Pa rij se herinneringen aan leven en dood van Marie-Antoinette FRANKRIJK VERMOORDDE ZIJN KONINGIN In de gevangenis waar zij haar laatste brief schreef mi üekeiide mmirn Mr. R. van Royen heeft de zorg over Leidens archief ZATERDAG 19 JANUARI 1952 PC LEIDSE COURANT TWEEDE BLAD - PAGINA 1 T*VE HOLLE marmeren gangen in het paleit van Versailles zijn bijn? dagelijks vervuld van op gewekt geroezemoes, dal opstijgi uit de stroom be zoekers, die met vrijmoe dige nieuwsgierigheid ziek komen vergapen aan de vergane glorie van Frank- rijks Vorstenhuis. Zij lo pen zaal in, zaal uit, trar op, trap af, door lang» gangen en weidse zalen Hun stemmen klinken ho in de hoge ruimten. Maar dan kondigt de gids aan* „Dit zijn de vertrekken van koningin Marie-An toinette" en onmiddellijk verstomt het lawaai. Zwij gend gaan de bezoekers door de kamers; fluiste rend wijzen zij elkaar het bed, waarin Marie-An toinette geslapen heeft. Op de plaats waar zij staan, liggen honderden voetstappen van haar, die een der meest tragische figuren uit de Franse ge schiedenis geworden is. Zij treden hier in de intimi teit van een vorstin, wier bewogen lever, zich voor een groot deel in dit pa leis heeft afgespeeld. Het paleis van Versailles verkeert in vervallen staat, maar er is nog voldoende overgebleven voor de be zoeker van vandaag, om zidh voor te stellen hoe het effect geweest moet zijn van de pracht en praal, die het Franse hof hier in de 18e eeuw tentoongespreid heeft. Men kan zich nog indenken hoe Zondagsmorgens door deze gangen een hofstoet ging om in de kapel de H. Mis bij te wo nen, hoe in de feestzalen het flik kerend li'cht van duizenden kaarsen door grote spiegels weerkaatst werd, hoe in het intiem boudoir een ko ningin zich terug kon trekken, moe van de inspanning, die een ingewik kelde hof-etiquette van haar vergde. Dwalend door dit paleis voelt men zich even teruggeplaatst in de tijd van twee eeuwen geleden en dringt het leven van Marie-Antoinette zich aan de bezoeker op. EEN SNELLE TREIN brengt de 'be zoeker binnen het uur terug naar Parijsi Ook daar vindt hij plaatsen, die hem herinneren aan deze ko ningin. In de tuin van de Tuilerieën nemen grasgazons en heesters de plaats in waar het koninklijk paleis heeft gestaan, dat getuige is geweest van een bloedige revolutie. Op deze plaats heeft een tot waanzinnigheid verblind volk zijn koning en ko ningin voor zich opgeëist, om hen met smaad overladen gevangen te zetten. Welk een afstand ligt er tussen Versailles en de Tuilerieën...., de afstand van het grandiose hofleven tot dc dienste vernedering. Dezelfde afstand, die ligt tussen de jaren 1770 en 1793, tussen de blijde intocht van de 15-jarige Oostenrijkse keizers dochter in Frankrijk en het resultaat van geraffineerde intriges, die uit eindelijk de 38-jarige koningin naar het schavot brachten. Het was minister Choiseul, die er in slaagde de huwelijksverbintenis tot stand te brengen, met de bedoe ling een betere verstandhouding te krijgen tussen «Frankrijk en Oosten rijk. Hoe enthousiast ontving Parijs zijn toekomstige koningin Marie- Antoinette. Wanneer zij zich met de kroonprins, de latere Lodewijk XVI, in het openbaar vertoonde, roemde men haar schoonheid en charmante beminnelijkheid. Lang heeft dit ech ter niet mogen duren; nog voordat zij in 1774 koningin van Frankrijk werd, was het geraffineerde spel van intriges in en bu ten het hof reeds begonnen. Mokerslagen, die steeds zwaarder zouden worden en die ten slotte de Franse troon omver zouden halen. TEEFT HET ZIN in dit kort bestek in te gaan op alle verdachtma kingen, die over Marie-Antoinette de ronde deden? De hof-etiquette eiste, dat de koningin practisch on afgebroken door hofdames en be dienden omringd was; niets ging aan hun oren en ogen voorbij; het min ste of geringste kon worden opge blazen tot iets vreselijks. Zo kon het gebeuren, dat Marie-Anoinette zich vijanden maakte door het een en ander aan de hofgebruiken te veran deren; vooral in cle eerste jaren kon zij slechts moeilijk wennen, na haar eenvoudige opvoeding aan het Ween- se hof, aan de staatsie, waarmede Frankrijk zijn vorstin omgaf. Ander zijds werd haar een te grote luxe verweten, vooral toen de hoge kap sels in de mode kwamen en men in hoge kringen zich g'ng kappen naar het voorbeeld van de koningin. Hoe werd er geroddeld, toen Marie-Antoi nette van Lodewijk XVI het Petit Trianon ten geschenke kreeg en zij daar graag verbleef tussen eenvou dige boeren.. Foto links: het standbeeld van Ma rie-Antoinette in de Chapelle Ex- piatoire. Foto rechts: de Concierge- rie, waarin zij het uur van haar te rechtstelling afwachtte, ei» geheel rechts de Chapelle Expiatoire. Links van het gebouw ziet men enige tom bes van de Zwitserse Garde. (Foto's: .,De Lcidse Courant"). Moeten we ingaan op de be schuldigingen, die men tegen Marie-Antoinette uitte betreffende haar relaties met buitenlandse mogendheden? Inderdaad heeft zij met andere hoven gecorrespon deerd en gevraagd om door di plomatieke interventie het ko ninklijk gezag in Frankrijk te herstellen, dat daarna zelfstandig maatregelen zou kunnen nemen, om het land uit zijn benarde po sitie te bevrijden. Nooit heeft men willen vergeten, dat zij een Oostenrijkse was, een dochter uit het land van de erfvijand, die van plan geweest zou zijn het land aan vreemde machten uit te leve ren. Aan deze aantijging gaan we stilzwijgend voorbij, evenals aan de beruchte geschiedenis van het halssnoer, een der meest geraffi neerde intriges, waarin madame de La motte, berucht om haar schotschriften een minderwaar dige rol speelde. LJET IS HIER ook niet de plaats om uiteen te zetten waarom en hoe de Franse revolutie in 1789 be gon en hoe zij leidde tot de ter dood veroordeling van de koning en ko ningin op de Place de la Révolut'on, thans de Place de la Concorde ge heten. Niets herinnert daar nog aan dit tragisch uur, evenmin als er nog iets te vinden is van de Temple, waarin de koninklijke gevangenen w^den vastgezet. De bezoeker, op zoek naar herin neringen aan Marie-Antoinette, staat op de Place de la Republique en slaat de Rue du Temple in. Niets te zien. Eindelijk vindt hij in een verlaten zijstraat een in steen gé- houwen kaart, waarop de vroegere situatie van dit ouds stadskwartier is afgebeeld Dit wijst hem naar de plaats, waar vroeger de Temple ge staan moet hebben. Er is niets an ders te zien dan een Mairie, het raadhuis van dit stadsdeel. Aan de overkant van de straat ligt een park, waarin kinderen zich vermaken met steentjes gooien naar een gemoede lijke politie-agent. Dat is alles. I ANGS DE SEINE, aan de Quai de l'Horloge, naast het Palais de Justice, rijst een somber gebouw op. Dikke torens geven het iets af schrikwekkends. Het is de Concier- gerie, de tweede gevangenis van Marie-Antoinette, waarin zij werd opgesloten na eerst met Lodewijk XVI in de Temple gezeten te heb ben. Hier binnengekomen, wist zij het voorportaal van de dood betre den te hebben. Een angstige beklemming grijpt de bezoeker aan, wanneer hij dit ge bouw betreedt, ook al staat er in de' grote hal een vriendelijke gids, die graag bereid is alles te laten zien. En zo staan we dan even later in dé cel, waarin Marie-Antoinette haar laatste levensuren sleet. Het was hier dat zij haar laatste brief schreef, bestemd voor madame Eli sabeth, de zuster van koning Lode wijk XVI. De koningin, die zoveel verne dering heeft moeten ondergaan en zoveel smead heeft verduurd, toont in dit schrijven een adel die ver uitgaat boven de hoogste afkomst. Er blijkt een grote kalmte uit; zij heeft haar lo* aanvaard en zal ^np- De kapel van de Conciergerie waai in Marie-Antoinette de H mis tonde in de weken, dat zij hier in eenzaamheid gevangen zat. dig de dood onder ogen zien. Slechts haar twee kinderen, die in de Temple zijn achtergebleven, vervullen haar met zorg en mede lijden. Zii vraagt madame Elisa beth voor hen te wille: zorgen. Aan haar dochter zegt zij het jon gere broertje met goede raad bij te staan en aan haar zoon, zijn zus steeds te helpen Vergeet nooit de laatste wens van uw vader", schyft zij haar zoon. ..probeer hooit onze dood te wreken". „Ik sterf, vervolgt de brief, „in de katholieke godsdienst, in die van mijn ouders waarin ik opee^oeid ben en die ik altijd beleden heb." Door onderaardse gangen wande lend, komen we in de kapel, waarin Marie-Antoinette tijdens haar ge vangenschap de H. Mis mocht bij wonen. Ook hier drukt de beklem ming van de wetenschap te staan op de plaats, waar een een terdood- veroordeelde koningin gestaan heeft. De kapel wordt niet meer gebruikt, maar het altaar is intact gebleven. In deze ruimte vindt men ook een vitrine, waarin een aantal voorwer pen die aan Marie-Antoinette héb ben toebehoord, zijn uitgestald: een stoel een kerkboek, wat kleding stukken. Langer dan honderd vijf tig ja,ar is het geleden. En toch, hoe spreekt dit alles duidelijke taal C*R IS NOG een plaats in Parijs, waar de herinnering aan Marie- Antoinette wordt bewaard: de Cha pelle expiatoire, een kapel die tus sen 1815 en 1826 werd gebouwd op last van koning lodewijk XVIII, ter nagedachtenis aan zijn vermoorde broer en schoonzuster, die op deze plaats werden begraven. In 1815 werden de lichamer opgegraven en naar Saint Denis vervoerd, waar ook de andere Franse koningen begra- ven liggen. We betreden het sombere voorge bouw en komen dan op een binnen plaats, waar 2.830 personen begraven liggen, die tijdens de Revolutie van 1793 zijn omgekomen: Links en rechts bevinden zich negen stenen tombes, waarin de stoffelije overschotten rusten van meer dan duizend leden van de Zwitserse Garde, die in de nacht van 10 Augustus 1792 de Tui lerieën verdedigden tegen de storm loop van de woedende volksmenigte. De kapel zelf is s-echts cchemerig verlicht. Er staat nog wel een al taar, maar ook hier worden geen diensten meer gehouden. Tegenover j elkaar in twee nissen van .deze koe pelvormige ruimte ziet men de I standbeelden van Marie-Antoinette en Lodewijk XVI, gehouwen uit wit marmer. De eerste is in knielende houding voorgesteld, met de kroon aan haar voeten, beschermd door een kruisdragende figuui die de Gods dienst voorstelt e? die de beeldhou wer de gelaatstrekken van madame Elisabeth heeft gegeven, de schoon zuster van Maria-Ar toinette, met wie zij steeds zeer vertrouwelijk is om gegaan. Van Lodewijk XVI is er in neel Parijs slechts één standbeeld te vinden. Het staa' in deze kapel, voorstellende dc koning met zijn engelbewaarder die de gelaats trekken hec van abbé Edge- worth, de prieste; die de koning naar het schavot begeleidde. Onder deze kapel bevindt zich een crypte met een kleine tombe, waarin het zand bewaard wordt, dat rondom de beide graven gevonden werd. Op deze plaats werd dus het stof felijk overschot ter ruste gelegd van haar, die op 16 October 1793 werd terechtgesteld. In de vroege mor gen werd Parijs door tromgeroffel van tambours gewekt. De hele stad liep uit om zijn smadelijk verneder de koningin voor de laatste keer te zien. Dertigduizend gewapende soldaten zetten d«=. straten af tussen de Conciergerie en de Place de la Révolution, waar het schavot stond opgesteld MARIE-ANTOINETTE zat op een wagen, de handen gebonden op de rug. Zij dtoeg een linnen muts op haar kortgeknipte haren, eens zo prachtig blond maar in de nacht j van de mislukte ontvluohting naar Varennes wit geworden. Om haar j hals droeg zij een doekje van mous- j seline. Haar verdere kleding be- j stond uit een witte gestikte bedjas en een zwarte onderrok. Dit was het laatste toilet van de gevangene. Zij droeg het echter met een fierheid, j we(ke aan haar persoon een geheel andere majesteit verleende dan die I men in Versailles gekend had. Zwijgend keek het volk toe. Hier en daar tracht'e een enkeling stem ming te verwekken met een laag- j hartig scheldwoord, maar de zwak- j Re poging verzonk in de zee van stilzwijgen, die het volk van Parijs zijn koningin op deze laatste tocht j aanbood. Marie-Antoinette keek strak en vastberaden voor zich uit. Niets verried enige emotie. Zij had voor haar man. die negen maanden daarvoor dezelfde weg had afgelegd, en voor haar kinderen, die zij niet meer zou terugzien. Het was inmiddels twaalf uur ge worden. De toeschouwers vulden de terrassen van de Tuilerieën; het plein, omzoomd met bajonetten, tril de van spanning. Moeizaam Ibesteeg de koningin de houten ladder, die naar het schavot leidde. De beul 'bukte zich en deed z'n werk. Toen viel het mes; het hoofd van een ko ningin rolde over de keien. Een hel per toonde het aan de verzamelde menigte; een enkeling riep „Leve de Republiek". Maar de massa zweeg. Het volk vroeg zich toen reeds af, wat het door deze vrouw te doden met de Republiek gewonnen had.'... r\E JAREN zijn verstreken; het bloed van duizenden, dat het plein had roodgekleurd, is wegge spoeld. Het Franse volk, dat in dit bloed een nieuwe toekomst zag ge boren worden, is niet van rampen vrij gebleven, evenmin als het heil gevonden heeft in de Republiek, die zoveel bloed geëist heeft. Is dit de wraak der geschiedenis? Kan een volk ooit gerechtigd zijn koningen te vermoorden? Zo neen, dan is de straf over dit volk niet uitgebleven Loop tien stappen van de plaats waar dit onheil geschiedde, en ge staat midden tussen het Parijse volk. In het park spelen lieve kindertjes, op de bank zitten keurige dames en over het pad loopt een vriendelijke oude man, wiens ogen een er goedneid uitstralen. Loop verder en ge ontmoet een zorgelijk uitziende vrouw, sjouwend met een juten zak op haar rug. Twee mannen repare ren het wegdek en draaien een be duimelde sigaret. In het kroegje op de hoek slaat de gemoedelijkheid bij het openen van de deur al tege moet. Over de zinken toog hangt een dikke „patron", wiens glimmend rode geacht een uitnodiging is om nog een glas witte wijn te bestellen. Zo staat ge daar tussen het Franse volk en ge vraagt U af, hoe dit volk ooit in staat geweest is tot ziulke gruweldaden. Hier werd een koningin vermoord, in koelen bloede. Een vrouw, die waarlijk koninklijk was, charmant, le venslustig. begaan met het lot der armen, vriendelijk voor haar minde ren, een trouwe echtgenote, een lieve moeder. Fen vrouw, die ook haar fouten had, maar die een heter lot verdiende dan het Franse volk van 1793 haar heeft toebedacht Kcik te ïlijmeqen bijna ao-ttaoid De restauratie van de dertiende eeuwse Stevenstoren te Nijmegen, welke tijdens de oorlog half vernield werd, zal binnenkort onvoorzien" omstandigheden bui'.en beschouwing gelaten geheel voltooid zijn. IJjET GEBOUW LIGT EEN BEETJE ACHTERAF en we zijn er van over- tuigd, dat duizenden Leidenaars nog nooit gehoord hebben van het gemeentelijk Oud-archief aan de Boisotkade. Toch is het een belangrijk gebouw, want het herbergt de geschiedenis van dc Sleutelstad, zowel in kostbare charters met keizerlijke lakstempels als in duizenden boeken, die of Leiden tot onderwerp hebben of de stad op enigerlei wijze ter sprake brengen. Toen in 1919 de laatste catalogus verscheen, waren er reeds meer dan 13.000 boeken, brochures, folio's, plaatwerken enz. over de stad bijoen. thans moeten er meer dan 20 000 zijn! De zorg hierover is opgedragen aan de archivaris, mr. R. van Royen, die ons temidden van een wirwar boeken en paperassen in zijn gezellige werkkamer ontving „Kijk maar niet naar de rommel; we zijn juist bezig de algemene bibliotheek te reorganiseren, een werk van vele weken, dat heel veel rompslomp met zich brengt." Ook deze bibliotheek telt vele duizenden delen. Hoé de heer van Royen zijn tyd doorbrengt? „Oo de eerste plaats moeten we regelmatig alle mogelijke gegevens opsporen over bepaalde kwesties die voor de Gemeente of voor instellingen van belang kunnen zijn. Ook parti culieren komen vaak inlichtingen vragen, vooral over oude familie-aange legenheden als koop en verkoop van huizen e.d. Dan zijn er de dagelijkse bezoekers, die geholpen moeten worden. De een blijft een half uur de ander twee weken!" Zo kan het gebeuren, dat de archivaris soms helemaal niet toekomt aan het werk. dat hij zich voornam op een bepaalde dag te doen. De heer van Royen werd geboren in Hoogezand (1895). Na in Groningen I afgestudeerd te zijn, kwam hij in de Groningse Gemeente-administratie, waar hij vijf jaar verbleef om vervolgens over te gaan naar Archief van Groningen en kort daarna naar het Rijksarchief te Utrecht. Daar was hij I van 19281938 als chartermeester werkzaam. Zijn beide functies pasten I gcod ineen; kennis van de gemeente-administratie komt in het archiefwerk I zeer van pas. Mogelijk is dit de overweging van het Gemeentebestuur ge- weest, dat mr. van Royen in 1938 tot archivaris van Leiden benoemde, j G n Leidenaar dus. Ir. Driessen, oud-directeur van Gemeen'ewerken, die te n ook al z'n tijd in het archief doorbracht, schudde bedenkelijk z'n hoofd: Y/at moet een Groninger in het Leidse Archief doen? Het is reusachtig mee gevallen, want de kennis, die mr. van Royen van Leidens geschiedenis heeft, mogen talloze geboren en getogen Leidenaars hem benijden! „Practisch alles wat hier aanwezig is staat gecatalogiseerd op fiches We kunnen er momenteel niet aan denken de inventaris van het sccrctarie- archief van 15741852 te doen drukken; het zou een uitgave van enige tienduizenden guldens vorderen en financiële omstandigheden zijn voor 1 ons archief toch al niet zo gunstig". Het gebouw is een geschenk van de Lei ise lakenkoopman Krantz, die in 1893 een bedrag van 60.000 schonk, waarvan dit archief gebouwd kon worden. Het verhaal gaat, dat de schen- k:r rondliep met een plan voor één of andere ziekeninrichting, doch door pr f. Fruin, de beroemde hoogleraar in de geschiedenis, van denkbeeld is veranderd en een modern archief-gebouw schonk. Inderdaad modern, want nu, na bijna zestig jaar, voldoet het nog aan alle eisen, die aan een goed ir-rchief gesteld mogen worden. Er is slechts één gebrek aan: ruimte-tekort. ,Maar daar rullen we het maar niet over hebben", besluit mr, van Royen, ,.want aan uitbreiding van het dépotgedeele, het z.g.n. magazijn, valt in deze tijd natuurlijk niet te denken." (Foto: „De Leidse Courant")

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1952 | | pagina 5