De Tweede vacantie Na een mislukte de heer Goedhart Kamer is op gegaan interpellatie van Gaat Lieftinck heen? Moedige militairen na tien jaar beloond Wat de U.N.O. Nederland kost Flessenmelk één cent duurder Zuiderkruis troepenschip af ZONDER SCHULD Overval in postkantoor ZATERDAG 21 JULI 1951 uu LiJUJSE COURANT TWEEDE BLAD - PAGINA 2 In de Tweede Kamer heeft de heer GOEDHARDT (Arb.) gistermiddag de Regering geïnterpelleerd over de activiteit van de stichting Door de eeuwen trouw en van het bureau Zuid-Molukken, de door hen aange trokken medewerkers, betreffende de informaties, die de Regering hier over van de daartoe bestemde dien sten heeft ontvangen, en betreffende de maatregelen, die zij in verband hiermede al dan niet heeft genomen. De interpellant was van oordeel, dat het Rijkseenheid-groepje zijn agi tatie voortzet. Men deinst er niet voor terug de Ambonnezen in samenzwe ringen te betrekken. De extremistische taal in vergade ringen van Door de eeuwen trouw was het bewijs ervoor, dat zich daar vreemde dingen afspeelden. Spr. betoogde, dat men nu al de agitatie leven tracht in te blnzen door de exploitatie van een Ambon- nezen-circus te Alphen aan den Rijn. Het is z.i. noodzakelijk, dat er een einde wordt gemaakt aan het illegale gewroet, dat plaats heeft. Vervolgens stelde de heer Goedhart een aantal vragen. Minister MULDERIJE antwoordde, dat de gevaren aan de genoemde acti viteiten verbonden, vooral niet mo gen worden overschat. Naar aanleiding van de vragen zei de minister o.a., dat op grond van wat tot nu toe is gebleken niet kan worden gezegd, dat de stichting op lichting heeft gepleegd. Als er aangifte wordt gedaan, zal er de nodige aandacht aan worden besteed. Eventuele deviezensmokkel en de paspoorten-affaire hebben de aandacht van politie en justitie. Het onderzoek vereist dat er thans niet in détails over wordt gesproken. Als de activiteit van de leden van het bureau Zuid-Molukken voortgaat, zo is gewaarschuwd, zal hun het ver blijf in ons land worden ontzegd. Er zijn geen stappen gedaan om uitlevering van Westerling te verkrij gen. Tegen Sweerts is destijds geen strafvervolging ingesteld omdat geen feiten bleken, die een vervolging rechtvaardigen. De juistheid der geruchten dat Sweerts hier te lande is geweest, is niet gebleken. Het is de Regering bekend, dat vele Ambonnezen op Nieuw-Guinea de gedachte van een republiek Zuid- Molukken aanhangen. Van activiteit is niets bekend. In de Rotterdamse haven ligt een oud Portugees schip, dat de belang stelling der politie heeft. Dat er spra ke is van relaties met de Zuid-Mo lukken. is niet gebleken. Het schip leent zich stellig niet voof een grote zeereis. De Regering vertrouwt aan de hand van de bestaande bepalingen voldoen de te kunnen optreden. Een „J" op belastingpapieren Het lid van de Tweede Kamer de heer Suurhof heeft aan de minister van Financiën gevraagd of het juist is, dat aan Joodse Nederlander* door de belastingadministratie for mulieren voor de verrekening van belastingaanslagen met tegoeden by de firma Lippmarin Rosen nal en Co. worden uitgereikt, gemerkt met een hoofdletter J? Zo dit juist is, aldus de heer Suur hof. wil de minister dan onmiddel lijk maatregelen nemen om deze ha telijke aanduiding, die bij de be trokkenen herineringen oproept aan de ondergane Krenken 3e bejegening vanwege de Duitse bezetter, zo snel mogelijk van de biljetten te doen verdwijnen? Voorts heeft de heer De Loor, lid van de Tweede Kamer aan de mi nister van Sociale Zaken gevraaga oj het hem bekend is, dat Nederlan ders, die naar Australië willen emi greren, moeten aangeven of ze zijn „jewish/not je wish" en dat navraag wordt gedaan nair de „pure aryan descent" tot en met de overgroot ouders van de aanvragen voor emi gratie. De vice-president van de minister raad, mr. TEULINGS, zei nog, dat de Regering niet bekend was met een geheime dienst van de Zuid-Moluk ken. Van werkzaamheden van een zodanig dienst is evenmin iets be kend. Als de interpellant spreekt van conspiraties, dan moet deze kwalifi catie met een korreltje zout worden genomen, meende minister Teulings. De heer GOEDHART meende dat in de antwoorden doorklinkt een nei ging om te bagatelliseren. Nadat de heer WAGENAAR (Comm.) nog had gesproken, gaf mi nister MULDERIJE de verzekering, dat de Regering de zaak zeer serieus neemt. De uitlevering van Wester ling, die in Frankrijk is, stuit af op het uitleveringsverdrag, dat Neder land met dat land heeft. De beraadslaging over de interpel latie werd daarna gesloten. Op voorstel van de voorzitter be sloot de Kamer de proef met de ge wijzigde behandeling van de begro ting nog een jaar voort te zetten. Het plan-Schuman zal 5 Septem ber worden behandeld in de afdelin gen. Aan het slot van de vergadering hield de voorzitter, dr. Kortenhorst, een rede over het afgelopen parle mentaire jaar, dat vooral van de en quête-commissie veel heeft gevergd. De voorzitter merkte nog op, aat onmiddellijk of kort na het reces voor openbare behandeling rijp zul len zijn het ontwerp toezicht op het credietwezen, advocatenwet, nota in zake de broodprijs, industrialisatie nota's, winkelsluitingswet, pensioen en spaarfondsenwet, kweekschool- wet. toeslag Indonesische pensioenen, herziening uitvoeringsorganisatie so ciale verzekering, financiële verhou ding Rijk en gemeenten, uitgaven burgerlijke verdediging, grenswijzi ging Utrecht en goedkeuring van het plan-Schuman. Tenslotte wenste dr. Kortenhorst de leden een verkwikkende en zon nige vacantie, zonder onderbreking en zonder staatszorgen. De vergadering is daarna gesloten. Onder het grootste voorbehoud deelt de „Telegraaf" mede, dat mi nister Lieftinck een hoge functie zou hebben aanvaard bij de Internatio nale Herstelbank te Washington. AMBTENAAR GING KERSEN ETEN De aandelen van Nederland in de kosten der Verenigde Naties en verder daarmee verband houdende organisaties belopen een totaal-bedrag van rond f 6.620.278.deelt minister Stikker mee aan de Tweede K3met. Voor de Verenigde Naties is over 1950 een contributie van f 1.746.464.80 uitgetrok ken; voor de Internationale Arbeidsorganisatie een van 252.966.28; de organisatie voor opvoeding, wetenschap en cultuur 463.743.80; Internatio nale Vluchtelingen Organisatie 3.782.000.en Wereld-Gezondheidsorga nisatie 375.102.25. Twee militairen, die zich bijzon der hebben onderscheiden in de Meidagen van 1940, zijn eindelijk, na meer dan tien jaar, voor hun moed beloond, dank zij een ambte naar, die in de Betuwe ging kersen eten Het zijn P. A. Lentjes en C. J. M Leenaars, beiden wonende in Huis- sen (Geld.), die bij K. B. respectie velijk de bronzen leeuw en het bronzen kruis ontvingen. Zij onder scheidden zich door op 13 Mei 1940 tijdens de gevechten op de Grebbe- berg op onverschrokken wijze onder rechtstreeks bevel van de comman dant van het eerste bataljon van het achtste regiment infanterie 's vyands overmachtige en omsingelende aan vallen op een voor de verdediging belangrijk gebouw af te slaan. In dit weinig dekking biedend gebouw hebben zij onder zwaar vij andelijk vuur gedurende vier uur In gevolge een beschikking van het Bedrijfschap voor Zuivel zal de prijs van flessenmelk en enkele an dere zuivelproducten met ingang van Maandag 23 Juli a.s. met één cent per liter verhoogd worden voor vrij wel het gehele land. Het gaat hier om de artikelen, die gebonden zijn aan de prijsvoorschriften van het bedrijfschap. Gepasteuriseerde fles senmelk, karnemelk, yoghurt, gor tepap en havermoutpap (alle in fles sen) vallen onder deze uniforme prijsverhoging van één cent per li ter. Ook voor een aantal andere melk- artikelen de zgn. vrije artikelen, staan prijsverhoging te wachten meldt „Trouw". Aangezien deze echter niet gebonden zijn aan de regeling van het bedrijfschap zullen de prijzen hiervan verhoogd worden door de fabrieken zelf, eventueel in overleg met de slijtersorganisaties. Op grond ener van de zijde der Vereniging van Wasindustriëlen (VE WI) ingekomen klfccht, heeft de hoofdgroep Industrie een onderzoek ingesteld naar de gang van zaken bij de Vakgroep Witwasserijen aldus de „Volkskrant". Na ken nisneming van het resultaat van dit onderzoek heeft minister Albregts de VEWI doen weten, dat hij geen en kele reden heeft gevonden om tegen de Vakgroep Witwasserijen stelling te nemen. tot de laatste patroon stand gehou den, waarbij ten slotte het gebouw vlam vatte en instortte. Deze feiten zijn pas na tien jaar duidelijk aan het licht gekomen meldt de „Tel." doordat een amb tenaar van het ministerie van Oor log bij een bezoek aan de Betuwe kersen meenam, die verpakt waren in een streekblad, waarin de wapen feiten van P. A. Lentjes vermeld waren. Deze ambtenaar las het streek blad en deponeerde het bij een com missie voor militaire onderscheidin gen, waarna een onderzoek volgde met het bovenvermelde resultaat. Tuinders-Klacht over Belaië De heer Laarmans, hoofd van de economische afdeling van het cen traal bureau voor de tuinbouwvei lingen, heeft gisteren, bij een be spreking over de uitvoer van groen ten en fruit naar België, verschei dene bepalingen van het landbouw- protocol van 29 December 1950 gc- critiseerd. Hij achtte de minimum prijzen vaak buitensporig hoog Daardoor wordt de export verlamd of beperkt. Nu weer heeft België de invoer van tomaten stopgezet, zogenaamd wegens marktverstoring. Dit argu ment kan niet worden aanvaard, daar deze export niet meer bedroeg dan 20 of 30 gram per hoqfd der Belgische bevolking per dag. Door de hoge minimumprijzen zijn ook de heffingen veel te hoog. Ieder ogenblik, wanneer de uit voer op gang belooft te komen, komt er een invoerverbod in België. Hiertegenover staat een normale invoer van Belgische textiel, die zonder enige heffing binnenstroomt. De tuinbouw heeft reeds herhaalde lijk een offer willen brengen om de Er verscheen een spook maar alles keerde ten goede Zijn huis stond scheef en zijn dochter leek op een geestverschijning. Nee, het fotograferen ging hem nooit best af. Maar nu is hij een perfect foto graaf. Met de Philips Flitscamera kunnen foto's eenvoudig niet misluk ken, want de bediening is de een voud zelf. Zowel overdag (zonder flitslamp) als des avonds in huis, in de tent of in de schemer zijn alle op namen stuk voor stuk meesterwerk jes. Uw handelaar laat U graag zo'n Philips Flitscamera zien. (Ingez. Med.) Omgebouwd tot emigrantenboot VELE NEDERLANDERS, die als militair in de tropen zijn geweest, zullen hun heen- en/of hun terugreis per Zuiderkruis gemaakt hebben. Natuurlijk hebben ze dan onderweg op „de schuit" gescholden, maar als ze eenmaal op de plaats van bestemming gekomen waren, bleek „die schuit" toch een dierbare herinnering te zijn. Als ze later dan nog eens de naam van de boot hoorden noemen, was dat „hun boot" gewor den. In de tropen hoorde men spreken van „onze Jan" en daar werd dan het m.s. Johan van Oldenbarneveldt mee bedoeld. Zo is ook de „Zuiderkruis" voor vele militairen onverbrekelijk verbonden met hun tropenherinneringen. Als deze militairen echter „hun schuit" nu nog eens een keer zouden kunnen bezoeken, dan zouden ze er nog maar weinig vinden, dat hen aan hun reis zou herinneren, want toen het einde van het troepenvervoer naar de tropen in zicht kwam, heeft de Neder landse regering de „Zuiderkruis" laten ombouwen tot emigrantenschip. De Zuiderkruis is in haar voordeel veranderd; zij biedt thans plaats aan 813 passagiers en een bemanning van 200 koppen. Boven het oorspronkelijke hoofd- dek is van bak tot brug en van brug tot kampanje een B-dek gebouwd, waarboven nog twee gedeeltelijke dekken zijn aangebracht. Het merendeel der passagiers kan in hutten van vier tot tien personen worden ondergebracht en voorts 2ijn vooruit aan stuur- en bakboord twee slaapzalen met elk 55 beden inge richt, die voornamelijk voor grotere jongens en meisjes zijn bestemd. Zes „open" salons dragen bij tot het com fort van de passagiers. In overeenstemming met haar nieuwe taak kreeg de Zuiderkruis de nodige badkamers en wasruimten. De vrouwelijke passagiers zijn in de gelegenheid om zelf hun kleine was te doen en die verder af te werken Er is een badlokaal voor babies en voorts het spreekt welhaast van zelf een grote, modern ingerichte wassery. Woensdag maakt de Zuiderkruis als emigrantenschip haar eerste reis van Rotterdam naar Canada, maar de grote krachtproef zal zij pas door maken op haar reis naar Nieuw-Zee- land, die 25 Augustus begint. Overi gens is de Zuiderkruis voor deze reis nog lang niet volgeboekt. Wanneer in October de Waterman weer in de vaart komt zal Nederland de beschikking hebben over vijf emigrantenschepen met een ver voerscapaciteit van circa 20.000 emi granten per jaar. Mocht door verscherpte immigra tiebepalingen de belangstelling van Nederlandse passagiers voor deze schepen onvoldoende blijken, dan wordt overwogen om ook buiten landse emigranten te gaan vervoe ren. REIS VAN DE PRINS KOSTTE 300.000 De kosten van het bezoek van prins Bernhard aan het Westelijk halfrond in 1950 en alle verdere daarmee verband houdende uitga ven belopen, voorzover het de mi- .isteries van Econom sche Z jken, van Uniezaken en Overzeese Ri.iks- delen en van Buitenlandse zaken betreft, naar verwacht mag worden een bedrag van 300 000.Dit deelt minister mr. D. U. Stikker mee aan de Tweede Kamer ter toelich ting van een wijziging der Rijksbe groting 1950. factoren in evenwicht te brengen, maar België reageert daarop niet eens. Daar heerst een sterke be schermende gedachte in landbouw- kringen. De Nederlandse tuinbouw heeft van Benelux nog niet anders dan nadeel gehad. De maat Is vol aldus de heer Laarmans en daar om is het in hoge mat te betreuren, dat de conferentie te Goes niets po sitiefs heeft opgeleverd. DE UITVOER VAN SNIJBLOEMEN NAAR BELGIë. Zoals bekend, heeft de Benelux- minister-conferentie, welke inder tijd op verzoek van de Belgische re gering in hotel „Anneville" bij Bre da werd gehouden, in principe ge leid tot een oplossing van het pro bleem, ontstaan door de van Belgi sche zijde genomen maatregelen van contingentering van de invoer van Nederlandse snijbloemen in België en Luxemburg. Op deze conferentie werd beslo ten dat deze continentering zou worden vervangen door een tijde lijke uitvoerheffing, welke door Ne derland zou worden opgelegd ter te gemoetkoming aan de tengevolge van een onbeperkte import van Ne derlandse snijbloemen in België ge rezen sociale moeilijkheden. Teneinde uitvoering te geven aan de nieuwe regeling treedt met in gang van 23 Juli 1951 de in het Voedselvoorzieningsblad no. 49 af gekondigde verordening van het be drijfschap voor sierteeltproducten in werking, waarbij exporteurs van snijbloemen bij uitvoer naar België en Luxemburg een heffing van 12 pet. van het bruto-factuurbedrag van elke inzending, aan genoemd bedrijfschap verschuldigd zijn. De betaling van deze heffing moet dus worden gezien als een essentiële voorwaarde voor de uitvoer van snijbloemen naar België en Luxem burg. Het bedrag van de heffing dienen de exporteurs aan de daar voor in aanmerking komende veilin gen bij uitreiking van de uitvoer- machtiging te storten. Bij nadere verordening zal het be drijfschap voor sierteeltproducten de bestemming van deze heffing aangeven. NEDERLANDSE BLOEMBOLLEN EN GROENTENCONSERVEN NAAR WEST-DUITSLAND. De Internationale invoercommissie van West-Duitsland heeft Vrijdag invoer uit Nederland toegestaan van bloembollen +ot een bedrag van 2.5 millioen dollar en van verduur zaamde melkproducten en groenten- conserven tot een bedrag van 100.000 dollar. J. F. CH. DIX WERD 70 JAAR. De heer J. F. Ch. Dix te Heemste de, die gisteren zijn zeventigste ver jaardag vierde, is benoemd tot rid der in de Orde van Oranje Nassau. Dit werd hem meegedeeld tijdens een receptie in het Krelagehuis door ir. A. W. van de Plassche, waarne mend directeur-generaal van de Landbouw. Deze herinnerde aan de vele verdiensten van de jarige op tuinbouwgebied, waarna hij de ver sierselen verbonden aan de orde op spelde. Jhr. dr. O. F. A. H. van Nispen van Pannerden, voorz. van de Alg. Ver. voor Bloembollencultuur deelde mee, dat de ledenvergadering be sloten had op de heer Dix te benoe men tot erelid van de vereniging. Namens de leden en groepen bood hij een geschenk in enveloppe aan. De heer G. Oud sprak namens het hoofdbestuur van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Tuinbouw en plantkunde, mr. J. Hage, namens de afdeling Haarlem van deze maatschappij, die het ere lidmaatschap der afdeling aanbood. 29) „Helaas, mijnheer, zover hebben we het nog niet gebracht, „sprak Friedeberg tegen. „Ik zeg dat ik weet, wie met Lenzmann in de trein zat toen de trein vertrok en waar die man is uitgestapt. Maar dat is ook alles, wat ik weet." „Dus genoeg bewijzen om hem te arresteren, commissaris. Wie is die man?" vroeg Brenner met ijver en grote belangstelling. „Een burger van deze stad, rech ter,, kapitein Heinrich Wendt." „Kapitein Wendt? Maai' dat is on mogelijk! Een der meest geziene mensen onzer stad! Men heeft zich hoogstwaarschijnlijk vergist." „Wat betreft de identiteit van de persoon, die met de vermoorde Lenz mann in dezelfde coupé naar Furst- heim reisde, helaas niet. Want daar verliet kapitein Wendt de trein; het lijk van Lenzmann werd in Bruch holm gevonden" „Nu dan moet de moord tussen Furstheim en Bruchholrrr gebeurd zijn" zon de recter. De portier van het station te Furstheim, die de kaartjes in ont vangst nam, deelde mij mede dat de rechterhand van de kapitein met bloed bevlekt was. Ook zijn jas ver toonde vlekken. Wendt maakte op de portier de indruk van iemand, die te diep in het glaasje had geke ken" zei Friedeberg met alle ernst. „Dat kan wel zijn, mijn waarde heer, maar ik kan het niet geloven. Ik ken de man al jaren en jaren; ik ging veel met hem om. Hij is een kalm, goedhartig man" antwoordde mr. Brenner en keek de commissaris doordringend aan. Friedeberg haalde de schouders op. „Zijn er nog meer omstandighe den?" vroeg mr. Brnner na een poos je. „Zeker. U weet immers wat juf frouw Kahrs verteld heeft". „Waarom koos u Eldersleben als uitgangspunt uwer onderzoekingen?" „Nu dat is nogal gemakkelijk te verklaren, mijnheer, ik vernam, dat Lenzmann van plan was om aan Wendt de zandgroeven, die in Stedt- feld aan de Moor liggen, te verko pen". „Maar wat zou dan de reden ge weest zijn tot zo'n verschrikkelijke daad? Er moet er toch een zyn? Een zo vriendelijke en kalm man als ka pitein Wendt zal en kan geen strijd op leven en dood voeren. Ik ken hem daarvoor te goed. Hij is zeer verstandig en „Daar zal ik zekerheid van moeten hebben, mijnheer" viel Friedeberg hem in de rede. „Kapitein Wendt zal mij dit het beste kunnen zeggen". „Zeker u heeft gelijk, commissaris" zei de rechter zacht, daarover te redekavelen is onnodig. De toekomst zal ons alles leren. Geloof mij, dat niemand, die hem kent, zal kunnen geloven dat hij een moord heeft be gaan. Iedereen zal zeggen dat hij uit zelfverdediging heeft gehandeld". „Jawel, maar dan had hij niet op de vlucht moeten gaan." „Daar zal hy niet aan gedacht hebben, mynheer de commissaris". „'t Is een eigenaardige zaak. De kapiteis was, volgens het zeggen van de stationschef te Eldersleben, vol komen nuchter en anderhalf uur la ter zag de portier te Furstheim, dat hij wankelde en onzeker liep. Nu hoop ik, dat hij spoedig uit zijn schuilhoek te voorschijn zal komen mijnheer de rechter". „Dat hoop ik ook" zei mr. Bren ner lakoniek. „Het wordt mijn tijd om op te stappen" merkte Friedeberg op. „Ik zal afscheid moeten nemen. Ik zal nog even bij mr. Braudeis aanlopen. Ik zal bij hem een bevel tot arres tatie halen om dan nog vandaag naar Bremen te reizen. Als ik daar niets kan vernemen, dan zal ik koers zet ten naar Ham-burg". „Zoudt u denken, dat hij van plan is naar het buitenland te gaan. Neen, neen, hij zal spoedig te Bruchholm terugkeren, daar hij onschuldig is" „Ja wel, maar het spoorloos ver dwijnen heeft immers zijn reden." „Dat is zo", verklaarde mr. Bren ner, nadenkend met het hoofd schud dend. „ik denk dat de ongelukkige krankzinnig zal geworden zijn toen hij het lijk zag liggen. Wat denkt u nu te doen, commissaris?" „Dat kan ik u niet dadelijk zeggen mijnheer" „U zult mij, hoop ik. van alles goed op de hoogte houden, niet waar" smeekte de rechter, „want u kunt niet geloven, wat deze zaak me belang inboezemt, ik heb diep mede- lyden met de man en zijn familie" „Dat kan ik m-ij levendig voorstel len, mijnheer" zei Friedeberg en reikte hem de hand tot afscheid. „Dus als ik wat nieuws te weten kom, deel ik het u dadelijk mee mijnheer Brenner. Dat kan misschien wel dagen en weken duren. Want niet altijd is het geluk mij zo gene gen als gisteren en eergisteren." Hij ging en liet mr. Brenner in gepeins achter. Hoe klaar en helder de schuld van de kapitein bewezen was. Brenner kon nimmer daaraan geloven. Hij kon niet denken dat die vriendelijke, beste man eensklaps moordenaar zou zijn geworden. Rechter Brenner bepeinsde met kalmte Friedeberg's woorden: „Ka pitein Wendt had Dinsdagmorgen met architect Lenzmann in dezelfde coupé gereisd, waarin buiten hen zich niemand bevond. Enige uren later werd het lijk te Bruchholm ge vonden, terwy'l de kapitein te Furst heim de trein had verlaten en al daar was opgemerkt door de portier die, bij het zien van Wendfs bloed bevlekte hand en bloed doortrokken jas, niet anders meende, of de kapi tein had uit de neus gebloed. Was het nu zeker dat hij de moordenaar was? Brenner kon goed begrijpen dat Wend zodanig geschrokken was, dat hij uitstapte om weer enigszins tot kalmte en bezinning te komen. Maar waarom liet 'hij niets van zich horen? Het was nu reeds de zesde dag. Niemand kon immers in Wendt een moordenaar, een schurk zien. Ontegenzeggelijk was hier uit nood weer gehandeld't Kon niet an ders." ZondaqmaAgzn GEFELICITEERD! EVEN knappe, mooie vrouw was het maar het was niet helemaal pluis met haar, of eerder: helemaal niet pluis. Zij was een vrouw van verdachte zeden. Nogal opgedirkt en uitdagend. Men is geneigd binnens monds „God nog aan toe" te mom pelen en men heeft moeite zijn ont roering meester te blijven, bij de overweging, dat morgen deze vrouw door de koren van strenge klooster lingen zal worden toegezongen, dat haar juweel „nitore vincit sidera", der sterren schittering overtroeft en dat zijzelf ons uitnodigt haar te felicite ren: „Congratulamini".... Wenst allen mij geluk. Wat deze jolige vrouw over kwam, is een hoogst opzienbarend verhaal geweest, en dat is het nóg. De (in eigen oog) degelijke mensen meden haar en keken uit de hoogte op haar neer. Er werd gefluisterd, met meewarige huichelarij, achter de horretjes en de glasgordijnen. Niemand, ook zijzelf niet, heeft kun nen bevroeden, dat haar leven een enorme keer zou nemen. Zijzelf voelde zich, achter haar opmaak en vuur-rood-gelijnde glimlach, diep ongelukkig, hopeloos ongelukkig. Zij was maar een zielig zieltje, dat daar danste in de danszalen. Toen kwam Christus door de straten in de kalme luister van volstrekt onge stoorde mannelijke reinheid. Maria van Magdala zag Hem een huis bin nengaan. Zij kocht ijlings een pot dure reukwerken, liep vrijpostig het huis binnen, de kamer in, waar men tafelde en viel wenend, laat ons maar gerust zeggen snotterend en huilend, aan zijn voeten neer. Haar tranen, die over zijn voe ten stroomden, droogde zij met haar zwarte lokken af. Al haar el lende en wanhoop huilde zij uit. En Christus zeide: „Uw zonden, Maria, zijn u vergeven. Ga heen in vrede". Maria Magdalena stond op en ging met behuilde ogen en verwarde haren heen, maar in haar hart zong zij, wat de Kerk op haar feestdag zingt: „Zalig de onbevlekten!". Zij was plotseling, in een oogwenk, hei lig, smetteloos heilig geworden. En het aardige van het verhaal is, dat de rijke, met zichzelf ingenomen gastheer, tegelijkertijd van Christus een stevige uitbrander kreeg. Maar laten we oppassen niet zelf óók een uitbrander te krijgen, want O.L. Heer kon in zijn leven veel verdra gen, doch huichelaars (en huichela- ressen) kon Hij niet uitstaan. „Ge pleisterde graven", noemde Hij hen. Maria Magdalena is, door liefde vol berouw, niet maar een „gewone heilige" geworden. Zij behoort tot de sterren van de eerste grootte. Zij heeft haar dankbaarheid getoond door Christus nooit, ook niet op Goi- gotha, in de steek te laten. Deze dankbaarheid werd wederom op de meest opzienbarende wijze beloond, toen de verheerlijkte Christus het eerst, het allereerst t de prille Paasmorgen naar haar toekwam ei zeide: „Maria!", toen Hij haar trouw aan alle geslachten ten voorbeeld stelde, en toen Hij opdracht gaf, dat overal ter wereld, waar het evange lie zou worden verkondigd, ook haar goedheid zou worden vermeld. M»- ria Magdalena, hoogverheven Vrou we, op deze. Uw feestdag, van ganser harte gefeliciteerd! MARIUS. In het postkantoor te Helvoirt is Vrijdagmiddag een brutale diefstal gepleegd. Het was juist tegen de tijd, dat de kantoorhouder ging sluiten, toen er voor het postkantoor een auto silheild, waarin twee jonge mannen gezeten waren. Een hunner ging naar binnen, kocht een postze gel van tien cent en verdween. Blijk baar was dit de aanloop tot een snood plan, want even later ging hij op nieuw, en ru met zijn kameraad, naar binnen. Een greep door het lo ket volgde en een bakje met wissel geld, alsmede bankpapier ter waarde van ongeveer f 500.werden ge roofd. Ijlings sprong het tweetal in de auto en reed in razende vaart weg. Van de rovers heeft men slechts een vaag signalement. Door een kloppen op de deur zij ner werkkamer schrikte hij op uit zijn peinzen. Zijn bediende meldde de komst van de jonge dokter Ellmers. „Laat mijnheer binnenkomen!" riep de rechter vrolijk, verblijd zijnde dat hij wellicht iets van Ellmers zou horen dat in strijd was met de ge gronde vermoedens tegen Wendt die reeds door Friedeberg als de moordenaar van Lenzzmann was ge doodverfd. In de handen wrijvend zete hij zich neer ip de gemakkelij ke kantoorstoel, toen Meinert Ell mers op de drempel der deur ver scheen. „Goede morgen, dokter Ellmers!" waren de woorden, waarmee mr. Brenner de jonge geneesheer wel kom heette. „Uw komst is mij bij zonder aangenaam. De rechter van onderzoek, mr. Braudeis, deelde my pisteren mee dat uw mening omtrent de dood van Lenzmann niet strookt met die van uw collega, dr. Strube. Wilt u de goedheid hebben mij dien aangaande iets naders te vertellen?" (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1951 | | pagina 6