weer opnieuw. Tegen het einde van het school jaar zou er een grote zangwedstrijd plaats vinden, dat was zo de gewoonte van die school. De ouders van de leer lingen werden dan uitgenodigd om te komen luisteren en vele hoge gasten waren er bij tegenwoordig. Voor elke I klas werd een gouden medaille uitge- I loofd. Dagelyks werd er geoefend. Iedereen was benieuwd wie dit jaar de gelukkige winnaar van de medaille zou zijn. In de grote concertzaal van de muziekschool waren alle ouders en gasten al gezeten, toen de leerlingen in hun keurige uniformen op het podium verschenen en daarna voor in de zaal heel stil plaats namen. De programma's met de namen van de leerlingen werden uitgereikt. De naam van Bram stond als: Bram van Dijke, De klas van Bram, als de laagste klas, was het eerst aan de beurt. Eén voor één beklommen ze het podium, de meesten erg zeuwach- tig. Daar was het de beurt van Bram. Voor hij het trapje beklom keek hij eens om naar zijn pleegouders. Mijnheer Van Dijke knikte hem bemoedigend toe en mevrouw wuifde met haar hand om hem gerust te stellen. Alle ogen waren nu op het ventje van nauwelijks veer tien jaren gericht. Het programma gaf een heel moeilijk stuk aan en de toe hoorders waren benieuwd hoe dat man neke het er zou afbrengen. Bram stelde zich op naast de vleugel. De eerste tonen klonken al door de zaal. Fier strekte hij de rug, als om iets groter te lijken en 1 daar opende hij de mond om bij de juiste toon in te zetten. De ogen op het blad gericht begon hijte zingen. Hij vergat de mensen in de zaaL Hoog en vast klonk de prachtige jongensstem in de ruimte. Doodstil volgden de toehoor ders het hele stuk. Men keek elkaar aan, zo iets zuivers hoorde men maar wei- riig. Zonder vrees zong hij tot het einde en toen barstte er een applaus los, waar onze Bram verlegen van werd. Er kwam haast geen eind aan. Brammetje zocht zijn plaats weer op en het programma ging weer verder.. Bij het einde werden de medailles uitgereikt. Bram hoorde als in een droom zijn naam noemen. Hij ging naar de directeur, die hem onder luid gejuich de prijs overreikte. Toen sloeg het enthousiasme weer los. Bram werd op de schouders van de klasgeno ten de zaal rondgedragen, tot hij ein delijk doodmoe met zijn pleegouders mee naar huis mocht. EIGEN SCHULD. Pietje was een ventje Van 'n jaar of tien Hij las over kabouters Die wou hij wel eens zien. Wordt vervolgd. In een van de dorpen rondom Lei den had de onderwijzer in de week vóór Kerstmis, in zijn klas, de vijfde, het mooie kerstverhaal aan de jongens verteld. Aan het slot deelde hij blaadjes uit en de jongens moesten nu een ver haal of versje maken over het vertelde. Na een half uur werden de blaadjes op gehaald. Eén van de jongens had een versje gemaakt en omdat we nog in de Kersttijd zijn, wil ik jullie dat versje laten lezen. Op 'n dag ging hij het bos in, Zocht alle paddestoelen af, Maar 'n hond, diq dat gezien had, Bets Knappers, Rokkeveenseweg 56a, Beet hem in z-n broekje „waf". Zoetermeer. Jammer dat jullie het hele verhaal van Brammetje niet gelezen Schreiend ging hij toen naar huis toe, hebben, omdat jullie de Leidse Courant pas hebben. Enfin na dit verhaal komt er weer een vervolgverhaal. Natuurlijk mogen jullie op een andere keer weer schrijven, ik hoop dat jullie trouw mee zullen doen. Riet d. Loo, Zuideinde 59, Nieuw- Maar zijn moedertjes geduld, Was teneinde; ze zei boos: „Vlug naar bed, 't was je eigen schuld". Kinderen Van SteUn, Weipoortseweg 9 Zoeterwoude. Eerst Greta: Nou zeg, dat is de moeite nog eens waard om te zor gen dat je mooie cijfers voor je werk koop. Het versje dat je instuurde is inrijgt, zulke mooie cadeautjes. Die Én- heel aardig, maarheb je dat zelf!ge^en Wordt vast een reuze kookster, gemaakt? Probeer zelf eens wat te ma- \^s het op school al zo goed gaat. Je ken Rietje. poëziealbum heb je vast en zeker al _n r, ontvangen, ik heb hem tenminste al lang A«d Vergeer, Hoorn 19, Alphen. Dank teruggl?stuurd. Hoe gaat het nu met je wel voor de ingezonden raadsels, die |Maïfetje? Zeker nog niet beter, want krijgen zeker een plaats. Dag Aad. dje zeven Weken zijn nog niet om. Doe Barri van Haaster, Herenweg l.lJEL«f«'ÏÏÏ'S'H'' RUnsaterwoude. Leuk hoor Barri, je ook met ons mee wilt doen en mis schien je broertje ook wel. A dan twee oplossingen in de brief doen, hebben jullie twee kansen op een prijs. Marietje, spoedige beterschap. It noen en mis- JaaP Borst» Kerkstraat 85, Hoogmade. wel. Als jullie Je verhaaltje komt vandaag in de krant. RUZIE OM EEN TOL. Kees, Toon en Joop liepen langs de Henbie Koot, Dorpsstraat 116, Nieuw- gracht. Het water was erg diep en de koop. Je hebt zeker al lang zitten kijken kant was hoog en steil. Wie er in viel of je naam bij de correspondentie kwam er niet zo gemakkelijk uit. De stond. Wanneer je ons een briefje jongens bleven daarom een eindje van schrijft, kun je vast op een antwoordje de kant af. rekenen, 't Duurt soms wel lang, want „Hè, ik wou dat ik een dubbeltje vond," zuchtte Kees, „dan kocht ik c% vast een reep chocola voor." Ze begonnen meteen alle drie te zoe ken, maar ze zagen nergens een dub beltje liggen, wel zagen ze wat anders, het was geel en rond. Kees en Toon bukten zich tegelijk om het op te ra pen, bijna had Kees het te pakken. Maar opeens gaf Toon hem een duw zo dat hij op de grond rolde. Nu kon Toon het ding pakken. Het was een mooie gele tol. Hij leek nog bijna nieuw. „Kijk eens jongens." riep hij blij: „wat een mooie tol, nu is hij van mij, ik neem hem mee naar hui^ en dan maak ik er een zweep bij." Opeens zag hij Kees vlak voor hem staan. Wat keek hij boos. Hij stond met de vuisten gebald en schreeuwde: „Geef hier die tol." „Nee," zei Toon, „ik heb hem opge raapt" „Ja, maar jij gaf mij een duw ge- menerd." „En jij krijgt hem niet." „Dan pak ik hem af." „Doe dat eens, als je durft." Kees greep naar de tol, maar Toon hield hem achter de rug. „Geef je hier óf niet," schreeuwde Kees, wit van woede. Maar Toon stak zijn tong uit. Nu werd Kees razend, sprong naar Toon en gaf hem een harde stomp. Toon stompte terug en het werd een wilde vecht partij. Ze sloegen en trapten, waar ze elkaar maar raken konden. Maar wat gebeurde er met de tol? Die viel opeens op straat en rolde naar de waterkant. „Pas op," riep Joop. Hij nam een sprong en wilde hem tegenhouden. Maar het was te laat. Met een plons viel de tol in het water. Dadelijk hielden Kees en Toon op met vechten. Ze keken alle drie heel voorzichtig over de rand en zagen de tol drijven, maar ze konden er hótuurlijk niet bij. „Dat is jullie eigen schuld," zei Joop, „dan hadden jullie maar niet moeten vechten. Nu hebben jullie niets." Tot de volgende week, dan gaan we weer verder. TANTE JO en OOM TOON. 5)e wandetLijfïe aaantuxen aan JCoppie Jiappij (2) 29. Even later verliet een vreemde stoèt het redactiegebouw van Bas Bröm's Blad. Voorop reed de grote, glanzende auto van Bas Brom, daar achter het kleine, rammelende wa gentje waarin de lange Pieter Pri meur opgevouwen zat en de achter hoede werd gevormd door een knet- jtei^nde motorfiets, waarop Kees Knip, Me fotograaf zat, als steeds met zijn alpino-petje op en zijn camera en driepoot om zijn nek hangend. Luid toeterend stoof de stoet door de stra ten en stopte met veel remmenge- hnars voor de grote juweliers winkel van Paul Parel Bas Brom en Pieter Primeur stapten uit, Kees Knip zette zijn motor tegen de stoeprand en toen zei Bas Brom: „Wel heb je ooit....!" Want tegen het raam van de winkeldeur was een briefje ge plakt waarop stond: „Wegens familie omstandigheden gesloten." Bas Brom wilde naar binnen stappen, maar de deur was gesloten. „Nou, meneer Brom, waar is onze vriend Koppie nu?", vroeg Pieter Primeur, die nog van niets wist, want Bas Brom had zich geen tijd gegund, voor zij weg reden te vertellen wat er allemaal gebeurd was. „Hier binnen", zei Bas Brom en hij oegon tegen de deur te bonzen. Maar er kwam niemand op dagen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1953 | | pagina 8