Gedeelte van kasteel „De Keukenhof'
binnenkort voor publiek opengesteld
Wandeling door vertrekken van de gravin
Mevr. Manders: een vrouw
in het openbare leven
Hoe spreekt U 42738 uit?
ZATERDAG 23 FEBRUARI 1952
DE LEIDSE COURANT
TWEEDE BLAD PAGINA 1
Bed van admiraal van Kinsbergen
en andere kostbaarheden op zolder
„Ruw en wild is het bos
rijk duin van Keukenhof.
Hoogten en dalkommen
wisselen elkander af en tel
kens verandert het voor
komen van het landschap,
maar bij iedere schrede
vertonen zich nieuwe
schoonheden. Nevens de
reuzenwilg leidt een smal
voetpad naar een woeste
bospartij, waar hoge spar
ren oprijzen boven de stei
le rand van een zandige
vallei. Enkele bomen zijn
omgevallen en terwijl hun
wortels liggen tussen het
gryze mos en het korte,
dorre duingras, kruisen
hun toppen elkander op de
bodem van het dal".
Wie met een dergelijke
beschrijving in het achter
hoofd in de omgeving van
Keukenhof rondzwerft, zal
weemoed in zich voelen op
wellen bij de gedachte, wat
een streek in betrekkelijk
korte tijd aan schoonheid
kan verliezen. Warut het is
werkelijk niet alleen de
reuzenbeuk, in de volks
mond beter bekend als Va
der Jacob, die het slacht
offer is geworden van bijl
en spade. Wild golvende
terreinen met het prach
tigste geboomte hebben
een nuttiger bestemming gekregen en
daarmede is een stuk romantiek,
waarin de hoefslag nog naklonk van
de ridderlijke jacht, teruggebracht
tot een vale herinnering, die door
de overlevering steeds meer van haar
glans verliest.
Het kasteel „De Keukenhof".
Wanneer man tegenwoordig een
wandeling maakt door het zoals
men dat vroeger noemde „meer
aangelegde bos", is het steeds op
Gedeelte van de rijk geornamenteerde
schoorsteenmantel! in de schrijfkamer van
de gravin. Foto Nic. v. d. Horst.
van een laan plotseling het kasteel
te zien opdoemen. De stijl heeft de
bijna mysterieuze eigenschap om op
het eerste gezicht te druk aan te doen
en direct daarna een rustige, bijna
statige sfeer uit te stralen. Bij een
rondgang om het gebouw krijgt men
de indruk, dat er teveel torens zijn,
wat waarschijnlijk een gevolg is van
het feit, dat men er minder ver
wachtte.
Het schijnt gemakkelijker deze ar
chitectuur te verstaan dan haar te
nieuw een verrassing aan het eind ontleden. Duidelijk is, dat er aan De
Bil BEKENDE LEICENIlflRS
HET IS MET ENIGE AARZELING, dat wij besloten deze keer een dame
als bekende Leidenaar ten tonele te voeren. Dat mannen op de voor
grond treden, vifidt men vanzelfsprekend. Dat vrouwen dit op hun terrein
ook d-oen, evenzeer. En tocheen vrouw als bekende Leidenaar zal opzien
baren onder onze lezers. Daarom achtten wij het juist te beginnen met
mevrouw J. MandersVermeulen, van wie zonder enige twijfel gezegd kan
worden, dat zij, om een andere uitdrukking te gebruiken, een bekende
Leidse is! We denken hierbij slechts aan haar vóór-oorlogse functie als
presidente van de Kath. Vrouwenbond in Leiden. „Ik had nooit iets aan het
verenigingsleven gedaan", vertelt mevr. Manders ons.'' We hebben eerst 12
heerlijke jaren in Nieuwveen gewoond en kwamen in 1920 naar Leiden.
Wel een heel verschil; in een dorp leef je veel meer dan in een stad, al heb
ben we het in Leiden altijd prettig wonen gevonden. In 1927 werd ik ge
vraagd door de Vrouwenbond en direct zat ik aan het baantje vast. Er waren
in die tijd wel enige moeilijkheden, vooral met de vele onderafdelingen,
die mij allemaal als afgevaardigde te zien kregen, waardoor ik gelegenheid
had meer binding in de verschillende groepen te brengen. We hadden toen
ook een Jonge Vrouwen-bond; daar is nu weer behoefte aan."'
Na de bevrijding, het was inmiddels 1948 geworden, werd weer op mevr.
Manders een beroep gedaan. „Maar laten nu de jongeren het maar doen'*,
moet zij toen gezegd hebben, al nam zij geen afscheid voordat de afdeling
in goede banen geleid was (1949). Een fraai wandbord herinnert nog aan
dit afscheid. Mevr. Manders bleef echter tot op heden presidente van het
stadsbestuur waarin het R. K. Vrouwengilde en de K. A. V. samenkomen
als de Kath. Vrouwenbeweging, afd. Leiden. „Die splitsing is goed geweest;
beide groepen krijgen nu beter wat ze nodig hebben, in beide gevallen aan
gepast aan de leden. Leiden was hierbij een van de eerste plaatsen."
Als we vragen naar andere vóór-oorlogse functies, kan onze gastvrouw
slechts een willekeurige greep doen uit de grote voorraad: medisch consul
tatiebureau voor drankzuchtigen, brei-actie militairen, etensactie kraam
vrouwen, brokkenhuis, kerngroepen, Raad van Beheer voor Gezinshulp,
Bedevaart naar Schiedam, Katholiek Leiden, Dr. Schaepman, Kath. Film
keuring enz. Enkele van deze instellingen en organisaties kennen mevr.
Manders nog steeds als ijverig bestuurslid. Bovendien heeft zij zitting in
het regionaal bureau voor Kath. Paed. Beroepskeuze, in de Prijzencommis
sie en in de Commissie van Huishoudelijke Voorlichting. Ook vertegen
woordigt zij de Kath. Vrouwenbeweging in de Contact-commissie van
Vrouwenbonden in Leiden.
„Had U niet teveel van het goede?", waren we zo vrij op te merken.
„Inderdaad, maar het altijd moeilijk geweest vrouwen voor dit werk te
vinden, vooral katholieke vrouwen. Ik moest dus wel en eerlijk gezegd
ik deed het graag, 'k Had wel een groot gezin, 8 kinderen, maar *t ging. Als
ik 's avonds weg moest, bleef m'n man thuis. En omgekeerd. Zo hebben we
het altijd mooi kunnen verdelen. Gelukkig heb ik het nu niet zó druk
meej^ maar er blijft nog genoeg te doen. In het openbare leven moet ook de
vrouw haar rol spelen en daarbij mag de kath. vrouw niet achterblijven."
We kunnen mevr. Manders, die overigens nog wel zó vitaal is, dat zij
haar veelzijdig werk nog een aantal jaren kan voortzetten, slechts toewen
sen, dat haar voorbeeld voor vele katholieke vrouwen in Leiden een aan
sporing zal zijn, ook „ja" te zeggen al gaat het soms heel moeilijk
wanneer het algemeen belang haar vraagt datgene te doen, wat in onze
huidige maatschappij gezien wordt als de taak van de vrouw in het open
bare leven! Foto: „De Leidse Courant".)
Keukenhof veel gerestaureerd is en
ook verbouwd. Sommige mensen zijn
van mening, dat het kasteel zeer oud
moet zijn, maar de eigenaardige com
binatie van gevels wettigt deze me
ning geenszins.
De uitspringende gedeelten zijn
alle torens, maar slechts een draagt
een behoorlijke spits. Men heeft wel
3 beweert, dat de torens aan de
Zuid- en Westzijde met hun mid
deleeuws karakter verraden, dat
er bij de herbouw gebruik is ge
maakt van torenresten uit een ver
verleden, die aan verwoesting weer
stand hadden geboden.
In de hall van het kasteel hangt
echter een oude tekening van het
buiten, zoals dat vroeger geweest
moet zijn en deze wekt een derge
lijk vermoeden weer niet. De gege
vens over dit bouwwerk zijn niet van
dien aard, dat men alle wetenswaar
digheden kan achterhalen. Een oud
adellijk goed is De Keukenhof ook
niet. Zijn culinaire naam herinnert
slechts aan de tijd van het Keuken
duin van Teylingen en het kasteel
was waarschijnlijk toen niet meer
dan een buiten, waar gasten voor de
jacht aan tafel genodigd werden.
Onderduikers komen terug.
Zo rustig als het kasteel er aan
de buitenkant uitziet, zo'n drukte
herbergt het momenteel. Wanneer de
bloementuin aan de andere zijde
van de Loosterweg geopend wordt,
moet de inwendige restauratie van
het kasteel zovei gevorderd zyn,
dat het ook bezoekers kan ontvan
gen.
In de vorige jaren hebben degenen,
die de bloemententoonstelling be
zochten herhaaldelijk pogingen ge
daan om ook het kasteel te mogen
bezoeken. Voor deze aandrang is
men thans gezwicht
Het is echtei een verre van ge
makkelijke taak, om het kasteel
weer in te richten zoals het was, toen
graaf Van Lynden hier nog woon
de. In de oorlog is De Keukenhof
namelijk bewoond geweest door
Duitse soldaten en voor het zover
was, heeft men, met de nodige spoed,
de vele schilderijen en het prachtige
antiek laten onderduiken in diver
se bollenschuren. Na de oorlog is al
les weer terug gebracht naar het
kasteel, maar nu het op .zijn oude
plaats moet komen is het bijna on
doenlijk óm de vaak uit elkaar ge
haalde stukken met de nodige spoed
compleet te maken. Daar komt nog
bij, dat het kasteel momenteel door
vier gezinnen wordt bewoond, zodat
alle kamers lang niet vrij zijn.
De toekomstige bezoekers moeten
zich derhalve nie* voorstellen, dat zij
door het gehele kasteel kunnen rond
dolen. Slechts een klein gedeelte,
een der vleugels oo de eerste étage,
zal voor het publiek toegankelijk
zijn. Hier zullen echter vele schil
derijen en andere kunstvoorwerpen
uit het bezit van De Keukenhof be
zichtigd kunnen worden. De echte
liefhebbers van kunst zullen hun
hart kunnen ophalen, terwijl de min
der fijn besnaarden zich teleurge
steld zullen voelen.
HYPOTHEKEN
en toot alle andere zaken
op het gebied Tan on
roerende goederen
Bouw- en Makelaacebf drijf
v.d. Drift
Oude Vest 29 - Lelden
Telet. 20513
(Advertentie.)
Misschien heeft men bij de opzet
rekening gehouden, dat deze omge
ving toch niet te steW mag „vervo-
lendammen".
Voorname, behaaglijke hall.
Uiteraard hebben wij het gedeel
te van het kasteel, dat straks zal
worden opengesteld, nog niet gezien
in de staat, waarin het dan zal ver
keren. Temidden van een schaar
meisjes, die met dweilen en zeem
lappen in de weer waren, en enkele
jongens, die zich met de moed der
wanhoop aan het onderhoud van
een niet te overziene berg koperen
voorwerpen wijdden, hebben wij
echter een eerste indruk kunnen
vormen.
Bij het binnentreden ondergaat
men ogenblikkelijk de voorname
behaaglijkheid, die er van de hall uit
gaat. Door de ruime vensters valt
het licht over de grote zwarte en
witte tegels. Er i- een gezellig hoek
je met een kleine tafel, waar om
heen vier stoelen zijn geschaard. De
zoldering bestaat uit oud rode
vaal blauwe caissons, die gouden
zilveren lelies dragen.
Van de deur af gezien zijn er twee
bogen, waardoor men respectieve
lijk de gang naar de beneden ver
trekken en de trap kan bereiken.
Vroeger hingen hierin antieke tapij
ten, maar momenteel zijn deze er
nog niet.
De benedenvertrekken zullen niet
bezichtigd kunnen worden, zodat de
bezoekers van de hall direct de trap
moeten beklimmen. Zij missen der
halve de vroegere bibliotheek en de
rookkamer met de prachtige Japan
se vazen.
De brede, monumentale trap, heeft
aan weerszijden een prachtige, don
kere betimmering, welke een prach
tig effect geeft door de witte wan
den Na de korte onderbreking door
een klein platform wordt men ge
troffen door de overdaad aan schil
derijen en platen, welke laatste van
een bijzondere belangstelling voor
paarden getuigen. Aan de wand
hangt hier tevens een mooie koperen
lamp.
Een kijkje in de hall. Bij het binnentreden ervaart men een voorname, maar
behaaglijke sfeer. Foto Nic. v. d. Horst
Salons van de gravin.
Op de étage ligt de rest van het
kasteel, dat men mag bezoeken. Het
zijn een vijftal vertrekken, waar
van het eerste de geweerkamer is,
die helaas bij de restauratie geen
genade meer vond. Zij is thans in
gericht als eetkamer en hier zullen
vermoedelijk het fraaie tafellinnen
en de prachtige serviezen worden
tentoongesteld.
Hierna komt men in het salon van
de gravin, dat met zijn sierlijke meu
bels en wand- en plafondschildering
veruit het mooiste vertrek is. Tus
sen de wanden van louter schilde
rijen blinken de witgelakte deuren.
Er staan een kostbaar ingelegde
tafel, kasten met schitterend snij
werk, fraaie vazen en fijne beeldjes.
Deze weelde is een voorbereiding
op de schrijfkamer van de gravin,
die aan dit vertrek grenst. Het is
een vrij kleine kamer, maar bij het
betreden wordt men overrompeld
door een rijk geornamenteerde
schoorsteenmantel, die reikt tot het
plafond en behangen is met een on
telbare hoeveelheid porceleinen fi-
guurstukjes, pullen, vaasjes, bekers,
Hierboven: „Joseph in de put", een van de vier taferelen, beirekking heb
bende op de avonturen van Josef in Egypte, welke staan afgebeeld op de
panelen van een prachtige kast. Foto onder: „Vader Jacob", voor de Lisse-
naren een oude bekende, die na een lang leven het slachtoffer werd van
de bijl. Foto Nic. v. d. Horst.
schotels enz. Deze schoorsteenman
tel is een blikvanger, die de aan
dacht blijft vasthouden door de sier
lijkheid van de porceleinen voor
werpen en de kleurenpracht van het
geheel.
De slaapkamer van de gravin,
welke eveneens op deze verdieping
is, gaat niet voor het bezoek open.
Het bijzonder mooie geschilderde
portret van de gravin Van Lynden
van Pallandt heeft nu een plaats ge
kregen op de gang waar men het
tussen de vele andere portretten
kan bewonderen.
Even snuffelen.
Na een bezoek aan de groene ka
mer, de ronde torenkamer in deze
vle<ugel van het kasteel, vanwaar
men een schitterehd uitzicht heeft
over het park, zijn wij nog even in
de gelegenheid geweest hier en daar
een kijkje te nemen.
Er zijn vier gezinnen, die momen
teel in het kasteel wonen en dat
brengt de eigenaardige consequentie
mee, dat men wanneer men b.v.
een prachtige onder antiek bedolven
kamer verlaat en een deur opent
plotseling in de werkelijkheid wordt
teruggeworpen, omdat daar iemand
haché aan het bereiden is.
Vele prachtige voorwerpen, die op
een tentoonstelling beter thuis zou
den zijn, wachten hier op gangen en
zolders op hun bestemming nu zij
uit de oorlogse ballingschap in bol
lenschuren zijn weergekeerd.
Zo staat ergens in een vergeten
hoekje een schitterende kast, welker
panelen schilderingen bevatten be
treffende Jozefs avonturen in Egyp
te. Jozef in de put, Jozef door zijn
broeder verkocht, Jozef ontvlucht
Putiphar's vrouw en verteller der
drr n.
Weer ergens anders staat een uit
elkaar gehaald bed met een hemel,
dat het bed blijkt te zijn van admi
raal van Kinsbergen.
En zo zouden we door kunnen
gaan. De prachtige damasten tafel
lakens komen ten gerieve van de
bezoekers eindelijk uit de kasten.
Misschien zal men als de open
stelling van De Keukenhof een suc
ces wordt volgend jaar meer ver
trekken gaan openstellen. Het is
slechts een veronderstelling van ons
en misschien is de wens hier vader
van de gedachte. Want wie een blik
heeft mogen werpen in de prachtige
bezittingen van De Keukenhof, kan
slechts hopen, dat alles in zijn oude
vorm hersteld zal worden bij wijze
van museum.
Minister vraagt advies over nieuwe
getallen-uitspraak
Naar wij vernemen heeft de mi
nister van Onderwijs, K. en W. aan
enkele ter zake kundige instanties
auvies gevraagd over een andere uit
spraak van de getalswaarden boven
de 20 van de gebruikelijke.
Het is een merkwaardig verschijn
sel, dat in de verlichte twintigste
eeuw, die zich kenmerkt door een
streven naar efficiency, zich gebrui
ken en gewoonten handhaven, die
niet altijd efficiënt te noemen zyn.
Denken wij bv. aan de wijze waar
op in Nederland de getallen worden
uitgesproken, een methode waarvan
wij ons, omdat wij het nu eenmaal
van kindsbeen af zo gedaan hebben,
niet realiseren, dat daarin in vele
gevallen een verwarring stiahtend
element schuilt. Om een voorbeeld te
noemen: Bij het uitspreken van het
geschreven getal 42738 wordt eerst
de twee uitgesproken, dan de 4 en de
7, daarna de 8 voor de 3. Terecht
gaat men er daarom steeds meer toe
over de getallen in de volgorde van
de cijfers uit te spreken, omdat dit
niet alleen gemakkelijker is, maar
ook minder aanleiding geeft tot ver
gissingen. Indien men b.v. telefo
neert en men wil de luisteraar aan
de andere kant van de lijn zijn tele
foonnummer opgeven, dan doet mén
dat als regel in de volgorde van ~ïle
cijfers. Men zegt dan niet ons be
palend tot bovengenoemd getal
tweeenveertigduizendzevenhonderd-
achtendertig, maar eenvoudig: vier-
tiwee-zeven-drie-acht-. Hetzelfde
geldt voor de nummers van motor
rijtuigen. Een politie-agent, die het
nummer van een voorbijrijdende
auto noteert, schrijft de cijfers in
zijn notitieboekje in de volgorde,
waarin hij ze ziet en hij noemt deze
cijfers bij zichzelf ook in deze volg
orde.
Met bovengenoemde voorbeelden
is uiteraard het gehele vraagstuk
van de uitspraak der getallen niet
bekeken. Er zijn bepaalde modula
ties mogelijk, die de veranderde uit
spraak kunnen vergemakkelijken en
verduidelijken, meer in het bijzon
der bij de zeer grote getallen. Daar
kan zich nl. de moeilijkheid voor
doen, dat men in gevallen waarin
dat er op aankomt, geen idee heeft
van de grootte-orde der getallen.
Ook in andere landen, zoals Frank
rijk en Engeland, wordt de hier ge
schetste methode hoe langer hoe
meer toegepast.
Een nieuwe uitspraak wordt door
de bekende wiskundige prof. Schun,
op grond van jarenlange ervaring
en practijk, verdedigd o.a. in zijn
boek „De macht van het getal". Ook
de overheid interesseert zich er
'voor, getuige het feit, dat de mi
nister bij enige instanties om advies
in deze heeft aangeklopt.