Gastvrij Corsica: een eiland van geluk en zorgeloosheid llkA-r-* ÉliilB De heer A. van Dijk over de Kath. Bond v.h. Gezin ZATERDAG 22 SEPTEMBER 1951 DE LEID SE COURANT TWEEDE BLAD PAGINA 1 „VERTEL NIET ALLEEN DAT WE LUI ZIIN" r\E NACHT VALT over Corsica. Bo- ven de bergen hangt een donzen vacht van wolken, die de toppen on zichtbaar gevangen houdt. Een ster vende zon spreidt haar laatste luis ter ten toon en aan de horizon gloeien de rode rotsen in een felle brand. Geen geluid wordt meer ge hoord; het is alsof de natuur haar adem inhoudt bij zoveel beklemmen de schoonheid. De nauwelijks voel bare avondwind fluistert een onver staanbaar lied door de heesterhaag en daarachter verheffen zich de hoge eucalyptusbomen, zwart tegen de brandend-rode hemel. Manshoge aga ven steken zwijgend hun grijs-groene bladeren omhoog, als smekende ar men, die woordloos bidden om een nieuwe dag. Eindelijk verbreekt de man, die naast ons zit, de stilte. Zijn stem is zacht en vol ontroering. „Ziet u die wolken daar, ziet u dat rood?". Een bevende vinger wijst naar de hori zon. „Dat is het bloed van onze voorouders, dat over de bergen stroomt. Eeuwenlang hebben zij ge vochten tegen de vijanden van bui ten en tegen elkaar. Ontelbaar is het aantal martelaren, dat viel voor Cor sica. Zij zijn begraven en vergeten, maar hun bloed blijft. En als de avond valt, kleurt het de rotsen brandend rood. Maar waarvoor is het geweest? Wij zijn verkocht aan Frankrijk; we kunnen onszelf niet meer zijn." Langzaam daalt zijn stem tot een hees gefluister en zijn zwar te ogen dwalen doelloos door de val lende nacht. IJET WAS op de avond van een *dag, dat wij bezweet en moe een dorp in de bergen bereikten, met de bedoeling er een nacht door te bren gen. Hier ontmoetten we de Corsi- caanse gastvrijheid. Veel hadden de ze eenvoudige mensen ons niet aan te bieden, maar het beste, dat zij konden geven, was voor de vreem deling. Het avondeten was er sober: Links: Zondagse rust in het stadje Calenzana, waar men op straat niets anders tegen komt, dan een vrouw, die op haar hoofd een emmer draagt, waarin zij water haalt bij de pomp. Een beeld uit 1951; het zou ook 1751 geweest kunnen zijn Rechts: Enige Corsicaanse jongens vissen in de haven van Calvi; een bezigheid, waarmee zij zich uren lang kunnen vermaken. Corsicanen zijn trouwens echte vissers; een groot deel van de kustbevolking leeft van de visserij. En de ver wende tourist kan op het eiland smullen van een verrukkelijke „bouillabaisse", een dikke soep, waarin verschillende soorten vis ge kookt zijn. Onder: De hoofdstad Ajaccio is mooi, wanneer men in de hoofdstraten blijft. Maar de Rue Cardinal Fesch en de straatjes, die daarop uitkomen, geven een ander beeld te zien: hoge huurkazernes, smerig en verwaar loosd, triest om aan te zien. (Foto's „De Leidse Courant") eigengebaken brood, wat schapenbo- I ter en een handvol wilde vijgen. Het smaakte als een koningsmaal. Daarna aanschouwden we hoe de I dag verstilde tot nacht. Naast de gastheer gezeten op de stenen drem- pel van zijn aller-eenvoudigste wo ning, hoorden we uit zijn mond de I geschiedenis van Corsica. Het was een machtig verhaal, verteld met I diepe bewogenheid, en aan het slot Ide pathetische uitroep: „Ziet u die wolken daar, ziet u dat rood?" Alsof v/ij zijn beste vriend waren, vertel de de man ons zijn levensgeschiede- BIJ BEKfDE LEIDENflllilS WANNEER WE TEGENOVER DE HEER A. VAN DIJK znten, is het even moeilijk een begin te vinden. Want waarmee moeten we beginnen? Over het St. Eiisabeth-Ziekenhuis, waar hij als-chef van de Technische Dienst reeds 20 jaar werkt? Over zijn avonturen op de „grote vaart"? O, dat wist U misschien nog niet: de heer van Dijk is vroeger scheepsv/erktuigkun- dige geweest en als zodanig heeft hij vele wereldzeeën bevaren Uiteindelijk trok het vasteland hem toen meer. Drie jaar werkte de heer van Dijk in zijn geboorteplaats Alkmaar en kwam toen naar de Sleutelstad. Dat hij hier meer vond, dan een betrekking bij het Ziekenhuis, blijkt wel uit het feit, dat we het moeilijk vonden een begin te maken! Maar het kwam toch: de KL V. P. Sedert 1939 is de heer van Dijk raadslid dn sedert het vorig jaar fractieleider van de K. V. P. „Als ik een wens mocht doen", zegt hij, „dan was het een bloeiende K. V. P.-afdeling in Lei den. Waar blijven de jongeren? Wie moeten straks ons werk overnemen? Er zal ook wel critiek op ons werk zijn, maar waar blijven de anderen die het beter zouden kunnen? Men ziet ze niet op de K. V. P.-vergaderingen Stuurlui aan de wal. We blijven niet bij de politiek, al zouden we kunnen uitweiden over het werk van de heer van Dijk als lid van de Commissies van Onderwijs, Ste delijke Lichtfabrieken en Leidse Duinwatermaatschappij. Het gesprek zwaait over op de Kath. Bond voor het Gezin, waarvan de heer van Dijk reeds vele jaren voorzitter is. „Ook hier zouden v/e wel wat meer belang stelling goed kunnen gebruiken. Ons ledental van ongeveer 200 moest in een stad als Leiden minstens 1000 zijn. Katholieke ouders van alle rang en stand zijn welkom bij ons. Maar vaak wordt er gezegd, dat een aparte Bond voor het Gezin niet nodig zou zijn. Het Hoofdbestuur zet echter door, op uitdrukkelijk verzoek van het Episcopaat. En daarom doen wij het ook. Zo enthousiast mogelijk. Een mooi voorbeeld van onze activiteit is wel de Kath. Paedagogische School, waarvoor een verheugend grote belangstelling bestaat. Het aantal cursisten is de 100 reeds ver overschreden Deze belang stelling van verloofden en jonggehuwden doet ons goed. We zouden willen, clat ook oudere ouders zo waren. Want ook voor hen zijn er moeilijkheden Het gezin, speciaal het grote, komt steeds meer in de knel. De vele belastin gen drukken zwaar op het gezin. Om over de woningnood maar niet te spreken! Ach, er zijn zoveel problemen, waaraan de Kath. Bond voor het Gezin met meer energie en enthousiasme zou kunnen werken, wanneer het aantal leden groter werd. Ik denk slechts aan het emigratie-vraagstuk en aan de Ouder-commissies voor de scholen. Maar toch blijven we optimistisch Toch zal de Leidse afdeling blyven werken. Zo hard mogelijk." De heer van Dijk heeft nog meer functies. We noemen nu slechts zijn lidmaatschap van de Organisatie-commissie van Kath. Leiden". Bovendien is hy bestuurslid van de „Vité", de Vereniging var. Instellings-technici, en van demaar laat ons ophouden. Het is reeds meer dan genoeg „Er moesten meer mensen zijn, die zich voor dergelijk werk beschikbaar wil len stellen. Dan zouden de enkelingen het niet zo druk hebben". En daar mee nemen we afscheid. (Foto: „De Leidse Courant"). nis en beter dan een vreemdeling het ooit begrijpen kan, voelde hij de tragiek van Corsica, het eiland dat zo rijk kon zijn, wanneer de bewo ners slechts wilden grijpen wat hun bodem aan schatten bieden kan. „Nu zijn wij een bezienswaardig heid geworden", ging hij verder. „Corsica wordt overstroomd door vreemdelingen, die onze steden en dorpen doorkruisen. Overal staan zy stil en dringen zij binnen. Overal zeggen zij, dat wij toch zo vreselijk arm zijn. Op hel laatst gaan wij het zelf geloven. Ik ben een oude man en mij zullen ze niet veranderen. Maar er zijn ook jonge mensen op dit eiland en die worden ontevreden. Waarin wij gelukkig geweest zijn, dat wordt voor hen iets achterlijks. Kijk eens in onze steden, waar men bijna meer touristen dan Corsicanen ziet. De meisjes verven er hun na gels. Dat komt door de touristen. En wat zullen ze thuis over ons vertel len? Nee, we zijn niet vrij meer; we zijn verkocht. Het bloed van onze voorouders heelt tevergeefs over de bergen gestroomd." De volgende morgen namen we af- 1 scheid. Onze gastheer wilde van geen betaling weten. „Straks gaat mijn zoon, die nu 20 jaar is, de we reld in. Ook over hem zal eens een avond vallen zonder onderdak en zonder eten. Ik hoop, dat er dan ook mensen zullen zijn, die voor hem hun deur zullen openen en die met hem hun avondbrood willen delen, zoals wij met u gedaan hebben. God zege- ne u. Goede reis. En als ge in uw land terugkomt, vertel dan niet al- leen, dat Corsicanen lui zijn." INDERDAAD, Corsica wordt over- stroomd door touristen. Het leven is er niet zo duur als aan de Rivièra, waar in steden als Nice en Cannes alles er op uit is om de bezoeker het geld uit zijn zakken te kloppen. Vooral na de oorlog, nu velen niet meer in staat zijn het luxe leven aan de Cóte d'Azur te betalen, nemen zij de boot naar Corsica. Voor tien gul den brengt men u van Nice naar Bastia of Ajaccio, waar de hotels de helft goedkoper zijn dan op het vasteland. I Zelfs in de kleinere steden als He Rousse en Calvi vindt de tourist al- les wat hij wensen kan: winkels, ho tels, dancings en.... een prachtig strand van zach-t-glooiend zand. Ner gens zagen wij zo'n mooie baai als bij Calvi, waar de blauwe golven van de Middellandse Zee zyn uitgestreken tot kleine rimpeltjes in het diep- doorschijnend water. Geen wonder, dat men er behalve hotels ook tentenkampen vindt, een voor Fransen en een voor Engelsen, Amerikanen en wat er nog meer aan vreemde nationaliteiten op Corsica komt. Bovendien vonden we er tot onze grote verrassing een Holland se nederzetting! De heer Herman Vroom uit Amsterdam woont reeds lange tijd in Calvi en heeft er nu een bungalowpark laten bouwen, waarin plaats is voor 50 Hollanders. Vanuit Nederland worden busrei zen georganiseerd naar Nice, waar men de boot naar Corsica neemt, om een week op het eiland te ver blijven. In 14 dagen uit en thuis. NIET IEDERE tourist, die naar Corsica gaat, vindt er zijn ver wachtingen volkomen bevredigd. Men biedt er niet het comfort, dat een verwende tourist gewend is. Maar wie het eenvoudige voor lief wil nemen, zoals de Corsicanen zelf een voudig zijn, die kan er dé vacantie van zijn leven doorbrengen Natuurlijk wordt dan veronder steld, dat men begrip heeft voor de mentaliteit van het volk waaronder men komt te verkeren. Wie naar Corsica gaat, zal zich iets van het „laisser-aller" eigen gemaakt moeten hebben, iets van de zorgeloosheid waarmee het Corsicaanse volk hoe vreemd 'het misschien moge klinken gezegend is. Als iemand belooft u vóór 5 uur 's middags iets te bezorgen en het komt vóór mid dernacht, dan mag u blij zijn! De tourist moet zich niet verbazen, wanneer hij zich in Calvi inscheept voor de terugreis naar Nice, als hij aan de railing van het reeds ver trekkende schip staande plotseling ziet, dat zijn auto nog op de wal staat. Ondanks de uitdrukkelijke verzekering, dat de wagen met de zelfde boot zou meegaan.... Der gelijke situaties moet men op de koop toe nemen! FVAAROM waren we dan ook stom- U verbaasd, dat onze Corsicaanse vriend, die we in Calvi leerden ken nen, op zekere Zondagmiddag reeds om half een ons kwam halen voor een tocht op zijn motorfiets door üe bergen. Hij had beloofd om twaalf uur bij ons te zijn, maar wanneer het vijf uur geworden was, zou dat heel gewoon geweest zijn vo /*.ns Corsicaanse begrippen! Hij bracht ons naar Calenzana, een klein stadje, dat op die Zondagmid dag lag uit te rusten in de middag warmte tussen de bergen. Het werd een prachtige tocht over goede as- phaltwegen en het wisselende berg landschap, dat langs onze verbaas de ogen voorbij rolde, was onverge telijk schoon. In Calenzana wandelden we door smalle hobbelige straatje, waarin ieder huisje een schilderij leek, ge vat in een lijst van weelderig groen. Men leidde ezels naar de gemeen schappelijke drinkplaats en de vrou wen liepen met kruiken of emmers op hun hoofd, om water te halen bij de pomp. Vol ontzag wees men ons een luxe auto, die zou toebeho ren aan de moest beruchte gangster van Marseille. KIU ZIJN WE weer in Holland *^cn Corsica ligt achter ons als een onwezenlijke droom. De palmen aan de kust hebben plaats gemaakt voor wilgenbomen langs de sloot. In plaats van wijn drinken we weer thee en fietsend over de Breestraat kunnen we ons bijna niet meer indenken, dat de straten in Calvi zó hobbelig zijn, dat een fiets er een onmogelijk ding is. Nu we dit schrijven, waait een gure avondwnd langs ons venster. We zien uit op een boom, waarvan de steeds kaler wordende takken vertellen, dat herfst en winter na bij zijn, met stormen, regen en vorst. Dan moeten we terugdenken aan het Eiland van Schoonheid, aan Cor sica met zijn eenvoudige gastvrije en eerlijke bewoners. Dan zien we w^er voor ons de mooie oude stadjes en vergrijsde dorpjes, waarin het schijnt of de eeuwen er hebben stilgestaan. Dan denken we weer aan de nacht bij volle maan langs het strand van Calvi onder de palmbomen. En voor ons de zwarte silhouetten van ge heimzinnige bergen. Dan bemerken we, dat we van Corsica zijn gaan houden, anders dan van andere streken, die we ooit bezochten. Dan moge het waar zijn, dat de achterbuurten van Ajaccio een sfeer inademen, waaraan we nooit zouden kunnen wennen en dat de armoede in het bergachtige oin- nenland van Corsica meer zal eisen dan ons gevoel voor romantiek kan opbrengen. Dan moge zelfs het Eiland van Schoonheid een eiland zonder toekomst zijn, waarvan nooit iets te verwachten is. Dan toch blijft Corsica voor ons een eiland van ge luk, een oase van rust in deze hel se atoom-wereld. Dan toch zullen we aan Corsica blijven terugdenken als aan een eiland, dat door de Schepper geschapen schijnt voor mensen, die zich niet verliezen in uiteindelijk toch vreselyk onbelang rijke zaken, waarvoor men zich hier vreselijk druk pleegt te maken. Nog klinkt ons de gitaar-muziek in de oren, waarmee een jonge Corsi- caan, die we in het stille bergdorp ontmoetten, zichzelf begeleidde, toen hij zong van zyn liefde voor het Eiland der Schoonheid, dat hem bo ven alles dierbaar is. En wanneer hy ooit nog aan de vreemdeling mocht denken, die eens met hem het glas geheven heeft op het geluk, dat ho pelijk ons beider deel zal zijn, dan moge hij zich iemand herinneren, die op zijn eiland Corsica leerde, hoe men slechts eenvoud nodig heeft om het geluk te proeven, dat de schoon heid van God schepping voor ons al len inhoudt NIC. SCHRAMA. Neem IVOROL: uitnemend goed! (Advertentie). Echtpaar Schouten-Steenbergen op 6 October 65 jaar getrouwd Wanneer een vijftigjarige echtver eniging reeds de moeite waard is om met foto en al in de krant geme moreerd te worden, hoe moet het dan gaan wanneer een echtpaar 65 jaar getrouwd is? U kunt het mis schien moeilijk geloven, maar toen vermelden de registers op het Leid se Stadhuis, dat Jacobus Schouten (20 jaar) en Elisabeth Steenbergen (19 jaar) op 6 October 1886 voor de ambtenaar van de Burgerlijke Stand verschenen, om elkaar liet ja-woord ie geven. Er is geen twijfel moge lijk; we hebben een 65-jarig bruids paar in Leiden! Vijf en zestig jaar, een mensen leeftijd. Wie er voor staat, ziet er tegenop als tegen en hoge berg, waarvan de top maar nauwelijks zichtbaar is. Maar Schouten en zijn vrouw hebben die top bereikt. Ze staan er bovenop en kijken glim lachend naar omlaag, naar de vele jaren, die zij samen hebben door gebracht, grotendeels in het huisje v/aarin zij nu nog wonen: Eerste Gortestraat 37 Al bijna 63 jaar wo nen ze er! Zij glimlachen nu wel, maar meen niet, dat hun huwelijksleven over louter rozen is gegaan De bruidegom werkte 30 jaar in een wasserij en daarna nog eens 17 jaar in een der gelijk bedrijf bij een ander patroon. Toen hij 70 werd, was 't werken af gelopen. Toen braken de mooie da gen aan van vissen en nog een vis sen. Hij liep er zelfs voor naar Hoogmade. Nu is hij 85 en zijn bénen dwingen hem dichter bij huis te blijven. Maar toch doet hy nog de boodschappen voor zijr. even kwie ke 84-jarige bruid, die ons vertelt: „Er komt hier nooi* dokter over de vloer". Niet louter rozen. ..Eens was m'n man tien weken ziek en bracht hij dus geen geld in. Met zeven kleine kinderen en een zieke man moest ik toen rondkomen van een gulden i vijftig (voor de huur) en zes brood jes per week. Dat was al'es wat ze op het Stadhuis voor ons deden. Ik begrijp nog niet hoe we het uitge houden hebben. We moesten zelfs aardappelenschilien eten." Er kwamen nadien nog meer kin deren, bij elkaar 13 Elf zijn er nog in leven en allemaal getrouwd Er zijn 38 kleinkinderen, die de bruid allemaal bij naam kent. Bovendien al 61 achterkleinkinderen, waarvan ze alle namen niet kan onthouden. „We komen nog wel aan de hon derd", zegt de bruidegom, als hij de 38 en 61 opicJt. 'k Heb trruwens achterkleinkinderen die nu al ver kering hebben." Bijna ie ftie familie woont in Leiden on deze grote nakomeling schap zal de 6e October niot onge- I merkt voorbij laten gaan. Al mogen bruid en bruidegom nog van niets I weten. Dat moet een verrassing blij ven! W-" ^*71 BA JMUII ■b J| mk (Foto: „De Leidse Courant

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1951 | | pagina 5