De Tweede
vacantie
Na een mislukte
de heer Goedhart
Kamer is op
gegaan
interpellatie van
Gaat Lieftinck
heen?
Moedige militairen na tien
jaar beloond
Wat de U.N.O. Nederland kost
Flessenmelk één
cent duurder
Zuiderkruis troepenschip af
ZONDER
SCHULD
Overval
in postkantoor
ZATERDAG 21 JULI 1951
uu LiJUJSE COURANT
TWEEDE BLAD - PAGINA 2
In de Tweede Kamer heeft de heer
GOEDHARDT (Arb.) gistermiddag
de Regering geïnterpelleerd over de
activiteit van de stichting Door de
eeuwen trouw en van het bureau
Zuid-Molukken, de door hen aange
trokken medewerkers, betreffende
de informaties, die de Regering hier
over van de daartoe bestemde dien
sten heeft ontvangen, en betreffende
de maatregelen, die zij in verband
hiermede al dan niet heeft genomen.
De interpellant was van oordeel,
dat het Rijkseenheid-groepje zijn agi
tatie voortzet. Men deinst er niet voor
terug de Ambonnezen in samenzwe
ringen te betrekken.
De extremistische taal in vergade
ringen van Door de eeuwen trouw
was het bewijs ervoor, dat zich daar
vreemde dingen afspeelden.
Spr. betoogde, dat men nu al de
agitatie leven tracht in te blnzen
door de exploitatie van een Ambon-
nezen-circus te Alphen aan den Rijn.
Het is z.i. noodzakelijk, dat er een
einde wordt gemaakt aan het illegale
gewroet, dat plaats heeft.
Vervolgens stelde de heer Goedhart
een aantal vragen.
Minister MULDERIJE antwoordde,
dat de gevaren aan de genoemde acti
viteiten verbonden, vooral niet mo
gen worden overschat.
Naar aanleiding van de vragen zei
de minister o.a., dat op grond van
wat tot nu toe is gebleken niet kan
worden gezegd, dat de stichting op
lichting heeft gepleegd.
Als er aangifte wordt gedaan, zal
er de nodige aandacht aan worden
besteed. Eventuele deviezensmokkel
en de paspoorten-affaire hebben de
aandacht van politie en justitie. Het
onderzoek vereist dat er thans niet
in détails over wordt gesproken.
Als de activiteit van de leden van
het bureau Zuid-Molukken voortgaat,
zo is gewaarschuwd, zal hun het ver
blijf in ons land worden ontzegd.
Er zijn geen stappen gedaan om
uitlevering van Westerling te verkrij
gen.
Tegen Sweerts is destijds geen
strafvervolging ingesteld omdat geen
feiten bleken, die een vervolging
rechtvaardigen.
De juistheid der geruchten dat
Sweerts hier te lande is geweest, is
niet gebleken.
Het is de Regering bekend, dat
vele Ambonnezen op Nieuw-Guinea
de gedachte van een republiek Zuid-
Molukken aanhangen. Van activiteit
is niets bekend.
In de Rotterdamse haven ligt een
oud Portugees schip, dat de belang
stelling der politie heeft. Dat er spra
ke is van relaties met de Zuid-Mo
lukken. is niet gebleken. Het schip
leent zich stellig niet voof een grote
zeereis.
De Regering vertrouwt aan de hand
van de bestaande bepalingen voldoen
de te kunnen optreden.
Een „J" op
belastingpapieren
Het lid van de Tweede Kamer de
heer Suurhof heeft aan de minister
van Financiën gevraagd of het juist
is, dat aan Joodse Nederlander*
door de belastingadministratie for
mulieren voor de verrekening van
belastingaanslagen met tegoeden by
de firma Lippmarin Rosen nal en
Co. worden uitgereikt, gemerkt met
een hoofdletter J?
Zo dit juist is, aldus de heer Suur
hof. wil de minister dan onmiddel
lijk maatregelen nemen om deze ha
telijke aanduiding, die bij de be
trokkenen herineringen oproept aan
de ondergane Krenken 3e bejegening
vanwege de Duitse bezetter, zo snel
mogelijk van de biljetten te doen
verdwijnen?
Voorts heeft de heer De Loor, lid
van de Tweede Kamer aan de mi
nister van Sociale Zaken gevraaga
oj het hem bekend is, dat Nederlan
ders, die naar Australië willen emi
greren, moeten aangeven of ze zijn
„jewish/not je wish" en dat navraag
wordt gedaan nair de „pure aryan
descent" tot en met de overgroot
ouders van de aanvragen voor emi
gratie.
De vice-president van de minister
raad, mr. TEULINGS, zei nog, dat de
Regering niet bekend was met een
geheime dienst van de Zuid-Moluk
ken. Van werkzaamheden van een
zodanig dienst is evenmin iets be
kend.
Als de interpellant spreekt van
conspiraties, dan moet deze kwalifi
catie met een korreltje zout worden
genomen, meende minister Teulings.
De heer GOEDHART meende dat
in de antwoorden doorklinkt een nei
ging om te bagatelliseren.
Nadat de heer WAGENAAR
(Comm.) nog had gesproken, gaf mi
nister MULDERIJE de verzekering,
dat de Regering de zaak zeer serieus
neemt. De uitlevering van Wester
ling, die in Frankrijk is, stuit af op
het uitleveringsverdrag, dat Neder
land met dat land heeft.
De beraadslaging over de interpel
latie werd daarna gesloten.
Op voorstel van de voorzitter be
sloot de Kamer de proef met de ge
wijzigde behandeling van de begro
ting nog een jaar voort te zetten.
Het plan-Schuman zal 5 Septem
ber worden behandeld in de afdelin
gen. Aan het slot van de vergadering
hield de voorzitter, dr. Kortenhorst,
een rede over het afgelopen parle
mentaire jaar, dat vooral van de en
quête-commissie veel heeft gevergd.
De voorzitter merkte nog op, aat
onmiddellijk of kort na het reces
voor openbare behandeling rijp zul
len zijn het ontwerp toezicht op het
credietwezen, advocatenwet, nota in
zake de broodprijs, industrialisatie
nota's, winkelsluitingswet, pensioen
en spaarfondsenwet, kweekschool-
wet. toeslag Indonesische pensioenen,
herziening uitvoeringsorganisatie so
ciale verzekering, financiële verhou
ding Rijk en gemeenten, uitgaven
burgerlijke verdediging, grenswijzi
ging Utrecht en goedkeuring van het
plan-Schuman.
Tenslotte wenste dr. Kortenhorst
de leden een verkwikkende en zon
nige vacantie, zonder onderbreking
en zonder staatszorgen.
De vergadering is daarna gesloten.
Onder het grootste voorbehoud
deelt de „Telegraaf" mede, dat mi
nister Lieftinck een hoge functie zou
hebben aanvaard bij de Internatio
nale Herstelbank te Washington.
AMBTENAAR GING KERSEN ETEN
De aandelen van Nederland in de kosten der Verenigde Naties en verder
daarmee verband houdende organisaties belopen een totaal-bedrag van rond
f 6.620.278.deelt minister Stikker mee aan de Tweede K3met. Voor de
Verenigde Naties is over 1950 een contributie van f 1.746.464.80 uitgetrok
ken; voor de Internationale Arbeidsorganisatie een van 252.966.28; de
organisatie voor opvoeding, wetenschap en cultuur 463.743.80; Internatio
nale Vluchtelingen Organisatie 3.782.000.en Wereld-Gezondheidsorga
nisatie 375.102.25.
Twee militairen, die zich bijzon
der hebben onderscheiden in de
Meidagen van 1940, zijn eindelijk,
na meer dan tien jaar, voor hun
moed beloond, dank zij een ambte
naar, die in de Betuwe ging kersen
eten
Het zijn P. A. Lentjes en C. J. M
Leenaars, beiden wonende in Huis-
sen (Geld.), die bij K. B. respectie
velijk de bronzen leeuw en het
bronzen kruis ontvingen. Zij onder
scheidden zich door op 13 Mei 1940
tijdens de gevechten op de Grebbe-
berg op onverschrokken wijze onder
rechtstreeks bevel van de comman
dant van het eerste bataljon van het
achtste regiment infanterie 's vyands
overmachtige en omsingelende aan
vallen op een voor de verdediging
belangrijk gebouw af te slaan.
In dit weinig dekking biedend
gebouw hebben zij onder zwaar vij
andelijk vuur gedurende vier uur
In gevolge een beschikking van
het Bedrijfschap voor Zuivel zal de
prijs van flessenmelk en enkele an
dere zuivelproducten met ingang van
Maandag 23 Juli a.s. met één cent
per liter verhoogd worden voor vrij
wel het gehele land. Het gaat hier
om de artikelen, die gebonden zijn
aan de prijsvoorschriften van het
bedrijfschap. Gepasteuriseerde fles
senmelk, karnemelk, yoghurt, gor
tepap en havermoutpap (alle in fles
sen) vallen onder deze uniforme
prijsverhoging van één cent per li
ter.
Ook voor een aantal andere melk-
artikelen de zgn. vrije artikelen,
staan prijsverhoging te wachten
meldt „Trouw". Aangezien deze
echter niet gebonden zijn aan de
regeling van het bedrijfschap zullen
de prijzen hiervan verhoogd worden
door de fabrieken zelf, eventueel in
overleg met de slijtersorganisaties.
Op grond ener van de zijde der
Vereniging van Wasindustriëlen (VE
WI) ingekomen klfccht, heeft de
hoofdgroep Industrie een onderzoek
ingesteld naar de gang van zaken
bij de Vakgroep Witwasserijen
aldus de „Volkskrant". Na ken
nisneming van het resultaat van dit
onderzoek heeft minister Albregts de
VEWI doen weten, dat hij geen en
kele reden heeft gevonden om tegen
de Vakgroep Witwasserijen stelling
te nemen.
tot de laatste patroon stand gehou
den, waarbij ten slotte het gebouw
vlam vatte en instortte.
Deze feiten zijn pas na tien jaar
duidelijk aan het licht gekomen
meldt de „Tel." doordat een amb
tenaar van het ministerie van Oor
log bij een bezoek aan de Betuwe
kersen meenam, die verpakt waren
in een streekblad, waarin de wapen
feiten van P. A. Lentjes vermeld
waren.
Deze ambtenaar las het streek
blad en deponeerde het bij een com
missie voor militaire onderscheidin
gen, waarna een onderzoek volgde
met het bovenvermelde resultaat.
Tuinders-Klacht
over Belaië
De heer Laarmans, hoofd van de
economische afdeling van het cen
traal bureau voor de tuinbouwvei
lingen, heeft gisteren, bij een be
spreking over de uitvoer van groen
ten en fruit naar België, verschei
dene bepalingen van het landbouw-
protocol van 29 December 1950 gc-
critiseerd. Hij achtte de minimum
prijzen vaak buitensporig hoog
Daardoor wordt de export verlamd
of beperkt.
Nu weer heeft België de invoer
van tomaten stopgezet, zogenaamd
wegens marktverstoring. Dit argu
ment kan niet worden aanvaard,
daar deze export niet meer bedroeg
dan 20 of 30 gram per hoqfd der
Belgische bevolking per dag. Door
de hoge minimumprijzen zijn ook
de heffingen veel te hoog.
Ieder ogenblik, wanneer de uit
voer op gang belooft te komen,
komt er een invoerverbod in België.
Hiertegenover staat een normale
invoer van Belgische textiel, die
zonder enige heffing binnenstroomt.
De tuinbouw heeft reeds herhaalde
lijk een offer willen brengen om de
Er verscheen een spook
maar alles keerde ten goede
Zijn huis stond scheef en zijn dochter
leek op een geestverschijning. Nee,
het fotograferen ging hem nooit best
af. Maar nu is hij een perfect foto
graaf. Met de Philips Flitscamera
kunnen foto's eenvoudig niet misluk
ken, want de bediening is de een
voud zelf. Zowel overdag (zonder
flitslamp) als des avonds in huis, in
de tent of in de schemer zijn alle op
namen stuk voor stuk meesterwerk
jes.
Uw handelaar laat U graag zo'n
Philips Flitscamera zien.
(Ingez. Med.)
Omgebouwd tot emigrantenboot
VELE NEDERLANDERS, die als militair in de tropen zijn geweest,
zullen hun heen- en/of hun terugreis per Zuiderkruis gemaakt
hebben. Natuurlijk hebben ze dan onderweg op „de schuit" gescholden,
maar als ze eenmaal op de plaats van bestemming gekomen waren, bleek
„die schuit" toch een dierbare herinnering te zijn. Als ze later dan nog
eens de naam van de boot hoorden noemen, was dat „hun boot" gewor
den. In de tropen hoorde men spreken van „onze Jan" en daar werd
dan het m.s. Johan van Oldenbarneveldt mee bedoeld. Zo is ook de
„Zuiderkruis" voor vele militairen onverbrekelijk verbonden met hun
tropenherinneringen. Als deze militairen echter „hun schuit" nu nog
eens een keer zouden kunnen bezoeken, dan zouden ze er nog maar
weinig vinden, dat hen aan hun reis zou herinneren, want toen het einde
van het troepenvervoer naar de tropen in zicht kwam, heeft de Neder
landse regering de „Zuiderkruis" laten ombouwen tot emigrantenschip.
De Zuiderkruis is in haar voordeel
veranderd; zij biedt thans plaats aan
813 passagiers en een bemanning van
200 koppen.
Boven het oorspronkelijke hoofd-
dek is van bak tot brug en van brug
tot kampanje een B-dek gebouwd,
waarboven nog twee gedeeltelijke
dekken zijn aangebracht.
Het merendeel der passagiers kan
in hutten van vier tot tien personen
worden ondergebracht en voorts 2ijn
vooruit aan stuur- en bakboord twee
slaapzalen met elk 55 beden inge
richt, die voornamelijk voor grotere
jongens en meisjes zijn bestemd. Zes
„open" salons dragen bij tot het com
fort van de passagiers.
In overeenstemming met haar
nieuwe taak kreeg de Zuiderkruis de
nodige badkamers en wasruimten.
De vrouwelijke passagiers zijn in de
gelegenheid om zelf hun kleine was
te doen en die verder af te werken
Er is een badlokaal voor babies en
voorts het spreekt welhaast van
zelf een grote, modern ingerichte
wassery.
Woensdag maakt de Zuiderkruis
als emigrantenschip haar eerste reis
van Rotterdam naar Canada, maar
de grote krachtproef zal zij pas door
maken op haar reis naar Nieuw-Zee-
land, die 25 Augustus begint. Overi
gens is de Zuiderkruis voor deze reis
nog lang niet volgeboekt.
Wanneer in October de Waterman
weer in de vaart komt zal Nederland
de beschikking hebben over vijf
emigrantenschepen met een ver
voerscapaciteit van circa 20.000 emi
granten per jaar.
Mocht door verscherpte immigra
tiebepalingen de belangstelling van
Nederlandse passagiers voor deze
schepen onvoldoende blijken, dan
wordt overwogen om ook buiten
landse emigranten te gaan vervoe
ren.
REIS VAN DE PRINS KOSTTE
300.000
De kosten van het bezoek van
prins Bernhard aan het Westelijk
halfrond in 1950 en alle verdere
daarmee verband houdende uitga
ven belopen, voorzover het de mi-
.isteries van Econom sche Z jken,
van Uniezaken en Overzeese Ri.iks-
delen en van Buitenlandse zaken
betreft, naar verwacht mag worden
een bedrag van 300 000.Dit
deelt minister mr. D. U. Stikker mee
aan de Tweede Kamer ter toelich
ting van een wijziging der Rijksbe
groting 1950.
factoren in evenwicht te brengen,
maar België reageert daarop niet
eens. Daar heerst een sterke be
schermende gedachte in landbouw-
kringen. De Nederlandse tuinbouw
heeft van Benelux nog niet anders
dan nadeel gehad. De maat Is vol
aldus de heer Laarmans en daar
om is het in hoge mat te betreuren,
dat de conferentie te Goes niets po
sitiefs heeft opgeleverd.
DE UITVOER VAN SNIJBLOEMEN
NAAR BELGIë.
Zoals bekend, heeft de Benelux-
minister-conferentie, welke inder
tijd op verzoek van de Belgische re
gering in hotel „Anneville" bij Bre
da werd gehouden, in principe ge
leid tot een oplossing van het pro
bleem, ontstaan door de van Belgi
sche zijde genomen maatregelen van
contingentering van de invoer van
Nederlandse snijbloemen in België
en Luxemburg.
Op deze conferentie werd beslo
ten dat deze continentering zou
worden vervangen door een tijde
lijke uitvoerheffing, welke door Ne
derland zou worden opgelegd ter te
gemoetkoming aan de tengevolge
van een onbeperkte import van Ne
derlandse snijbloemen in België ge
rezen sociale moeilijkheden.
Teneinde uitvoering te geven aan
de nieuwe regeling treedt met in
gang van 23 Juli 1951 de in het
Voedselvoorzieningsblad no. 49 af
gekondigde verordening van het be
drijfschap voor sierteeltproducten in
werking, waarbij exporteurs van
snijbloemen bij uitvoer naar België
en Luxemburg een heffing van 12
pet. van het bruto-factuurbedrag
van elke inzending, aan genoemd
bedrijfschap verschuldigd zijn.
De betaling van deze heffing moet
dus worden gezien als een essentiële
voorwaarde voor de uitvoer van
snijbloemen naar België en Luxem
burg. Het bedrag van de heffing
dienen de exporteurs aan de daar
voor in aanmerking komende veilin
gen bij uitreiking van de uitvoer-
machtiging te storten.
Bij nadere verordening zal het be
drijfschap voor sierteeltproducten
de bestemming van deze heffing
aangeven.
NEDERLANDSE BLOEMBOLLEN
EN GROENTENCONSERVEN
NAAR WEST-DUITSLAND.
De Internationale invoercommissie
van West-Duitsland heeft Vrijdag
invoer uit Nederland toegestaan
van bloembollen +ot een bedrag van
2.5 millioen dollar en van verduur
zaamde melkproducten en groenten-
conserven tot een bedrag van
100.000 dollar.
J. F. CH. DIX WERD 70 JAAR.
De heer J. F. Ch. Dix te Heemste
de, die gisteren zijn zeventigste ver
jaardag vierde, is benoemd tot rid
der in de Orde van Oranje Nassau.
Dit werd hem meegedeeld tijdens
een receptie in het Krelagehuis door
ir. A. W. van de Plassche, waarne
mend directeur-generaal van de
Landbouw. Deze herinnerde aan de
vele verdiensten van de jarige op
tuinbouwgebied, waarna hij de ver
sierselen verbonden aan de orde op
spelde.
Jhr. dr. O. F. A. H. van Nispen van
Pannerden, voorz. van de Alg. Ver.
voor Bloembollencultuur deelde
mee, dat de ledenvergadering be
sloten had op de heer Dix te benoe
men tot erelid van de vereniging.
Namens de leden en groepen bood
hij een geschenk in enveloppe aan.
De heer G. Oud sprak namens het
hoofdbestuur van de Koninklijke
Nederlandse Maatschappij voor
Tuinbouw en plantkunde, mr. J.
Hage, namens de afdeling Haarlem
van deze maatschappij, die het ere
lidmaatschap der afdeling aanbood.
29)
„Helaas, mijnheer, zover hebben
we het nog niet gebracht, „sprak
Friedeberg tegen. „Ik zeg dat ik
weet, wie met Lenzmann in de trein
zat toen de trein vertrok en waar
die man is uitgestapt. Maar dat is
ook alles, wat ik weet."
„Dus genoeg bewijzen om hem te
arresteren, commissaris. Wie is die
man?" vroeg Brenner met ijver en
grote belangstelling.
„Een burger van deze stad, rech
ter,, kapitein Heinrich Wendt."
„Kapitein Wendt? Maai' dat is on
mogelijk! Een der meest geziene
mensen onzer stad! Men heeft zich
hoogstwaarschijnlijk vergist."
„Wat betreft de identiteit van de
persoon, die met de vermoorde Lenz
mann in dezelfde coupé naar Furst-
heim reisde, helaas niet. Want daar
verliet kapitein Wendt de trein; het
lijk van Lenzmann werd in Bruch
holm gevonden"
„Nu dan moet de moord tussen
Furstheim en Bruchholrrr gebeurd
zijn" zon de recter.
De portier van het station te
Furstheim, die de kaartjes in ont
vangst nam, deelde mij mede dat de
rechterhand van de kapitein met
bloed bevlekt was. Ook zijn jas ver
toonde vlekken. Wendt maakte op
de portier de indruk van iemand,
die te diep in het glaasje had geke
ken" zei Friedeberg met alle ernst.
„Dat kan wel zijn, mijn waarde
heer, maar ik kan het niet geloven.
Ik ken de man al jaren en jaren;
ik ging veel met hem om. Hij is een
kalm, goedhartig man" antwoordde
mr. Brenner en keek de commissaris
doordringend aan.
Friedeberg haalde de schouders op.
„Zijn er nog meer omstandighe
den?" vroeg mr. Brnner na een poos
je.
„Zeker. U weet immers wat juf
frouw Kahrs verteld heeft".
„Waarom koos u Eldersleben als
uitgangspunt uwer onderzoekingen?"
„Nu dat is nogal gemakkelijk te
verklaren, mijnheer, ik vernam, dat
Lenzmann van plan was om aan
Wendt de zandgroeven, die in Stedt-
feld aan de Moor liggen, te verko
pen".
„Maar wat zou dan de reden ge
weest zijn tot zo'n verschrikkelijke
daad? Er moet er toch een zyn? Een
zo vriendelijke en kalm man als ka
pitein Wendt zal en kan geen strijd
op leven en dood voeren. Ik ken
hem daarvoor te goed. Hij is zeer
verstandig en
„Daar zal ik zekerheid van moeten
hebben, mijnheer" viel Friedeberg
hem in de rede. „Kapitein Wendt zal
mij dit het beste kunnen zeggen".
„Zeker u heeft gelijk, commissaris"
zei de rechter zacht, daarover te
redekavelen is onnodig. De toekomst
zal ons alles leren. Geloof mij, dat
niemand, die hem kent, zal kunnen
geloven dat hij een moord heeft be
gaan. Iedereen zal zeggen dat hij uit
zelfverdediging heeft gehandeld".
„Jawel, maar dan had hij niet op
de vlucht moeten gaan."
„Daar zal hy niet aan gedacht
hebben, mynheer de commissaris".
„'t Is een eigenaardige zaak. De
kapiteis was, volgens het zeggen van
de stationschef te Eldersleben, vol
komen nuchter en anderhalf uur la
ter zag de portier te Furstheim,
dat hij wankelde en onzeker liep.
Nu hoop ik, dat hij spoedig uit zijn
schuilhoek te voorschijn zal komen
mijnheer de rechter".
„Dat hoop ik ook" zei mr. Bren
ner lakoniek.
„Het wordt mijn tijd om op te
stappen" merkte Friedeberg op. „Ik
zal afscheid moeten nemen. Ik zal
nog even bij mr. Braudeis aanlopen.
Ik zal bij hem een bevel tot arres
tatie halen om dan nog vandaag naar
Bremen te reizen. Als ik daar niets
kan vernemen, dan zal ik koers zet
ten naar Ham-burg".
„Zoudt u denken, dat hij van plan
is naar het buitenland te gaan. Neen,
neen, hij zal spoedig te Bruchholm
terugkeren, daar hij onschuldig is"
„Ja wel, maar het spoorloos ver
dwijnen heeft immers zijn reden."
„Dat is zo", verklaarde mr. Bren
ner, nadenkend met het hoofd schud
dend. „ik denk dat de ongelukkige
krankzinnig zal geworden zijn toen
hij het lijk zag liggen. Wat denkt u
nu te doen, commissaris?"
„Dat kan ik u niet dadelijk zeggen
mijnheer"
„U zult mij, hoop ik. van alles
goed op de hoogte houden, niet
waar" smeekte de rechter, „want u
kunt niet geloven, wat deze zaak me
belang inboezemt, ik heb diep mede-
lyden met de man en zijn familie"
„Dat kan ik m-ij levendig voorstel
len, mijnheer" zei Friedeberg en
reikte hem de hand tot afscheid.
„Dus als ik wat nieuws te weten
kom, deel ik het u dadelijk mee
mijnheer Brenner. Dat kan misschien
wel dagen en weken duren. Want
niet altijd is het geluk mij zo gene
gen als gisteren en eergisteren."
Hij ging en liet mr. Brenner in
gepeins achter.
Hoe klaar en helder de schuld van
de kapitein bewezen was. Brenner
kon nimmer daaraan geloven. Hij
kon niet denken dat die vriendelijke,
beste man eensklaps moordenaar
zou zijn geworden.
Rechter Brenner bepeinsde met
kalmte Friedeberg's woorden: „Ka
pitein Wendt had Dinsdagmorgen
met architect Lenzmann in dezelfde
coupé gereisd, waarin buiten hen
zich niemand bevond. Enige uren
later werd het lijk te Bruchholm ge
vonden, terwy'l de kapitein te Furst
heim de trein had verlaten en al
daar was opgemerkt door de portier
die, bij het zien van Wendfs bloed
bevlekte hand en bloed doortrokken
jas, niet anders meende, of de kapi
tein had uit de neus gebloed. Was
het nu zeker dat hij de moordenaar
was? Brenner kon goed begrijpen
dat Wend zodanig geschrokken was,
dat hij uitstapte om weer enigszins
tot kalmte en bezinning te komen.
Maar waarom liet 'hij niets van zich
horen? Het was nu reeds de zesde
dag. Niemand kon immers in Wendt
een moordenaar, een schurk zien.
Ontegenzeggelijk was hier uit nood
weer gehandeld't Kon niet an
ders."
ZondaqmaAgzn
GEFELICITEERD!
EVEN knappe, mooie vrouw was het
maar het was niet helemaal
pluis met haar, of eerder: helemaal
niet pluis. Zij was een vrouw van
verdachte zeden. Nogal opgedirkt en
uitdagend. Men is geneigd binnens
monds „God nog aan toe" te mom
pelen en men heeft moeite zijn ont
roering meester te blijven, bij de
overweging, dat morgen deze vrouw
door de koren van strenge klooster
lingen zal worden toegezongen, dat
haar juweel „nitore vincit sidera", der
sterren schittering overtroeft en dat
zijzelf ons uitnodigt haar te felicite
ren: „Congratulamini".... Wenst
allen mij geluk.
Wat deze jolige vrouw over
kwam, is een hoogst opzienbarend
verhaal geweest, en dat is het nóg.
De (in eigen oog) degelijke mensen
meden haar en keken uit de hoogte
op haar neer. Er werd gefluisterd,
met meewarige huichelarij, achter
de horretjes en de glasgordijnen.
Niemand, ook zijzelf niet, heeft kun
nen bevroeden, dat haar leven een
enorme keer zou nemen. Zijzelf
voelde zich, achter haar opmaak en
vuur-rood-gelijnde glimlach, diep
ongelukkig, hopeloos ongelukkig.
Zij was maar een zielig zieltje, dat
daar danste in de danszalen. Toen
kwam Christus door de straten in de
kalme luister van volstrekt onge
stoorde mannelijke reinheid. Maria
van Magdala zag Hem een huis bin
nengaan. Zij kocht ijlings een pot
dure reukwerken, liep vrijpostig het
huis binnen, de kamer in, waar men
tafelde en viel wenend, laat ons
maar gerust zeggen snotterend
en huilend, aan zijn voeten neer.
Haar tranen, die over zijn voe
ten stroomden, droogde zij met
haar zwarte lokken af. Al haar el
lende en wanhoop huilde zij uit. En
Christus zeide: „Uw zonden, Maria,
zijn u vergeven. Ga heen in vrede".
Maria Magdalena stond op en ging
met behuilde ogen en verwarde
haren heen, maar in haar hart zong
zij, wat de Kerk op haar feestdag
zingt: „Zalig de onbevlekten!". Zij
was plotseling, in een oogwenk, hei
lig, smetteloos heilig geworden. En
het aardige van het verhaal is, dat
de rijke, met zichzelf ingenomen
gastheer, tegelijkertijd van Christus
een stevige uitbrander kreeg. Maar
laten we oppassen niet zelf óók een
uitbrander te krijgen, want O.L.
Heer kon in zijn leven veel verdra
gen, doch huichelaars (en huichela-
ressen) kon Hij niet uitstaan. „Ge
pleisterde graven", noemde Hij hen.
Maria Magdalena is, door liefde
vol berouw, niet maar een „gewone
heilige" geworden. Zij behoort tot
de sterren van de eerste grootte. Zij
heeft haar dankbaarheid getoond
door Christus nooit, ook niet op Goi-
gotha, in de steek te laten. Deze
dankbaarheid werd wederom op de
meest opzienbarende wijze beloond,
toen de verheerlijkte Christus het
eerst, het allereerst t de prille
Paasmorgen naar haar toekwam ei
zeide: „Maria!", toen Hij haar trouw
aan alle geslachten ten voorbeeld
stelde, en toen Hij opdracht gaf, dat
overal ter wereld, waar het evange
lie zou worden verkondigd, ook haar
goedheid zou worden vermeld. M»-
ria Magdalena, hoogverheven Vrou
we, op deze. Uw feestdag, van ganser
harte gefeliciteerd!
MARIUS.
In het postkantoor te Helvoirt is
Vrijdagmiddag een brutale diefstal
gepleegd. Het was juist tegen de tijd,
dat de kantoorhouder ging sluiten,
toen er voor het postkantoor een
auto silheild, waarin twee jonge
mannen gezeten waren. Een hunner
ging naar binnen, kocht een postze
gel van tien cent en verdween. Blijk
baar was dit de aanloop tot een snood
plan, want even later ging hij op
nieuw, en ru met zijn kameraad,
naar binnen. Een greep door het lo
ket volgde en een bakje met wissel
geld, alsmede bankpapier ter waarde
van ongeveer f 500.werden ge
roofd. Ijlings sprong het tweetal in
de auto en reed in razende vaart
weg. Van de rovers heeft men slechts
een vaag signalement.
Door een kloppen op de deur zij
ner werkkamer schrikte hij op uit
zijn peinzen.
Zijn bediende meldde de komst
van de jonge dokter Ellmers.
„Laat mijnheer binnenkomen!" riep
de rechter vrolijk, verblijd zijnde
dat hij wellicht iets van Ellmers zou
horen dat in strijd was met de ge
gronde vermoedens tegen Wendt
die reeds door Friedeberg als de
moordenaar van Lenzzmann was ge
doodverfd. In de handen wrijvend
zete hij zich neer ip de gemakkelij
ke kantoorstoel, toen Meinert Ell
mers op de drempel der deur ver
scheen.
„Goede morgen, dokter Ellmers!"
waren de woorden, waarmee mr.
Brenner de jonge geneesheer wel
kom heette. „Uw komst is mij bij
zonder aangenaam. De rechter van
onderzoek, mr. Braudeis, deelde my
pisteren mee dat uw mening omtrent
de dood van Lenzmann niet strookt
met die van uw collega, dr. Strube.
Wilt u de goedheid hebben mij dien
aangaande iets naders te vertellen?"
(Wordt vervolgd).