Nu staat het definitief vast: eind-September rijden we hoog Leidse Spoorwegwerken vorderen Het Stationsgebouw wordt afgewerkt JSied aan deze tyd DREES Sen waeóiijn RAAKT ZOEK 2> ZATERDAG 19 JULI 1952 DE LEIDSE COURANT TWEEDE BLAD PAGINA 4 Modern systeem van kaartjes-verkoop HOEWEL een buitenstaander zich nog steeds afvraagt hoe dat mo gelijk kan zijn, vertellen de betref fende spoorweg-deskundigen met grote stelligheid, dat de treinen eind- September hoog rijden, hetgeen wil zeggen, dat op die datum het nieuwe stationsgebouw en de hoge spoordijk in gebruik genomen worden. Een leken-oog constateert, dat er dan nog heel wat werk verzet moet worden, hetgeen de spoorweg-autoriteiten trouwens niet ontkennen, maar de zelfde leek zal moeten toegeven, dat er de laatste weken ontzettend veel gedaan is. Men ziet als het ware iedere dag het plan groeien tot het geen duizenden Leidenaars al jaren lang als een bijna niet te verwezen lijken droom voor ogen heeft gestaan: een nieuw station en een tunnel bij de Rijnsburgerweg! De laatste vorderingen zijn wel het aansluiten van de hoge spoorbaan op het onlangs gereedgekomen nood- viaduct, het legger, van rails en het aanbrengen van de electrische dra den. Bovendien ziet men dagelijks de werkzaamheden op het nieuwe per ron vorderen en lest best! het nieuwe station zijni voltooiing nade ren. Over twee weken zal de schut ting, die de schepping van ir. Schel ling thans nog aan het oog van de voorbijganger onttrekt, worden af gebroken, zodat iedereen dan zien kan door welk gebouw hij de eer ste tientallen jaren de treinen kan bereiken. Het gebouw is zo goed als gereed. VOETBAL JAARVERGADERING UVS. De Leidse Voetbal- en Ath.ver. hield haar Algemenie Jaarvergadering in „Oud-Hortuszicht". De diverse jaarverslagen werden op een enkele opmerking na onder dankzegging goedgekeurd. Uit het jaarverslag van de pen ningmeester blijkt, dat de vereniging op een goed seizoen kan terugzien. De bestuursverkiezing had tot re sultaat, dat de heren H. Kramp, H. Laman en J. P. Ouwerkerk werden herbenoemd, zodat het bestuur er als volgt uitziet: J. Wondergem voorzit ter, H. Laman seer., J. P. Ouwerkerk penningm., H. Kramp 2e voorz., J. Franken 2e secr., J. Toorens 2e pen ningm. en H. W. v. Bovene Alg. be stuurder. Voor de elftalcommissie van de K.N.V.B.-elftallen werden gekozen: F. H. Franken. J. B. v .d. Heemst, I. Beekman en J. Onvlee. De elftalcommissie voor de lagere elftallen werd als volgt samenge steld: R. Theelen, G. Fisser, J. File- mon en G. v. d. Empel. Ballotage-commissie: H. Laman, W. Hess, H. Bakker, A. Leune en C. Oudshoorn. Kas-commissie: K. Burgy, P. Klink hamer. mr. E. P. Uittenbroek, pl.c G. F v. Bovene. Na een geanimeerde rondvraag, waarin de vragenstellers tot volle te vredenheid door de voorzitter beant woord werden, sloot de voorzitter om 23.45 uur deze 38ste jaarvergade ring. Links: Op het dak van het P.T.T.- kantoortje op het Stationsplein heeft men een aardig gezicht op beide sta tionsgebouwen, links een deel van het oude station, rechts een stuk (met schoorsteen-toren) van het nieuwe gebouw. Duidelijk tekenen de verschillen in bouwstijl zich op deze foto af. Tussen beide gebouwen in ziet men de eenvoudige restauratie, die op het perron gebouwd wordt en daaronder een der perrontunnels-in- aanleg. Rechts: In de hal waar over zes weken de plaatskaartjes verkocht moeten worden, is men thans nog druk bezig met de inrichting. De bouw is echter al zóver gevorderd, dat men een indruk krijgt van hoe het worden zal: ruimte, lucht en licht! Onder: In de grote rijwielkelder onder het stationsgebouw wachten reeds de „banaan-stellingen" op de fietsende reizigers. (Foto's: „De Leidse Courant"). Reeds nu treffen de strakke lijnen door hun eenvoud, die het materiaal duidelijk laat uitkomen. De bouw heer heeft geen enkele poging ge daan te verhullen, dat zijn schepping uit het meest eenvoudige materiaal is opgetrokken: beton. De ranke zuilen voor de hal ontnemen echter alle plompheid aan het gebouw en de grote ramen geven er zelfs iets speels aan, iets vrolijks. De warm gekleur de baksteen, waarmede de muur vlakken van het achter de hal lig gende gebouw werden opgevuld, doen het zijn strengheid verlie zen, zonder dat de strakke moderne lijn geweld wordt aangedaan. Hier en daar werd het beton met de zand straal bewerkt, waardoor het mate riaal nog beter tot z'n recht kwam en zelfs als versiering dienst doet. Louter licht en ruimte. De grote hal is een combinatie van louter licht en ruimte. Men kan zich niet voorstellen, dat hier ooit ge drang zal ontstaan, al zijn er duizend reizigers tegelijk binnen! Trouwens, het meest moderne systeem van kaartjes-verkoop zal gedrang over bodig maken. Evenals in Hengelo, Zutphen en Enschede zal ook in Lei den het z.g.n. Bollmann-systeem wor den toegepast. Tot op heden heeft de lokettist staande kaartjesbakken om zich heen, waaruit hij de kaartjes neemt. Het nieuwe systeem kent lig gende kaartjesbakken, zes voor ieder loket, waarin 288 soorten kaartjes geborgen kunnen worden, ter hoogte van het tafelblad. Een draaiende stoel maakt het de lokettist mogelijk vlot in iedere gewenste kaartjesbak te grijpen. Na afloop van zijn dienst uren neemt hij de zes bakken uit de tafel en plaatst zijn aflosser zijn j eigen bakken er in, zodat het tydro- vende overdragen voorkomen wordt, j De lokettist kan naderhand rustig elders afrekenen. j Dit systeem heeft ook tot voor- J deel, dat de wanden der lokettep Ivan glas kuninen zijn, hetgeen de hal een veel vriendelijker aanzien geeft. In de glazen wanden wor den hygiaphoons hygiënische geluid-versterkers geplaatst en daaronder de draaischijven voor geld en kaartjes, die door de lo kettist met een simpele hand- of voetbeweging bediend kunnen wor den. Zeer practische indeling. Hoe het worden moet, is thans reeds duidelijk te zien, al zyni de werklieden nog lang niet klaar. In de hal is men thans bezig de vloer te leggen, ramen in te zetten, kaart jes-tafels te plaatsen, enz. Vraag niet hoe, maar het komt klaar. Over zes weken moet alles in orde- zijn! Wie de kans krijgt even rond te neuzen in het nieuwe gebouw, ziet nu ook hoe eenvoudig en doeltref fend de inrichting is. Om gedrang te voorkomen, heeft de ontwerper er met succes naar gestreefd de komen de en gaande reizigers volkomen van elkaar te scheiden. Zij hebben afzon derlijke in- en uitgangen, richtingen en tunnels. Botsingen zijn dus uitge- sloten. Via de loketten vindt de komende reiziger, vanzelf de weg naar de per rons; al zijn de perrontunnels nog niet helemaal klaar, men kan toch zien hoe het worden zal. De beide middenmoten kunnen pas gebouwd wordeni als de trein eenmaal hoog rijdt, omdat zij komen moeten op de plaats van de huidige spoorbaan, die het nieuwe gebouw van de verhoog de spoorbaan-met-perrons scheidt. Op weg naar de vertrektunnel komt de reiziger langs het inlichtingenbu reau en langs de plaats waar hij lec tuur kan kopen (links in de hal). Rechts bevinden zich de snel- en ex- presgoed-afdeling, aansluitend op de bagagetunnel (die een lift naar het perron heeft). Op de eerste verdieping worden de dienstvertrekken ondergebracht: het kantoor van de stationschef, het bureau van de stationsrecherche, een opzichterskamer en een kamer voor de uitbetalingen. Bovendien wordt hier de centrale post voor wissels en seinen ingericht. De be diener hiervan heeft weliswaar geen onbelemmerd uitzicht op de hele baan, maar hij heeft dat ook niet nodig, omdat het gehele em placement op een bord voor z'n neus komt te staan met een inge wikkeld, maar doeltreffend, sys teem van lampjes, waarop hij pre cies kan aflezen hoe het met de wissels en seinen gesteld is. Deze „blinde" regeling wordt reeds met succes in het nieuwe station van 's Hertogeribosch toegepast. Ruimte voor 1.700 rijwielen. Onder het gebouw bevindt zich een enorm grote kelder, die dienst zal doen als rijwielbergplaats, zodat de houten loodsen bij het kantoor van de L.D.M. straks kunnen verdwijnen. In de z.g.n. „banaanstellingen" zal hier plaats zijn voor 1.700 rijwielen. De stalling zal vanaf het Stations- HET FEUILLETON VAN GISTEREN Zoals onze trouwe feuilletonlezers en -lezeressen gisteren onge twijfeld gemerkt zullen hebben, behoorde het op de plaats van het feuilleton gepubliceerde verhaal in het geheel niet tot de roman van Willy Waterman. Er heeft zich een verwisseling van copy voorge daan, waarvoor wij onze verontschuldigingen aanbieden. Vandaag gaan we verder met no. 2 van de woestijn, die zoek raakte. plein zeer gemakkelijk te bereiken zyra, zodat fietsende reizigers in een minimum van tijd op de trein kun nen overstappen. Los van deze stal ling is er ook nog een ruime rijwiel stalling voor het spoorwegpersoneel. Ondertussen wordt er ook gewerkt aan de bestrating (rode tegels) van het nieuwe stationsplein, zodat, wan neer straks de houten schutting ver dwijnt, men direct een fraai gezicht heeft op het nieuwe station. De laatste fase. In koortsachtige haast wordt er gewerkt aan de Haarlemmertrek vaart, waar men door zandver- schuivingen stagnatie ondervonden heeft in de aanleg van de hoge spoorbaan. Het heien van extra pa len is dezer dagen ten einde geko men; men is thans bezig aan de laatste „ontlastingsvloer", waarna de nog ontbrekende 4.000 m2. zand. kan worden aangevoerd. Daarna zal op dit stuk nog begonnen moe ten worden met het aanleggen van rails en electrische draden. En tofch eind-September klaar? Hoe is het mogelijk! Overigens zal de datum van eind- September slechts een mijlpaal zijn', geen eindpunt. Want als de treinen eenmaal hoog rijden, kan pas begon nen worden aan de laatste fase: de afbouw van het viaduct Rijnsburger weg, waaraan het middenstuk nog steeds ontbreekt. Ook de Gevangenis laan-tunnel kan dan afgebouwd wor den. Beide ontbrekende delen komen te liggen op de huidige spoorbaan. Juist dezer dagen is bekend gewor den, dat de Spoorwegen in overleg met het Gemeentebestuur toch maar besloten hebben de wanden van de tunncnls Rijnsburgerweg en Gevan genlaan te betegelen, hetgeen de tun nels een lichter aanzien geeft, wat be sparing van stroom ten gevolge zal hebben. Bezuinigingsmaatregelen hadden deze tegels aanvankelijk ge schrapt. Ook het viaduct Haarlemmerweg Haarlemmertrekvaart—Maredijk moet nog afgebouwd worden. Om die re den is deze week het rij verkeer over de Haarlemmerweg stopgezet; slechts wielrijders en voetgangers kunnen er de overweg nog passeren. Pas over anderhalf jaar kan het verkeer maar dam door het viaduct hier weer normaal passeren. Zo vordert het Leidse Spoorweg plan, het millioenenplan, dat Leidctn wanneer in 1954 alles klaar is een nieuw gezicht zal geven. Een fraai gezicht bovendien, een gezicht van moderne, zakelijke, strakke lij nen, dat in de plaats komt van het paleisachtige, bombastische en onprac- tische gezicht, dat onze voorouders in 1880 als station gebouwd hebben! Ons aller vader Willem Drees zit rustig te formeren hij praat zich al drie weken hees met allerhande heren. Die nodigt hy heel hups en net te komen in zyn kabinet. Dan praten ze een uur of wat in 't allerdiepst vertrouwen hoe ze dat nieuwe kabinet doortimmerd zullen bouwen. Een plankje hier, een plankje daar, zo komt dat kastje voor elkaar! Drie weken timmert Drees nu al met passen en met meten geen plankje en geen spykertje heeft Vader Drees vergeten. Hij kreeg in 't werk zelf nu pret en heeft het in de beits gezet. Hy had een tekening gemaakt, voorzichtig, als een prentje, een nette blauwdruk was al klaar, een goed doortimmerd tentje. Maar één bewoner van die tent blykt achteraf niet zó content. Dus timmert Drees weer rustig door bedenkend schone dingen, aan goede raad leent hij het oor om 't niet te laten springen. Zyn spreuk is anders niet dan: wees Volhardend en: je maintiendrees. TROUBADOUR. DOOR WILLY WATERMAN „Vijf millioen," zei Clim. „Grote goden!" zei Peter, diep ge schokt, „barman, twee Martini." Hij stak een cigaret aan en schoof vol ontzag de ander zijn koker toe. „Allemachtig!" herhaalde hij, „jij bent toch niet dezelfde Perroney, waarover de kranten een jaar of zo geleden die opgewonden verhalen hadden, diezelfde Perroney, die een oude duikboot kocht, ermee de Hud son opvoer, de gehele regering en twee eskaders slagkruisers op de been bracht, omdat niemand wist, tot welke nationaliteit dat ding be hoorde?" Clim knikte. „Die gek was ik," be kende hij. Peter leefde op. De bewuste cou rantenberichten had hij steeds met groot enthousiasme gelezen, maar Amerika liep over van Perroney's in alle soorten en maten en hij had, bij zyn stille sympathie voor dien onbe kende geestverwant, geen ogenblik gedacht, dat die geestverwant zyn oude collegekameraad kon zijn. „En jij bent dus diezelfde waanzin nige, die met vier vrienden, in de tijd, dat de States nog waren droog gelegd, uit een oude sproeiwagen 'n gratis glas bier schonk, en de oorzaak was, dat drie brigades politie met gummiknuppels een paar uur nodig hadden, om de we weer vrij te krij gen?" Clim kon bij die herinnering een lach niet onderdrukken. „Ik was die idioot," bevestigde hij, „het duurde vier uur, voor ze de rel uit elkaar hadden.Er kwamen steeds meer lui bij dan er werden weggetimmerd, 't leek wel, of heel New York op Broadway stond. Later wilde de poli tie alsmaar weten, waar ik dat bier vandaan had gehaald, maar tenslotte lieten ze me los, met alleen een reu ze boete." Hij zweeg even, nam een slok van zijn cocktail, strekte zijn rug en keek scheef door de rook van zijn cigaret. „Vertel jij me nu niet, dat jij die befaamde Regan bent, die constant zijn neus in wesoennesten steekt!" Peter knikte. „Lk vrees, jeugdige vriend," bevestigde hy, „dat mijn neus lang, heel lang geleden de ei genaardigheid had, als vanzelf in las tige situaties verzeild te raken, maar dat is nu helaas voorbijvroeger beleefde ik nog wel eens het een en ander, maar tegenwoordigHij bromde van afschuw, haalde een oude, smerige pijp te voorschijn en begon ze te stoppen uit een tabaks zak, die er uit zag, of het een erf stuk was van Abraham Lincoln. De rrran achter de bar, die op dat ogen blik niets te doen had, sloeg hem glimlachend gade. Hij kende Peter Regan's fooien en verdroeg minzaam de stank van diens pruttelende pijp. De pijp in kwestie brandde nu. Een lange trek eraan, ontlokte haar een enerverend gereutel en Peter een blik vol vertedering. Dan blies hij de rook uit in de richting van de sier lijke palmen naast hem en klaagde zyn nood. „De amusante tijden zijn voorbij. Ik ben op zoek naar wilde avonturen maar er gebeurt absoluut niets. Een van mijn beste vrienden is getrouwd, een ander ligt in een hospitaal, die ramde midden in de nacht de pier van de jachtclub te Miami met een motorboot een derde ging met kennissen naar Europa en raakte on derweg tot over zijn oren verliefd, enfin, het resultaat is, dat ik moeder ziel alleen ben achter gebleven op deze wereld. Ik heb er over nage dacht, een paar stokers om' te kopen, om in de nacht hier aan boord wat voor spook te gaan spelen. Ik heb 't denkbeeld laten varen, op je eentje is dat een schamel genoegen, maar het bewijst wel, tot welke diepte ik ben afgezakt." Clim lachte. „Zeg, Regan, weet je wat er met jou aan het handje is?" Peter keek verschrikt op. „Vertél me niet, dat ik last van zenuwen heb of een zwakke maag of iets der gelijks." „Zenuwen," lachte Clim, „als jij last van zenuwen hebt, dan heeft 'n orang oetang ze ook. Nee. ik had het zelfde als jij, een jaar geleden, al leen een graadje erger. Ik ging melig naar bed en stond nog meliger op, vond alles stom vervelend, had een hekel aan auto's en motorboten, aan de lui om me heen en de ergste he kel aan me zelf. Op het laatst was het zo erg, dat ik de straatvegers be nijdde, die me 's morgens vrolijk goeden m'orgen wenste, als ik na een of andere fuif, dik in de olie naar huis.-reed- Het werd steeds erger, tot het geval zichzelf oploste: ik raakte mijn geld kwijt. Binnen vier dagen had ik practisch geen cent meer en toen ik een week zonder geld zat, bemerkte ik beterschap. Kijk niet zo ongelovig, ik heb het meegemaakt en kan het weten. Toen ik niet meer in een twaalf cylinder-auto kon rij den, maar er nog slechts met grote moeite een oude vier-cylinder op na kon houden, toen ik moest gaan uit rekenen, of ik me een winterjas kon permitteren, toen kwam het pleizier in al die dingen terug. Af en toe verdiende ik wat bij met schrijven voor couranten, onder journalisten had ik nog massa's kennissen zitten uit mijn gekke dagen; en drie maan den na de krach was het een waar feest voor nre, als ik eens goed kon dineren." Hij hield op en klopte de as van zijn sigaret. Peter had vol belang stelling geluisterd. Met zijn pijp in' de hoek van zyn mond vroeg hy verbaasd, „maar wat voer je dan voor de drommel uit op het eerste klasse dek van een luxe stomer? Wil je het volmaakte geluk deelachtig worden, door je laatste restant geld er ook nog door te jagen, of heeft een van je oude vrienden je ergens een goed baantje bezorgd?" Clim haalde de schouders op. „Van al mijn vroegere vrienden, zie ik er nu geen een meer. In het begin vonden ze het allemaal even beroerd, kwamen me geregeld op zoeken en zo, maar na twee weken was het nieuwtje er af. Toen ik niet meer geregeld met hen mee kon doen, vergaten ze me langzaan? maar zeker. Een paar van hen wilden me een baantje op kantoor bezorgen, maar geen van hen had in die tijd zoveel te vertellen, dat hij me een werkelijk behoorlijke baan kon ge ven. En als klerk ergens te gaan zitten, dat vertikte ik, dan was ik nog veel liever chauffeur geworden. Maar met dat al moest ik myn eigen kostje op scharrelen. Twee maanden geleden kwam ik nog een paar van mijn oude vrienden op straat tegen, ze waren allemachtig vriendelijk en zo, maar ik hoorde niet meer bij de grote troep, je weet hoe dat gaat." Hij zweeg even en stak een nieuwe sigaret op. Peter keek hem peinzend aan. „Maar je moet toch behoorlyk by- verdienen .buiten de kleine rente van.je overgebleven kapitaal, anders kan je toch niet eerste klas op een mailboot reizen?" (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1952 | | pagina 8