Het Palais de Chaillot op Kerstmis in
mist en nevel gehuld
Het S.F.L. heeft 'n prachtige Kerstgroep
Overpeinzingen op de Eiffeltoren
Parijs is niet enthousiast over U.N.O.-conferentie
Hardlopen in het
dierenrijk
ZATERDAG 29 DECEMBER 1951
DE LEIDSE COURANT
TWEEDE BI.AD PAGINA 1
I^ERSTMIS. Er hangt een fijne ne-
velsluier over Parijs, een sluier
van ragfijne kant, grijs en blauw ge
tint, doorweven met dunne, bleke
draden, die uit het zuiverste gpud ge
sponnen zouden kunnen zijn. De
sluier bedekt alles wat verder weg
is dan een steenworp. De wereld is
klein. Wat zich in de verte bevindt,
kunnen we slechts gissen, niet zien.
Zo is het goed. Op deze stille, zonni
ge en nevelige Kerstdag in Parijs.
Het gebouw van de U.N.O. ligt stil
en leeg. De ministers, diplomaten,
secretarissen en allen, die iets met
deze grote vergadering der verenig
de volkeren te maken hebben, zijn
vertrokken De meesten gingen naar
huis, zoals de Russen, die Zaterdag
morgen reeds het vliegtuig naar
Moskou namen. Anderen vertrokken
naar een milder klimaat, naar Cha-
monix in de Franse Alpen, of naar
de Middellandse Zee-kust, waar
sneeuw en ijs ongekende elementen
zijn.
Nu is het Kerstmis. Het gekrakeel
in de vergaderzalen is verstomd.
Vrede op aarde? Ach, we zingen het
wel mee, wanneer in de Nachtmis
het Gloria wordt aangeheven. Maar
als dan terstond de gedachten onge
wild wegglijden, de kerk uit, naar
het Palais de Chaillot, is er toch iets
dat niet klopt. Hoelang is men nu
ai bezig, zes weken, twee maanden?
En dat na bijna zeven jaar!
Het is misschien verkeerd, dit pes
simisme op het feest van Kerstmis.
Maar had men niet bij voorbaat
reeds zijn schouders opgehaald, nog
voordat de vergadering begon? Of
was er hier en daar toch een vleug
je hoop te bespeuren? De wens is zo
vaak vader der gedachte. In een
klein, heel bescheiden hoekje van
ons hart was er toch wel iets gaan
ontbranden; misschien zou het deze
keer wel goed gaan, zouden de con
fererende ministers wel tot over
eenstemming komen. Er waren zelfs
optimistische geluiden gehoord van
mensen die het weten konden en die
zeiden, dat Parijs met al z'n Franse
charmes het botte verzet wel breken
zou en dat de sfeer van deze stad z<ju
doordringen tot in de vergaderingen.
Geluiden, die zachtjes uitgestorven
zijn.
Want „Neen" zei Wisjinsky.
VEEL BELANGSTELLING.
„Neen" zegt ook de agent, die bij
een toegangshek de wacht houdt.
Niemand mag hij doorlaten, niemand
van de honderden Parij zenaars en
vreemdelingen, die op deze zonnige
Kerstdag naar het Palais de Chaillot
gewandeld zijn. De mensen staan
stil, drommen bijeen en wijzen el
kaar het grote, geheimzinnige ge
bouw, waarin straks weer verder ge
confereerd zal worden over het heil
der volkeren.
"Het Palais de Chaillot is een groot
modern bouwwerk, op de plaats
waar vroeger het Trocadéro stond. In
de wijdse vleugels vindt men het
Museum der Moderne Kunsten,
waarvan alle voorwerpen enige ja
ren geleden naar de kelders verhuis
den, omdat de U.N.O. toen eveneens
in Parijs vergaderen moest. Deze
keer heeft men de verhuizing niet
gewild en speciaal voor de verga
dering der Verenigde Volkeren een
noodgebouw neergezet in de tuin van
het museurn, bovenop de marmeren
h-kkens en trappen, die gewoonlijk
naar de oever van de Seine leiden en
naar de brug, Waarover men de Eif-
feltoren bereiken kan.
Er is veel critiek gehoord op dit
tijdelijk bouwsel. Maar als we staan
de op de Eiffeltoren het gebouw
overzien, kunnen we toch niet ont
kennen, dat een harmonisch geheel
verkregen werd met het er achter
liggende museum, dat door de nevel
omsluierd zijn beide armen bescher
mend rond de vergaderzalen houdt.
Het noodgebouw telt vier verdie
pingen en is grotendeels uit hout en
boardplaten opgetrokken. De Fran-
Agenten houden de wacht bij de grote toegangshekken
sen hebben het handig bekeken en de
losse stukken zó gemaakt dat er na
afloop van de conferenties twee
scholen van gebouwd kunnen wor
den. Daardoor werden de kosten ge
drukt en zal de winst, die de minis
ters met hun staven in de Franse
schatkist laten glijden, des te groter
zijn!
OP DE EIFFELTOREN.
Ook de middagzon heeft de nevel
niet kunnen oplossen die het Palais
de Chaillot gedeeltelijk gevangen
houdt. Toch is het druk op de Eiffel
toren en iedereen die moeizaam naar
de 115 meter hoge tweede verdie- J
ping (de toren is 300 meter hoog,
maar zover komt men niet!) is op
geklommen, blijft even staan, om het
gebouw te zien waar de kranten de
laatste weken al zoveel over geschre
ven hebben.
Naast ons hangt een Fransman
over de railing, een echte Parijze-
naar, compleet met snor en alpino.
Uit z'n binnenzak haalt hij een klein
flesje cognac en na een ferme slok
van het spraakwater genomen te neb
ben, begint hij ongevraagd uiteen te
zetten, dat die mist boven het ge
bouw wel heel toepasselijk is voor
de sfeer waarin de grote heren ver
gaderen.
STUGGE WISJINSKY.
Spoedig ontstaat er nu een leven
dige discussie, waarin er van de Rus
sen weinig overblijft. De co "nee-
man weet te vertellen, dat Wisjinsky
bij de aanvang van iedere vergade
ring per auto arriveert en stug het
gebouw binnengaat, zonder zelfs voor
de wacht-houdende agenten een
vriendelijk knikje over te hebben.
Een ander komt met het sterke
verhaal te voorschijn van een vreem
de heer, die niets met de UNO-ver-
gadering te maken had, maar die op
een gegeven dag besloot ook maar
eens naar binnen te gaan. Met een
gewichtige actetas onder de arm en
een gezicht van we-zullen-vandaag-
eens-spijlcers-met-koppen-gaan-slaan,
ging hij door het toegangshek naar
binnen. Geen van de agenten, die
hem naar papieren vroeg. Zo ge
raakte hij ergens in een vergader
zaal, waar hij heel vriendelijk han
den schudde en opmerkingen maakte
over het mooie weer. Niemand van
de heren vroeg hem welk land hij
eigenlijk vertegenwoordigde. Pas toen
de vergadering bezig was, viel hij
door de mand
INTERESSANTE DETAILS.
Zo weten al deze figuren uit de
Zondagspolitiek wel iets te vertellen.
De een heeft een kennis, die in de
keuken van het UNO-gebouw werkt
en die dagelijks moet helpen om de
2000 porties vlees klaar te maken. De
ander heeft zelf gezien hoe mevrouw
Wisjinsky samen met mevr. Bidault
naar de modeshow van Balmain ging.
Allemaal details, die het publiek
veel interessanter vindt dan de ver
gadering zelf. Trouwens ook de
Franse bladen besteden veel meer
aandacht aan hetgeen zich rondom
de conferentie afspeelt dan aan de
al of niet bereikte resultaten. Die
krijgen pas de volle belangstelling
wanneer de vergadering voor het
laatst uiteen gaat, vermoedelijk over
twee maanden, misschien zelfs pas
met Pasen.
aL
Het UNO-gebouw vóór het Palais de Chaillot vanaf de Seine-oever gezien.
(Foto's: „De Leidse Crt."
Ondertussen hangt nog steeds de
mist boven het Palais de Chai lot.
Zal het gepraat van de komende
maanden tot gevolg hebben dat die
mist optrekt?
GROTE BEDRIJVIGHEID.
Aan de voet van de Eiffeltoren
heerst een meer dan normale bedrij
vigheid van komende en gaande tou-
risten. Aan de andere kant van de
Seine, in het park, wandelen de Pa-
rij zenaars. Vaders achter kinderwa
gens, moeders met kinderen op hun
arm, verliefde paartjes, sjokkende
oude mannen en kinderen met hun
nieuwste speelgoed, dat Père Noël
's nachts heeft gebracht. Het gaat er
allemaal heel keurig aan toe in zo'n
Parijs' park op Zondagmiddag. Die
broze Franze kindertjes hebben hun
mooiste pakjes aan en dragen witte
handschoentjes. Niet voor hun ple
zier, maar voor de meerdere eer en
glorie van pa en ma, die met zicht
baar welgevallen toezien op de be
wonderende b ikken, welke voorbij
gangers hun kroost toewerpen.
De agenten bij de ingang van het
UNO-gebouw staan zich kennelijk te
vervelen. Ze behoeven alleen maar
„Neen" te zeggen en nu en dan een
arm uit te steken, wanneer een on
verlaat hen niet begrijpt en het toch
proberen wil de marmeren trappen
te bestijgen.
Zo kan het gebeuren, dat zij even
niet opletten, omdat juist de juffrouw
van het wagentje met gepofte kas
tanjes begint uit te varen tegen een
klant, die beweert betaald te hébben,
zonder dat zij zich daar iets van kan
herinneren. De gewapende macht
moet er aan te pas komen en onder
tussen ziet een dreumes van nauwe
lijks vier lentes kans tussen het hek
door te glippen. Hij is al halverwege
de trappen voordat de agenten hem
ontdekken. Als hij niet spoedig vrij
willig het verboden terrein verlaat,
pakt een agent hem aan de hand en
zet hem buiten het hek, waar vader
en moeder verschrikt toesne'len.
Het domein van de UNO is niet
voor kinderen bestemd. Ze zouden
eens sabotage-plannen kunnen heb
ben, met een tijdbom in hun speel-
goedauto'tje of iets dergelijks.
WANNEER?
Nog steeds op de Eiffeltoren, staan
we dit tafereeltje af te kijken. De
toeschouwers hebben er kennelijk
plezier in en de cognac-man, die
1 juist aan het slot van z'n politiek
betoog gekomen is, constateert met
een onmiskenbare ondertoon van
wrange spot, dat een onschuldig
kind, zich van geen kwaad bewust,
niet komen mag op de plaats van
vrede, waar grote mannen wel toe
gang hebben, om van de vrede zo
bitter weinig terecht te brengen
Een sombere overpeinzing op de
dag van Kerstmis. Het is inmiddels
vier uur geworden; de zon ver
dwijnt als een vuurrode bal achter
de immense huizenzee, die Parijs
heet. De mist wordt dichter en het
I is alsof het Palais de Chaillot zich
er huiverend onder terugtrekt, weg
uit het oog van de toeschouwers, die
h on r':t Feo_t van Vrede afvragen
wanneer boven Parijs de mist zal
optrekken, welke nog steeds de we-
1 reld van de vrede scheidt.
Sneller, alsmaar sneller.
Dat is de grondwet, volgens wel
ke het moderne leven is ingericht.
Onze tijd hongert naar snelheidre
cords.
Het is misschien wel eens interes
sant enkele records uit de dieren
wereld te bekijken, al kennen ze daar
geen auto's en supersomische straal
vliegtuigen.
De snelheidsrecords, wel, die vin
den we uiteraard bij de vogels. De
gierzwaluw legt wel 500 km per uur
af, wat neerkomt op de kranige pre
statie van 140 m. per seconde. Wü
mensen hebben zelfs nu nog heel
wat reden om daarvoor eerbiedig ons
petje af te nemen.
De gewone zwaluw doet het een
stuk kalmer aan, maar kan per se
conde toch altijd nog 80 m. afleggen.
En dat is dus 300 km per uur. De
postduif verdient haar reputatie
niet. Zij stuurt het niet verder dan
50 m. per sec. Daarom legt de valk
hem uit, die de 75 m. haalt.
De viervoeters hebben tegenover
de vogels niet veel in de melk te
brokken.
De snelvoetigste is haar faam
ten spijt niet de gazelle. Zij wordt
met 10 km per uur geslagen door de
Indische jachtluipaard, die 100 km
haalt.
Een Engels renpaard en ook een
Russische hazewind gaan voor de ga
zelle niet uit de weg, reeën en her
ten blijven met hun 60 a 70 km een
heel stuk achter.
De snelste Europese zoetwatervis
is de zalm. Die kan 29 km per uur
afleggen.
Al deze hardlopers worden echter
geslagen door de spin. Niet in abso
lute zin natuurlijk, maar relatief. De
webbenweefster toch is in staat in
haar vlucht een weg af te leggen van
100 maal haar lichaamslengte.
O trotse mens, waar blijf je bij zo
veel lichtvoetigheid? Zelfs een Fan
ny Blankers-Koen is een langzame
slak naast al deze snelheidsmaniak
ken.
Want, willen wij de spin dat kunst
je nadoen, dan dienden wij met een
kinderachtig gangetje van ongeveer
175 m. per seconde, of 630 km. per
uur, onze neus achterna te hollen!
ill BEKEHDE LHDEHBMS
Inspecteur J
vindt Leiden
C. Hofstede
niet misdadig
DE BELANGRIJKSTE VRAAG, die ons op de lippen brandde, toen wij
op bezoek waren bij inspecteur J. C. Hofstede, hoofd van de Leidse
recherche, was: Hoe vangt U een inbreker? Het leek ons een romantische
vraag, maar het antwoord was zeer nuchter: „Wij doen het anders dan de
beroemde Sherlock Holmes, die aan wat koekkruimels kon zien wie de mis
dadiger was. Maar we mogen er wel van uitgaan, dat de volmaakte misdaad
niet bestaat. Iedereen, die iets ernstigs uithaalt tegen de wet, voelt zich
niet langer meer op z'n gemak, hoe goed hij de zaak ook voorbereid heeft.
Hij zal altijd een fout maken en wanneer een misdrijf niet tot oplossing
wordt gebracht, ligt het aan ons, omdat wij de fout niet vinden, of aan de
onvolmaaktheid der middelen, welke ons ten dienste staan Tenslotte is
ook het recherchewerk maar mensenwerk.'
Het valt overigens nogal mee met de misdadigheid van de Leidse bevol
king. Er komen weinig grote gevallen voor, wel veel kleine, vooral fabrieks-
diefstallen, zoals in iedere industrie-stad. „Je begrijpt vaak niet", zegt de
heer Hofstede, „hoe de dader tot een diefstal komt, hoe hij voor een pond
vlees of een knot wol z'n gezin in de waagschaal stelt. In ons vak komt
men veel beroerde dingen tegen, soms ook humoristische. In Leiden komen
de rijwieldiefstallen op de eerste plaats, gemiddeld 120 per jaar, meestal
als gevolg van slordigheid van het publiek. Opmerkelijk is de verschuiving
van het soort misdrijven. Gevallen van diefstal met inbraak worden min
der. die met oplichting en verduistering meer. Het laatste kost blijkbaar
minder moeite en de jongere generatie kent „het vak" niet meer zo goed.
Het moeilijkst voor ons zijn de zwendelpractijken, die niet altijd in straf
bare feiten van oplichting zijn onder te brengen."
De heer Hofstede werd geboren in Utrecht (1907). Spoedig verhuisde hij
naar Den Helder en werd in 1932 bij de Politie te Ede benoemd. Twee jaar
later kwam hij als adjunct-inspecteur naar Leiden, om in 1941 hoofd van
de afdeling recherche te worden. Als zodanig komen alle misdrijven tegen
het Wetboek van Strafrecht voor zijn rekening, behalve de zeden-misdrijven,
waarvoor Leiden een aparte Zeden, en Kinderpolitie heeft. Wat die mis
drijven zijn? Diefstal, verduistering, oplichting, belediging, mishandeling
en de ernstige verkeersongevallen met zwaar letsel of dood door schuld.
Diefstallen en verduisteringen komen het meest voor, gemiddeld 900 per
jaar. Daar zijn soms ook grote zaken bij, zoals de inbraak bij de Stichting
40'45 58.000) en bij de Belastingen 53.000). Als wij voor de laatste
een complimentje maken aan de heer Hofstede, weert hij dit af. Het mees
te werk wordt door de rechercheurs verricht. Het is mijn taak hun werk
te leiden, te combineren en te bespreken. Ik verzamel hun gegevens en
tracht er een sluitend geheel van te maken. Soms ga ik er ook zelf op uit,
maar meestal ligt mijn werk op het bureau."
Wel, dat bureau kennen we. Dagelijks treedt de heer Hofstede op als
gastheer van de Leidse pers. Aan de stadsredacteuren van de in Leiden
verschijnende bladen vertelt hij dan het laatste nieuws: been gebroken wol
gegapt, schoorsteenbrandje, botsing, ruit ingegooid. Soms is er niets. „Jam
mer", zeggen we danHet spijt me voor de heren", zegt de heer Hof
stede dan. Soms maken we dan nog even een babbeltje over .fotograferen
en filmen, want dat is de hobby van deze inspecteur (echtgenoot en vader
van 3 kinderen), die voor andere zaken, zoals verenigingsleven enz. geen
lijd heeft. „Dat laat m'n werk niet toe." (Foto: JDe Leidse Courant/')
„Dat had ik nou nooit van m'n
jongen gedacht", liet een van de va
ders zich ontvallen, toen hij Donder
dagavond in het Don Boscohuis de
Kerstviering meemaakte van de
Kath. Sociale Jeugdzorg (SFL). De
jongens speelden voor elkaar, ouders
en familieleden 't vrolijke spel „Wel
een gezellige boel", dat de toeschou
wers onafgebroken boeide en de lach
spieren in beweging bracht.
Aalmoezenier Evers opende deze
Kerstavond met een inleidend woord,
waarna de verkenners van het SFL
het geestige Kerstspel „Het Wonder
van Hoogma" opvoerden, gevolgd
door het reeds genoemde spel, dat de
senioren voor hun rekening genomen
hadden. Dank zij de goede voorberei
dingen van de leidersstaf, werd het
het een uitstekende avond, die met
een dankwoord van de heer A. Waals
voorzitter van de KSJ gesloten werd.
Maar dat was niet alles. Het Kerst
feest voor de jongens van het SFL
was eigenlijk Zondagavond al begon
nen, toen in vele gezinnen een zeer
welkome Kerstgave werd bezorgd.
Zeer vele onbekenden hebben avond
aan avond gewerkt; anderen stelden
geld of levensmiddelen beschikbaar.
Zo konden prachtige pakjes gemaakt
voorden, die in deze dure tijd zeer
welkom waren. Het bestuur verzoekt
ons allen, die hieraan geholpen heb
ben, hartelijk te danken. Zij mogen
bedenken, dat zonder een bepaald
minimum1 aan stoffelijke goederen
geen mens voor geestelijke waarden
openstaat.
Het hoogtepunt van Kerstmis was
natuurlijk ook voor de jongens weer
de Nachtmis. Het is een verblijdend
verschijnsel, dat de eigen SFL-kapel
al sedert jaren te klein is voor de
jongens en hun ouders. Daarom
werd de Nachtmis wederom opgedra
gen in de St Lode wij kskerk, die
echter helaas geen kerstkribbe bezit.
Dit was voor de aalmoezenier een
ondragelijk iets en hij slaagde er
dan ook op het nippertje in althans groepen, welke daar gemaakt wor-
iets te bereiken, nl. bij de Zusters den. Pater Evers wil niemand iets
van het Arme Kind Jesus te Sim
pel veld (Limburg) die een atelier
van grote naam en faam hebben we
gens de artistieke en pieuze kerst-
De groep bestaat nu nog uit drie beel den.
Foto: „De Leidse Crt."
tekort doen, maar hij is er van over
tuigd, dat het SFL thans de mooiste
kerstgroep heeft uit Leiden en verre
omgeving!
Inderdaad, we geven het onm'iddel-
i lijk toe, het is een prachtige groep.
De figuren zijn uit was vervaardigd
en dank zij dit plastische materiaal
hebben de gezichten een buitenge
woon fijne expressie, niet zoetelijk,
maar zuiver en stijlvol. Men ziet
geen stenen beelden, maar levende
figuren, die met echte stoffen zijn
aangekleed. Buitengewoon artistiek!
Geen wonder, dat ook andere men
sen er belangstelling voor toonden.
Dit bemerkend, is besloten, dat deze
kerstgroep ook morgen nog te be
zichtigen zal zijn. De St. Lodewijks-
kerk zal daartoe van 12 tot 5 uur ge
opend zijn. Maak op Uw Zondagmid
dag-wandeling gebruik van deze ge
legenheid. Loop even langs de Steen-
schuur en bewonder deze prachtige
groep!
Volledigheidshalve vermelden we
ook het feestelijk kerstontbfjt, dat na
afloop van de Nachtmis in het Club
huis aan de Nieuwe Rijn gereed
stond. Vele ouders waren hierbij in
de feestelijk versierde zalen aanwe
zig. Ook hier is een woord van dank
op z'n plaats aan de gulle gevers uit
Leiden en omgeving. Niet op de laat
ste plaats ook aan de leidsters en
leiders, die zich hebben uitgesloofd
om dit feest te doen slagen. Tot in
tentie van allen, die op welke wijze
dan ook iets aan het welslagen van
dit prachtige SFL-Kerstfeest hebben
bijgedragen, wordt morgen in de
SFL-kapel een H. Mis uit dankbaar
heid opgedragen.