3)e
Noordelijken doen redelijk voorstel
Noord-Koreanen
worden redelijk
HALF-LAND
HALF-FABRIEK
VRAAGSTUK BUITENLANDSE
TROEPEN VOOR LATER
Oielopte dev gealtieeiden voldoende
Landen bestudeert olie-voorstellen
Morrisons buitenlandse politiek
Directeur: C. M. v. HAMERS VELD.
Hoofdredacteur: L. C. J. ROOZEN.
KATHOLIEK DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
DONDERDAG 26 JULI 195)
42ste JAARGANG No. 12343
Papengracht 32, Tel. 20015, Adm. en Adv. 20826, Abonn. 20935, Giro 103003. Abonnementsprijs 0.40 p. w., f 1.72 p. mnd., f 5.15 p. kwart. Franco p. p. f 5.90. - Advert.: 15 ct. p. mm. Telefoontjes f 1.50
ER is een onderwerp, waar niemand
iets voor voelt en dat toch door
iedereen wordt aangeprezen: de in
dustrialisatie van het z.g. platteland.
(Een land, dat overigens even plat
is als de steden, welke er op tieren).
De noodzaak dwingt tot spreiding
der industrialisatie, maar van harte
gaat het niet. Wat niet van harte
gaat, moet echter met des te meer
hart geschieden. De opmerking, door
de staatssecretaris van Sociale Zaken,
dr. A. A. van Rhijn:
„een industrialisatie, die ons
volk welvarender maar ongeluk
kiger zou maken, zou een vloek
betekenen in plaats van een ze-
zegen"
deze opmerking wijst er reeds op,
dat, wil men de industrie buiten de
industrie-steden brengen, er met ver
stand maar even goed met het hart
aan gewerkt moet worden. De staats
secretaris verduidelijkte zijn opmer
king met eraan vooraf te laten gaan:
„Dikwijls worden deze (de so
ciale aspecten) over het hoofd ge
zien; men denkt wel aan de eco
nomie en de techniek; maar te
weinig aan de mensen. En om
hen is het toch begonnen!"
Geldt deze vermaning voor iedere
bedrijfsvoering, te sterker klemt zij
nog bij de voorgenomen en reeds in
gang zijnde omschakeling van de lan
delijke naar de industriële sfeer. Als
stedeling is men geneigd het buiten
leven te romantiseren, ofschoon wei
nigen daarbij volledig overboord
zullen slaan zoals Saint-Lambert, die
tot de boeren zeide: „Elk' werkdag,
heilrijk volk! kunt gij een' feestdag
noemen".
Ontkleed en ontdaan van iedere
mooi-weer-boeren-liefhebberij, staat
het echter paalvast, dat degenen, die
in land- en tuinbouw hun dagelijks
brood verdienen, een bestaan leiden,
dat het meest strookt met de mense
lijke natuur en dus het meest mens
waardig is.
In industriële kringen, met name
in die van de arbeiders, wordt soms
een zekere neerbuigendheid of zelfs
laatdunkendheid aangetroffen ten op
zichte van de landarbeid.
Alsof de industrie-arbeid van ho
ger gehalte zou zijn!
Alsof het edeler is besmet te wor
den met machine-olie, dan met mest
en modder!
Alsof het voornamer is zijn werk
op schoenen te doen dan op klompen!
Een dergelijke misvatting en ge
ringschatting is te beschouwen als
een gevolg van „het bijgeloof van
het technicisme en van het indus-
trialisme-tot-het-uiterste", zoals paus
Pius XII het nog deze maand
noemde, een bijgeloof, dat „beleden
wordt door het marxisme".
Wil men de orde niet onderst-bo-
ven keren, dan staat de landbouw in
's werelds bestel boven de nijverheid.
Wie voldoende kennis draagt van
beide vormen van menselijke werk
zaamheid, zal bovendien beamen, dat
de vakkennis van b.v. een boeren
knecht veel groter is dan die van de
gemiddelde fabrieksarbeider (de ge
specialiseerde richtingen in beide be
roepen buiten beschouwing gelaten,
omdat vergelijking dan moeilijker
wordt). Even onomstotelijk staat
vast, dat de landarbeid ipeer gele
genheid geeft de persoonlijkheid van
de mens (let wel!) in zijn arbeid tot
ontplooiing te brengen dan de vaak
zeer eentonige, aan nauwe regels en
uurverdeling gebonden fabrieks
arbeid. Als de paus de klacht ver
meldt, dat „de arbeid, om zo te zeg
gen haar ziel verloren heeft", omdat
men het menselijk leven omgevormd
ziet tot. „een reusachtig automatisme,
waarvan de mensen de onbewuste
raderwerken zijn", omdat de „stan
daardiserende techniek" de persoon
lijkheid, de ontplooiing van de arbei
der benadeelt, dan stelt hij daar
tegenover het werk van de landbewo
aers. „Hoe hard dit werk ook moge
:ijn, de mens bevindt zichzelf daar
nog in als meester van zijn we
reld.
Geen enkele reden is er dus de
spreiding van de industrie naar het
platteland toe te juichen als zou het
een vooruitgang zijn. Het tegendeel
is het geval. Men kan er echter niet
aan ontkomen en slechts plannen
beramen, om de ongewenste gevol
gen ervan zo goed mogelijk te ont
glippen.
Daartoe geeft een rapport van het
„Instituut voor sociaal onderzoek van
het Nederlandse Volk" in Juni van
dit jaar verschenen kostbare aan
wijzingen. Het is een zeer bezadigd
rapport met hartelijke belangstelling
van 's mensen wel en wee geschre
ven, dat eveneens de onontwijkbare
noodzaak van de industrialisatie be
nadrukt:
„De hierbij (de sociale gevol
gen van industrialisatie in grote
en middelgrote gemeenten) opge
dane ervaringen doen juist be
dacht zijn op het voorkomen of
verzachten van mogelijk ongun
stige gevolgen voor het platte
land, teneinde de hier aanwezige
waarden te behouden. Men hou-
de hierbij overigens in het oog,
dat het niet accepteren van in
dustrie, met als gevolg structurele
werkloosheid, op den duur even
zeer ernstige gevaren voor het
gezins- en kerkelijk leven en de
dorpssamenleving in het alge
meen oplevert".
■Ji het zeer lezerswaardig rap
port 1) wordt de wens uitgesproken,
dat de industrie in de eerste plaats
in de streekcentra zal worden geves
tigd en daarnaast in een enkel groot
dorp, dat dan tot industrie-centrum
kan uitgroeien. Aangedrongen wordt
op samenwerking in dit opzicht tus
sen dc gemeenten van een bepaalde
streek, hetgeen een behartenswaar-
dige raad is. Te veel zijn de gemeen
tebesturen van dorpen erop uit, tot
in het belachelijke toe, hun landelijk
gebied ..te „versteedsen", om niet te
vrezen, dat zij industrialisatie zullen
aanlokken uitsluitend en alleen uit
een soort puberteits-streven, óók
groot te worden.
Onder de vele aanbevelenswaardi
ge denkbeelden in het rapport aan
de hand gedaan, trof ons echter in 't
bizonder de volgende er in weerge
geven suggestie:
„Van industriële zijde wordt
wel eens gepleit voor een ver
menging van agrarische en in
dustriële sfeer. Men is van oor
deel, dat de fabrieksarbeider die
gedeeltelijk blijft verkeren in
een agrarisch bedrijf(je) een
rustige arbeider is, die zijn werk
nauwgezet doet en zich niet laat
meeslepen in arbeids-conflicten.
Verder acht men het een voor
deel, dat de half-industriële ar
beider eventueel kan terugvallen
op het agrarisch bedrijf. Uiter
aard heeft deze medaille ook
haar keerzijde. De kans bestaat
n.l. dat het agrarisch bedrijfje
wordt verwaarloosd. In een half-
agrarische, half-industriële greep
vermindert de belangstelling
voor de agrarische productie. De
belangstelling van de fabrieks
arbeider buiten de werktijden
van de fabriek gaat in de rich
ting van het gezinsleven en de
ontspanning".
Laat men goed begrijpen: de rede
nen, waarom we de practische uit
werking van dit denkbeeld voorstaan,
zijn niet dezelfde als die van „in
dustriële zijde"! De redenen, waarom
wij uitwerking van de geopperde ge
dachte aanbevelen, werden ontvouwd
in de aanhef van dit, reeds „doorge
schoten", artikel. Zij behoeven niet
herhaald te worden. Het gaat ons om
het levensgeluk der landelijke bevol
king. Het aangevoerde denkbeeld,
hoe ongelukkig ook in de motivering
van zekere zijde, kan, practisch uit
voerbaar gebleken, een zeer geluk
kige oplossing geven van het aange
sneden probleem, en is alleszins
nauwkeurige overweging waard.
1) „Sociale Aspecten van de In
dustrialisatie", prijs 0.50, postgiro
400077.
IN gezaghebbende kringen te Washington verluidt, dat de jongste
Noordelijke voorstellen bij de wapenstilstandsbesprekingen te Kae-
song inhouden, dat de verbondenen slechts de belofte moeten doen, dat
het vraagstuk van de terugtrekking der buitenlandse troepen uit Korea
later besproken zal worden. Dit betekent waarschijnlijk, zo wordt ver
volgd, dat naast, of buiten de wapenstilstandsbesprekingen om, door
de betrokken regeringen onderhandelingen gevoerd dienen te worden
omtrent de politieke kwesties van een blijvende regeling.
Mocht men over deze kwestie te Kaesong overeenstemming berei
ken, dan resten er nog twee belangrijke punten voor de delegaties te
Kaesong, namelijk het vaststellen va n een demarcatielijn en de te treffen
inspectiemaatregeen voor het nakomen van de bestandsovereenkomst.
te Kaesong overwonnen zouden
worden.
In de middagpauze zonden de
Noordelijken flessen zonder etiket
en pruimen aan de delegatie der
V.N. Admiraal Joy zond zijn dank
betuiging, doch men maakte van de
inhoud der flessen geen gebruik.
Generaal Nam II werd door foto
grafen van beide partijen bestormd.
Hij rookte een sigaret in een zeer
groot geel sigarettenpijpje in de
vorm van een koehoorn. Toen hij
merkte, dat dit hetgeen was, dat de
aandacht trok, borg hij de sigaret-
tenpijp op.
CRITIEK VAN MACARTHUR.
Generaal MacArthur heeft Woens
dag voor een gemeenschappelijke
vergadering van het Huis en de Se
naat van Massachusetts o.m. als zijn
mening uitgesproken, dat het resul
taat van de Koreaanse oorlog „niet
beslissend" was geweest en dat de
V.S. geen buitenlandse politiek had
den. Het gevaar voor agressie was
niet verminderd en er was niets be.
reikt, aldus MacArthur.
Men vordert te Kaesong
Diplomaten zijn van mening, dat
het regelen van deze twee zaken
nog dagen en misschien wel weken
in beslag zal kunnen nemen, voor
dat men van een feitelijke wapen
stilstand zal kunnen spreken. Een
geallieerde woordvoerder te Tokio
heeft verklaard, dat de Noordelijke
voorstellen van gisteren „redelijk
zowel naar inhoud als bewoording"
waren. Men neemt aan, dat zij be
halve naar generaal Ridgway ook
naar Washington en Lake Success
zijn doorgeseind.
De woordvoerder zeide, dat het
voorstel van meer „gematigdheid"
bij de Noordelijken getuigde dan zij
vóór de onderbreking hadden ge
toond. Volgens radio-Peking is nog
steeds geen overeenstemming be
reikt over „de vraag hoe men de
kwestie van het terugtrekken dei-
buitenlandse troepen uit Korea zal
behandelen".
Volgens eerder genoemde woord
voerder had men aan het einde van
de bespreking van gisteren het ge
voel, dat men iets ging bereiken. De
Noord-Koreaanse generaal Nam II
had zijn voorstellen tot het laatst
verzwegen, totdat hij iedere moge
lijkheid van een verzwakking van
de houding der verbondenen had
onderzocht. Admiraal Joy had om
een schriftelijke bevestiging van de
voorstellen verzocht en hij had een
aanzienlijk deel in schrift ontvan
gen. Dit was de eerste uitwisseling
van documenten op de wapenstil
standsbesprekingen. De voorspellin
gen omtrent- een mislukking der
onderhandelingen waren thans ont
zenuwd.
REÜNIE VAN „OUDE
Reuters correspondent zegt, dat
te Kaesong een sfeer hing van een
„reünie van oude vrienden". De
journalisten der V.N. werden door
wuivende en glimlachende kinderen
begroet. Bij aankomst sprongen een
Australiër en een Engelsman uit een
Noordelijke jeep. De Australiër zeide
correspondent te zijn van „Ce soir"
(een pro-communistisch Parijs blad)
en de Engelsman zeide voor de
„Daily Worker" te werken.
Zij waren per vrachtauto en trein
uit Peking gekomen en hadden er
een week over gedaan.
Zij zeiden, dat in China de me
ning heerste, dat de moeilijkheden
TREINONTSPORING BAANVAK
AMERSFOORT-SOESTDUINEN.
Tussen Soestduinen en Amersfoort
zijn Woensdagmorgen om half zeven
•de laatste vijf wagons van een goe
derentrein afgebroken en ontspoord.
Het baanvak AmersfoortSoest
duinen werd hierdoor gestremd,
doch er kwamen geen persoonlijke
ongelukken voor. De reizigers van
en voor Utrecht moesten via Hilver
sum of Baarn reizen en de reizigërs
van en voor Rotterdam en Den
Haag via Amsterdam of Haarlem.
De foto toont de ravage op de
plaats van het ongeval.
DE GEVECHTEN.
Volgens een communiqué van het
achtste leger heeft een grote verken
ningsgroep der verbondenen een uit
val gedaan ten Noorden en Westen
van Korangpori, in welk gebied zich
een Noordelijke concentratie schijnt
te bevinden. Verder wordt verklaard,
dat de verbondenen op matige tegen
stand zijn gestuit. Ten Oosten van
Koemhwa ondernam een Noordelijk
bataljon een aanval, die na twee i\ur
door artillerievuur afgeslagen werd.
Elders aan het front werden gevech
ten op kleine schaal geleverd.
DE 2AAK-BERTHA.
Het Opperste Hof te Singapore
heeft gisteren beslist, dat op 30 Juli
het beroep in de zaak van Bcrtha
Hertogh zal worden behandeld.
De Britse soldaten en de politie,
die juist intensieve oefeningen in
het dempen van opstanden achter
de rug hebben, zullen tijdens de
zitting in de gehele stad patrouille
ren.
MAYER LIJDT NEDERLAAG IN
FRANSE ASSEMBLEE. René
Mayer, die van President Auriol
opdracht gekregen had een nieuwe
Franse regering te vormen, heeft
een nederlaag geleden, doordat hij
slechts 225 stemmen kreeg, terwijl
hij er ten minste 314 nodig had.
René Mayer alleen in de rege-
ringsbank van de Franse nationale
vergadering, kort voordat hij zijn
nederlaag leed.
Nadere inlichtingen nodig
Bij de voortgezette bestudering der nieuwe Perzische voorstellen in
zake het oliegeschil is het Britse kabinet tot de conclusie gekomen,
dat diverse punten nog verduidelij king behoeven. Om deze verduide
lijking is de regering te Teheran nu gevraagd. Dit werd gister door
minister Morrison in het Lagerhuis medegedeeld. Hij voegde daaraan
toe. dat de regering bijzondere aan dacht schenkt aan dc toekomstifpe
positie van de Anglo-Iranian en aan de vraag in hoeverre de Perzische
regering zich bereid toont haar inmenging in dit bedrijf stop te zetten.
Hij deelde tevens mede, dat met
de oppositie is overeengekomen niet
voor a.s. Maandag een debat over
Perzië en het Midden-Oosten te
VREDE, MAAR NIET TOT ELKE PRIJS
ONS EERSTE DOEL IS VREDE, vrede, voor de gehele wereld, doch
niet tot elke prijs. Wij willen een vrede die ons in staat stelt voort
te gaan met ons werk van maatscha ppelijke en economische vóóruit-
gang". Aldus sprak gisteren de ,Britse minister van buitenlandse zaken,
Herbert Morrison, in zijn eerste grote rede in het Lagerhuis sinds hij Er-
nest Bevin opvolgde.
VRIJHEID EN WELVAART.
De Britse buitenlandse politiek
streeft twee doeleinden na, die ten
nauwste met elkander zijn verbon
den: vrijheid en veiligheid aan de
ene en economische welvaart en
maatschappelijke rechtvaardigheid
aan de andere kant. Het ene doel kan
niet worden bereikt zonder verwe
zenlijking van het andere.
Wij kunnen agressie slechts ver
hinderen, indien wij tonen, dat de
vrije landen vastbesloten zijn ge
meenschappelijk hun verdedigingen
op te bouwen en schouder-aan-schou-
der te staan, indien dit nodig zou
blijken. Dit is ook de achtergrond
van de Britse bewapening.
De West-Europese veiligheid kan
niet worden bereikt door alleen
West-Europa in staat van verdediging
te brengen. Het Middellandse Zeege
bied vormt de Zuidelijke sector van
de Europese verdediging. De Britse
regering is dan ook tot de slotsom
gekomen, dat het redelijk is, Grieken
land en Turkije te doen toetreden tot
het Noord-Atlantische verdrag.
De Duitse herbewapening vond de
minister redelijk en noodzakelijk,
maar de opneming van Spanje in de
West-Europese verdediging zou geen
versterking betekenen voor de ge
meenschap der vrijheidlievende lan
den.
Voorzichtigheid.
Ten aanzien van de Sovjet-Unie
zeide Morrison:
„Wij moeten voorzichtigheid aan
de dag leggen t.a.v. de min of meer
aantrekkelijke vormen, waarin de
communistische vredescampagnes
zich van tijd tot tijd aan ons plegen
te vertonen. Wij horen nu dat de Oos
telijke landen een nieuwe wens naar
vrede en overeenstemming koesteren.
Indien dit werkelijk zo is, kunnen
wij ons verheugen, want niets van
hetgeen wij doen of zullen doen zal
een dergelijk communistisch vredes-
verlangen in de weg staan. Doch wij
zullen onze waakzaamheid niet laten
varen en wachten op de bewijzen
van deze „vredeswil".
Ongelukkigerwijs zijn de daden
van Rusland en zijn bondgenoten
zeer in strijd met hun van vredelie
vendheid overvloeiende woorden1'.
Japan.
Omtrent het vredesverdrag met Ja
pan zeide minister Morrison: „De
Westerse geallieerden hebben opzet
telijk het besluit genomen een mild
vredesverdrag met Japan te sluiten.
Elk ander besluit zou niet slechts
het voor altijd vast leggen van een
onrechtvaardigheid hebben betekend,
doch hieruit zou tevens het zaad zijn
voortgesproten voor toekomstige
moeilijkheden. Sommigen menen, dat
Japan, indien het weer een kans
wordt gegeven, opnieuw een agres
sieve mogendheid zou worden, die de
vrije wereld zou bedreigen. Hier staat
het duidelijke feit tegenover dat, in
dien Japan geheel weerloos blijft,
het een gemakkelijk slachtoffer zal
zijn voor een aanval door andere
staten".
houden. Inmiddels heeft dc Britse
ambassadeur te Teheran, sir Francis
Shepherd, zich in verbinding ge
steld met de Perzische olie-commis
sie inzake de door Morrison gevraag
de toelichtingen op de Perzische
voorstellen.
Een woordvoerder van de am
bassade had eerder verklaard, dat
heryatting der onderhandelingen op
de basis der Perzische voorstellen
zeker mogelijk zou zijn, mits eerst
de Perzische inmenging in het be
drijf van de Anglo-Iranian te Aba
dan ophoudt.
Het hoofd van de Perzische raad
voor de naasting der olie-industrie,
Hoessein Makki, heeft zich tijdens
een onderhoud met de algemene be-
drijfslijdcr der Anglo-Iranian te
Abadan, Ross, nogal optimistisch
getoond. Hij verwachtte, dat spoe
dig weer tankschepen naar Abadan
zouden komen.
3
FOTO MAAKT EEN EIND AAN
KONINKLIJKE HUWELIJKSREIS
IN ZWITSERLAND. Een foto,
genomen door een persfotograaf,
van koning Faroek van Egypte, tij
dens zijn huwelijksreis met koningin
Narriman, maakte plotseling een
einde aan hun verblijf in Zwitser
land. De fotograaf nam een foto
van de koning, toen hij per motor
boot het hotel verliet, waar hij ver
blijf hield met de koningin. De
Zwitserse politie echter nam de film
in beslag, doch na een beroep van
de Journalistenbond op de presi
dent van Zwitserland Von Steiger,
werd de film aan de fotograaf
teruggegeven. „Zwitserland is een
vrij land" was het commentaar van
de president. Toen koning Faroek
vernam, dat de foto was vry gege
ven, verlieten hij en de koningin
Zwitserland overhaast en werd de
reis voortgezet naar Italië.
Boven: De gewraakte foto.
JCoJiA&ttje....
's Levens plichten blijven, ook waar
levens genot ons ontnomen wordt