Verdere belastingverlaging of verhoging der uitgaven momenteel niet verantwoord Het pensioen van mevr. Blokzijl Morgen ONZE dag Profetie over de dag van morgen DINSDAG 24 JUNI 1952 DE LEIDSE COURANT TWEEDE BLAD PAGINA 1 BELASTINGPOLITEEK EN MIDDENSTAND (Van onze belasting-medewerker). denstandskringen nogal al eens critiek los gekomen tegen de na oorlogse gang van zaken. Ook de ka tholieke Volkspartij heeft hiervan haar deel gehad. Hoe kan het ook anders. Zij heeft doorlopend de vol le verantwoordelijkheid willen dra gen in een periode, welke tot de moeilijkste van onze geschiedenis dient te worden gerekend. Direct na de oorlog moest orde gebracht wor den in een ontreddering die volko men was. Ons land was leeggeroofd en de staatsschuld bedroeg het ge weldige bedrag van achtentwintig milliard gulden. Het is dus te begrij pen dat de politieke taak van de K. V.P. en haar Kamerfracties zeer moeilijk was. En nog is haar werk wel zeer gecompliceerd en alles-om- vattend. Eén der moeilijkste vraagstukken was en is wel een zo billijk mogelij ke verdeling te verkrijgen van onze verarming en lasten. Vooral de di recte en indirecte belastingen zijn tot een ongehoord peil opgevoerd. De critiek is dus begrijpelijk. Wij moe ten echter eerlijk zijn! De Katholie ke Volkspartij heeft zeer veel be reikt. Het voornaamste is wel, dat zij zich met kracht heeft ingezet voor de strijd voor de handhaving van onze christelijke levensbeschou wing, hierbij de pauselijke encyclie ken tot richtsnoer nemend. Gestreefd is steeds naar een zo groot mogelijke sociale zekerheid voor de gehele be volking. Daarbij hebben de speciale middenstandsbelangen steeds haar volle belangstelling gehad. Door een krachtige politiek is ook vooral op fiscaal gebied veel bereikt. Wij noe men hier dan nog maar de afschaf- fing van de ondernemingsbelasting. I .De ondernemer heeft deze extra I belasting van 12 percent altijd aan gevoeld als erg onbillijk. Daarna kwam de verlaging van sommige omzetbelasting-tarieven en een uit breiding van het, aantal vrijstellin gen daarvan, de verlaging van de in komstenbelasting (vooral van de middeninkomens, door toedoen van Lucas). Verschillende van dezei maatregelen zijn wel een verbete ring gebleken van de liquiditeit van de middenstand. Verder is de verla ging van de schoolgeldheffing nog te noemen. 1 Ook in de toekomst zijn weer be langrijke besluiten te nemen op fis caal gebied. Het standpunt dat de K.V.P. hierbij zal innemen, is vast gelegd in haar werkprogramma. Hieruit blijkt, dat met alle kracht zal worden gestreefd naar het oprui men van fiscale belemmeringen door herziening van de belastingwetge ving. Beoogd wordt o.m. verbetering van die belastingmaatregelen, die in stpijd zijn met redelijke bedrijfs economische opvattingen, met name ten aanzien van schijnwinsten. Nog steeds is bij de huidige fiscale winst bepaling niet ten volle gelegenheid gegeven op vervangingswaarde te waarderen, zodat daardoor altijd nog niet-rëele winst in de belastinghef fing betrokken wordt. Daarnaast worden gestreefd naar een lagere be lasting van winst, welke voor inves tering in het bedrijf blijft, mede ter bevordering van de interne finan ciering van de ondern'eming. Ook de vereenvoudiging van de verplichte administratie voor de loonbelasting en de sociale voorzieningen zal een onderdeel van het programma zijn, dat binnenkort verwezenlijkt wordt. Het is nu zo, dat de middenstanders thans een uitgebreide belastingad ministratie moeten voeren an des wege dus fungeren als onbezoldig de belastingambtenaren, ja zelfs de kans lopen om beboet te worden als zij, door drukke werkzaamheden verhinderd, niet tijdig hun vele for mulieren klaar hebben. In dit ver band is ook te wijzen op hei gediende wetsontwerp tot herziening van de Omzetbelasting. Hierdoor zullen, naar schatting, honderddui zend middenstanders niets meer met een Omzetbelasting te doen hebben. Geen administratieve rompslomp en geen fungeren als niet betaalde belastingontvanger! Juist door die Omzetbelasting raakten de kleine middenstanders zo vaak in financiële moeilijkheden. Als een zeer urgent punt van het werkprogramma der K.V.P. is nog aan te stippen de eis, dat de progres sie van de inkomstenbelasting zal worden verzacht, door rekening te houden met gemiddelden van de voorafgaande jaarinkomens bij de bepaling van het te betalen belas tingbedrag. Het is namelijk zo, dat bepaalde inkomens van jaar tot jaar fluctuèren. Doordat de fiscus uitgaat van ieder afzonderlijk jaar inkomen, wordt in dergelijke geval len belangrijk meer belasting gehe ven, dan van inkomens welke ge lijkmatig blijven doorvloeien. Ook hierin zal getracht worden d" nodi ge verandering aan te brengen. Tenslotte willen wij er nog op wij zen, dat de K.V.P. bij een eventuële algemene belastingverlaging zal wa ken voor een evenwichtige verhou ding tussen de directe en de indirec- belastingen. Dit is wel een evi dent belang voor grote gezinnen, omdat deze door de grotere con sumptie steeds de hoogste heffing van indirecte belastingen te dragen krijgen. Wij zien dus, dat de Katholieke Volkspartij ook in de komende par lementaire periode alleen al op het fiscaal terrein ontzaggelijk veel werk zal moeten verzetten, teneinde haar doelstellingen tot heil van on ze samenleving tot werkelijkheid te kunnen brengen. Wij dienen haar hierbij royaal onze volledige steun en medewerking te geven. Onze principiële gronden nog buiten be schouwing gelaten, dienen wij, al leen al gezien haar streven, in de eerste plaats te zorgen dat de K.V.P. als sterkste partij uit de stembus te voorschijn komt. Ook voor de middenstander is het dus: No. 1 VAN LIJST 1. F. D. Compensatie werknemerspremie Pleidooien voor Centrale Raad De Centrale Raad van Beroep te Utrecht behandelde gisteren het be roep van mevrouw BlokzijlBehle tegen de beslissing van de Pensioen raad, waarbij haar het recht op pen sioen werd ontzegd. Zoals men zich zal herinneren heeft de minister van Onderwijs, K. en W., prof. Rutten, geruime tijd geleden de beslissing genomen om Max Blokzijl die wegens verregaan de collaboratie ter dood is gebracht, voor tien procent in zijn pensioen rechten te herstellen. Dit opende voor zijn weduwe de mogelijkheid een weduwenpensioen aan te vra gen. De pensioenraad heeft op deze aanvrage echter afwijzend beschikt. Als pleiter voor mevrouw Blok zijl, thans woonachtig te Wassenaar, trad op jhr. J. A. H. van der Does, belasting-consulent en economisch adviseur te Arnhem. Mevrouw Blokzijl was de weduwe van een met uitzich op pensioen ont slagen ambtenaar, wiens dienstver band is verbroken door de dood van betrokkene in Maart 1946, aldus de heer Van der Does. De beëindiging werd echter door het Zuiveringsbe sluit 1949 teruggeschoven naar 1945. Door het met terugwerkende kracht gewijzigde Zuiveringsbesluit 1950, dat in de plaats kwam van het vorige Verlaging omzetbelasting Gaat 1 Juli in De verlagingen der omzetbelastin gen, voortspruitende uit de door de Eerste Kamer aanvaarde herziening van enige tabellen, zullen per 1 Juli ingaan. Voor de desbetreffende goederen, welke op die datum bij de kleinhan del (kleinhandelaar, groothande laar, grossier, importeur) in voorraad zijn, zal een teruggaaf van belasting worden verleend. besluit, werd de dienstbetrekking niet beëindigd door de dood doch door het oneervol ontslag. In verband hiermee bestaat volgens pleiter ook het recht om alsnog de vereiste pen sioenpremie te betalen. Pleiter concludeerde dan ook tot toekenning van het gevraagde pen sioen. Namens de Pensioenraad verde digde mej. mr, Ilsen, referendaris van de raad, het standpunt van deze instantie. Zij verklaarde daarbij uit drukkelijk zich louter tot zakelijke argumenten te zullen bepalen. Haar betoog kwam in hoofdzaak hierop neer, dat de in Maart 1946 overlijden Max Blokzijl niet als pen sioengerechtigd ambtenaar in de zin van de wet kan worden beschouwd. Derhalve kan ook de weduwe van de overledene geen recht op pen sioen doen gelden, De «Centrale Raad zal 14 Juli a.s. uitspraak doen. Het Rijk draagt zware lasten voor de bestrijding der werkloosheid In antwoord op vragen van het lid der Tweede Kamer, de heer Hooy (KVP) in verband met de compensatie van de werknemerspremie voor de op 1 Juli 1952 in werking tredende werkloosheidswet heeft de minister-president, minister van algemene zaken, mede namens de ministers-van sociale zaken en volksgezondheid, van landbouw, visserij en voedselvoorziening, van financiën, en de minister zonder portefeuille, prof. Albregts, geantwoord: „Het is juist, dat de regering overeenkomstig het advies van de Stichting van de Arbeid zich op het standpunt stelt, dat de werknemerspremie voor de werkloosheidswet, welke wet op 1 Juli in werking treedt, door een loons verhoging moet worden gecompenseeerd. wille van de bestrijding der werk loosheid en ter verlichting van de premielasten van de wachtgeld- en werkloosheidsverzekering op zich neemt, acht de regering het niet ver antwoord nog verder te gaan ten aanzien van de tegemoetkoming in de premiebetaling. In het antwoord op de tweede vraag is reeds aangegeven, dat door de maatregelen der regering een be langrijke vermindering van de last, welke ten gevolge van de looncom- pensatie optreedt, tot stand is ge bracht. De regering acht het niet waarschijnlijk, dat het restant in het algemeen tot enigszins omvangrijke moeilijkheden aanleiding zal geven. Ten aanzien van de vraag of de internationale concurrentiepositie van het bedrijfsleven door de invoering van de werkloosheidswet zal worden geschaad, zij het volgende opgemerkt. Enerzijds bestaat in alle landen, die hierbij van belang zijn, een overeen komstige verzekering, waarvoor de premies mede door het bedrijfsleven worden opgebracht. Anderzijds zal men de onderhavige regelingen moe ten zien als onderdeel van het ge hele loon- en prijsbeleid. Voor de versterking van onze in ternationale concurrentiepositie is het van grote betekenis geweest, dat dit beleid een rustige ontwikkeling van het kosterupeil heeft mogelijk gemaakt, terwijl men in de meeste andere landen de ontwikkeling van het loon- en prijsniveau minder goed in de hand heeft kunnen houden. Wij liggen dus met het niveau van onze lonen en prijaen relatief gun stig. In hoeverre een vermindering van de werkgelegenheid uitsluitend ten gevolge van de bemoeilijking van de internationale concurrentiepositie valt te verwachten, zal afhangen van de ontwikkeling van de relatieve kostenpositie. Ten aanzien van de bedrijfstakken, die meer dan de gemiddelde premie voor de wachtgeld- en werkloos heidsverzekering zullen moeten op brengen, dient er in de eerste plaats op te worden gewezen, dat deze niet Vragen van Tweede Kamerlid Hooy (KVP) De vraag of het verder juist is, dat, in tegenstelling tot het advies van de Stichting van de Arbeid, daaruit voortvloeiende hogere bedrijfslasten slechts ten dele wordt tegemoetgekomen door een verlaging van de vereveningsheffing van procent en een verlaging van de kin derbijslagpremie van y2 pet. wordt eveneens bevestigend beantwoord, met dien verstande, dat bovendien nog aan 'het bedrijfsleven tegemoet is gekomen door een verlaging van de premie voor de werkloosheidsver zekering van 2,8 pet. tot 2,4 pet. in het vooruitzicht te stellen. Deze ver laging werd verantwoord geacht met het oog op de voor het algemeen werkloosheidsfonds door de zg. over gangsregeling geschapen verlichting van lasten en de ter bestrijding van de werkloosheid genomen maatre gelen. Aangezien de helft der bedoel de verlaging aan het bedrijfsleven ten goede komt, bedraagt de totale tegemoetkoming derhalve 1,2 pet. Dit percentage moet gesteld worden te genover het gemiddelde percentage der voorgeschreven looncompensatie, waarvan door de Stichting van den Arbeid werd uitgaan, zijnde 2 pet. Rijk nam zware lasten op zich. Bij de beoordeling van de moge lijkheid om aan de hogere bedrijfs lasten ten gevolge van de werkloos heidspremie nog verder tegemoet te komen ten laste van de schatkist zal men zich voor ogen moeten stellen, dat reeds op andere wijze het rijk aanzienlijke 'bedragen voor uitkerin gen aan werklozen uitgeeft en dat tot vele maatregelen, geheel of ten -dele strekkende tot vergroting van werkgelegenheid, is besloten. Hiervoor zij gewezen op de volgende punten: 1. Het voor rekening van het rijk blijven nemen van de uitkeringen aan alle werklozen, die reeds voor 1 Juli werkloos zijn, op grond van de overgangsregeling werkloosheidswet 12.000.000. 2. De helft van de werkloosheids- premie (voor het tweede halfjaar 1952) ƒ30.000.000. Verhoging van de post op hoofd stuk XIV der rijksbegroting 1952 voor kosten van de werkgelegenheids- politiek 36.000.000. Opneming op hoofdstuk VIT der rijksbegroting 1952 van een post voor de verlening van voor- voorschotten voor werken, uit te voeren in het belang van de werk verruiming door lagere publiekrech telijke lichamen f 25.000.000. Verlaging van de sigarenaccijns 20.000.000. Voorzieningen met betrekking tot de exportbevordering f 70.000.000. 7. Verlaging van het tarief van de omzetbelasting voor diverse goederen 12.000.000. Versnelling van de oorlogs schade-uitkeringen ƒ43.000.000. Verhoging van de post woning verbetering en woningsplitsing ter stimulering van het onderhoud 3.000.000. 10. Verhoging van de post premiën ten behoeve van natuurlijke en rechtspersonen ten behoeve van de bouw van woningen f 22.000.000. Nog meer lasten niet verantwoord Mede op grond van deze, groten deels nieuwe lasten, die het rijk ter antplafpiny fiil SlhitipA Hedenavond om half acht spreekt prof. mr. C. P. M. Romme over de K.R.O.-zen der onder de titel: „Morgen onze dag". Dit is de ravage, welke werd aangericht op de vierde étage van het gebou wencomplex van Philips aan de Emmasingel te Eindhoven, tengevolge van etn ontploffing, welke zich Maandagmorgen vroeg heeft voorgedaan. Geen tomaten voor België Onbevredigende export-regeling Met ernstige bezorgdheid heeft de Stichting voor de Landbouw, naar zij minister Mansholt schrijft, kennis ge nomen van het feit, dat de Belgische regering de invoer van Nederlandse tomaten heeft stop gezet, nadat zij tevoren reeds door hoge heffingen aan deze invoer ernstige belemme ringen in de weg had gelegd. Deze handelwijze, hoewel formeel niet in strijd met het protocol, toont weer aan de onbevredigende wijze, waarop volgens de Stichting voor de Landbouw de export naar België geregeld is. Het hoofdbestuur vraagt de minister van Landbouw dringend, de instelling van een^ge- mengde commissie, waarin Nederland en België gezamenlijk de te treffen maatregelen kunnen bespreken. Geen kinderverlamming in Bunde Kindertehuizen leveren geen gevaar op Naar aanleiding van de gevallen van kinderverlamming, die de laatste tijd gemeld zijn, is bij velen de in druk gewekt, dat het minder raad zaam zou zijn de kinderen in de ko mende maanden deel te laten nemen aan een der kinderuitzendingen, spe ciaal naar het kindertehuis te Over- bunde in Limburg. Met nadruk wordt er daarom op gewezen, dat in geen der kindertehuizen nog een geval van kinderverlamming is geconstateerd, terwijl in Midden-Limburg in het ge heel geen gevallen van kinderver lamming voorgekomen zijn. Uit een onderzoek, ingesteld door de Hoofd inspectie van Volksgezondheid, is ge bleken, dat er in de kindertehuizen practisch geen besmettingsgevaar voor deze besmettelijke ziekte aan wezig is. Het zou daarom in hoge mate onverstandig te noemen zijn, indien men kinderen, die in aanmer king komen voor de kindertehuizen, zonder meer mogen worden vereen zelvigd met bedrijfstakken, waarin de bedrijifsuitkomsten ongunstig lig gen en welke om die reden niet tot het dragen van de onderhavige last in staat zouden zijn. Voorts zijn met betrekking tot de landbouw en visserij maatregelen in overweging om de wachtgeldfondsen in deze bedrijfstakken door toepas sing van artikel 36, lid 5, of artikel 43 van de werkloosheidswet vanwege het algemeen werkloosheidsfonds te gemoet te komenv Met betrekking tot de havens van Amsterdam, Rotter dam, Zaandam en Dordrecht zal de subsidiëring van de thans geledende bestaanszekerheidsregeling worden gehandhaafd, hetgeen voor deze ha vens van grote betekenis is. Opheffing van schaduwzijde. Voor zover doorberekening van de stijging der bedrijfslasten in ver koopprijzen niet mogelijk zal blij ken, kan zulks zich meer in het bij zonder voordoen op bepaalde gebie den van de middenstand. Deze om standigheid moet op zichzelf geno men inderdaad als een schaduwzijde worden gezien. De regering wil hier echter tegenover stellen, dat het ont werp van wet op de omzetbelasting onder meer het voorstel bevat, de goederenleveringen door de klein handel aan particulieren van omzet belasting vrij te stellen. Hierdoor zullen circa 100.900 middenstanders ontheven worden van de desbetref fende administratieve lasten en kos ten, alsmede van uit hoofde van de betaling van omzetbelasting aanwe zige liquiditeitsmoeilijkheden. Bo vendien kan worden herinnerd aan het wetsvoorstel tot vermindering van de druk der omzetbelasting voor een aantal goederen, waarvan de middenstand, zowel uit een oogpunt van financiering als van afzetmoge lijkheden, zal kunnen profiteren. In het licht van het op de vorige vragen gegeven antwoord meent de regering de suggestie van de heer Hooy en diens vraag: „Is de regering bereid zich alsnog te beperken tot een tijdelijke regeling, waarbij de lasten voor het bedrijfsleven, voort vloeiende uit de sub 1 bedoelde loons verhoging, thans volledig worden gecompenseerd en aan het na de ver kiezingen optredend kabinet wordt overgelaten een definitieve regeling te bevorderen?" niet te moeten vol gen. Zij zou het onjuist achten een ver der gaande belastingverlaging of verhoging van uitgaven dan zij op dit ogenblik verantwoord oordeelt toe te zeggen met de 'bedoeling aan een volgend kabinet over te laten of dit het initiatief meent te moeten nemen om daarop terug te komen. Wel moge zij opmerken, dat er ten aanzien van de lonen nog andere vraagstukken moeten worden opge lost, met name betreffende het huur- peil, en dat een volgend kabinet, ge plaatst tegenover dit probleem in zijn volle omvang, bij het zoeken naar de meest wenselijke oplossing naar haar mening geen belemmering zal ondervinden in de regeling, welke de regering thans getroffen heeft. YïlodeAti j.w-e,mfraó,lin onck.'i oude. yew-eiveti Ruim 100 km. ten Zuiden van Mexico City in Motelos in de staat Mexico ligt de grote weekend attractie van de streek: „Vista Hermosa" of in het Ne derlands „Schoonzicht". Toen de Spanjaarden honderdvijftig jaren geleden in Mexico kwamen, was Vista Hermosa een grote suikerplantage, waar een aquaduct gebouwd werd om de droogte van het land te bestrijden. Fraai gelegen, onder de machtige bogen van dit aquaduct is thans een modern prachtig groot zwembassin verrezen en het gebouw van de plantage is tot hotel omgebouwd. Duizenden weekenders uit Mexico City en uit de verdere omgeving komen naar Vista Hermosa dat, behalve de moderne inrichting van het zwembassin, geheel de oude sfeer van de romantische omgeving van weleer bewaard heeft, hetgeen door de grootse bogen van het aquaduct op imposante wijze geaccentueerd wordt. Vista Hermosa is waarschijnlijk het enige zwembad ter wereld, dat onder oude gewelven en natuurlijke bogen in zo fraaie omgeving gebouwd werd. Proefverkiezing door Nederl. Instituut voor de Publieke Opinie Het ziet er naar uit, dat de uitslag van de verkiezingen van a.s. Woens dag slechts weinig zal verschillen met die van de Tweede Kamerver kiezingen van Juli 1948. Dat is het resultaat van de laatste proefverkie zing van het Nederlands Instituut voor de Publieke Opinie. Dit'zijn de cijfers: Tweede Kamer NIPO verkiezingen nu Juli 1948 K.V.P. 31.5 31 P.v.dA. 26.5 25.6 A.R. 13 13.2 C.H. 9.5 9.2 V.V.D. 8 8 C.P.N. 6 7.7 St. Geref. 2.5 2.4 Weiter 1 1.3 Andere 2 1.6 thuis hield en hun zodoende enige weken van gezondheid onthield. Ouders uit Leiden en omgeving, die momenteel een of meer kinde ren in het kinderhuis Overbunde hebben, behoeven dus in het geheel niet ongerust te zijn voor een ziek tegevaar, dat hun kinderen daar zou kunnen bedreigen. In het tijdelijke bij-kantoor van de PTT, dat ter gelegenheid van de „Itep", de internationale tentoonstel ling eeuwfeest postzegel, die van 28 Juni6 Juli a.s. te Utrecht wordt ge houden, in het Jaarbeursgebouw „Vredenburg" zal zijn gevestigd, zul len de aldaar ter verzending aange boden gewone en aangetekende stukken van een afdruk van een bij zonder stempel worden voorzien. Vei'lies voor de C.P.N. dus, die in 1948 bij de verkiezingen nog 7.7% haalde en nu in Nipo's peiling met 6% uit de bus komt. En enige winst voor de P.v.dA., die nu 26.5% be haalde tegen 25.6% van de stemmen bij de laatste Tweede Kamerverkie zingen. Nipo's enquete de laatste vóór de verkiezingen van a.s. Woensdag is gehouden in de week van 8 tot 14 Juni. Dus ongeveer 10 a 14 dagen voor de verkiezingen. Nog niet ieder een wist toen al op welke partij hij of zij a.s. Woensdag zou gaan stem men. 15% van de ondervraagden bleef een antwoord schuldig op Ni po's stem vraag. (In 1948 bracht bij na 9% van alle stemgerechtigden geen, een blanco of een ongeldige stem uit). Er kunnen dus vóór Woensdag nog veranderingen optre den. Bovendien moet men met de mogelijkheid van steekproef-afwij kingen rekening houden. Verder lijkt het erop, dat de op komst van de kiesgerechtigden niet veel kleiner zal zijn dan in 1948 en groter dan bij de laatste statenver kiezingen in 1950. Het aantal men sen, dat zegt niet te zullen stemmen, is namelijk kleiner dan in Nipo's laatste proef-enquête voor de Sta tenverkiezingen in 1950. De aanhang van de vijf „andere partijen" de Middenstandspartij, het Gereformeerd Politiek Verbond, De Socialistische Unie, de Partij van Reoht, Vrijheid, Welvaart en het Jong Conservatief Verbond is op 't ogenblik nog gering. Het is zeer twijfelachtig of een van hen de kies deler zal halen. In Nipo's proefver kiezingen werd de Middenstandspar tij nog het meest genoemd. Maar ook deze partij haalde de een pro cent, nodig voor een zetel, niet.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1952 | | pagina 6