Twee keer verscheen Maria in Parijs aan zuster Catherine Labouré Miraculeuze medaille in 1830 geopenbaard Rampen over Frankrijk en de hele wereld voorspeld Historische klederdrachten worden ook op Sardinië vervangen door moderne.... lil BEKENDE IEI0EI1HS De heer A. O. Frohwein over de middenstand-in-nood ZATERDAG 12 JANUARI i952 DE LE1DSE COURANT TWEEDE BI.AD PAL.HNA t rR HEERST een gewijde stilte in de kloosterkapel, nog geen hon derd meter verwijderd van het brui sende, jachtende leven in de enor me zee van duizenden huizen en mil- lioenen mensen, die Parijs heet. Twee zusters zijn bezig de geklopte lopers weer op hun plaats te leggen, het geen zij fluisterend en geruisloos doen. Op het priesterkoor knettert een brandende kaars. Ergens hoort men het geritsel van een kerkboek, waarin een bladzijde wordt omge slagen. Stilte. Een oase van rust. Het is alsof de helderwitte muren zwijgend hun vinger op de mond leggen, wanneer en bezoeker de kapeldeur opent en hij zich opgenomen voelt in de mystieke sfeer van dit Gods huis. Zijn ogen dwalen door de ka pel, langs de altaren en heiligen-beel- den. Plots blijven ze rusten: daar is het. In een glazen schrijn onder het altaar rust het stoffelijk overschot van de heilige Catherine Labouré. Men ziet haar er liggen, ten voeten uit Zij draagt het kleed en de grote witte kap van de Dochters van Lief de. Om haar gevouwen handen is een rozenkrans gestrengeld en wie naderbij komt, ziet hoe in het was bleke gezicht twee blauwe ogen staan, die nog niets van hun natuur lijke kleur verloren hebben. Men leest geen doodsangst van haar ge laat, geen pijn of smart, alleen maar de rust en vrede van iemand, die in volle overgave een beter leven is in gegaan. De bezoeker knielt neer, slaat een kruisteken en bidt. Hij bidt tot de heilige kloosterzuster, aan wie Ma ria verschenen is om te getuigen van Haar Onbevlekte Ontvangenis. Na 28 jaar zou dit wonder zich in Lour des herhalen. Een herhaling, die weldra het wonder van 1830 in Pa rijs zou overstemmen. Er is sedert 1830 niet veel ver anderd in de kapel. Men kan het zich nog precies indenken hoe Ma ria daar verschenen is als een beeldschone dame, die aan de epistel- zijde van het priesterkoor plaats nam om er meer dan twee uur met Catharine Labouré te vertoeven. ÏIET IS HALF TWAALF **op de avond van 18 Juli 1830. De Zusters van het klooster, die de vol gende morgen het feest van de H. Vincentius a Paulo zullen vieren, zijn naar bed gegaan. Er heerst een doodse stilte in het klooster. Plotseling hoort zuster Catherine driemaal haar naam roepen. Zij slaat het gordijn open en ziet een knaapje staan, dat haar wenkt en zegt: „kom mee naar de kapel, de Hei lige Maagd wacht op u". „Maar", denkt de zuster, die op een grote slaapzaal ligt, „men zal mij horen, ik zal ontdekt worden". Het kind raadt haar gedachten en zegt: „vrees niets, het i lr .i 'waalf; iedereen slaapt; ik zal u begelei den". Haastig kleedt zuster Catherine zich aan en volgt haar begeleider naar de kapel. Tot haar verba zing branden alle lampen en hoewel de kapeldeur 's nacl ts altijd op slot is, kan zij binnentreden na een lichte vingerdruk van het kind op de zware deur. Even moet zij wachten, totdat het twaalf uur is. Dan zegt het kind: „kijk daar is de loopt Catherine op de verschijning Heilige Maagd". Op hetzelfde ogen blik hoort de zuster een licht ge-' ruis van zijde en plotseling ziet zij Maria voor zich zitten. Spontaan legt haar gevouwen handen op Maria's knieën. Dan begint de Heilige Maagd te spreken: „Mijn kind, de goede God wil je belasten met een zending; ge zult veel verdriet hebben, maar ge zult dit te boven komen met de ge dachte dat ge het doet voor de eer van de goede God. Ge zult tegenge sproken worden, maar ge krijgt ge nade; vrees niets; vertel alles wat er met je gebeurd is aan hem die met je leiding belast is, eenvoudig en met vertrouwen. Ge zult enkele dingen zien; ge zult ingevingen krij gen bij je gebeden; houd daar re kening mee. Heb vertrouwen en vrees niets." De Heilige Maagd spreekt verder over de slechte tijden en de ram pen, die over Frankrijk zullen ko men; de troon zal omvergeworpen worden; de hele wereld zal in beroe ring zijn door allerlei rampen; de aartsbisschop van Parijs zal sterven; het kruis zal vertrapt worden; er zal bloed stromen door de straten. Maria doelde hier o.a. op de Juli-re- volutie, die koning Karei X van de troon stootte; hevig vochten de op standelingen om de Tuilerieën; het kwam zelfs tot woeste beeldenstor men; het aartsbisschoppelijk paleis werd vernield en in vele kerken werden de kruisbeelden omver ge haald. Dit alles geschiedde tien da gen nadat Maria sprak over het on heil, dat over Frankrijk komen zou. In 1848 werd de aartsbisschop ver moord. Nadat de Heilige Maagd was uit gesproken, verdween zij plotseling als een schaduw Het kind, waarvan Catherine dacht dat het haar Engel bewaarder was, bracht de zuster naar de slaapzaal. pNIGE MAANDEN LATER, op 27 November om half zes in de na middag, kreeg zuster Catherine op nieuw een verschijning, toen zij in de kapel lag te bidden Maria droeg in haar handen een wereldbol met een kruis. Even later vormde zich ach ter de verschijning een ovale ach tergrond, waarop in gouden letters geschreven stond: „O Maria, zonder zonde ontvangen, bid voor ons, die onze toevlucht tot U nemen." Uit de handen van Maria kwamen glan zende stralen ei plotseling noorde Catherine: „Laat een medaille maken naar dit model. Wie haar zal dragen, ontvangt veel genaden. De genaden zullen overvloedig zijn voor hen ver trouwen hebben." Thans vindt men over de ge hele wereld verspreid de medail le met het monogram van Maria: de hoofdletter M met een kruis er boven. Daaronder twee harten, waarvan er een de doornenkroon draagt, terwijl de ander met een zwaard doorboord is. Rondom het monogram en de harten bevinden zich twaalf cerren. Velen dragen dez e miraculeuze medaille onbe wust bij zich. op de plaats waar het eerste en vijfde tientje van de rozenkrans bij elkaar komen. rVE KERK is steeds buitengewoon voorzichtig met het erkennen van wonderbare gebeurtenissen. Daarom duurde het ook twee jaar, Driehonderd jaar onveranderd, maar r\E TIJD van typische kléder- U drachten raakt voorbij. Wat we thans nog in Zeeland, Spakenburg, Volendam en Marken zien, is voor een groot deel opzettelijk gehand haafd, ten gerieve van de touristen. Wat nog klederdrachten draagt uit zuiver folkloristische motieven, be hoort practisch ui.sluitend tot de oudere generatie. De jeugd wil mo dern zijn, met de tijd meegaan, kle ren dragen zoals men die overal draagt. De wijde broeken, bonte rokken en typische hoofddeksels gaan aan kant, de gewone colberts en jurken-uit-de-winkel komen er voor in de plaats! Zo is het in Ne derland, zo is het op vele plaatsen ter wereld. Ook o p Sardinië, het Italiaanse eiland in de Middol<?ndse Zee, waar van de boerenbevolking eeuwen lang de historische klederdrachten heeft bewaard. Sedert de zeven tiende eeuw zijn practisch onver- anaerd gebleven. Maar ook hier zal de huidige generatie waarschijnlijk de laatste zijn, die deze traditie hoog houdt. Ook hier is wat men de „moderne beschaving" pleegt te noe men doorgedrongen en zelfs op de hoogvlakten is er bij de jeugd een afkeer te bespeuien van de kleding, die hun voorouders van geslacht op geslacht gedrager hebben. Zolang dit s oere boerenras op eigen bodem blijft en met hord werken een moei- i stuk brood verdient met de verbouw van olijven, zuidvruchten, .'.oak, wijn, gerst, mais, hennep, enz., is een dergelijke traditie wel te hand haven. Maar er komen vreemdelin gen op het eiland en de jeugd gaat op reis naar het vaste land. In beide gevallen ziet de jongere generatie wat andere mensen dragen. Dan is het uit Op de foto's ziet men een boeren vrouw uit het zuidelijk gedeelte van Sardinië. De trekken op haar gezicht verraden, dat zij haar hele leven hard gewerkt heeft. Zij draagt nog de historische klederdracht: een typische hoofddoek over haar haren (ook tot bescherming tegen de felle zomerzon) en een bef van wit te kant in haar keurslijf. Dit is de Zondagse kledij, die ook op markt dagen gedragen wordt De tweede foto laat een typische vertegenwoordiger van de boeren bevolking uit het Nuogogebergte van Sardinië zien. Het is de 78-ja- rige Giovanni Sanna.die ondanks zijn leeftijd nog steeds het land be werkt en de schapen hoedt. Hij heeft een zwarte baret op het hoofd, die tot op de schouders afhangt. Hij draagt een wit-zijden blouse en daarover een lederen wambuis, die nog herinnert aan de Middeleeuwen, teen de bewoners van Sardinië scha penvellen droegen inplaats van ijze ren harnassen. Deze mensen moeten er overigens we' iets vooi over hebben om de tra ditie van hun voorvaderen te hand haven, want een dergelijk costuum kost tegenwoordig het lieve somme tje van 200.930 lires! Practisch de hele dag is de grote toegangspoort in de Rue du Bac geopend. Voortdurend is het een komen en gaan van mensen, die in de kapel een ogenblikje willen bidden, alvorens weer onder te duiken in het woelige verkeer van de wereldstad Parijs. Op de binnenplaats van het klooster staan enige bezoek sters bij het stalletje, waar men boekjes, brochures en prentjes over de heilige Catherine Labouré kan kopen. Ondertussen gaat een der zusters rustig verder met haar werk. (Foto's „De Leidse Courant"). voordat de aartsbisschop van Parijs I toesteming gaf de medaille te laten maken. De weldaden en bijzondere genaden, die de dragers van de me daille ondervonden, bevestigden de echtheid van de wondere verschij ningen. Ondertussen bleef de zienster de zelfde eenvoudige en bescheiden kloosterzuster, die rustig en stipt haar taak vervulde. Zeven maanden na de eerste verschijning werd zus ter Catherine overgeplaatst naar een tehuis voor ouden van dagen in Fau bourg Saint-Antoine, waar zij haar hele verdere leven de nederigste diensten verrichtte. In dat tehuis werd zij met de an dere zusters op Gopde Vrijdag 1871 overvallen door aanhangers van de Parijse Commune, die de bewoon sters molesteerden. Zuster Catherine bleef zeer kalm en deelde aan ieder een mdailles uit, ook aan de woeste lingen, ^ie het klooster overvallen hadden. „We geloven niet veel'', zeiden zij, „maar we geloven wel in deze medaille, die anderen be schermd heeft en die ook ons be schermen zal." Zuster Catherine verouderde zeer. Zij leed aai reumatiek en kon niet veel meei doen dan linnengoed herstellen. Op 31 December 1876 kwam het einde. Biddend tot Maria ontving zij de laatste Sacramenten, 's Avonds om ze en uur stierf zy, zeventig jaar oud. Haar graf trok voortdurend men sen, die kwamen bidden tot deze een voudige kloosterzuster, aan wie Ma ria de opdracht gaf een medaille te laten maken, welke talrijke genezin gen en opzienbarende bekeringen tot gevolg had. Toen in 1933 het proces om haar heiligverklaring begon, werd in te genwoordigheid van kardinaal Ver- dier, aartsbisschop van Parijs, de kist geopend. Men vond het lichaam ongeschonden terug; de ogen, die de Moeder Gods aan schouwd hadden, bleken hun azuur blauwe kleur bewaard te hebben, Het lichaam werd teruggebracht naar de kloosterkapel, om in een glazen kist onder het altaar der verschijningen gelegd te worden. Dag in dag uit stromen de pel grims er samen, om te bidden tot haar, die op deze plaats Maria had mogen ontmoeten. ff ET KLOOSTER ligt aan de Rue **du Bac, midden in Parijs, nadst „Au Bon Marché", een van de groot ste warenhuizen der wereldstad. Als we de grote poort binnengaan en onze ogen even zoekend laten dwalen over de smalle binnenplaats, komt er direct een zuster, precies eender gekleed als zuster Catherine honderd jaar geleden, die ons vriendelijk de weg wijst naar de kapel. Even later staan we voor het al taar der verschijningen. Op nog geen meter afstand zien we het lichaam van de in 1947 door Paus Pius XII heiligverklaarde klooster zuster liggen achter het glas. Heeft God haar nagedachtenis niet bij zonder willen eren, door dit lichaam ongeschonden te laten? Daar nadert een oude vrouw, Strompelend gaat zij door het mid denpad. Onder hrar voorschoot diept zij een rozenkrans op en vraagt een zuster deze langs het glazen schrijn tp strijken. Dan kr.ielt zij neer en bidt. Bidt zoals wij zelden iemand hebben zien bidden. Of het moet in Lourdes geweest zijn bij de grot. Ook daar zagen we ontroerende ta fereeltjes van diepe godsvrucht. Hier echter verstoort geen geroeze moes van fotograferende toeristen de gewijde stilte. Dezelfde stilte die we gevonden hebben in La Salet te hoog in de Franse Alpen, waar ook Maria verschenen is. Parijs: 1830; La Salette: 1846; Lourdes: 1858; drie verschijningen van Maria in 28 jaar tijds; driemaal in Frankrijk. Weer terug op de binnenplaats spreken we hierover met een Fran se priester. „Hoe heeft ons volk zich zóver kunnen afwenden van Hem, j Wiens Moeder zó zichtbaar duidelijk Haar liefde en bezorgheid voor Frankrijk heeft getoond", vraagt hij zich af. Om er directe met grote be slistheid op te laten volgen: „Maar de heilige Catherine Labouré zal on ze voorspreekster zijn. Door haar zal Frankrijk eens de weg terugvinden." Dan houdt zuster-portierster, die ons voor enige francs een miraculeu ze medaile verkocht heeft, de poort wijd open. Een minuut later staan we weer op straat; razend vliegen de toeterende auto's om ons heen IJET KLINKT EENVOUDIG: Hulp verlenen aan in moeilijkheden ver- kerende industriële en handeldrijvende middenstanders door middel van borgstellingen en bemiddeling of sanering van bedrijven. Maar wie enig inzicht heeft in de moeilijkheden, waarin de middenstand thans ver keert, begrijpt dat deze doelstelling vooral tegenwoordig wel van enorme betekenis is. Trouwens de heer A. O. Frohwein, districtscommissaris van het Rijnlandsch Borgstellingsfonds te Leiden, toont met enige cijfers duide lijk aan hoezeer de nood gestegen is. Van de oprichting in 1935 tot 31 Dec. 1951 werd voor f 462.815 crediet verleend, waarvan 95.795 (ruim 20 van het totaal) in 1951. Ook de daling van de geldwaarde heeft op dit laatste cijfer veel invloed uitgeoefend. „Overigens vind ik de stijging van het aantal ge vallen niet zo erg als de daling van hun kwaliteit. De Middenstand holt achteruit! Sedert November 1942 hebben wij slechts één verliespost geboekt, maar er zullen er nu wel meer komen. Vooral in de rijwielbranche, de kruidenierszaken, de bakkerijen en de woningrichting-zaken is de toestand slecht. Wij kunnen dat goed merken, omdat middenstanders, d;e bij de bank geen crediet meer kunnen krijgen, bij ons komen. Voordat het Borgstel - lingsfonds tot credietverlening overgaat, wordt eerst een onderzoek inge steld. In vele gevallen blijkt dan een onjuiste bedrijfsvoering de eerste oor zaak van het verval te zijn. U staat er versteld van hoeveel middensttanders geen behoorlijke boekhouding hebben en hoe slecht zij in staat zijn een be hoorlijke kostprijsberekening te maken. In dergelijke gevallen is het onze eerste taak 't bedrijf of de zaak te saneren. Daarna gaat 't meestal beter." De heer Frohwein onderhoudt een nauwe samenwerking met de aange sloten gemeentebesturen rond Leiden en hij heeft zitting in alle gemeente lijke commissis voor sociaal-economische hulpverlening aan zelfstandigen. Er is ook contact met de Leidse Maatschappij van Weldadigheid, de Com missie van Samenwerking voor Bijzondere Noden, de Kamer van Koophan del en het Directoraat-Generaal voor de Middenstand van het Ministerie van Economische Zaken. Het Borgstellingsfonds werd in 1935 opgericht op instigatie van wijlen de heer P. van Aggelen, die in 1942 door de heer Frohwein als districts-comimissaris werd opgevolgd. De laatste' werd in 1918 te Rotterdam geboren en was eerst werkzaaim als ambtenaar aan het Centraal Bureau voor de Statistiek in Den Haag. Eenmaal in Leiden, vond de heer Frohwein ook andere werkzaamheden. Hij is lid van de Gemeenteraad (fractie-voorzitter van de V. V. D.), com missielid van Financiën, Openbare Werken, Lichtfabrieken en Volkscrediet- bank. Bovendien bestuurslid van het Ned. Genootschap tot Reclassering. „Hobby's?", vragen we onze gastheer. De heer Frohwein lacht maar eens. Veel vrije tijd wordt mij niet gegund; wanneer ik echter een uurtje over heb, studeer ik economie, m'n lievelingsvak. En nu moet U weg, want er staan weer mensen op de gang, die mij willen spreken!" (Foto: „De Leidse Courant*').

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1952 | | pagina 5