zondagmoA^en de bijbel aan de ketting dam KOLEN Met CitcuóMnd correspondentie Chicintuten aan ffiim C zijn reis om de wereld") ZATERDAG 9 FEBRUARI 1952 gE LEIDSE COURANT TWEEDE BLAD PAGINA 4 IN de afgelopen week hebben we een helaas vluchtig bezoek ge bracht aan de Bijbeltentoonstelling, welke in een der zalen van de Uni- versiteits-bibliotheek te Leiden wordt gehouden. De aanleiding tot het hou den van» deze belangwekkende ten toonstelling, was de uitgave van een nieuwe Protestantse bij bel-vertaling. Men zal zich afvragen, of het nodig was deze nieuwe uitgave als zo iets bizonders te beschouwen, aangezien er sinds enige jaren reeds een zeer modern-getaalde en toch wetenschap- pelijk-vertaalde Katholieke bijbel in omloop is en gretig aftrek vindt. Doch wjj misgunnen de Protestantse broeders niet de eer hun bijbel-ver taling te beurt gevallen, al hadden we gelijk reeds te anderer plaat se in dit blad terecht werd opgemerkt gaarne gezien, dat er een mooier exemplaar van de Katholieke bijbel was neergelegd, dan op deze ten toonstelling het geval is. Ook wat uit voering betreft kan de K.B. het gerust tegen de P.B. opnemen! TEN andere vraag, die niet wij ons- zeiven stellen, doch die wel eens wordt gehoord is deze: waarom is er nog een Katholieke bijbel nodig als er al een Protestantse is en, in dit geval, waarom is er nog een Pro testantse bijbel nodig als er reeds zo'n voortreffelijke Katholieke bijbel be staat? De bijbel is toch de bijbel, al verplaatsen de Protestanten sommi ge gedeelten eruit naar een „Aan hangsel". Waarom mag een Katholiek alleen maar die bijbel lezen, welke kerkelijk is goedgekeurd? Wordt er in de Katholieke bijbel iets verdonke remaand, wat zij niet weten mogen? Dat vinden we altijd een zeer rake opmerking, waarover we ons op deze Bijbel-tentoonstelling weer eens vro lijk konden maken. Daar ligt name lijk ook de z.g. „Leidsche vertaling", welke modernistische professoren enige tientallen jaren geleden hebben verzorgd. Maar deze modernistische vertaling is door de Protestantse Ker ken niet aanvaard, omdat zij haar niet juist en niet geschikt vonden. In het bezit dus van een moderne niet- Katholieke vertaling èn van een mo derne Katholieke vertaling, zyn de Protestantse Kerken begonnen op nieuw de gehele bijbe te verneder landsen. Dat heeft nogal wat moeite gekost, want de verschillende stro mingen in het Protestantisme hadden daar ieder zo hun eigen kijk op. Maar het is en dat is een dankzegging waard gelukt, en we hopen, dat ze ingang zal vinden, want de vermaar de Staten-bijbel was erg ouderwets van styl geworden. De goede ver standhouding tussen de twee „gelo ven" kan er slechts baat bij vinden als we in begrijpelijke taal met elkaar iprcken. Uit deze gang van zaken blijkt echter wel klaar, dat vertalen en vertalen twéé is. Geldt dit reeds van hedendaagse boeken, die uit een buitenlandse taal worden overgezet; in versterkte mate gaat het op bij boeken, die enige duizenden jaren ge leden in het Hebreeuws en het Grieks werden opgesteld. Tv.ee vertalingen van een en hetzelfde boek ook als de bewerkers zo deskundig en eerlijk mogelijk zijn leveren altijd twee verschillend geschakeerde boeken op. Het voorschrift, alleen kerkelijk- goedgekeurde bijbels te lezen, wordt in dit licht bezien, wel zeer redelijk en verklaarbaar. En» we durven met de Katholieke nieuwste vertaling ge rust voor de draad der wetenschap te komen! EEN andere vraag, welke ook op de Leidse tentoonstelling beantwoor ding vindt is deze: waarom of de Ka tholieke Kerk niet in vroeger eeuwen vóór de Hervorming, de bij bel onder het volk heeft gebracht? Waarom lag in de middeleeuwen „de bfjbel aan de ketting"? Het misver stand daaromtrent is zo wijd en zijd verbreid, dat het zijn» nut kan heb ben er even op in te gaan. Ten eerste bestond (en bestaat) er niet zo'n verschrikkelijke behoefte aan, want het is zeer bijbels en evan gelisch, vast te stellen, dat het geloof is uit de prediking, waarvan Bijbel en Overlevering de bronnen zijn. De apostelen kregen de opdracht te pre diken, niet om te schrijven». Deze pre- dik-opdracht ligt nogal voor de hand. Enkele apostelen konden hoogstwaar schijnlijk zelf niet lezen» maar boven dien was het lezen een enorme kunst, welke slechts een zee. beperkte bo venlaag van de bevolking machtig was. De middeleeuwse ridders, b.v. onze adel dus, konden over 't alge meen ndet lezen. Zij vochten liever! Nog in de vorige eeuw waren er in ons land veel mensen, die niet of zeer moeizaam lezen konden en zo is het nog in verschillende minder „beschaafde" streken van de wereld. HET volk kon dus niet lezen, maar voor de boekenwurmen die wel zo gelukkig waren, gold een tweede moeilijkheid: wie zal dat betalen? Vóór Laurens Coster in het zand van de Haarlemmerhout de boekdruk kunst uitvond, moesten de boeken met een ganze-veer geschreven wor den. Een bijbel te bezitten, was een weelde! Dat geduldig overschrijven geschiedde in de kloosters vandaar de uitdrukking „monniken-werk"! Ofschoon er in de latere middel eeuwen» ook geschreven bijbels in de landstaal o.a. in het Nederlands ver schenen (op de Leidse tentoonstelling te zien) waren de bijbels over 't al gemeen in het Latijn gesteld, de taal, welke vroeger de gewone voertaal van de ontwikkelde lieden was. Zij lagen in de klooster-boekerijen ter inzage, maar omdat ze zo kostbaar waren en er ook toen evenals nu mensen waren, die geleende boeken niet teruggaven, lagen ze veiligheids halve aan de ketting. Zij lagen let terlijk aan de ketting. In de Pieters kerk te Leiden, in haar „Roomse tijd", lag de bijbel in het Nederlands voor ieder ter inzage, maar aan de ketting! HET boekdrukken is rond het jaar 1450 uitgevonden en reeds in 1456 verscheen te Mainz de eerste ge drukte bijbel in 42 delen, onmiddel lijk gevolgd door volledige drukken in alle Europese landen en aange vuld door een rijke verzameling psalm-boekjes en evangelie-boekjes, meer voor de ontwikkelde leken be stemd. Zo'n „wiege-druk" uit de eer ste tijd van het boekdrukken te bezit ten, werd altijd nog een vrij dure aanschaf. In die tijd, dat het boek drukken meer in zwang begon te ko men en er 156 Latijnse, 17 Duitse, 11 Italiaanse, 10 Franse, 2 Tsjechische, 1 Nederlandse en 6 Hebreeuwse vol ledige bijbel-drukken reeds van de pers waren gekomen, trad, in 1517, Luther naar buiten op. Luther ver klaarde, na zijn afval, dat „het Paus dom" „de bijbel onde. de bank had gestoten", welke bijbel hij, Luther, omdat de Schrift „in het stof verge ten was" er onder vandaan» had moe ten halen. Deze schilderachtige beeldspraak heeft overvloedige vruchten van mis verstand verwekt, tot op onze da gen, maar dezelfde Luther heeft ver klaard, dat, toen hij in het klooster te Erfurt zich op de theologie moest gaan toeleggen, hem de bijbel als studie-materiaal werd toegewe zen en hü er dag en nacht in zat te blokken. De grote „Hervormer" heeft dus nogal sterk overdreven, mis schien zc wel in 't een als in 't ander. Maar aangezien de eerste vlotte be wering, zeker in de zin die er nader hand aan werd gegeven, fout is, lijkt zijn tweede getuigenis, vergeleken met de feiten, betrouwbaarder. De bijbel, het geschreven, onfeilbaar Woord Gods, is in de Kerk altijd hoog in ere geweest belicht, bewierookt en gekust. De eerbied voor de Bijbel of Heilige Schrift is gemeengoed van Katholieken en Protestanten, reden te meer, waarom wij ons over de nieuwe bijbel-uitgave verheugen, en ook over de Leidse tentoonstelling, omdat deze aanleiding voor velen kan zijn nu eens het gewekte mis verstand met een flinke vaart „onder de bank" te werpen en te laten be- stoffen! MARIUS. IKindje verkouden? Dan rug, keel en borstje lnwrijven met Berekening. De juffrouw had er op gestaan, dat haar loterijlot met de cyfers 4 en 9 zou eindigen. En laat de honderdduizend er nou op vallen. „U moet me toch eens vertellen", vroeg de collectrice, „waarom U juist 49 op het eind wilde hebben". „Ach", antwoordde de juffrouw, „ik droomde van 8 mannen, die ieder zeven appels opaten en 8X7 is 49". Natuurlijk. Mijnheer Jansen had de laatste trein gemist in het kleine dorpje en ten einde raad vroeg hij in een klein kroegje, of er soms slaapgelegenheid was. „Ja, zeker, mijnheer", antwoordde de waard, „komt U maar even mee". Het kamertje, dat de waard mijn heer Jansen toonde was verre van» fris en daarom vroeg de gast: „Zijn er vlooien in bed". „Ja natuurlijk!", antwoordde de waard. „Of dacht U soms, dat de vlooien hier op het zeil zaten?" Onder vrienden. „Maar man, ik kan niet begrijpen, dat jouw vrouw uren over één onderwerp kan pra ten". „Over één onderwerp? Man ze heeft nog niet eens een onderwerp nodig". Welkom bezoek. Vader: „Moe der, hier is iemand om een van je dochters". Moeder (die nog zeven dochters thuis heeft): „Prachtig, wat doet hij voor de kost?" Vader: „Wijnhandelaar". Moeder: „Hoera, dan wil hü zeker de oudste". Jagers. Eersie jager: „Die hond van mij is bijzonder intelligent". Tweede jager: „Dat heb ik be merkt. Hij gaat telkens achter een boom staan als jy schiet" Vrouwenkenner. Regisseur: „Juffrouw, U moet meer minachting en hooghartigheid in Uw toon leg gen". Actrice: „Dat kan ik niet". Regisseur: „Onzin! Denk maar eens, hoe U „konijn" zou zeggen, als uw collega morgen met een nieuwe bontjas kwam". Verzachtend. „Zo, dus U hebt die sigaren gestolen. Zyn er nog ver zachtende omstandigheden?" „Ja zeker, steekt U er zelf maar eens een op". Klopt. Dokter: „Uw bovenlüf doet me denken aan een bier vaatje". Bedelaar: „Dat klopt. Daar ge bruik ik het ook voor". Paedagoog. Vader: „Luister Jantje, je bent nu groot en je moet een echte gentleman worden". -Tantje: „Nee vader, ik wil geer oenfleman zyn; ik wil net als U ïvorden". Gebrek aan inzicht. Kees: „Dat is ook wat, dat Tinus zo plotseling overleden is. Vyf minuten voor zyn dood stond ik nog met hem te pra ten." Joop: „Maar man, had je hem dan niet even aan de praat kunnen hou den." Aetherklanken ZONDAG. HILVERSUM IL 298 M. 8.00 NCRV. 9.30 KRO. 17.00 IKOR. 19.00 NCRV. 19.45—24.00 KRO NCRV: 8.00 Nieuws en weerber. 8.15 Gramofoonmuziek. 8.30 Mor genwijding. 9.15 Gramofoonmuziek. KRO: 9.30 Nieuws en waterstanden. 9.45 Gramofoonmuziek. 9.55 Hoog mis. 11.30 Bariton en piano. 12.15 Apologie. 12.35 Gramofoonmuz. 12.40 Amusementsmuziek. 12.55 Zonnewy- zer. 13.00 Nieuws, weerberichten en katholiek nieuws. 13.10 Lunchcon cert. 13.45 „Uit het Boek der Boe ken". 14.00 Concertgebouworkest en soliste (ca. 14.30 „Het glas in het kerkgebouw", causerie). 15.00 Gra mofoonmuziek. 15.25 Katholiek koor en orgel. 16.10 Katholiek thuisfront overal! 16.15 Sport. 16.30 Vespers. EKOR: 17.00 Ned. Herv. kerkdienst. 17.15 Zangdienst. NCRV: 19.00 Om roeporkest. 19.15 „Zeven stemmen uit het Nieuwe Testament", causerie. 19.30 Nieuws, sportuitslagen en weer berichten. KRO: 19.45 Actualiteiten. 19.52 Boekbespreking. 20.05 De ge wone man zegt er 't zyne van. 20.12 Gevarieerd programma. 22.45 Avond gebed en liturgische kalender. 23.00 Nieuws. 23.1524.00 Radio Philhar- monisch orkest. HILVERSUM I. 402 M. 8.06 VARA. 10.00 VPRO. 10.30 IKOR. 12.00 AVRO. 17.00 VPRO. 17.30 VARA. 20.00—24.00 AVRO. VARA: 8.00 Nieuws en weerber. 8.18 Gramofoonmuziek. 8.35 Veilig heidspraatje. 8.45 Orgelspel. 9.02 Sportmedededelingen. 9.05 Gramo foonmuziek. 9.45 „Geestelyk leven' causerie. VPRO: 10.00 Voor de jeugd. IKOR: 10.30 Rem. Geref. Kerkdienst. 11.30 Hereniging van de Ev. Luth, en de Herst. Ev. Lutherse kerk. AVRO: 12.00 Gevarieerd progr. 12.50 Voor de jeugd. 13.00 Nieuws en weerberichten. 13.05 Mededelingen of gramofoonmuziek. 13.10 „New York calling". 13.15 Gramofoonmuz. 13.50 Even afrekenen, Heren. 14.00 Gramofoonmuz:ek. 14.05 Boekbe spreking. 14.30 Gramofoonmuz. 14.40 Dansmuziek. 15.10 Filmpraatje. 15.25 Omroeporkest en soliste. 16.30 Sport- revue. VPRO: 17.00 „Tussen Kerk en Wereld", causerie. 17.20 „Van het Kerkelijk erf" .causerie. VARA: 17.30 „Monus de man van de maan", hoorspel voor de jeugd. 17.50 Sport journaal. 18.15 Nieuws en sportuit slagen. 18.30 Cabaret. 19.00 Gevar. muziek. 19.30 Radiolympus. AVRO: 20.00 Nieuws. 20.05 Strijkork. 20.35 „Overtuigen", causerie. 20.40 „De fa milie Malinden", hoorspel. 21.20 Ge varieerde muz. 22.20 Caibaret. 22.45 Weekoverzicht. 23.00 N euws. 23.15 24.00 Gramofoonmuziek. MAANDAG. HILVERSUM IL 298 M. 7.00—24.00 NCRV. NCRV: 7.00 Nieuws. 7.15 Ochtend gymnastiek. 7.30 Gramofoonmuziek. 7.45 Een woord voor de dag. 8.00 Nieuws en weerberichten. 8.10 Sport- uislagen. 8.23 Gewyde muziek. 8.45 Gramofoonmuziek. 9.00 Voor de zie ken. 9.30 Herhaling Familie-compe titie. 10.05 Orgelspel. 10.30 Morgen dienst. 11.00 Pianorecital. 11.25 Gev. muziek. 12.15 Gramofoonmuz. 12.25 Voor boer en tuinder. 12.30 Land en fcuinbouwmededelingen. 12.33 Su rinaamse volksmuziek. 12.50 Klok gelui. 13.00 Nieuws. 13.15 Mando- line-muziek. 13.45 Gramofoonmuz. 14.00 Schoolradio. 14.35 Gramofoon muziek. 14.45 Voor de vrouw. 15.15 Gramofoonmuziek. 15.30 Oude mu ziek. 16.00 Bybellezing. 16.30 Vocaal ensemble. 17.00 Voor de kleuters. 17.15 Pianoduo. 17.30 Voor de jeugd. 17.45 Regeringsuitzending: Prof. Dr. C. Berg: „Indonesië en de Philip»py- nen". 18.00 Nieuws. 18.15. Sport. 18.25 „Voor de mannen in gryg, groen en blauw". 18.30 Gramofoon muziek. 19.00 „Volk en Staat", cau serie. 19.15 Engelse les. 19.30 Gra mofoonmuz. 19.40 Radiokrant. 20.00 Nieuws en weerberichten. 20.10 Vyf minuten. 20.15 Orgelconcert. 20.45 „Het laatste bevel", hoorspel. 21.45 Lichte muziek. 22.00 „Het geheim van de postzegel", causerie. 22.10 Sryk- orkest en soliste. 22.45 Avondover denking. 23.00 Nieuws en SOS-ber. 23.J 524.00 Gramofoonmuziek. HILVERSUM I. 402 M. 7.00—24.00 AVRO. AVRO: 7.00 Nieuws. 7.15 Gramo foonmuziek. 8.00 Nieuws. 8.15 Gra mofoonmuziek. 8.45 Idem. 9.00 Mor genwijding. 9.15 Gramofoonmuziek. 9.25 De groenteman. 9.30 Waterstan den. 9.35 Gramofoonmuziek. 11.00 „Op de uitkijk". 11.15 Kamerorkest. 11.45 Voordracht. 12.00 Lichte muz. 12.30 Land- en tuinbouwmededelin- gen. 12.33 „In 't spionnetje". 12.38 Gramofoonmuz. 13.00 Nieuws. 13.15 Mededelingen of gramofoonmuziek. 13.20 Dansmuziek. 14.00 „Wat gaat er om in de wereld?", causerie. 14.20 Gramofoonmuziek. 14.30 Voordracht met harpspel. 14.45 Zang en orgel. 15.15 Voor de vrouw. 16.15 Metro- pole-orkest. 16.45 Musicalender. 17.30 Voor de Nederlandse padvinders. 17.45 Orgel en twee piano's. 18.00 Nieuws. 18.15 Militair commentaar. 18.25 Walsmuziek. 18.55 Muzikale causerie. 19.10 Pianokwintet. 19.45 Regeringsuitzending: Ir. J. K. Melse: „Uitbreiding van de oogstvoorzie- ning". 20.00 Nieuws. 20.05 AVRO- allerlei. 20.10 Radioscoop. 22.30 Or gelconcert. 23.00 Nieuws. 23.15 24.00 Gramofoonmuziek. Is Uw Radio defect BEL 24244 De Radlo-Technlsch* Dienst I.I.M.C.O. H.V.. Kltuwe Rijn 32 Repareert vlug, betrouwbaar on vak kundig. (Advertentie) voor alle doeleinden CREYGHTON Hooiqr.46 Tel. 20114 (Advertentie) (Vervolgverhaal) Toch was Yvonne heel dankbaar dat te nu bij zulke goede mensen terecht was gekomen, dus ze deed haar best zo goed zc kon. Tante zag wel dat Yvonne niet erg bedreven was in de huishouding en daarom werd besloten dat zij naar de huishoudschool zou ^aan. Er was echter een groot bezwaar. Deze achool stond in de dichtbijgelegen stad en dan zou Yvonne 's morgens en 's avonds een lange weg door het eenzame bos moe ten afleggen; maar bang was ze niet. integendeel, ze was juist moedig want toen ze nog in het circus werkte stond ledereen verbaasd over haar grote „durf". Iedere avond wanneer het schemerig begon te worden zei tante tegen Caro: „Ga gauw het vrouwtje ha len" en dan rende hij vrolijk blaffend het bospad op. zijn meesteresje tege moet en na een kwartiertje kwamen zc dan samen stoeiend en hollend thuis. Door de aanwezigheid van de kinde ren was er in het boswachtershuis veel veranderd. Alles was nu leven en vro lijkheid in het anders zo stille huis. Het was er nu niet meer zo ijselijk net jes als vroeger, ook de tuin kon nu soms rommelig zijn, wanneer de jongens flink hadden geravot maar de boswach ter en zijn vrouw waren veel opgeruim der geworden en hun blijde lach meng de zich steeds met die van de kinderen. DE DIRECTEUR MIST DE KINDEREN Ze waren al een volle dag op zee toen de directeur eindelijk een ogenblik rust nam. Het was ontzettend druk geweest. Vooral de verzorging van de wilde die ren had veel hoofdbrekens gekost. Joco de aap was doodziek en bovendien had hU veel last van zeeziekte: nee, die zou Amerika niet levend halen. „Die dekselde jongens ook, om dier verkeerd eten te geven", bromde hy ln zich zelf. Op hetzelfde ogenblik veerde hij uit zijn stoel op. Die jongens, Yvonne hemeltjelief, hij had de kinde ren nog helemaal niet aan boord gezien. Juist wilde hij Janka gaan zoeken om haar naar hen te vragen, toen hij last kreeg van duizeligheid en weer in zfjn stoel terug viel. Ja hoor. ook hem had de zeeziekte te pakken. Plotseling dacht hij aan geen kinderen meer en voelde zich de ziekste man van de hele we reld. Dit bleef zo enige dagen tot de zee weer kalmer werd en het grootste gedeelte van de reis al achter de rug was. Weer miste hij de kinderen en be sloot daarop dadelijk een onderzoek in te stellen. Wie weet waren de stum- perds ook zo zeeziek geweest. Janka zat in het zonnetje op het dek wat kleren te verstellen. „Zo Janka, ik kom eens horen, hoe de kinderen het maken", zei de directeur. Janka kreeg een kleur, maar wist toch uiterlijk kalm te blijven. Ze kon er niet jokken, het moest immers toch uit komen, dat de kinderen niet op de boot waren. „De kinderen, zegt U, wel die zijn in Holland achter gebleven". „In Holland achtergebleven? Hoe haal je dat in je hoofd? Wie gal jou verlof daartoe?" „Dat heb je zelf gegeven. Je gaf me toestemming een goed tehuis voor de kinderen te zoeken". „Dat is niet waar. Dat kan ik niet ge zegd hebben. Ik heb Lisettc op haar sterfbed beloofd voor de kinderen te zullen zorgen en dat wil ik nakomen". Janka hield vol dat de directeur het haar gezegd had. Ze kregen grote ruzie en het werd er niet beter op, toen hij hoorde op welke manier ze zich van de kinderen ontdaan had. Flip, haar mede helper werd nu ook ter verantwoording geroepen. De directeur was radeloos: hij sloot zich in zijn hut op. om rustig na te kunnen denken. Dat de kinderen terug moesten komen, dat stond bij hem vast, als een paal boven water. Maar hoe? Het resultaat van zijn overpeinzing was, dat Flip weer dadelijk met de boot terug zou gaan en niet zonder de kin deren mocht terugkomen. Yvonne kon niet in het programma van het circus gemist worden en wat beloofde dat kind niet voor de toe komst. Ben „ster" zou ze worden. Waar haalde hij in Amerika zo'n goede kracht vandaan? FLIP DOET ZIJN WERK Flip keerde met dezelfde boot terug, nadat het circus uitgeladen was. Het was een reuze tegenvaller voor hem, inplaats van fijn in Amerika te werken in het circus moest hij op zoek naar die 4 stige wichten. Hij had geweldige spijt, dat hij zich door Janka had laten overhalen, de kinderen in Nederland te laten achterblijven. Wie weet waar ze waren? Misschien zou Yvonne proberen hen achterna te reizen. Maar zoveel geld hadden ze niet. Hij prakkizeerde en dacht na. maar kwam geen steek verder. Op de boot maakte hij kennis met een ruw uitziende man en na enig heen en weer gepraat, vertelde hij die vreemde man het doel van zijn terug reis. Samen bedachten ze nu een boos plan, ja een heel boos plan en de I „vreemde" zou Flip daarbij helpen en dan een flinke beloning krijgen. I Hun eerste werk was de plaats op- zoeken, waar ze de woonwagen achter gelaten hadden en al spoedig vonden xe de wagen op een verlaten plek in het bos. De wagen was gesloten en door de kiertjes van de gordijnen zagen ze ook dat hij helemaal leeg was. Maar nu de kinderen? Achter een dicht begroeid bosje, gingen ze zitten wachten tot ze iets van de kinderen gewaar werden. Tegen het middaguur zagen ze de jongens thuis komen en Flip had moei te om zijn mond stijf dicht te houden, hy had ze wel achterna willen snellen. Maar dat deed hij niet. Met zijn hand langer sloop hij van de ene boom naar de andere tot ze het huis zagen waar de kinderen binnengingen. Van Yvonne was geen spoor te zien. Tegen twee uur gingen de jongens weer naar school en dan bleef het weer rustig tot ze om vier uur weer naar dat huis gingen. De mannen werden moe maar ze zouden volhouden tot ze Yvonne gezien had den. Heel lang behoefden ze niet te wachten, want toen het schemerig be gon te worden kwam ze al aan met Caro. Die hond had hen bijna verraden. Slim als Caro was, rook hij in het bos een „bekende" en wilde er naar toe, hij rukte en trok aan de riem maar Yvonne wist hem weer rustig te krijgen. (Wordt vervolgd) Oplossing van de raadsels: handschoen Otto - Reinier 3. ezel - Wezel 4. generaal 5. 99 9/9, 99 8/8. 99 6/6 enz. Het ro- meinse cijfer C is ook goed. De gelukkige prijswinnaar is Dik van Schie, Hoge Morsweg 66, Lelden. Het boek wordt thuis gestuurd Dik. „Trippelgraag", de jongste kabouter, werd er wakker van. Hy wipte juichend zijn'"bed uit. „Appelwang", die zo genoemd werd omdat zijn wangen net twee glimmen de appels leken, schoof het gordijn op zy. Hij wilde de raampjes open duwen maar dat viel niet mee. „Rooio" moest helpen, want de raam pjes zaten vast gevroren. Hij vond het heel gewoon dat ze hem „rooie" noem den; hij had immers een rode baard. Nu duwen: „een, twee, klap!" en de frisse boslucht stroomde het huisje bin nen. De koning der kabouters was de eerste die door het groen geschilderde deurtje naar buiten stapte. Het was toch nog kil, al scheen het lentezonnetje. De andere acht kabouters volgden en snoven hun longen vol heerlijke lentelucht Maar nu voelden ze meteen wat een honger ze hadden. „Panneman", de kok, moest maar gauw iets voor hen klaar maken. Als je zo'n hele winter lang ge slapen hebt zou je honger krijgen. Ze deden dan ook het kooksel van „Pan neman" alle eer aan. Toen ze hun buikjes dik en rond ge geten hadden, begonnen ze hun huisje schoon te maken. De bedden werden gelucht en zo geklopt dat de veertjes hun om de oren vlogen. Het was een en al bedrijvigheid. „Grysbaard". had een touw gespan nen tussen twee bomen en was bezig een deken te kloppen. Hij sloeg op de maat van een vrolijk kabouterliedje. In eens staakte hij zijn fluiten. Achter zich hoorde hij snikken. Wie kon dat zijn? Verbaasd keek hij xi. „Een mensenkind!" zei hy halfluid. Het meisje scheen de kabouter niet Opgemerkt te hebben. Ze keek rond of ze iets zocht en veegde af en toe met haar hand de tranen weg. die over haar wangen rolden. Grijsbaard kreeg medelijden. Hij liet zijn deken in de steek, liep naar het meisje toe, trok aan haar schortje en keek haar vragend aan. Toen ze de ka bouter zo vlak bij zich zag, begon ze „Nou, nou", suste hy, „vertel eens, nog harder te huilen, waarom je zo huilt". „Ik zoek bosbessen, maar ik zie er geen", snikte ze. „Bosbessen?" vroeg Grysbaard ver baasd. „die zijn er niet in het voorjaar. Waarom wilde je die zoeken?" Door de vriendelijke toon waarop hij dit vroeg, kwam het meisje een beetje op haar gemak en tussen kleine snik ken door, vertelde ze: Toen het winter werd is moeder ziek geworden en de dokter zegt dat ze niet vooruitgaat. Gisteren is hy weer ge weest en hy zegt dat moeder alleen maar beter kan worden als ze naar Zwitserland gaat. Daar in de bergen zal ze weer gezond worden, maar dat kost heel veel geld en we hebben geen geld. Nu wilde ik bosbessen gaan pluk ken om ze te verkopen. Ik heb al zo lang gezocht enOpeens kwamen i verhaaltjes altyd zo graag leest en ook de traantjes. Grysbaard dacht l zo mooi vindt. Dag Agnes, we zien je na. Ineens helderde zyn gezicht zeker wel eens gauw weer. Ik weet wat!'' lei hl), „ik zal je j To„nlJe Nlekerk. Prins Hendrikstraat helpen ,37, Bodegraven. Heb je de oplossing Ongelovig keek het meisje de kabou- zeif geschreven? Knap hoor! Nellie d. Poel, Leidseweg 17, Oud- glimmende goud en het mandje, dat ze meegenomen had voor de bosbessen, was tot de rand gevuld. „Dank je wel. kabouter. Wat zal moe der bly zyn, dat ze naar de bergen kan gaan". Wat was het mandje zwaar. Ze moest het met twee handen vasthouden. Na Grijsbaard nog eens hartelyk be dankt te hebben, ging ze vlug naar huis. Grysbaard klopte verder aan zyn de ken. Hy floot weer zyn vrolyk liedje want hij was bly dat hy twee mensen gelukkig had gemaakt. Greta van 8teyn, Welpoortseweg 9, Zoeterwonde. Zo Greetje ben je negen jaar, nu, je werk zag er keurig uit. Jipke en Ansje d. Zwet, Lisbloem- straat 9, Llsse. Jammer hoor, dat jullie geen prijs gewonnen hebben, jullie heb ben echt je best gedaan. VAN EEN KLEINE KABOUTER DIE RAAD WIST. De eerste stralen van de lentezon drongen tussen de bomen van het bos ln. Ze speelden als dartele kinderen met de glimmende knoppen van de bo men en gleden dan weer verder langs de takjes. Het ging omhoog en omlaag al maar wilder. Ze sprongen en dans ten ook om het kabouterhuisje, dat nog stil en gesloten naast een dikke beuk stond. De gordijntjes waren dicht aan niets kon je merken dat het be woond werd. Maar de zonnestralen drongen tussen de kieren van de gor- dyntjes door en slopen onder de naad van de deur naar binnen. Ze kriebelden de kabouters, die nog ln hun winterslaap lagen, in het gezicht. „Ga maar eens mee" en geiyk trok hy aan haar schortje en nam haar mee naar een plek in het bos waar juist een bundel zonnestralen door de takken scheen. Het meisje ging op een omgewaaide boom zitten en was nieuwsgierig naar wat er gebeuren zou. Grysbaard rekte zich uit en zei plech tig: „Van de eerste stralen van de len tezon kunnen de kabouters goud spin nen". En om te laten zien dat het waar was grepen zyn handjes in de zonne stralen. Het ma is je zag hoe zyn vinger tjes zich bewogen en draaiden en woel den en werkelijk tussen zyn vingers uit kwam een koordje goud. Grysbaard werkte maar door. Hij had een kleur van inspanning. Het meisje klapte in haar handen toen ze zag hoe het koordje al langer en langer werd. „Ziezo, nu is het wel genoeg" zei hy eindelijk. ..Stop het maar in je mandje". Het meisje greep naar het mooie A de. Dat verhaaltje heb je aardig be dacht Nellie, maar vandaag is er geen plaats. Co de Haas, IJmuiderstraat 11, Noord- w(jk. Ik vind het fijn Co, dat jij nu ook met ons mee doet. Van Ludo heb ik al vaak een brief gehad. Hans Weyermans, Kempenaeratraat 44, Oegstgeest. Doe je op school ook zo goed je best Hans? Je briefje was erg netjes. Elsje Zoet, StUntjes Dninstr. i, Noord- wijk. Met plezier heb ik je aardige babbeltje gelezen. Je verkoudheid was zeker gauw beter? Thea Goddijn. Jan Lievenstraat 4, Lelden. Zeg Thea zullen we afspreken dat je gauw zelf een briefje schrijft. In het begin mag het nog best met pot lood. Voor vandaag is het weer genoeg. TANTE JO en OOM TOON. 62. Juist toen Basli's cylinder van de vrachtauto op een transportband werd geladen, kwam Bim aanhollen. Toen de mannen van de auto hun rug naar hem toekeerden sprong Bim snel op de transportband, achter de cylinder waar hy de gebonden Basli zag. Bim doopte zyn kwast in de verf en schilderde allemaal nullen over het nummer heen dat op de onder kant van de cylinder stond. Daarna bleef hy rustig in gebukte houding zitten De transportband leidde naar binnen, naar de grote hal van het ge bouw. Het was hier een wirwar van transportbanden met cylinders. Een buitenstaander zou menen dat hy hier in een grote fabriek was. De cylinder van Basli ging na enkele kruispunten steil naar boven. Bim maakte zich zo klein mogelyk om niet te worden gezien.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1952 | | pagina 8