Piet klimt door de schoorsteen
maar wordt er niet smerig van
De Leidse drieling wordt Dinsdag 2 jaari
BIJ BEKENDE LEIDENAARS
81) WEU» llll][»MS
De heer H. Lombertvurig
vechter voor de goede zaak
f
niet iedereen kan schoorstenen vegen
ZATERDAG 17 NOVEMBER 1951 DE LEID SE COURANT TWEE»E_BLAO_-LjWjINA 1
AANGEZIEN ons ouderlijk huis
een zeer normale schoorsteen had
met een middellijn van hoogstens
20 centimeter z;m *»nze jeugdjaren
vertroebeld door het onoplosbir
raadsel: hoe kan Zwarte Piet door
zo'n naüwe koker heen? Verder dan
één been kon hij het o.i. niet bren
gen. Desalniettemin lagen er op iede
re 6 December-morgen cadeautjes j
bij de kachel, waardoor wij wel be
reid waren dit mysterie in de cate
gorie te rangschikken van de voor
ons onbegrijpelijke geloofswaarhe- j
den, die door een ijverige kapelaan
op de catechismusles verkondigd j
werden. Er zijn engelen, maar ze i
hebben geen licham. De schoorsteen j
is nauw, maar Zwarte Piet komt er j
door. Tevergeefs kronkelden onze j
hersentjes zich in vraagteken-ach- j
tige bochten.
Later is dit Zwarte Pieten-pro
bleem ietwat op de achtergrond ge- j
drongen en we zouden er vermoede-1
lijk nooit meer over nagedacht heb
ben, als zich dezer dagen niet iets'
wonderlijks voor onze verbaasde ogen
had afgespeeld. We bevonden ons op
een nogal ongebruikelijke plaats: het
dak van een groot gebouw aan het
Rapenburg, toen uit een grote schoor
steen plotseling een Zwarte Piet te
voorschijn kwam! Dus toch echt
waar. De foto wijst het trouwens
duidelijk uit!
Hoe is het mogelijk? Deze vraag j
moet Piet in onze kinderlijk ver-j
baasde ogen gelezen hebben. En als- j
oi het de gewoonste zaak ter wereld
was, zette hij uiteen: ,t Is een kwes-1
tie van verdunnen, hé. Je moet een j
beetje lenig zijn en enige ervaring
hebben, dan gaat het vanzelf. Nooit
denken: zou het hier wel gaan? Al- j
tijd zomaar instappen. Tenslotte ver-1
sta je je vak of niet. En bovendien
verwachten de kinderen nu eenmaal
dat je het doet. Dan die je het. Niet
de breedte van de schoorsteen is be- j
langrijk, alleen het geloof van de i
kinderen. Als die peuters beneden
het maar vast genoeg geloven, dan
gaat het vanzelf. Dan voel je als het
ware een onzichtbzare band, die je I
door de schoorsteen heen naar de
kachel trekt.
Ons kinder-probleem is dus opge-
lost. We hebben het thans ingedeeld
bij de inmiddels ook begrijpelijk ge- j
worden engelen, die wel bestaan 'en
toch geen lichaam hebben!
Overigens is die Zwarte Piet slechts
bijzaak. U zult willen weten wat wij
daar boven op dat dak te maken had
den. Welnu, we volgden er een
schoorsteenveger, die het wandelen
over daken de gewoonste zaak ter
wereld vindt, om de eenvoudige re-
den, dat er voor hem een boterham J
in zit.
Nu moet ons van het hart? dat wij
het vegen van schoorstenen altijd
een van de meest simpele beroepen
gevonden hebben. Maar dat kwam,
omdat wij nog nooit gehoord hadden
van een ,,bovenman" en een „bene-
denman". Omdat wij niet wisten, dat
er „slapende schoorstenen'' beston
den en omdat wij niet konden ver-1
moeden, dat er zelfs een driejarige
cursus (driemaal zes wintermaan
den) nodig is om het schoorsteenve-
ger-diploma te verwerven. Is het ooit
in uw hoofd opgekomen om de
schoorsteenveger te vragen: Laat mij
uw diploma eens zien? Nu kan het
voorkomen, dat die goede man moet
zeggen: dat heb ik niet. Want schoor
steenvegers, die tijdens de oorlog
reeds veegden, mogen dit ook zonder
diploma blijven doen. Nieuwe ve
gers mogen echter niet beginnen
zonder diploma, verbonden aan de
vestigingsvergunning.
Wij hebben nooit naar een diploma
gevraagd, omdat wij er geen flauw
idee van hadden wat er allemaal
komt kijken voor het vegen van een
schoorsteen. Het lijkt zo eenvoudig,
maar de vakman, die wij vergezel
den, verzekerde ons, dat ondeskun-
dige vegers rampzalige dingen kun-
nen doen. Er moet in Amsterdam'
een Schoorsteenvegersmuseum zijn,
waarin, men o.a. de wonderlijkste
attributen kan vinden, die in schoor
stenen gevonden zijn. Zelfs een gym-
nastiek-halter werd eens gevonden
afkomstig van een ondeskundige
veger, die dit apparaat als gewicht
gebruikte en het halverwege de
schoorsteen verloor. Dat de schoor
steen verstopt kan raken, met kolen
dampvergiftiging tot gevolg is dui
delijk.
Een vakman gebruikt een ronde,
stalen kogel, die zeven ons moet
wegen. Niet zwaarder, want dan
wordt de „bovenman" moe van het
alsmaar op en neer halen. Die bo
venman staat bovenop het dak. Hij
laat een touw door de schoorsteen
zakken, waaraan de kogel bevestigd
is en een bezem van berkenrijs. De
„benedenman" zit beneden in de ka
mer en vangt in een zak het roet op,
dat door het ragen omlaag komt val
len.
Wanneer de schoorsteen recht om
hoog gaat, is de zaak meestal vrij
eenvoudig. Maar wanneer er scnuine
kanalen in zitten, of zelfs gehee! ho
rizontale kanalen, wordt het moeilij
ker. Dan'moet de schoorsteen in ge
deelten geveegd worden, hetgeen
vakmanschap vereist. Want slechts
de vakman kan constateren of er fou
ten in de schoorsteen schuilen: een
scheur, een te geringe trek, enz. Hij
dient dan de bewoners te waarschu
lis
wen, zodat zij maatregelen kunnen
nemen.
Nu zijn er schoorstenen en schoor
stenen. Schoorstenen zoals u en wij
thuis hebben en abnormale schoorste
nen, soms zelfs met een doorsnede
van 50 a 60 cm. Die kunnen natuur
lijk niet met een bezem van berken
rijs geveegd worden. De veger moet
dan in de schoorsten klimmen. Hij
begint onderaan en werkt zich
zonder klimijzers! omhoog, z'n
knieën klemmend tegen de wanden.
Met bikijzers en schrappers maakt
hij de schoorsteen schoon. Tussen-
maten te breed om te vegen, te
smal om in te klimmen worden
met een „rammeneur" schoonge
maakt, een ketting, waaraan zijket
tinkjes met haakjes bevestigd zijn,
die door de schoorsteen getrokken
wordt.
Dat een banketbakker in het wit
gekleed gaat, laat zich begrijpen. Hij
moet laten zien hoe netjes en hel
der hij werkt. Maar dat een schoor
steenveger zich in het wit steekt, is
ons een raadsel. Toch is het zo. De
veger trekt een witte „veegkiel" aan,
waaraan zich een soort monniken
kapje bevindt, dat hij ovej z'n hoofd
kan trekken en dichtrijgcn. zodat
zijn kleding gespaard blijft en hij na
bet werk fatsoenlijk over straat kan
gaan.
Het komt in Nederland practisch
niet meer voor, dat schoorsteen
vegers op straat een zwarte hoge
hoed dra2en. Vroeger was dit de nor
male schoorsteenvegerdracht en in
Den Haag vindt men zelfs nu nog
r. v;;;.': wiens hoofd dagelijks door
een „hoge zije" gedekt wordt. In het
buitenland, vooral in Duitsland, ziet
men dit nog vrij veel. Waarom?
Voor U en voor ons een vraag. Mis
schien wel om enig cachet aan dit
beroep van „schoorsteen-dokter" te
gever.
De drukste tijd ligt tussen Augus
tus en November. Ook tussen begin
April en eind Mei hebben de vegers
druk werk. Men kan zo'n schoor
steen het best laten vegen na het
stookseizoen, dan is de schoorsteen
nog kurkdroog, verzekerde ons de
heer W. J. van der Graaff, Aal
markt 5, Leiden, die secretaris is van
de Algemene Nederlandse Schoor
steen vegerstond. Hij vertelt ons ook,
dat Nederland aan de spits staat
wat betreft het grote aantal schoor
steenbranden. Vandaar, dat men vol
gend jaar bij de wet verplicht zal
worden zijn schoorsteen tweemaal
per jaar te laten vegen. Schoorste
nen, die iedere dag gebruikt worden
(bakkerijen) moeten zelfs driemaal
geveegd worden.
Zo blijkt, dat er aan het schoor
steenvegen nog heel wat vastzit en
dat het geen karweitje is wat ieder
een kan opknappen. Dc Zwarte Pie
ten kunnen er van meepraten, wan
neer zij in December alsmaar schoor
steen in schoorsteen uit moeten
klimmen. Zij hebben voor de goede
gang van zaken ook liever een
schone schoorsteen dan een exem
plaar dat vol met roet zit. Tenslotte
moeten hun kleren
Hè? Daar hebben we nooit bij stil
gestaan! Hoe komen die Zwarte
Pieten-gezichten zo roetzwart, terwijl
hun fluwelen, rood en blauw, met
goud bestikte pakjes altijd zo mooi
schoon blijven? Weer een mysterie!
Zouden we er een oplossing voor
vinden? Of zouden wc terug moeten
naar onze prille jeugd en dit raadsel
voegen bij de andere zaken, waar
over kinderen zich tevergeefs hel
hoofd breken? Als er dan maar weer
wat in onze schoen komt....
denaars.... Maar veel meer dan was o.i. toch een te geringe basis omj karwei was, want als de een wordt
„da-da" kregen we er niet uit. Ton-een interview op te bouwen. We I aangehaald, komen de twee anderen j
ny, de enige jongen van dit drietal, hebben ons daarom beperkt tot I ook onmiddellijk hun portie opeisen! i
bracht het weliswaar tot iets wat handjes geven cn kneepjes-in-de-1 Het interview hebben we dus moe-
op „koppie-krauw" geleek, maar dit I wang, wat bij elkaar nog een heel i ten uitstellen tot volgend jaar. In
tussen nam mevr. Slingerland de
taak over en vertelde ons hoe blij
ze was, dat dank zij veel mede
werking van Gemeente en Huisves
tingsbureau omstreeks Pasen een
groter huis betrokken kon worden.
Nummer 51 in de Hansenstraat werd
verwisseld met nummer 67, een flink
huis met beneden twee en boven
drie kamers, die deze familie met 5
kinderen wel nodig heeft.
Van deskundige zijde is ons verze
kerd, dat 25 pond heel normaal is
voor kinderen van 2 jaar. De meis
jes Erna en Loesje wegen dat, slechts
met een verschil van 80 gram. Ton-
ny echter weegt 20 pond, maar hij is
4 cm. langer dan zijn zusjes en min
stens even bij-de-hand. Als kieviten
lopen zij door de kinderkamer, klim
men uit de box op de kast, trekken
aan de gordijnen (die toen opge
knoopt werden) en scheuren het
mooie behang af, dat vader na de
verhuizing zo keurig had geplakt.
Ze hebben het zelfs gepresteerd een
dichtgeplakt schoorsteengat open te
maken cn zich van top tot teen met
roet te besmeuren, hetgeen weer een
extra wasbeurt opleverde.
„Praat me niet van zorgen" zegt
de moeder. Je hebt er veel meer
werk aan als toen ze nog zo klein
waren. Soms bijten ze elkaar en dan
moet je optreden, want er moeten
nu „mensen" van gemaakt worden.
Gelukkig mogen ze volgend jaar naar
de bewaarschool, dan hebben we het
zwaarste gehad!
Dinsdag wordt de verjaardag fees
telijk gevierd. Ter gelegenheid daar
van mocht de drieling op de foto.
Wel een bewijs, hoe trots vader en
moeder zijn op dat heerlijk-ondeu-
gende drietal!
1 (Foto: Pijl, Leiden).
IUJLN BEHOEFT HET DE HEER H. LOMBERT eigenlijk niet te vragen of
hij een geboren Leidenaar is. „Nou cn of", zegt hij. „Dat was in 1885.
Ik heb het nu dus tot 66 geschopt, zij het dan met horten cn stoten." De
heer Lombert werkte eerst 14 jaar op het kantoor van dc wijnhandel Damcn
en Zoon (thans Peeters cn Stol). Daarna was hij 14 jaar werkzaam op het
Centraal Bureau van de Kath. Sociale Actie, tot de opheffing in 1925.
Inmiddels was door do K.S.A. de woningbouwvereniging „De Goede Wo
ning" opgericht (October 1913), waarvan de heer Lombert nog steeds ad
ministrateur is. Bovendien was hij concierge van het advocatenkantoor
Bolsius en Donders, totdat het gebouw aan de Stationsweg in 1944 door het
bombardement zwaar getroffen werd. De heer Lombert was toen reeds in
het St. Elisabeth-Ziekenhuis opgenomen (niet voor de eerste keer!) on na
de bevrijding bleef hij er in pension. Wie langs de Nieuwe Rijn gaat ziet
hem voor het' raam van nummer 66 vaak zitten werken aan z'n bureau.
Want werken doet de heer Lombert nog steeds. De woningbouwvereniging
vraagt vegl tijd en daarnaast zijn er nog veel andere zaken, die de aan
dacht van de heer Lombert hebben. Daarmede belanden we in het kath.
organisatieleven, waarin hij een zeer groot aandeel heeft gehad.
:Dat begon al op 17-jarige leeftijd, toen de heer Lombert lid werd van de
R. K. Propaganda-club „Dr. Schaepman". „Op m'n 18c jaar werd ik door (m
Politic al van h«t podium in de Stadsgehoorzaal geslagen, omdat ik te veel
lawaai maakte op een S. D. A. P.-meeting". vertelt hij. ,.Dat was pas een tijd.
Ik herinner me nog een verkiezingsstrijd met een debat in dc openlucht, op
de Steenschuur, tegen een socialist. Dat duurde 's avonds van 10 tot 12 uur"
„Hebt U het gewonnen?" „Nou, die socialist ging het eerste weg; ik
wilde niet ophouden. Ik was toen nog zo'n klein schriel ventje, dus als ze
kwaad gewild hadden.... Maar er stonden een paar stevige partijgenoten
in m'n buurt, die in geval van nood wel bijgesprongen zouden zijn!"
Tot 1936 is de heer Lombert secretaris geweest van „Dr. Schaepman" en
alle acties werden door zijn vxirigheid bezield. „Credo Pugno" was het
devies van dr. Schaepman. „Ik geloof, ik strijd" was ook het devies van de
heer Lombert ,die op verschillend gebied zóveel werk verzette, dat men zich
afvroeg hoe dit mogelijk was met zo'n broze gezondheid! Tot 1949 bleef de
heer Lombert waarnemend voorzitter. Inmiddels was hij ook lid van de
R. K. Staatspartij geworden. Al spoedig kwam hij in het afdelingsbestuur
als secretaris en later als penningmeester. Het vorig jaar moest de heer
Lombert ook hiervoor bedanken. Hij is echter nog steeds raadslid (K.V.P.
en menigmaal weet hij met een vrolijke noot wat kleur te brengen in de
vergaderingen. Een enkele keer ontvlamt ook nu nog in die plechtige raads.
zaal het vurige temperament van deze kath. organisatieman en blaast hij
z'n partij in een fel debat. „Toch is het niet meer zoals vroeger", vertelt
onze gastheer. „Het enthousiasme van de katholieken is sterk verminderd,
sedert onze voornaamste programmapunten zijn bereikt. Dit is wel kort
zichtig, want er moet nog veel gedaan en gehandhaafd worden.
Laat ons hopen, dat de heer Lombert, die ook in de R. K. Volksbond cn
de H. K. W. zijn rol gespeeld heeft (om de rest maar te verzwijgen), cr nog
getuige van mag zijn, dat ook wat aan de kath. emancipatie nog ontbreekt
bereikt mag worden. En dat de jongere generatie iets van het enthousias
me mag overnemen, waarmede de heer Lombert gedurende zijn hele lev<
de goede zaak gediend heeft! (Foto: „De Leidse Courant
genhcid de hoge hoeden weer opge
zet. Rechts: de „bovenman" aan het
werk. Daarnaast: een echte Zwarte
Piet klom uit de schoorsteen! Onder:
de „benedenman" vangt het roet op.
(Foto's: „De Leidse Courant").
We hebben werkelijk geprobeerd
de Leidse drieling van de familie
Van Slingerland, die Dinsdag a .s.
twee jaar wordt, te interviewen.
Tenslotte zijn het ook bekende Lei-