Jan Steen, de grote schilder
van de humor in het huishouden
De Rembrandtstraat is slechts een
matige hulde aan de grote schilder
ZATERDAG 27 SEPTEMBER 1952
ar. LEIDSE COURANT
TWEEDE BLAD PAGINA I
EEN VAN LEIDENS GROOTSTE MEESTERS
Geen verkwistende boemelaar,
maar een brave, harde werker
Links: een zelfportret van Jan Steen,
dat te zien is in het Rijksmuseum te
Amsterdam. Reproductie uit „Jan
Steen", door jkvr. dr. C. H. de Jonge.
Rechts: de Hoenderhof te Warmond.
Foto van het Mauritshuis, Den Haag,
die dit schildeiij in bezit heeft.
schapsschilder Jan van Goyen, wiens
invloed in het werk van Jan Steen
hier en daar merkbaar is. Jan Steen
had nog een andere reden om 't huis
van Jan van Goyen te frequenteren,
want op 3 October 1649 trouwde hij
met diens dochter, Grietje van
Goyen. Dit huwelijk duurde 20 jaar
en er werden vijf kinderen uitgebo-
ren.
Dit brengt ons al in aanraking
met het huiselijk leven van de
schilder, dat hij nooit geheimzin
nig heeft willen verbergen, getuige
zijn schilderij, waarop het hele ge
zin voorkomt, evenals de talrijke
andere doeken, waarvan de figuren
gelijkenis vertonen met zijn vrouw
en kinderen.
Het milieu van het huishouden van
ÏVAT HET NEDERLANDSE volk in' rig gesteld. Maar desondanks heeft v»™» «««««Mn
zijn brede lagen niet vertrouwd: iedereen toch wel eens van Jan Steen Jan steen kan wellicht het best ge-
is met de kunstwerken, die kunste.1 c wordt geen enkele typeerd worden als „flinke burgerlie-
naars van heden en verleden het"htWersnaam zo vaak genoemd als den", mensen die het au fond ernstig
S, in betekenis van menen maar die niet naar de letter
hebben geschonken, omdat het over „Het huishouden van Jan Steen", der wet WÜIen zien Nlets hinderde
het algemeen slechts een zeer geriu- waarmede over het algemeen niet hem meer dan schijnheligheid; gees-
ge belangstelling hiervoor aan de dag veel goeds bedoeld wordt. Het zijn de tigheid en openhartigheid zijn de
leet is ons tijdens de ieidse Braderie ;releo op de doe- kenmerken van Jan Steen, zoals die
legt, is ons tijdens de Leidse Braderie ken van Jan S een, die hem in deze in zlJn werk ,ot ons gekomen zijn
betekenis populair gemaakt hebben. maar sIordigheid en iosbandigheit
Dat hiermede aan zyn naam in zeke- verfoejde hi
re zin oneer wordt aangedaan, moge i
schilders hun werk en staande voor ddatVJan'stee"'dei hcofdfi-' DELFT EN WARMOND,
de „blauwe stoel" van Will Tweehuy- guren zal zijn in de komende 3 Oc- Erg honkvast is Jai. Steen niet ge-
zen liet een dame zich ontvallen: „Dat tober-optocht „Leidse Meesters" geeft weest. Vijf jaar na zijn huwelijk ver- werken schilderde- de
is zeker modern. Geef mij dan het ons aanleidinS iets over zÜn leven. huisde hij naar Delft en huurde er
persoon en werK te vertellen. een brouwery, die blijkbaar niet flo-
nog eens duidelijk geïllustreerd. On
der het Stadhuisbalcon aan de Vis
markt exposeerden de Leidse kunst-
OPLEIDING IN UTRECHT.
ouderwetse maar zoals die schilderijen
van Vondel.." Vermoedelijk is deze j
dame gaarne bereid te geloven, dat
„Josef in doodsangst'
werd door Gvsbrehe van Aemstel» dersopleiding bij Nicolaas Knupfer plaat,
werd door Gysbrgbe van Aemstei. tg utrecht en daarna vertoonde hij
Neen, het is met de kunstkennis zich opmerkelijk veel in de Haagse Het wj
van ons volk niet bijzonder rooskleu- i omgeving van de bekende land- van zijn
Hoenderhof
(16G0), waarin Jan Steen zich ook
reerde, want 'reeds twee jaar later Iiet kennen als een zeer gevoelig
vond men hem in Warmond, waar mens. Men behoeft daarvoor slechts
tig was. In dit opzicht spreekt de
religieuse intentie van zijn „Em
maüsgangers" wel zeer sterk.
De tijd is gelukkig voorbij, dat
e geloven, dat Jan Steen werd in 1626 te Leiden zijn woonhuis nog wordt aangewe- het drinkende lammetje, de kippen I men Ja steen zae als een tvoe van
geschreven ^kore^-.S^rrifver e6n grote bronzen gedenk" j en eenden te zien. Een prinses gelijk j losbandigheid, zoals men in de 18e
I is het lieve kleine meisjé op de voor- j eeuw sterk geloofde. Thans vindt
s in Warmond dat hij een j grond en zelfs de twee aartsleliike I meiJ ovaral erkend, dat hij een harde
z. 4- voi „„a ,.a werker is geweest, een goed huisva-
beste en meest bekende j knechten hebben op hun gezicht een der en een eerlijke kerel. Een schil-
glans van zonnigheid. Jan Steen schil-der, die van nature zeer bijzondere
derde dit doek voor de Warmondsegaven had en wiens grootste talent
het was het weergeven van zijn grote
famihe Van Wasenaer, mei op de kijk op de mensen. Geer, enkel gdbaar
achtergrond het kasteel Oud-Teylin- J ontging hem; de koppen op zijn doe-
LEIDSE STRATEN EN STEGEN
20. I
pEEN DER BEWONERS zal ons de
bewering kwalijk nemen, dat er
over de Rembrandtstraat niet zoveel
valt te vertellen. Maar over de man, J
naar wie deze straat genoemd werd,
des te meer! De straat zelf is geen
compliment voor de wijze waarop
Leiden zijn grote mannen pleegt te
eren. De Steenstraat of Breestraat
zou nauwelijks goed genoeg geweest j
zijn om de naam van de grote Rem-
brandt in de herinnering der Leide-
naars te bewaren. Ter verdediging
van deze kwalijke keus kaï echter
opgemerkt worden, dat de Rem- j
brandtstraat in de onmiddellijke na-1
bijheid ligt van de "Weddesteeg, aan
de overzijde van het Noordeinde,
v/aarin Rembrandt werd geboren. Een
gedenksteen in perceel 11 wijst de
plaats aan waar zijn geboortehuis
stond.
De Rembrandtstraat werd in 1877
aangelegd op de Gedempte Vest-
gracht, of wel de gedempte Binnen
vestgracht. De huizen aan de West
zijde zijn gebouwd op de vroegere i
vestwal en mogen dus stevig gefun
deerd heten. Na het dempen werd de
grond aan de kant van de Groenha-
zengracht bestemd voo stadskweke- j
rij, die later wer'i overgebracht naar j
de Maresingel (thans terrein van de
Gem. Reinigingsdienst) en in 1912
naar éen stuk grond nabij Endegeest.
Hiermede is al verteld, dat de Rem
brandtstraat loopf van het Noordein
de naar de Groenhazengracht, even
wijdig aan de Oude Varkensmarkt,
eveneens afgesloten door een brug
met toegangshek naar de Doelenka
zerne. Maar waar de Oude Varkens-
markt, zoals wij vorige week schre
ven, door een monumentale poort
wordt afgesloten, heeft de Rem
brandtstraat slechts een eenvoudig
ijzeren hek, waaraan evenmin iets
bij/onders te zien is als aan de straat
zelf.
De huizen aan de zijde van de Wit
(Foto: „De Leidse Courant").
Op 19-jarige leeftijd reeds zelfstan- weinigen is zó juist als op hem het
dig werken. Hij kreeg bekendheid, woord van toepassing, dat kunste-
ook in Amsterdam, vanwaar hij in naars pas na hun dood geëerd wor-
1632 opdracht kreeg de beroemd ge- denZijn afgekeurde Nachtwacht,
worden „Anatomische les" te schil- is hèt pronkstuk van het Ryksmu-
deren. Hij vestigde zich in de hoofd- seum, dat alleen hierom duizenden be
stad en huwde in 1634 met Saskia zoekers per jaar trekt,
van Uylenburgh, die hem in 1641 hun Rembrandt heeft de mens in al
zoon Titus schonk. Een jaar later zijn diepten doorpeild en gevoeld; hy
reeds overleed Saskia en een twee- had oog voor a1 het goede en schone,
de rampspoed in dit rampzalige jaar maar ook voor het slechte en zwakke
was, dat de opdrachtgevers van zijn in de mens. Hij, die zo wreed door het
„Nachtwacht" hoogst ontevreden wa- lot behandeld is, wist wat vergui-
4 Al i ren. Vanaf dat jaar, keerde de kun-zing, miskenning en smart beteke-
te Singel worden voor een groot deel stenaar> dje reeds een groot fortuin nen; men vindt dit alles terug in zijn
in beslag genomen oor de Genie en
de Kon. Marechaussee. Het zijn grijs-
geverfde, eentonige huizen, die de
straat niet bepaald 'n florissant aan
zien geven. Men vindt er ook enige
ruimten van eon bierbrouwerij en
voor de rest staar, er gewone huizen,
een beetje oud, niets bijzonders.
Waarom wij dr.n deze week toch
over de Rembrandtstraat schrijven,
verklaart het komende 3 October-
feest met de optocht „Leidse Mees
ters", waarin Rembrandt van Rijn de
ereplaats krijgt. Eigenlijk is deze
ruimte veel te klein om iets te ver
tellen over deze grootste aller Neder
landse schilders, die reeds op jeug- J
iige leeftijd met roem beladen was.
verworven had, zich dieper in zich
zelf en stoorde hij zich minder aan
geldende kunstnormen, zodat hij het
publiek van hem vervreemdde. De-
opdrachten werden schaarser en men
ergerde zich aan zijn samenleven met
de huishoudster Hendrickje Stoffels.
Hoewel de inkomsten dus sterk te
rugliepen, bleef Rembrandt toch gro
te sommen uitgeven voor zijn kunst
verzameling, totdat hij in 1655 zelfs
tot boedelafstand moest komen. Ver
geten leefde hij voort op de Rozen
gracht, waar Hendrickje in 1662 en
Titus in 1668 stierven. Eenzaam
bleef hij achter met het dochtertje
Cornelia van Hendrickje. In 1669
stierf Rembrandt, een arme, onbe-
Hij werd geboren in 1606 en ging grepen en vergeten kunstenaar. Op
portretten. Ook zijn interieurs zyn
juweeltjes van schilderkunst, boven
iedere lof verheven. Heeft ooit een
schilder de Rembrandtieke lichtval
kunnen evenaren? Feilloos wist hij
een stemming, vorm en gebaar weer
te geven, deze grootste schilder van
zijn tijd.
Behalve met een straat eert Lei
den zijn nagedachtenis met een be
scheiden, maar fijnzinnig borstbeeld
in brons van Anton Dupuis op de
hoek NoordeindeWitte Singel, en
straks ook met enige groepen in- de
optocht, die hoe mooi wellicht öok
echter niet in staat zullen zijn
weer te geven wat heel de wereld
voor Rembrandt in opperste bewon
dering heeft gebracht. i
gen.
Dit schilderij demonstreert ook
voortreffelijk de liefde voor de de
tail, die Jan Steen in opmerkelijke
mate bezat ook al verloor hij daar
bij nooit de grote lijnen uit, het oog
zonder echter te vervallen in een
precieuse peuterigheid zoals men die
b.v. bij Van Mieris of Dou aantreft.
Vooral op de huiselijke taferelen ont
dekt men vele kleinigheden: een
eierschaal, een mes, een muziek
instrument, een hjnd, een nachtspie
gel, het liefst allemaal op de grond.
VAN LEIDEN NAAR HAARLEM.
In 1660 vinden we Jan Steen weer
in Leiden terug als lid van het Sint
Lucasgilde, maar een jaar later
woonde hij in Haarlem, waar hij de
grote Frans Hals ontmoette, wiens
grootse allures hem tot ander en
nog beter werk inspireerden. Uit
de Haarlemse tijd dateren wel zijn
beste werken, waarvan het grote fa
miliefeest en het „Soo gewonnen soo
verteert" wel de bekendste zijn. Het;
laatste schilderij vestigt de bijzon-1
zondere aandacht op de liefde van
Jan Steen voor het Hollands inte
rieur, waaraan hij veel aandacht
besteedde, zonder echter de aan
dacht af te leiden van het hoofd
motief. Telkens treft daarbij hoe Jan
Steen zijn mensen kende in lief en
leed, vooral in humoristische situa
ties, waarvan zijn „Driekoningen
feest" een der meest beroemde voor-
beelden is.
Acht jaar duurde zijn Haar
lemse periode. Toen zijn vrouw
overleed, keerde Jan Steen naar
Leiden terug, betrok een herberg
aan de Langebrug (tegenover de
Wolsteeg) en hertrouwde vier
jaar later met Maria van Egmont,
uit welk huwelijk een kind ge
boren werd, dat evenals de an
deren het H. Doopsel ontving. Jan
Steen was katholiek en hoewel hij
geen bijzonder vroom man ge
weest -zal zijn (op zijn doek „Ge
bed voor het eten" laat hij de
huisvader steelsgewijs knipogen
tegen de meid), mag toch aange
nomen worden, dat hij godvruoh-
I ken zijn prachtig geobserveerd en
vaak ongelofelijk raak getypeerd,
hetgeen in de „Vechtpartij" zo prach
tig tot uiting komt. Ook hier treft
weer zijn aandacht voor het detail.
VEELZIJDIG SCHILDER.
Jan Steen is niet alleen Neder
lands grootste schilder van huiselijke
taferelen geweest, hij heeft ook
naam gemaakt als schilder van bij
belse taferelen, mythologische voor
stellingen en historische onderwer
pen. Ook hierbij liet zijn Ibijna
spreekwoordelijke humor hem niet
in de steek, hetgeen de aandachtige
aanschouwer van zijn doeken wel
eens moeilijkheden oplevert. Zijn
„Bruiloft van Kana", een van de
mooiste stukken uit zijn vroegere
tijd, gelijkt een Hollands burgcr-
mansfeest, zó vol van komische trek
ken. Het is niet onwaarschijnlijk, dat
Jan Steen getracht heeft Christus
voor te stellen in al Zijn eenvoud,
bijna onopgemerkt tussen de gewone
mensen.
Vanzelfsprekend, dat een schilder,
die zóveel geschilderd heeft (Jan
Steen stierf op 53-jarige leeftijd en
liet 700 thans als echt erkende wer
ken na) niet altijd het uiterste van
zijn kunstenaarschap in zijn doek kon
leggen. Hij was zeer ongelijk en heeft
ook wel zwakke of slordige stukken
geschilderd, maar dit verhinderde
hem toch niet al tijdens zijn leven
zeer gewaardeerd te worden in het
eigen land, ook al werd zijn kunst
niet hoog betaald, omdat dit in het
algemeen niet de gewoonte was. Hier
uit moet overigens niet afgeleid wor
den, dat Jan Steen permanent in
geldgebrek verkeerde, zoals men
wel eens gaarne wil beweren; niets
is er, dat deze veronderstelling be
vestigt.
Vele werken zijn in de loop der
jaren naar het buitenland verdwe
nen, vooral naar Engeland en Duits
land, later ook naar Amerika. Maar
d© grote productiviteit van een van
Lcidens grootste meesters stelde Ne
derland in staat veel van zijn doeken,
zowel in musea als in particulier be
zit, te behouden. Nog dagelijks leg
gen zij voor de kunstminnende be
zoeker getuigenis af van het grote
talent, waarmede deze Lcidenaar
gezegend werd, een talent, dat Jan
Steen ten volle heeft uitgebuit tot
bewondering en vermaak van hen,
die in zijn doeken de humor vermo
gen te zien, welke hem tot grote
werklust gestimuleerd heeft.
Boven: In Warmond vindt men nog
het huis waarin Jan Steen enige ja
ren gewoond heeft. Naast de voor
deur bevindt zich een bronzen ge
denkplaat, die de herinnering aan
deze grote schilder levend houdt.
Foto: „De Leidse Courant".
Onder: een detail uit het bekende
schilderij „De triktrakspclers", dat
particulier eigendom is en zich in
Den Haag bevindt. De bond, die men
op vele huiselijke taferelen van Jan
Steen aantreft, ontbreekt ook hier
niet. Reproductie uit „Jan Steen, over
zijn leven en zijn kunst", door prof.
dr. W. Martin.
Vriendenkringdag
Morgen, de jaarlijkse Vrien
denkringdag in de vier paro
chies van de stad. Is 't nog nodig
al onze leden aan te sporen om
op die morgen te Communice
ren? Mij dunkt, de intentie van
dit jaar alleen al het behoud
van de vrede is een krachtige
stimulans om bij de Rex Pacis,
de Koning van Vrede, dit grote
goed, voor de gehele wereld van
zulk een kapitaal belang, aan
te bevelen. Mogen wc bij die
algemene H. Communie toch
niet vergeten onze geloofsgeno
ten in diverse landen, die onder
een onmenselijk regime van
dwingelandij en knechtschap, de
afschuwelijke gevolgen van het
gemis aan vrede ondervinden.
In het Lof van morgenavond zal
in onze parochiekerken door
daartoe uitgenodigde predikan
ten de glorie van Christus in de
H. Eucharistie worden verkon
digd en zullen we weer eens
worden gewezen op het groot
geestelijk nut van een intens
eucharistisch leven.
Leden van de Vriendenkring,
weeSt op die avond in uw paro
chiekerk.
Kapelaan J. v. ADRICHEM,
Geestel. Adv.