Enige gedachten over sprekers
in onze rokerige vergaderzalen
Aan de vooravond van het corso
OVERPEINZING BIJ ZWOEGENDE MENSEN
De Vrouwenkerkkoorstraat heette
vroeger ook wel Brandewijnsteeg
ZATERDAG 26 APRIL 1952
DE LEIDSE COURANT
BLAD PAGINA 1/
Uren van wanhoop
Op de grens van winter en zomer,
nu de zon haar stralen kwistig uit
giet over de bloemenvelden, willen
wij ons bescheiden licht eens laten
vallen op de figuren, die in rokerige
lokalen van inrichtingen met verlof
of vergunning gedurende de vele ver
gaderingen van de wintertijd het een
en ander in het midden brengen.
Sprekers heten deze mensen en hun
onderwerpen variëren van „De basi
lieken van Rome" tot „Waarom gei
ten fokken juist nu".
Overigens zijn niet alleen de on
derwerpen gevarieerd. De sprekers
zelf zijn het ook, evenals hun manier
van spreken en hun uitspraak.
Over „sprekers" zijn boeken te
schrijven, maar wij moeten hier
helaas volstaan met een beknopte
weergave van gedachten en ervarin
gen in de afgelopen maanden opge
daan.
Er netjes uitzien?
„Zorg er bovenal voor, dat ge er
netjes uitziet?" lazen we in een boek
je over goed en succesvol spreken.
Dat is maar gedeeltelijk waar!
Wanneer iemanid bij de koningin
op bezoek is geweest en daarover een
lezing houdt, gaat deze theorie wel
op. Hij dient er voor te zorgen geen
scheur in zijn broek te hebben, want
anders begint zijn gehoor direct te
mompelen: „Die zal bij de koningin
geweest zijn; hij heeft nog niet eens
een broek aan zijn achterste".
Maar daarmede is nog niet bewe
zen, dat een gescheurde broek uit den
boze is. Integendeel! Er kunnen won
deren mee verricht worden. Als een
vereniging geld nodig heeft, laten ze
dan een zoveel mogelijk gescheurd
individu op het podium brengen. Elle
bogen door de mouwen, boord ver
kreukeld en als he* mogelijk is een
mannetje met een hongerig gezicht.
Het is volkomen fout, om goed
doorvoede lieden te laten bedelen.
Wij hebben het deze winter nog
meegemaakt. Een vereniging zat in
geldnood en de leden voelden voor de
vergadering begon, dat er gebedeld
zou worden. Nu kunt U er van over
tuigd zijn, dat mensen in dergelijke
omstandigheden denken: „Dadelijk
gaan ze bedelen, maar van mij krij
gen ze niets".
De leiding was echter slim. Vlak
voor de vergadering had ze het be
stuur nog even uitgebreid met een
miezerig kereltje. Dé man! Toen hij
aangekondigd werd als de spreker,
moest hij van de zenuwen nóg even
naar achteren. Daar is een publiek
gevoelig voor. Tijdens zijn toespraak
riep de voorzitter onverwachts: „Wil
je een boterham?" En direct ant
woordde de man: „Graag mijnheer".
Dat moet je hebben. De vereniging
was er in één slag bovenop.
Het grote punt.
Over dit onderwerp zouden we ein
deloos kunnen uitweiden. Meestal is
een neutrale kleding wel geschikt,
maar iedereen moet snappen, dat een
spreker, die sociale misstanden gaat
aanroeren, niet in rok kan verschij
nen.
Vertrouwen, daar gaat het om. Als
iemand bedelt, moet hij de schijn
wekkeni arm te zijn. Het bovenge
noemde mannetje had succes, maar
stelt U eens voor, dat een doctor in
de economie, die over een weten
schappelijk onderwerp moet spreken
bij de aankondiging plotseling naar
achteren moet. Dan is het verkeerd
en moet hij heel wat doen, om het
vertrouwen te heroveren, dat aan
vankelijk alleen op zijn titel geba
seerd was en plotseling wegspoelde,
toen men bemerkte, dat. zij ni zeerge
leerde lichaam aan dezelfde kleinzie
ligheden leed als dat van een bakker
of een koorzanger.
Het binnenkomen is eveneens van
groot belang .Doe niet tc schuchter
en niet te overmoedig. De aanwezigen
zitten met de programma's in de
hand en hebben al vele malen ge
vraagd: „Ken jij die spreker?"
Dan komt U binnen.
„Dat is um", zoemt het.
Rustig blijven. De voorzitter en de
geestelijk adviseur de hand schudden
is nog vrij gemakkelijk, maar daar
na komt U aan de bestuurstafel te
zitten en staart U in honderden ge
zichten, terwijl U niets kan doen of
zeggen.
Wie deze lijdenstoestand beheerst,
komt er!
Van de zaal uit.
Van de zaal uit bekeken, geschiedt
er het volgende.
„Wat een neus heeft die kerel" of
„Moet je eens naar zijn voeten kij
ken".
Geen nood! U hebt ze zo klein. Niet
uw voeten, maar het publiek. Negen
tig procent van de aanwezigen ver
langt nog voor U begint te spre
ken. dat het vast afgelopen was. Kom
daarom met een zo groot mogelijk
aantal papieren binnen, dan schrik
ken ze zich een ongeluk.
De toehoorders kunnen er van
overtuigd zijn, dat iemand, die nogal
het een en ander meebrengt en bij
de aanvang van zijn causerie mee
deelt, dat hij het kort zal maken, wel
enige uren nodig heeft.
Er zijn bepaalde sprekers, die in
hoge mate de eigenschap bezitten om
mensen te ontmoedigen. Wij hebben
er een meegemaakt, die zijn gehoor
tot nabij de wanhoop verveelde. Op
het moment, dat iedereen naar het
einde snakte, merkte hij terloops op:
„We hebben het straks reeds gehad,
zo even maar, dat de derde theorie
ook van belang was. Ik kom daar aan
rug, maar eerst zal ik met U nog
een zevental andere punten onder de
loupe nemen.
Dan wordt het minstens twaalf
uur!
Een dergelijke gang van zaken kan
voorkomen worden door sprekers uit
te nodigen, die in Eindhoven of zo
wonen en nog diezelfde avond naar
huis moeten. Dan kan,de voorzitter
zeggen: „Mijnheer Peterse denk om
Uw trein" en in zijn dankwoordje
twee minuten later er aan toevoe
gen: „De vergadering vindt het reuze
jammer, dat U al weg moet. We ho
pen U spoedig weer uit te nodigen".
Als iedereen het doet.
Er is natuurlijk wel iets tegenin te
brengen, om sprekers uit de eigen
stad werkloos te maken door mensen
van verre uit te nodigen. Als ieder
een het doet, is hier echter niets te
gen.
Tegen sprekers, die plegen te lopen
tijdens hun toespraak, moeten wij
ernstig waarschuwen. De toehoor
ders* moeten maar met hun hoofd
draaien en komen vaak met een stijve
nek thuis.
Aanvankelijk leek dit soort spre
kers wel mogelijkheden op te leve
ren. Wij hebben er toevallig kort ge
leden een gehoord en gezien, die zich
af en toe bij de uitgang van de zaal
ophield.
Een der aanwezigen kwam toen op
het geniale idee om de deur open te
zetten. „Misschien loopt hij meteen
door naar buiten", fluisterde hij te
gen zijn buurman.
Maar niets daarvan. Een trap of
een buitendeur schijnt bij deze lie
den precies hetzelfde te werken als
een natte dweil bij een slaapwande
laar. Tot zover lopen ze en dan ke
ren ze terug. De inspanning wordt er
des te groter door, want men moet
nog iets zien te beluisteren, terwijl
de man bij de voordeur naar het
verkeer staat te kijken.
Pas op de voorzitter.
Spreken is iets, waar men erg te
genop ziet zolang men nog niet be
gonnen is en waar men niet meer op
kan houden als men eenmaal bezig
is. Want als eindelijk de spreker „Ik
dank U voor Uw aandacht" gezegd
heeft en U uit krampachtig verwron
gen handen nog een applausje hebt
trachten te wurmen, doemt een
nieuw gevaar op.
Terwijl U denkt: „Gelukkig, nu
kunnen we naar huis" gaat de
voorzitter een dank-„woordje" spre
ken.
„Zoals spreker straks zo mooi ver
teld heeft", hoorde we een voor
zitter van een pluimveevereniging
zeggen, „legt een kip eieren. Om die
eieren zit een schaal en erin eiwit
en een dooier. Dat weet iedereen.
Maar spreker heeft ons nu (fens op
boeiende wijze uiteengezet, hoe deze
schaal om het ei komt. Want dat ge
beurt niet vanzelf. De kip
En daar zit U op hete kolen. De
ijverige voorzitter gaat het hele ver
haal nog eens herhalen. Daar kunnen
drie redenen voor zijn: Het kan, dat
hij de spreker wil laten merken, dat
hij het begrepen heeft. Hij twijfelt
misschien, of de leden het wel goed I
begrepen hebben ofdat is ook
een mogelijkheid.... hij hoort zich
zelf graag.
Hoe het ook zij: Buiten is het
Lente!
Ga maar naar de bloemetjes kijken
of in het bos wandelen. Tegen de
winter gaan we weer vergaderen.
FLIP.
Een van de mozaieken te Sasscnhem in staat van wording.
Enkele weken geleden, toen we be
gonnen uit te zien naar de hoogtijda
gen van het bloemenscizoen, kon men
in sommige plaatsen van de Bollen
streek wel eens opmerkingen horen,
die er op wezen, dat men niet overal
tevreden was over de gang van za
ken. De manier, waarop de bloemen-
feesten werden georganiseerd, zou
een te sterke hang naar centralisatie
gaan vertonen.
Hier tegenover stelde men, dat de
bloemenfeesten dienden te zijn fees
ten, waaraan de gehele dorpsgemeen
schap deelnam. Er was een soort
spreiding nodig, waardoor ook de
burger, die niet aan de grote ver
keersweg woont, maar ergens in een rel met een hartigheidje laat aanruk-
weggedoken straatje, er toe zou ko-
men een mozaïekje te leggen in zijn
tuintje van een paar kubieke meter.
VRIJDAG VOOR HET CORSO.
Wanneer men, na iets dergelijks ge
hoord te hebben, op de beruchte Vrij
dag voor het corso een kijkje in de
Bollenstreek gaat nemen, kan men
echter met de beste wil van de we
reld niet tot de conclusie komen, dat
het aanstaande bloemenfeest geen
aangelegenheid van de geheele be
volking zou zijn.
Overal kruipen mensen over plan-
Een bloemslingerverkoper op de grens
van Sassenheim en Lisse.
LEIDSE SIRATEN EN STEGEN
i.
aan de overzijde van de Mare gele
gen Claresteeg (Clarasteeg). Want
toen reeds was „klare" een populair
woord voor jenever!
De Brandewijnsteeg werd in 1922
verbreed, althans het aan de Haar
lemmerstraat uitkomende deel, en
kreeg toen de oude naam van Vrou
wenkerkkoorstraat weer terug. Nog
herinnert de middeleeuwse muur, die
de speelplaats van de Kath. Jongens
U.L.O. achter zich verbergt, als laat
ste rest aan de Vrouwenkerk.
Veel bijzonders is er in de straat
niet te zien. Gaande in de richting
Mare ziet men rechts een oud spuit-
huisje, bekroond met het Leidse wa
pen en het opschrift „STADTS
BRANT SPUEYTEN". Het heeft met
brandspuiten overigens niets te meer
te maken; de Dienst van Gemeente
werken heeft het gebouwtje thans
nog in gebruik voor de bestratings-
dienst.
Even verder vindt men het Wou-
dendorphofje, in 1645 door Jan Wil-
lemsz. van Woudendorp gesticht
voor arme gereformeerde mensen.
De Vrouwenkerkkoorstraat is een
vrij belangrijke straat voor het ver
keer. Wie van de Mare naar de Haar
lemmerstraat gaat t het drukke
punt bij de Hartebrug wil vermijden,
vindt hier een veilige uitweg. Toch
was het er rustig, toen wij er dezer
dagen het boeiende spel der op straat
trippelende duiven stondén te vol
gen. Nu en dan een fietser, waaron
der pater Booms, zoals U op de foto
ziet, een kind met z'n step, een haas
tige moeder met kinderwagen en een
slagersjongen, die op z'n bakfiets
„Naar de Speeltuin" floot.
Een kleine rustige straat, niet
mooi en niet lelijk, al is dc grijze
pakhuismuur aa nde rechterzijde
geen architectonisch wonder. Alleen
maar een typische straat in het oude
Leiden. Een straat zoals we er veel
hebben in Leiden, die de binnen
stad de charme geeft, welke haar
Leiden doet zijn!
(Foto: „De Leidse Courant")
HET IS NIET MOEILIJK te ra
den waaraan de Vrouwenkerk
koorstraat haar naam ontleent. Eens
liep deze straat achter het koor van
„Onser Lieven Vrouwenkerk, die in
1330 gebouwd en na toestemming
van de abdis van Rijnsburg en van
de pastoor van Oegstgeest in 1335
tot parochiekerk verheven werd. Tij
den? de hervorming heeft het be
staan van deze kerk aan een zijden
draadje gehangen; eerst hielden de
beeldenstormers er hevig in huis en
daarna liep de kerk gevaar met de
in dit stadskwartier gelegen kloosters
gesloopt te worden. Het gebouw was
reeds verkocht, toen een dame uit de
familie De Bie de kerk kocht en aan
de stad ten geschenke gaf. In 1572
werd in de Vrouwenkerk de eerste
hervormde godsdienstoefening ge
houden; 12 jaar later werd de kerk
toegewezen aan de Waalse gemeente.
In 1818 moest het gebouw helaas ont
ruimd worden; in 1820 vielen de mo
kerslagen der slopers en in 1833 ver
dween ook de toren.
Met het verdwijnen van d^ kerk
r&akte de naam Vrouwenkerkkoor
straat in ongebruik en noemde men
de straat tussen Kaa: nmerstraat en
Mare de Brandewijnsteeg, zo lezen
wij in „Leidsche Straatnamen" van
ïr. G. L. Driessen, welke naam ook
i.i vroegere ac:cn reeds voorkwam.
Vermoedelijk heeft het volk deze
naam bedacht als tegenstelling tot de
kiers om mede te helpen bij het leg
gen van mozaïeken, terwijl anderen
met eindeloos geduld de voorraad
hyacinth-nagels aanvullen. Velen
hebben een dagje vrij genomen, om
dat ze dit persé niet willen missen.
Het zijn heus niet allemaal men
sen, die in hun eigen tuintje werken.
Ze helpen bij een kennis of bij
iemand, waar ze ieder jaar naartoe
n. Verder zijn er de mozaïeken
van jeugdbeweging, vakorganisaties
en andere verenigingen. Alle leden,
waar ze ook in het dorp wonen, ko
men naar de hoofdweg om te zorgen,
dat de duizenden toeristen en vreem
delingen, die de andere dag zullen
komen, iets bijzonder fraais te zien
krijgen.
TEGEN DE AVOND.
Tegen de avond, als de fabrieken
en kantoren hun deuren gesloten heb
ben, wordt het aantal „vrijwilligers"
nog groter. De toeloop begint tegen
zeven uur. Het avondmaal is dan
naar binnen gewerkt en buiten wordt
geschreeuwd om werkkrachten.
Het schijnt nu eenmaal tot het droe
ve lot te behoren van degenen, die
een wagen voor het corso klaar ma
ken, dat ze aanmerkelijk op het tijd
schema achter raken. Als het Vrij
dagavond acht uur is, krijgt men de
indruk, dat de wagen niet meer klaar
kan komen.
De ervaren co-sodeelnemers ma
ken zich er echter niet druk om. Zij
weten, dat het volgens gewoonte diep
ir. de nacht moet zijn voor er schot
in komt. Talloze hyacinthen aan een
v/agen bevestigen behoort tot de ver
moeiende karweitjes, nraar om de
moed er in te houden bestaat een
goed middel: gezelligheid. En die ge
zelligheid komt vanzelf, wanneer
er steeds meer hulpjes komen opda
gen en de baas zo af en toe een bor-
ken.
Alle strubbelingen ten spijt zijn de
wagens nog altijd lang voor het ver
treksein gegeven werd op de start
plaats verschenen.
WAT DENKT U ER VAN?
Toen we de bedrijvigheid een poos
je hadden gadegeslagen, zijn we een
bezoek gaan brengen bij een heer,
waarvan we wisten, dat hij tot de on
tevredenen behoorden, die we hier
boven citeerden.
Hij was notabene bij een ander in
de tuin aan het helpen.
„Hoe zou de bevolking van de Bol
lenstreek het vinden als het gehele
bloemenfeest nu eens een fiasco
werd?"
Een paar weken geleden zou hij ge
zegd hebben: „Dat zou misschien wel
eens goed zijn!"
Nu erkende hij echter, dat men het
als een ramp zou beschouwen,
Later op de avond zijn we samen
een kijkje gaan nemen in het HBG-
gebouw, waar men tientallen wa
gens aan het optuigen was. Het is
een fantastisch schouwspel om een
kaal geraamte van ijzerdraad en lat
ten in een gelaarsde kat of een van
zijn charmante vriendjes te zien ver
anderen.
De Lissenaren schenen voor der
gelijke gedaanteverwisselingen ook
veel belangstelling te hebben, want
herhaaldelijk trachtte men het ge
bouw binnen te komen.
De deur ging echter uitsluitend
voor insiders open en alle anderen
kregen het advies om „morgen te
komen kijken".
EVEN NAAR NOORDWIJK.
Tot besluit van onze avondlijke
tocht zijn we nog even naar Noord-
wijk gegaan. De bewoners van de
badplaats kunnen tevreden zijn. Het
experiment is buitengewoon goed
Na de strubbelingen bij de orga
nisatie van de bloemenfeesten is dit
een grote opluchting. Het nieuwe
Bloemcncomité heeft in enkele we
ken de gehele bevolking weten te
mobiliseren, om iets van het feest te
maken.
In sommige straten zijn de gevels
huis aan huis versierd en het blijkt,
dat indien iedereen een paar bos
jes bloemen aan zijn gevel bevestigd
het geheel een feestelijk aanzien
krijgt.
Dit is iets voor onze vriend, die
ontevreden was.
Wij zullen het niet in ons hoofd
halen om te beweren, dat Noordwijk
niet bij de Bollenstreek behoort.
Maar bij de bloemenfeesten neemt
het toch een aparte plaats in even
als b.v. Noordwijkerhout en Voor
hout.
Op de corsodag bestaan er geen
Sassemers of Lissenaren, maar wel
Noordwijkers. De mensen, die van
daag het corso willen gadeslaan,
kennen alleen „bollenstrekcr.-;". Die
gaan ergens mozaïeken bekijken en
dan langs de weg staan. Als ze des
avonds thuis komen zullen ze niet
zeggen: Ik ben naar Sassenheim ge
weest of naar lisse. Ze zijn „naar de
Bollenstreek" geweest.
De bezoekers van de bloemen-bad-
plaats zullen echter zeggen: „Ik ben
in Noordwyk geweest".
Zo heeft het plaatselijke hier en
daar, voor zover het de bloemen
feesten betreft, moeten offeren aan
de streek. Natuurlijk blijven er nog
mogelijkheden over voor onderlinge
wedijver en plaatselijke wedstrijden.
De bezoeker echter kent alleen de
lange weg SassenheimHillegom,
welke de route- is van het corso.
Nou ja.... en hij is tenslotte een