De „smeltkroes" Israël heeft iets
weg van Amerika in de pionierstijd
BRANDwonden
\r van de nieuwe huid bevordert:
KLOOSTERBALSEM
mwmx.vl.
Laatste stukje ongedempt Levendaal
wordt binnen enkele jaren gedempt
VRIJDAG 31 OCTOBER 1952
DE LEIDSE COURANT
VIERDE BLAD - PAGINA 1
Hard werkenweinig comfort
en een distributie-systeem
Nauwelijks heeft de priester, die het
avondgebed bidt, het woord „amen"
uitgesproken, of iemand uit het gezin
draait aan de radioknop en meteen is
de kamer vervuld van de wilde klan
ken der Sunset Rangers. Met de ene
helft van zijn centraal-zenuwstelsel
neemt men de potige klanken op van
een Wild West-melodie of het weeïge
rhythme van een Zuidzee-liedje en
met de andere helft registreert men
vluchtig enige bijzonderheden van de
treinramp in Engeland, waarbij een
dokter voor een stervende een lie
velingsliedje zong.
Men zou zich 'geërgerd kunnen af
vragen, of een dokter nu werkelijk
niets beters te geven heeft aan een
stervende dan een populaire song.
Men zou zich wrevelig kunnen voe
len, wanneer na een devoot gebed
plotseling een orkaan van profane
geluiden losbarst.
Maar zo zijn we in doorsnee niet
meer. Er is een soort geestelijk le
ven met straalaandrijving ontstaan,
dat de mogelijkheid schept om
's morgens naar een begrafenis te
gaan en 's middags naar een bioscoop.
Slechts af en toe worden we plot
seling aangeraakt door de huivering,
die stil maakt en in die stilte ont
vankelijkheid legt voor het begrip
van zoveel gebeurtenissen en leed,
welke ons meestal onopgemerkt voor
bijgaan.
Twee vrouwen.
In die Amsterdamse voorkamer za
ten twee vrouwen. Zij keken vanaf
de tweede étage naar de eindeloze
stroom van kantoorbedienden en ar
beiders op het glimmend natte as
phalt en naar de trams, die zich door
deze stroom heen tingelend een weg
naar het eindpunt baanden.
Het waren twee Jodinnen.
De een had altijd in Amsterdam
gewoond met haar man, die indus
trieel was, en met haar kind. De an
der had het grootste gedeelte van
haar leven doorgebracht op de hel
lingen van de, Karpaten). Haar man
bezat uitgestrekte boomgaarden en
zij waren gelukkig met hun zes kin
deren.
Die twee Jodinnen waren zusters.
In 1936 ontmoetten zij elkaar in
Brussel en 8 jaar later zagen zij el
kaar weer in het crematorium van
het concentratiekamp Auswitz, waar
de een haar man en kintd, die in de
gaskamers waren vermoord, zelf
moest verbranden en de ander haar
man en zes kinderen. Die dag en de
nacht, welke er op volgde, staan in
haar geheugen gegrift en dagelijks
worden haar gedachten weer naar die
vreselijke ogenblikken getrokken.
Oma weer op de
schoolbanken....
Het is voor oudere mensen niet ge
makkelijk hun plaats te vinden in
het tijdperk van de psychologie, van
het plastic en van de vitamines. In
Zwolle is men dan ook begonnen
met les te geven aanoma's. Ook
in Laren (N.H.) heeft men plannen
om grootmoeders, die daarvoor voe
len, andermaal onderwijs te doen
genieten.
Allereerst wekt dit, zoals dat met
alle nieuwe dingen gaat. bij velen
natuurlijk de lachlust op, maar wan
neer men zich iets langer verdiept
in alle kwesties die hiermee samen
hangen, wordt het al spoedig duide
lijk, dat het hier gaat om een initia
tief dat zegenrijke resultaten kan
verwachten.
In het gezin met kinderen is de
oma een zeer bijzonder personage,
fte grootmoeder kan in zulk een ge-
n een bron van warmte en wijs-
•d zijn. Voor het opgroeiende kind
het een groot voorrecht een oma
ie hebben, die als lieve en verstan-
Maar het leven ging verder.
De een is in Amsterdam gebleven
en werkt nu op een kantoor; de an
der is naar Israël gegaan, waar zij in
een wasserij werkt en in vier jaar
voldoende geld kon oversparen, om
een half jaar naar Holland te komen.
Een soort Amerika.
„Ja, hoe is het nu eigenlijk in Is
raël?", herhaalt zij dromerig onze
vraag. „Persoonlijk voel ik me er niet
thuis en ook in de toekomst zal ik
me er nooit thuis voelen'. In mijn ge
dachten ben ik nog altijd op de Kar
paten. Die vergeet ik nooit meer en
alles, wat de wereld me mogelijk nog
zal bieden, is voor mij surrogaat".
En na deze persoonlijke ontboeze
ming volgt dan een indruk van Is
raël. Het is in sommige opzichten een
soort Amerika ini de pionierstijd.
Mensen van allerlei slag en uit aller
lei landen komen er heen. Sommigen
komen met een vurig ideaal; ande
ren omdat zij tenslotte ergens moe
ten blijven. Het huidige Israël is ook
dige vrouw de juiste plaats in de
familiekring weet te vinden.
Maar de aanwezigheid van oma
kan ook een geheel andere uitwer
king hebben. Door haar optreden
kan de sfeer in het gezin lelijk wor
den bedorven. De geestelijke ont
wikkeling van één of meer kinderen
kan door de bemoeiingen van oma
ernstig worden geschaad.
Natuurlijk is dit altijd al zo ge
weest, maar door het gebrek aan
huishoudelijke hulp wordt er veel
vaker dan vroeger een beroep op
oma gedaan. Bovendien woont het
jonge gezin door het tegenwoordige
huizentekort nogal eens bij oma in
of omgekeerd.
Daardoor is de rol die de groot
moeder in het huidige gezinsleven
speelt een veel en veel grotere dan
vroeger. Soms komt dat aan het fa
milieleven ten goede, maar al te vaak
is dat echter beslist niet het geval.
Op de kleuterconsultatiebureaux
kan men geregeld de droevige resul
taten zien van hetgeen er wordt van
een kind, dat niet meer weet aan
wie het zich nu eigenlijk te houden
heeft. Men kan daar ook de zeker
even treurige gevolgen aanschouwen,
een smeltkroes, waarin een eenheid
tot stand moet komen.
De behoefte aan contact van de
hedendaagse Palestijnse Joden met
de verschillende landen in het Wes
ten is onmiskenbaar. De landen, waar
zij vandaan zijn gekomen, hebben
hen niet onverschillig gelaten. On
der degenen, die naar het land van
hun vaderen terugkeerden, waren er
ook, die met heimwee in het hart
terugdachten aan het land hunner
geboorte. Naast de grote stroming
naar Israël is er steeds een kleinere
stroom terug geweest naar Amerika
en Europa. Die was er reeds lang ge
leden in de eerste, nog vrij kalme
jaren der immigratie en die is, na
de grote toevloed sinds de laatste
wereldoorlog, groter dan ooit.
De Israëlische regering doet wat
zij kan voor de immigranten, maar
de stroom nieuwelingen is in ver
houding tot de opname-capaciteit veel
te groot geweest.
Te lange overgangstoestand.
Door de vele moeilijkheden, die dë
Israëlische regering te overwinnen
heeft, duurt de overgangstoestand
voor velen te lang. Zij wachten in
kampen op het ogenblik, dat zij in
het maatschappelijk leven van de
nieuwe staat ingeschakeld kunmen
worden. Maar helaas is dit wachten
vaak de oorzaak van wanhoop.
Is men eenmaal ingeschakeld dan
doen zich nog vaak moeilijkheden
voor. Vooral de middenstand heeft
het in Israël hard te verduren. De
arbeider daarentegen heeft het goed
en onder deze mensen is een grote
mate van tevredenheid. Er zijn voor
hen vele mogelijkheden op de ar
beidsmarkt. Er moet weliswaar hard
gewerkt worden, maar de lonen zijn
heel goed. Eigenlijk heeft de jonge
staat een overcompleet aan intellec
tuelen en een tekort aan ambachts
lieden.
In een stad als Tel Aviv treft men
een groot percentage Joden aan, dat
zich in de oorlogsjaren alleen veilig
heeft willen stellen en nu het gevaar
voorby is graag weer zou vertrek
ken. Ze houden vast aan de Europe
se cultuur en laten zich weindg ge
legen liggen aan de opbouw van het
nieuwe land.
In zekere zin zou Israël deze lieden
beter kwijt kunnen zijn.
Men moet om Israëli te zijn en te
blijven over een flink portie idealis
me beschikken. De sociaal of natio
naal weinig ontwikkelde figuren, met
name zij, die uit de Europese burger
stand of uit de middenstand der ste
den zijn voortgekomen, hebben het
daarom zeer moeilijk, want hard wer
ken, weinig comfort en een ver door
gevoerd distributie-systeem zijn de
op de voorgrond tredende verschijn
selen in de nieuwe staat.
wanneer de kinderen, zo klein als ze
zijn, hun kansen aangrijpen om de
volwassenen tegen elkander uit te
spelen en het gehele gezin te tyran-
mseren.
Tal van kinderartsen zijn dan
ook al geruime tijd van mening, dat
het meer dan nuttig zou zijn, wan
neer er eens orde geschapen kon
worden in deze doolhof, waar oma's
rondlopen met gezichten van als-ik-
er-eens-niet-was, waar de jonge
vrouwtjes over zich laten lopen als
grootmoeder zegt: „in mijn tijd
en waar de snoepjes-van-oma de hele
atmosfeer vertroebelen.
Het is heel moeilijk een werkelijk
goede oma te zijn. Het is niet ieder
een gegeven steeds in te springen
als het nodig is om zich direct daar
na weer geheel terug te trekken.
Het is trouwens de vraag of zoveel
opofferingsgezindheid wel van eer,
gewoon mens kan worden verlangd.
Maar wij juichen het bovenver
melde initiatief van harte toe, om
dat er veel kans is op een vernieuw
de grootmoeder wanneer oma les
gehad heeft in de moderne zuigelin
gen-verzorging en in de psychologie,
met name in de kinderpsychologie.
Geweldige ontginningen.
De vrouw, die ini Israël woont en
werkt, maar in haar hart op de hel
lingen van de Karpaten leeft, kan de
toestand in het Joodse land met een
bijna cynische nauwkeurigheid be
schrijven.
Mensen, die er aankwamen zonder
illusies, vonden er soms een ideaal;
anderen, die alles onder het Hitier-
regiem verloren en hun hoop hadden
gesteld op Israël, moesten na enkele
jaren erkennen^ dat het land hun
geen compensatie bood voor het leed
dat ze geleden hadden.
Toch wordt er gezwoegd in Israël!
Het land verandert van aanzien en
wat er op het gebied van bouwen en
ontginnen gepresteerd wordt grenst
aan het ongelooflijke. Het Jodendom
begint zich te ontwikkelen tot een
eigen volk in die zin, dat het een
eigen onafhankelijke staat heeft en
wat de sociaal-economische structuur
betreft gelijk is aan andere volken.
Men ziet er Joodse havenarbeiders,
Joodse boeren, Joodse ambtenaren en
Joodse metselaars.
„Wat andere volken kunnen, kun
nen wij ook!"
De slag om de landbouw is in volle
gang en de overwinning is nabij. Het
Jizreëldal, nog niet lang geleden één
moerasgebied, is thans een vruchtba
re vallei met weiden, korenvelden en
tuinen, waarin de oogsten elkaar op
volgen.
De Palestijnse bodem is in cultuur
grond veranderd. De moerassen ver
dwijnen en op de vroeger kale hellin
gen van de bergen in Galilea ziet men
nu aanplantingen van jonge bomen.
Van tot voor kort onherbergzame
gebieden zou men thans kunnen zeg
gen: „Dit is het „Westland" van Is
raël.
Soorten kolonies.
In de landbouw, die in Israël mo
menteel op de voorgrond staat, treft
men verschillende soorten kolonies
aan. Men heefi. er de gewone dorps
gemeenschap, de coöperatief werken
de arbeidsgemeenschap, het gemeen
schappelijk bedrijf en de zogenaamde
kibboets, de volstrekt communaal le
vende gemeenschappen.
IN DE MEMORIE van Antwoord,
die dezer dagen op de Gemeente
begroting 1953 is verschenen, heeft
men kunnen lezen, dat burgemees
ter en wethouders van Leiden voor
nemens zijn in de loop van 1953 een
voorstel te doen aan de Gemeente
raad tot demping van het laatste
stukje Levendaal. Daarmede is nog
niet gezegd, dat we binnen afzien
bare tijd de zand wagens kunnen
verwachten, want tussen plan en
uitvoering ligt meestal een lange
tijd, hetgeen we kunnen constate
ren bij de Lange Mare, die nog steeds
niet gedempt is en waarvan zelfs
nog niet vaststaat wanneer deze zal
verdwijnen. Als is het sedert enige
maanden wel zeker, dat de Mare ge
dempt wordt.
Maar of het nu nog een of twee
jaar duren zal, we moeten er in
ieder geval op rekenen, dat het on
gedempte Levendaal zijn langste tijd
gehad heeft. We geloven namelijk
niet, dat er in de Raad weer hevige
disputen over het voor en tegen van
dempen gevoerd zullen worden, zo
als we dat met de Mare hebben
Foto rechts: Een kijkje
op de uitdragersmarkt
in Mea Schearim.
Foto links: Zion-square
in het nieuwe Joodse
Jeruzalem.
Deze laatste gemeenschap is voor
de Europese begrippen niet bepaald
ideaal en een individualist zou het er
niet in uithouden.
De kibboets is een pioniersgemeen
schap, die de bodem van het land wil
veroveren en dit grote nationale
ideaal nastreeft met opoffering van
alle persoonlijke levenseisen.
Men leeft in één gemeenschap en
al het persoonlijk bezit wordt be
schouwd als eigendom van deze ge
meenschap. Men verdient geen loon,
maar krijgt alles, wat men nodig
heeft, benevens een klein zakgeld.
De kinderen worden meestal in kin
dertehuizen groot gebracht, om de
moeders gelegenheid te geven tot
werken op het land. Een raad uit de
gemeenschap bepaalt of een kind
moet studeren of iets anders.
Het gevolg hiervan is, dat de
ouders, als hun kinderen groter wor
den, vaak uit de gemeenschap tre
den.
De meeste kibboetscholen zijn niet-
godsdienstig, maar wel is het Oude
Testament ook daar het centrale on-
derwijsboek met het oog op het klas
sieke Hebreeuws, de vaderlandse ge
schiedenis en de literatuur.
De godsdienst.
Tenslotte kwam het gesprek nog op
de Joodse godsdienst.
Officieel wordt aan de Sabbath
streng de hand gehouden. Alle rijks
instellingen) zijn gesloten en geen
schip mag op die dag ontscheept wor
den. In feite echter onderhoudt
slechts 15% van de bevolking de
Joodse wet. De meeste bewoners van
Israël voelen de beperkingen, die de
orthodoxie hun oplegt als een soort
politieke dwang van een groepje, dat
grote invloed op de regering uit
oefent.
Er is een zeker zich schikken in de
traditie, die men van huis uit nog
heilig wist, ook nog een zekere er-
meegemaakt en zoals dat met het
Levendaal drie keer is geschied. In
1923 en in 1926 werden de voorstel
len tot demping van het Levendaal
Verworpen, maar in 1932 bleek er
wel een faadsmeerderheid voor dem
ping te vinden te zijn, zodat het lot
van deze onwelriekende gracht toen
spoedig bezegeld was. Het Leven
daal is een zeer nuttige verkeersweg
geworden, waarmede overigens ook
alles is gezegd, want bepaald fraai
kan deze onevenwichtige straat niet
genoemd worden. De breedte van
de straat staat in geen verhouding
tot de hoogte van de gevels, meest
bescheiden panden, die zich eeuwen
lang gespiegeld hebben in het niet
erg frisse grachtwater.
Het is ons persoonlijk niet bekend,
waarom men toen niet het hele Le
vendaal heeft gedempt, dus slechts
tot aan de Korevaarstraat, niet tot
aan de Steenschuur. Is dit uit utili
teitsoverwegingen gebeurd, dus om
dat de brede straat het verkeer
slechts op de Korevaarstraat behoef
de te brengen, of omdat men het ka
rakteristieke hoekje Levendaal-Ga-
kenning van de waarde der ortho
doxie als behoedster van de kern van
het volksleven, maar daarbij en daar
door heen een hartstochtelijk protest
van de jongere generatie tegen de
oude vormen. Er zijn velen, die ver
langen naar een nieuwe vorm van
orthodoxie, die oude vormen zal we
ten te overwinnen, zonder de kern
los te laten. Er is een snakken naar
heroriëntatie, juist met het oog op
de zich van alle godsdienst afkeren
de jeugd, om haar weer te winnen
voor de godsdienst van de vaderen.
En de besten hopen op de mogelijk
heid van een geestelijk herstel, en
zien b.v. uit naar een man van ge
zag, die het oude weet te brengen
in vormen, welke aan de eisen van
de tijd tegemoet komen, of naar een
Sanhedrin, een Joods wetgevend
lichaam, dat het herstel van de
Joodse geestelijke gemeenschap zal
voorbereiden.
Wanneer men momenteel door Is
raël reist, ziet men de Joodse jeugd
op de Sabbath naar de dancings gaan
of uitstapjes maken.
Voor de ouderen ,die zoveel ver
antwoordelijkheidsgevoel ten aanzien
van de jonge staat voelen, is dit een
probleem meer. Op hen rust immers
de taak om Israël te maken tot een
land, waarin het onuitroeibare Jood
se volk zowel sociaal-economisch als
geestelijk zijn vaderland zal herken
nen.
/v cn beter met Akkcr's Klooster*
/2\ balsem, die de wond zuivert,
ontstck'ngvoorkomtcn de groei
(Advertentie).
renmarkt-Steensohuur, waarop wij
in ons Garenmarkt-artikel nog we
zen (nummer 23) wilde bewaren, als
een typisch Leids stadsgezicht, be
kroond door de speelse St. Lode-
wijkstoren?
Dit laatste argument zal misschien
straks door tegenstanders van dem
ping gehanteerd worden, al zal de
ervaring van de laatste jaren (na
demping van het „grote" Levendaal)
ook de raadsleden wel iets geleerd
hebben. Het laatste ongedempte
stukje Levendaal is immers een vieze
smeerboel geworden, een „open
riool", zoals we dat wel eens in de
Gemeenteraad hebben horen zeggen,
een baggerboel met kwalijke geuren,
waarvan de walkanten bovendien de
eigenschaip hebben steeds te verzak
ken, zodat er kostbare onderhouds
werken aan besteed moeten wor
den. Alleen al uit hygiënisch oog
punt kan men voorstander van dem
ping zijn.
Wij willen echter niet uit het oog
verliezen, dat Leiden hiermede weel
een karakteristiek hoekje verliest.
En dat gaat ons aan het hart, dat
mogen we wel zeggen. Er is een
streven om alles op te offeren aan
de koele zakelijkheid en geen reke
ning te houden met het feit, dat Lei
den als oude stad een bepaalde waar
de heeft, die niet te licht geschat
mag worden. Bovendien is het prac-
tische voordeel van demping niet zo
groot; de brede verkeersweg van het
Levendaal wordt weliswaar verlengd,
maar waar moet het verkeer, dat niet
over de Korevaarstraat gaat, verder
naar toe? Naar de smalle Steen-
schuur? Dat biedt geen oplossing,
tenzij men ook de Steenschuur dem
pen wil, maar we vermoeden, dat B.
en W. daar zelfs niet aan willen
denken!
Wanneer deze kwestie eenmaal
aan de orde komt, zullen we onge
twijfeld nog gelegenheid hebben
hierop nader in te gaan. Voorlopig
houden we het bij deze enkele op
merkingen. We dienen trouwens ook
nog iets te zeggen over het stukje
Levendaal zelf, hoewel dat gauw ge
beurd is, want het enige, dat er onze
aandacht getrokken heeft, is de
Joodse synagoge, die in 1947 weer
in gebruik genomen werd, nadat
deze door de Duitse bezetters was
gesloten. Het weinig opzienbarende
gebouw dateert uit 1763 en werd in
1857 gerestaureerd.
De plaatsruimte ontbreekt ons om
over het gedempte Levendaal uit te
wijden. Dat wordt dus een apart
verhaal voor een andere keer,
(Foto: „De Leidse Courar'
LEIDSE STRATEN EN STEGEN
2Ê