zondagmoA^en
de bijbel
aan de ketting
dam
KOLEN
Met CitcuóMnd
correspondentie
Chicintuten aan ffiim C zijn reis om de wereld")
ZATERDAG 9 FEBRUARI 1952
gE LEIDSE COURANT
TWEEDE BLAD PAGINA 4
IN de afgelopen week hebben we een
helaas vluchtig bezoek ge
bracht aan de Bijbeltentoonstelling,
welke in een der zalen van de Uni-
versiteits-bibliotheek te Leiden wordt
gehouden. De aanleiding tot het hou
den van» deze belangwekkende ten
toonstelling, was de uitgave van een
nieuwe Protestantse bij bel-vertaling.
Men zal zich afvragen, of het nodig
was deze nieuwe uitgave als zo iets
bizonders te beschouwen, aangezien
er sinds enige jaren reeds een zeer
modern-getaalde en toch wetenschap-
pelijk-vertaalde Katholieke bijbel in
omloop is en gretig aftrek vindt.
Doch wjj misgunnen de Protestantse
broeders niet de eer hun bijbel-ver
taling te beurt gevallen, al hadden
we gelijk reeds te anderer plaat
se in dit blad terecht werd opgemerkt
gaarne gezien, dat er een mooier
exemplaar van de Katholieke bijbel
was neergelegd, dan op deze ten
toonstelling het geval is. Ook wat uit
voering betreft kan de K.B. het gerust
tegen de P.B. opnemen!
TEN andere vraag, die niet wij ons-
zeiven stellen, doch die wel eens
wordt gehoord is deze: waarom is er
nog een Katholieke bijbel nodig als
er al een Protestantse is en, in dit
geval, waarom is er nog een Pro
testantse bijbel nodig als er reeds zo'n
voortreffelijke Katholieke bijbel be
staat? De bijbel is toch de bijbel, al
verplaatsen de Protestanten sommi
ge gedeelten eruit naar een „Aan
hangsel". Waarom mag een Katholiek
alleen maar die bijbel lezen, welke
kerkelijk is goedgekeurd? Wordt er
in de Katholieke bijbel iets verdonke
remaand, wat zij niet weten mogen?
Dat vinden we altijd een zeer rake
opmerking, waarover we ons op deze
Bijbel-tentoonstelling weer eens vro
lijk konden maken. Daar ligt name
lijk ook de z.g. „Leidsche vertaling",
welke modernistische professoren
enige tientallen jaren geleden hebben
verzorgd. Maar deze modernistische
vertaling is door de Protestantse Ker
ken niet aanvaard, omdat zij haar
niet juist en niet geschikt vonden. In
het bezit dus van een moderne niet-
Katholieke vertaling èn van een mo
derne Katholieke vertaling, zyn de
Protestantse Kerken begonnen op
nieuw de gehele bijbe te verneder
landsen. Dat heeft nogal wat moeite
gekost, want de verschillende stro
mingen in het Protestantisme hadden
daar ieder zo hun eigen kijk op. Maar
het is en dat is een dankzegging
waard gelukt, en we hopen, dat ze
ingang zal vinden, want de vermaar
de Staten-bijbel was erg ouderwets
van styl geworden. De goede ver
standhouding tussen de twee „gelo
ven" kan er slechts baat bij vinden
als we in begrijpelijke taal met elkaar
iprcken. Uit deze gang van zaken
blijkt echter wel klaar, dat vertalen
en vertalen twéé is. Geldt dit reeds
van hedendaagse boeken, die uit een
buitenlandse taal worden overgezet;
in versterkte mate gaat het op bij
boeken, die enige duizenden jaren ge
leden in het Hebreeuws en het Grieks
werden opgesteld. Tv.ee vertalingen
van een en hetzelfde boek ook als
de bewerkers zo deskundig en eerlijk
mogelijk zijn leveren altijd twee
verschillend geschakeerde boeken op.
Het voorschrift, alleen kerkelijk-
goedgekeurde bijbels te lezen, wordt
in dit licht bezien, wel zeer redelijk
en verklaarbaar. En» we durven met
de Katholieke nieuwste vertaling ge
rust voor de draad der wetenschap
te komen!
EEN andere vraag, welke ook op de
Leidse tentoonstelling beantwoor
ding vindt is deze: waarom of de Ka
tholieke Kerk niet in vroeger
eeuwen vóór de Hervorming, de bij
bel onder het volk heeft gebracht?
Waarom lag in de middeleeuwen „de
bfjbel aan de ketting"? Het misver
stand daaromtrent is zo wijd en zijd
verbreid, dat het zijn» nut kan heb
ben er even op in te gaan.
Ten eerste bestond (en bestaat) er
niet zo'n verschrikkelijke behoefte
aan, want het is zeer bijbels en evan
gelisch, vast te stellen, dat het geloof
is uit de prediking, waarvan Bijbel
en Overlevering de bronnen zijn. De
apostelen kregen de opdracht te pre
diken, niet om te schrijven». Deze pre-
dik-opdracht ligt nogal voor de hand.
Enkele apostelen konden hoogstwaar
schijnlijk zelf niet lezen» maar boven
dien was het lezen een enorme kunst,
welke slechts een zee. beperkte bo
venlaag van de bevolking machtig
was. De middeleeuwse ridders, b.v.
onze adel dus, konden over 't alge
meen ndet lezen. Zij vochten liever!
Nog in de vorige eeuw waren er in
ons land veel mensen, die niet of
zeer moeizaam lezen konden en zo
is het nog in verschillende minder
„beschaafde" streken van de wereld.
HET volk kon dus niet lezen, maar
voor de boekenwurmen die wel
zo gelukkig waren, gold een tweede
moeilijkheid: wie zal dat betalen?
Vóór Laurens Coster in het zand van
de Haarlemmerhout de boekdruk
kunst uitvond, moesten de boeken
met een ganze-veer geschreven wor
den. Een bijbel te bezitten, was een
weelde! Dat geduldig overschrijven
geschiedde in de kloosters vandaar
de uitdrukking „monniken-werk"!
Ofschoon er in de latere middel
eeuwen» ook geschreven bijbels in de
landstaal o.a. in het Nederlands ver
schenen (op de Leidse tentoonstelling
te zien) waren de bijbels over 't al
gemeen in het Latijn gesteld, de taal,
welke vroeger de gewone voertaal
van de ontwikkelde lieden was. Zij
lagen in de klooster-boekerijen ter
inzage, maar omdat ze zo kostbaar
waren en er ook toen evenals nu
mensen waren, die geleende boeken
niet teruggaven, lagen ze veiligheids
halve aan de ketting. Zij lagen let
terlijk aan de ketting. In de Pieters
kerk te Leiden, in haar „Roomse
tijd", lag de bijbel in het Nederlands
voor ieder ter inzage, maar aan de
ketting!
HET boekdrukken is rond het jaar
1450 uitgevonden en reeds in
1456 verscheen te Mainz de eerste ge
drukte bijbel in 42 delen, onmiddel
lijk gevolgd door volledige drukken
in alle Europese landen en aange
vuld door een rijke verzameling
psalm-boekjes en evangelie-boekjes,
meer voor de ontwikkelde leken be
stemd. Zo'n „wiege-druk" uit de eer
ste tijd van het boekdrukken te bezit
ten, werd altijd nog een vrij dure
aanschaf. In die tijd, dat het boek
drukken meer in zwang begon te ko
men en er 156 Latijnse, 17 Duitse, 11
Italiaanse, 10 Franse, 2 Tsjechische,
1 Nederlandse en 6 Hebreeuwse vol
ledige bijbel-drukken reeds van de
pers waren gekomen, trad, in 1517,
Luther naar buiten op. Luther ver
klaarde, na zijn afval, dat „het Paus
dom" „de bijbel onde. de bank had
gestoten", welke bijbel hij, Luther,
omdat de Schrift „in het stof verge
ten was" er onder vandaan» had moe
ten halen.
Deze schilderachtige beeldspraak
heeft overvloedige vruchten van mis
verstand verwekt, tot op onze da
gen, maar dezelfde Luther heeft ver
klaard, dat, toen hij in het klooster te
Erfurt zich op de theologie moest
gaan toeleggen, hem de bijbel
als studie-materiaal werd toegewe
zen en hü er dag en nacht in zat te
blokken. De grote „Hervormer" heeft
dus nogal sterk overdreven, mis
schien zc wel in 't een als in 't ander.
Maar aangezien de eerste vlotte be
wering, zeker in de zin die er nader
hand aan werd gegeven, fout is, lijkt
zijn tweede getuigenis, vergeleken
met de feiten, betrouwbaarder. De
bijbel, het geschreven, onfeilbaar
Woord Gods, is in de Kerk altijd hoog
in ere geweest belicht, bewierookt
en gekust. De eerbied voor de Bijbel
of Heilige Schrift is gemeengoed van
Katholieken en Protestanten, reden
te meer, waarom wij ons over de
nieuwe bijbel-uitgave verheugen, en
ook over de Leidse tentoonstelling,
omdat deze aanleiding voor velen
kan zijn nu eens het gewekte mis
verstand met een flinke vaart „onder
de bank" te werpen en te laten be-
stoffen!
MARIUS.
IKindje verkouden?
Dan rug, keel en borstje
lnwrijven met
Berekening. De juffrouw had er
op gestaan, dat haar loterijlot met de
cyfers 4 en 9 zou eindigen. En laat
de honderdduizend er nou op vallen.
„U moet me toch eens vertellen",
vroeg de collectrice, „waarom U juist
49 op het eind wilde hebben".
„Ach", antwoordde de juffrouw,
„ik droomde van 8 mannen, die ieder
zeven appels opaten en 8X7 is 49".
Natuurlijk. Mijnheer Jansen had
de laatste trein gemist in het kleine
dorpje en ten einde raad vroeg hij
in een klein kroegje, of er soms
slaapgelegenheid was.
„Ja, zeker, mijnheer", antwoordde
de waard, „komt U maar even mee".
Het kamertje, dat de waard mijn
heer Jansen toonde was verre van»
fris en daarom vroeg de gast: „Zijn
er vlooien in bed".
„Ja natuurlijk!", antwoordde de
waard. „Of dacht U soms, dat de
vlooien hier op het zeil zaten?"
Onder vrienden. „Maar man, ik
kan niet begrijpen, dat jouw vrouw
uren over één onderwerp kan pra
ten".
„Over één onderwerp? Man ze
heeft nog niet eens een onderwerp
nodig".
Welkom bezoek. Vader: „Moe
der, hier is iemand om een van je
dochters".
Moeder (die nog zeven dochters
thuis heeft): „Prachtig, wat doet hij
voor de kost?"
Vader: „Wijnhandelaar".
Moeder: „Hoera, dan wil hü zeker
de oudste".
Jagers. Eersie jager: „Die hond
van mij is bijzonder intelligent".
Tweede jager: „Dat heb ik be
merkt. Hij gaat telkens achter een
boom staan als jy schiet"
Vrouwenkenner. Regisseur:
„Juffrouw, U moet meer minachting
en hooghartigheid in Uw toon leg
gen".
Actrice: „Dat kan ik niet".
Regisseur: „Onzin! Denk maar
eens, hoe U „konijn" zou zeggen, als
uw collega morgen met een nieuwe
bontjas kwam".
Verzachtend. „Zo, dus U hebt
die sigaren gestolen. Zyn er nog ver
zachtende omstandigheden?"
„Ja zeker, steekt U er zelf maar
eens een op".
Klopt. Dokter: „Uw bovenlüf
doet me denken aan een bier
vaatje".
Bedelaar: „Dat klopt. Daar ge
bruik ik het ook voor".
Paedagoog. Vader: „Luister
Jantje, je bent nu groot en je moet
een echte gentleman worden".
-Tantje: „Nee vader, ik wil geer
oenfleman zyn; ik wil net als U
ïvorden".
Gebrek aan inzicht. Kees: „Dat
is ook wat, dat Tinus zo plotseling
overleden is. Vyf minuten voor zyn
dood stond ik nog met hem te pra
ten."
Joop: „Maar man, had je hem dan
niet even aan de praat kunnen hou
den."
Aetherklanken
ZONDAG.
HILVERSUM IL 298 M.
8.00 NCRV. 9.30 KRO. 17.00 IKOR.
19.00 NCRV. 19.45—24.00 KRO
NCRV: 8.00 Nieuws en weerber.
8.15 Gramofoonmuziek. 8.30 Mor
genwijding. 9.15 Gramofoonmuziek.
KRO: 9.30 Nieuws en waterstanden.
9.45 Gramofoonmuziek. 9.55 Hoog
mis. 11.30 Bariton en piano. 12.15
Apologie. 12.35 Gramofoonmuz. 12.40
Amusementsmuziek. 12.55 Zonnewy-
zer. 13.00 Nieuws, weerberichten en
katholiek nieuws. 13.10 Lunchcon
cert. 13.45 „Uit het Boek der Boe
ken". 14.00 Concertgebouworkest en
soliste (ca. 14.30 „Het glas in het
kerkgebouw", causerie). 15.00 Gra
mofoonmuziek. 15.25 Katholiek koor
en orgel. 16.10 Katholiek thuisfront
overal! 16.15 Sport. 16.30 Vespers.
EKOR: 17.00 Ned. Herv. kerkdienst.
17.15 Zangdienst. NCRV: 19.00 Om
roeporkest. 19.15 „Zeven stemmen
uit het Nieuwe Testament", causerie.
19.30 Nieuws, sportuitslagen en weer
berichten. KRO: 19.45 Actualiteiten.
19.52 Boekbespreking. 20.05 De ge
wone man zegt er 't zyne van. 20.12
Gevarieerd programma. 22.45 Avond
gebed en liturgische kalender. 23.00
Nieuws. 23.1524.00 Radio Philhar-
monisch orkest.
HILVERSUM I. 402 M.
8.06 VARA. 10.00 VPRO. 10.30 IKOR.
12.00 AVRO. 17.00 VPRO.
17.30 VARA. 20.00—24.00 AVRO.
VARA: 8.00 Nieuws en weerber.
8.18 Gramofoonmuziek. 8.35 Veilig
heidspraatje. 8.45 Orgelspel. 9.02
Sportmedededelingen. 9.05 Gramo
foonmuziek. 9.45 „Geestelyk leven'
causerie. VPRO: 10.00 Voor de jeugd.
IKOR: 10.30 Rem. Geref. Kerkdienst.
11.30 Hereniging van de Ev. Luth,
en de Herst. Ev. Lutherse kerk.
AVRO: 12.00 Gevarieerd progr. 12.50
Voor de jeugd. 13.00 Nieuws en
weerberichten. 13.05 Mededelingen
of gramofoonmuziek. 13.10 „New
York calling". 13.15 Gramofoonmuz.
13.50 Even afrekenen, Heren. 14.00
Gramofoonmuz:ek. 14.05 Boekbe
spreking. 14.30 Gramofoonmuz. 14.40
Dansmuziek. 15.10 Filmpraatje. 15.25
Omroeporkest en soliste. 16.30 Sport-
revue. VPRO: 17.00 „Tussen Kerk en
Wereld", causerie. 17.20 „Van het
Kerkelijk erf" .causerie. VARA:
17.30 „Monus de man van de maan",
hoorspel voor de jeugd. 17.50 Sport
journaal. 18.15 Nieuws en sportuit
slagen. 18.30 Cabaret. 19.00 Gevar.
muziek. 19.30 Radiolympus. AVRO:
20.00 Nieuws. 20.05 Strijkork. 20.35
„Overtuigen", causerie. 20.40 „De fa
milie Malinden", hoorspel. 21.20 Ge
varieerde muz. 22.20 Caibaret. 22.45
Weekoverzicht. 23.00 N euws. 23.15
24.00 Gramofoonmuziek.
MAANDAG.
HILVERSUM IL 298 M.
7.00—24.00 NCRV.
NCRV: 7.00 Nieuws. 7.15 Ochtend
gymnastiek. 7.30 Gramofoonmuziek.
7.45 Een woord voor de dag. 8.00
Nieuws en weerberichten. 8.10 Sport-
uislagen. 8.23 Gewyde muziek. 8.45
Gramofoonmuziek. 9.00 Voor de zie
ken. 9.30 Herhaling Familie-compe
titie. 10.05 Orgelspel. 10.30 Morgen
dienst. 11.00 Pianorecital. 11.25 Gev.
muziek. 12.15 Gramofoonmuz. 12.25
Voor boer en tuinder. 12.30 Land
en fcuinbouwmededelingen. 12.33 Su
rinaamse volksmuziek. 12.50 Klok
gelui. 13.00 Nieuws. 13.15 Mando-
line-muziek. 13.45 Gramofoonmuz.
14.00 Schoolradio. 14.35 Gramofoon
muziek. 14.45 Voor de vrouw. 15.15
Gramofoonmuziek. 15.30 Oude mu
ziek. 16.00 Bybellezing. 16.30 Vocaal
ensemble. 17.00 Voor de kleuters.
17.15 Pianoduo. 17.30 Voor de jeugd.
17.45 Regeringsuitzending: Prof. Dr.
C. Berg: „Indonesië en de Philip»py-
nen". 18.00 Nieuws. 18.15. Sport.
18.25 „Voor de mannen in gryg,
groen en blauw". 18.30 Gramofoon
muziek. 19.00 „Volk en Staat", cau
serie. 19.15 Engelse les. 19.30 Gra
mofoonmuz. 19.40 Radiokrant. 20.00
Nieuws en weerberichten. 20.10 Vyf
minuten. 20.15 Orgelconcert. 20.45
„Het laatste bevel", hoorspel. 21.45
Lichte muziek. 22.00 „Het geheim van
de postzegel", causerie. 22.10 Sryk-
orkest en soliste. 22.45 Avondover
denking. 23.00 Nieuws en SOS-ber.
23.J 524.00 Gramofoonmuziek.
HILVERSUM I. 402 M.
7.00—24.00 AVRO.
AVRO: 7.00 Nieuws. 7.15 Gramo
foonmuziek. 8.00 Nieuws. 8.15 Gra
mofoonmuziek. 8.45 Idem. 9.00 Mor
genwijding. 9.15 Gramofoonmuziek.
9.25 De groenteman. 9.30 Waterstan
den. 9.35 Gramofoonmuziek. 11.00
„Op de uitkijk". 11.15 Kamerorkest.
11.45 Voordracht. 12.00 Lichte muz.
12.30 Land- en tuinbouwmededelin-
gen. 12.33 „In 't spionnetje". 12.38
Gramofoonmuz. 13.00 Nieuws. 13.15
Mededelingen of gramofoonmuziek.
13.20 Dansmuziek. 14.00 „Wat gaat
er om in de wereld?", causerie. 14.20
Gramofoonmuziek. 14.30 Voordracht
met harpspel. 14.45 Zang en orgel.
15.15 Voor de vrouw. 16.15 Metro-
pole-orkest. 16.45 Musicalender. 17.30
Voor de Nederlandse padvinders.
17.45 Orgel en twee piano's. 18.00
Nieuws. 18.15 Militair commentaar.
18.25 Walsmuziek. 18.55 Muzikale
causerie. 19.10 Pianokwintet. 19.45
Regeringsuitzending: Ir. J. K. Melse:
„Uitbreiding van de oogstvoorzie-
ning". 20.00 Nieuws. 20.05 AVRO-
allerlei. 20.10 Radioscoop. 22.30 Or
gelconcert. 23.00 Nieuws. 23.15
24.00 Gramofoonmuziek.
Is Uw Radio defect
BEL 24244
De Radlo-Technlsch* Dienst
I.I.M.C.O. H.V.. Kltuwe Rijn 32
Repareert vlug, betrouwbaar on vak
kundig.
(Advertentie)
voor alle doeleinden
CREYGHTON
Hooiqr.46 Tel. 20114
(Advertentie)
(Vervolgverhaal)
Toch was Yvonne heel dankbaar dat
te nu bij zulke goede mensen terecht
was gekomen, dus ze deed haar best zo
goed zc kon.
Tante zag wel dat Yvonne niet erg
bedreven was in de huishouding en
daarom werd besloten dat zij naar de
huishoudschool zou ^aan. Er was echter
een groot bezwaar. Deze achool stond
in de dichtbijgelegen stad en dan zou
Yvonne 's morgens en 's avonds een
lange weg door het eenzame bos moe
ten afleggen; maar bang was ze niet.
integendeel, ze was juist moedig want
toen ze nog in het circus werkte stond
ledereen verbaasd over haar grote
„durf". Iedere avond wanneer het
schemerig begon te worden zei tante
tegen Caro: „Ga gauw het vrouwtje ha
len" en dan rende hij vrolijk blaffend
het bospad op. zijn meesteresje tege
moet en na een kwartiertje kwamen zc
dan samen stoeiend en hollend thuis.
Door de aanwezigheid van de kinde
ren was er in het boswachtershuis veel
veranderd. Alles was nu leven en vro
lijkheid in het anders zo stille huis.
Het was er nu niet meer zo ijselijk net
jes als vroeger, ook de tuin kon nu
soms rommelig zijn, wanneer de jongens
flink hadden geravot maar de boswach
ter en zijn vrouw waren veel opgeruim
der geworden en hun blijde lach meng
de zich steeds met die van de kinderen.
DE DIRECTEUR MIST DE KINDEREN
Ze waren al een volle dag op zee toen
de directeur eindelijk een ogenblik rust
nam. Het was ontzettend druk geweest.
Vooral de verzorging van de wilde die
ren had veel hoofdbrekens gekost. Joco
de aap was doodziek en bovendien had
hU veel last van zeeziekte: nee, die zou
Amerika niet levend halen.
„Die dekselde jongens ook, om
dier verkeerd eten te geven", bromde
hy ln zich zelf. Op hetzelfde ogenblik
veerde hij uit zijn stoel op. Die jongens,
Yvonne hemeltjelief, hij had de kinde
ren nog helemaal niet aan boord gezien.
Juist wilde hij Janka gaan zoeken om
haar naar hen te vragen, toen hij last
kreeg van duizeligheid en weer in zfjn
stoel terug viel. Ja hoor. ook hem had
de zeeziekte te pakken. Plotseling dacht
hij aan geen kinderen meer en voelde
zich de ziekste man van de hele we
reld. Dit bleef zo enige dagen tot de
zee weer kalmer werd en het grootste
gedeelte van de reis al achter de rug
was. Weer miste hij de kinderen en be
sloot daarop dadelijk een onderzoek in
te stellen. Wie weet waren de stum-
perds ook zo zeeziek geweest.
Janka zat in het zonnetje op het dek
wat kleren te verstellen.
„Zo Janka, ik kom eens horen, hoe de
kinderen het maken", zei de directeur.
Janka kreeg een kleur, maar wist toch
uiterlijk kalm te blijven. Ze kon er niet
jokken, het moest immers toch uit
komen, dat de kinderen niet op de boot
waren.
„De kinderen, zegt U, wel die zijn in
Holland achter gebleven".
„In Holland achtergebleven? Hoe haal
je dat in je hoofd? Wie gal jou verlof
daartoe?"
„Dat heb je zelf gegeven. Je gaf me
toestemming een goed tehuis voor de
kinderen te zoeken".
„Dat is niet waar. Dat kan ik niet ge
zegd hebben. Ik heb Lisettc op haar
sterfbed beloofd voor de kinderen te
zullen zorgen en dat wil ik nakomen".
Janka hield vol dat de directeur het
haar gezegd had. Ze kregen grote ruzie
en het werd er niet beter op, toen hij
hoorde op welke manier ze zich van de
kinderen ontdaan had. Flip, haar mede
helper werd nu ook ter verantwoording
geroepen. De directeur was radeloos:
hij sloot zich in zijn hut op. om rustig
na te kunnen denken. Dat de kinderen
terug moesten komen, dat stond bij hem
vast, als een paal boven water.
Maar hoe?
Het resultaat van zijn overpeinzing
was, dat Flip weer dadelijk met de boot
terug zou gaan en niet zonder de kin
deren mocht terugkomen.
Yvonne kon niet in het programma
van het circus gemist worden en wat
beloofde dat kind niet voor de toe
komst. Ben „ster" zou ze worden. Waar
haalde hij in Amerika zo'n goede kracht
vandaan?
FLIP DOET ZIJN WERK
Flip keerde met dezelfde boot terug,
nadat het circus uitgeladen was. Het
was een reuze tegenvaller voor hem,
inplaats van fijn in Amerika te werken
in het circus moest hij op zoek naar
die 4 stige wichten. Hij had geweldige
spijt, dat hij zich door Janka had laten
overhalen, de kinderen in Nederland te
laten achterblijven. Wie weet waar ze
waren? Misschien zou Yvonne proberen
hen achterna te reizen. Maar zoveel
geld hadden ze niet. Hij prakkizeerde
en dacht na. maar kwam geen steek
verder. Op de boot maakte hij kennis
met een ruw uitziende man en na enig
heen en weer gepraat, vertelde hij die
vreemde man het doel van zijn terug
reis. Samen bedachten ze nu een boos
plan, ja een heel boos plan en de
I „vreemde" zou Flip daarbij helpen en
dan een flinke beloning krijgen.
I Hun eerste werk was de plaats op-
zoeken, waar ze de woonwagen achter
gelaten hadden en al spoedig vonden xe
de wagen op een verlaten plek in het
bos. De wagen was gesloten en door de
kiertjes van de gordijnen zagen ze ook
dat hij helemaal leeg was. Maar nu de
kinderen? Achter een dicht begroeid
bosje, gingen ze zitten wachten tot ze
iets van de kinderen gewaar werden.
Tegen het middaguur zagen ze de
jongens thuis komen en Flip had moei
te om zijn mond stijf dicht te houden,
hy had ze wel achterna willen snellen.
Maar dat deed hij niet. Met zijn hand
langer sloop hij van de ene boom naar
de andere tot ze het huis zagen waar
de kinderen binnengingen. Van Yvonne
was geen spoor te zien. Tegen twee uur
gingen de jongens weer naar school en
dan bleef het weer rustig tot ze om
vier uur weer naar dat huis gingen. De
mannen werden moe maar ze zouden
volhouden tot ze Yvonne gezien had
den. Heel lang behoefden ze niet te
wachten, want toen het schemerig be
gon te worden kwam ze al aan met
Caro.
Die hond had hen bijna verraden.
Slim als Caro was, rook hij in het bos
een „bekende" en wilde er naar toe, hij
rukte en trok aan de riem maar Yvonne
wist hem weer rustig te krijgen.
(Wordt vervolgd)
Oplossing van de raadsels:
handschoen
Otto - Reinier
3. ezel - Wezel
4. generaal
5. 99 9/9, 99 8/8. 99 6/6 enz. Het ro-
meinse cijfer C is ook goed.
De gelukkige prijswinnaar is Dik van
Schie, Hoge Morsweg 66, Lelden. Het
boek wordt thuis gestuurd Dik.
„Trippelgraag", de jongste kabouter,
werd er wakker van. Hy wipte juichend
zijn'"bed uit.
„Appelwang", die zo genoemd werd
omdat zijn wangen net twee glimmen
de appels leken, schoof het gordijn op
zy. Hij wilde de raampjes open duwen
maar dat viel niet mee.
„Rooio" moest helpen, want de raam
pjes zaten vast gevroren. Hij vond het
heel gewoon dat ze hem „rooie" noem
den; hij had immers een rode baard.
Nu duwen: „een, twee, klap!" en de
frisse boslucht stroomde het huisje bin
nen. De koning der kabouters was de
eerste die door het groen geschilderde
deurtje naar buiten stapte. Het was toch
nog kil, al scheen het lentezonnetje.
De andere acht kabouters volgden
en snoven hun longen vol heerlijke
lentelucht
Maar nu voelden ze meteen wat een
honger ze hadden. „Panneman", de kok,
moest maar gauw iets voor hen klaar
maken. Als je zo'n hele winter lang ge
slapen hebt zou je honger krijgen. Ze
deden dan ook het kooksel van „Pan
neman" alle eer aan.
Toen ze hun buikjes dik en rond ge
geten hadden, begonnen ze hun huisje
schoon te maken. De bedden werden
gelucht en zo geklopt dat de veertjes
hun om de oren vlogen. Het was een
en al bedrijvigheid.
„Grysbaard". had een touw gespan
nen tussen twee bomen en was bezig
een deken te kloppen. Hij sloeg op de
maat van een vrolijk kabouterliedje. In
eens staakte hij zijn fluiten. Achter zich
hoorde hij snikken.
Wie kon dat zijn? Verbaasd keek hij
xi. „Een mensenkind!" zei hy halfluid.
Het meisje scheen de kabouter niet
Opgemerkt te hebben. Ze keek rond of
ze iets zocht en veegde af en toe met
haar hand de tranen weg. die over haar
wangen rolden.
Grijsbaard kreeg medelijden. Hij liet
zijn deken in de steek, liep naar het
meisje toe, trok aan haar schortje en
keek haar vragend aan. Toen ze de ka
bouter zo vlak bij zich zag, begon ze
„Nou, nou", suste hy, „vertel eens,
nog harder te huilen,
waarom je zo huilt".
„Ik zoek bosbessen, maar ik zie er
geen", snikte ze.
„Bosbessen?" vroeg Grysbaard ver
baasd. „die zijn er niet in het voorjaar.
Waarom wilde je die zoeken?"
Door de vriendelijke toon waarop hij
dit vroeg, kwam het meisje een beetje
op haar gemak en tussen kleine snik
ken door, vertelde ze:
Toen het winter werd is moeder ziek
geworden en de dokter zegt dat ze niet
vooruitgaat. Gisteren is hy weer ge
weest en hy zegt dat moeder alleen
maar beter kan worden als ze naar
Zwitserland gaat. Daar in de bergen
zal ze weer gezond worden, maar dat
kost heel veel geld en we hebben geen
geld. Nu wilde ik bosbessen gaan pluk
ken om ze te verkopen. Ik heb al zo
lang gezocht enOpeens kwamen i verhaaltjes altyd zo graag leest en ook
de traantjes. Grysbaard dacht l zo mooi vindt. Dag Agnes, we zien je
na. Ineens helderde zyn gezicht zeker wel eens gauw weer.
Ik weet wat!'' lei hl), „ik zal je j To„nlJe Nlekerk. Prins Hendrikstraat
helpen ,37, Bodegraven. Heb je de oplossing
Ongelovig keek het meisje de kabou- zeif geschreven? Knap hoor!
Nellie d. Poel, Leidseweg 17, Oud-
glimmende goud en het mandje, dat ze
meegenomen had voor de bosbessen,
was tot de rand gevuld.
„Dank je wel. kabouter. Wat zal moe
der bly zyn, dat ze naar de bergen kan
gaan".
Wat was het mandje zwaar. Ze moest
het met twee handen vasthouden.
Na Grijsbaard nog eens hartelyk be
dankt te hebben, ging ze vlug naar
huis.
Grysbaard klopte verder aan zyn de
ken. Hy floot weer zyn vrolyk liedje
want hij was bly dat hy twee mensen
gelukkig had gemaakt.
Greta van 8teyn, Welpoortseweg 9,
Zoeterwonde. Zo Greetje ben je negen
jaar, nu, je werk zag er keurig uit.
Jipke en Ansje d. Zwet, Lisbloem-
straat 9, Llsse. Jammer hoor, dat jullie
geen prijs gewonnen hebben, jullie heb
ben echt je best gedaan.
VAN EEN KLEINE KABOUTER
DIE RAAD WIST.
De eerste stralen van de lentezon
drongen tussen de bomen van het bos
ln. Ze speelden als dartele kinderen
met de glimmende knoppen van de bo
men en gleden dan weer verder langs
de takjes. Het ging omhoog en omlaag
al maar wilder. Ze sprongen en dans
ten ook om het kabouterhuisje, dat nog
stil en gesloten naast een dikke beuk
stond. De gordijntjes waren dicht
aan niets kon je merken dat het be
woond werd. Maar de zonnestralen
drongen tussen de kieren van de gor-
dyntjes door en slopen onder de naad
van de deur naar binnen.
Ze kriebelden de kabouters, die nog
ln hun winterslaap lagen, in het gezicht.
„Ga maar eens mee" en geiyk trok
hy aan haar schortje en nam haar mee
naar een plek in het bos waar juist een
bundel zonnestralen door de takken
scheen.
Het meisje ging op een omgewaaide
boom zitten en was nieuwsgierig naar
wat er gebeuren zou.
Grysbaard rekte zich uit en zei plech
tig: „Van de eerste stralen van de len
tezon kunnen de kabouters goud spin
nen". En om te laten zien dat het waar
was grepen zyn handjes in de zonne
stralen. Het ma is je zag hoe zyn vinger
tjes zich bewogen en draaiden en woel
den en werkelijk tussen zyn vingers
uit kwam een koordje goud. Grysbaard
werkte maar door. Hij had een kleur
van inspanning.
Het meisje klapte in haar handen
toen ze zag hoe het koordje al langer
en langer werd.
„Ziezo, nu is het wel genoeg" zei hy
eindelijk. ..Stop het maar in je mandje".
Het meisje greep naar het mooie
A de. Dat verhaaltje heb je aardig be
dacht Nellie, maar vandaag is er geen
plaats.
Co de Haas, IJmuiderstraat 11, Noord-
w(jk. Ik vind het fijn Co, dat jij nu ook
met ons mee doet. Van Ludo heb ik al
vaak een brief gehad.
Hans Weyermans, Kempenaeratraat
44, Oegstgeest. Doe je op school ook zo
goed je best Hans? Je briefje was erg
netjes.
Elsje Zoet, StUntjes Dninstr. i, Noord-
wijk. Met plezier heb ik je aardige
babbeltje gelezen. Je verkoudheid was
zeker gauw beter?
Thea Goddijn. Jan Lievenstraat 4,
Lelden. Zeg Thea zullen we afspreken
dat je gauw zelf een briefje schrijft. In
het begin mag het nog best met pot
lood.
Voor vandaag is het weer genoeg.
TANTE JO en OOM TOON.
62. Juist toen Basli's cylinder van
de vrachtauto op een transportband
werd geladen, kwam Bim aanhollen.
Toen de mannen van de auto hun rug
naar hem toekeerden sprong Bim
snel op de transportband, achter de
cylinder waar hy de gebonden Basli
zag. Bim doopte zyn kwast in de verf
en schilderde allemaal nullen over
het nummer heen dat op de onder
kant van de cylinder stond. Daarna
bleef hy rustig in gebukte houding
zitten De transportband leidde naar
binnen, naar de grote hal van het ge
bouw. Het was hier een wirwar van
transportbanden met cylinders. Een
buitenstaander zou menen dat hy
hier in een grote fabriek was. De
cylinder van Basli ging na enkele
kruispunten steil naar boven. Bim
maakte zich zo klein mogelyk om
niet te worden gezien.