Geen extra kinderbijslag voor grote gezinnen De Leidse verdediger van Anton van der Waals opnieuw voor de rechter Met carnaval de* ap£icfïte*d Nederlanders voor ruim een millioen benadeeld ZONDER SCHULD ZATERDAG 23 JUNI 1951 DE LEIDSE COURANT TWEEDE BLAD PAGINA 2 Tweede Kamer V. V. D.-VOORSTEL AANGENOMEN MET 52-28 STEMMEN K.V.P. alleen De Tweede Ijamer heeft gister middag de vier moties, welke de heer Gortzak (C.P.N.) Donderdag bij de behandeling van de zes wetsontwer pen tot wijziging van sociale wetten had ingediend, verworpen. Ze kre gen alleen de stemmen der commu nisten. Het wetsontwerp tot wijziging van de kinderbijslagwetten werd z.h.s. goedgekeurd (met aantekening van de communisten). Op het wetsontwerp tot wijziging der kinderbijslagwetten, compensatie der prijsstijgingen beogende, waren drie amendementen ingediend. In het wetsontwerp werd voorgesteld de kinderbijslag te doen bedragen: voor het eerste kind 0.46, voor het twee de /0.51, voor het derde ƒ0.54 en te rekenen van het vierde kind 0.69 per kind. Mevrouw FORTANIER-DE WIT (V.V.D.) wilde de verhoging der bij slagen van het derde kind af beper ken tot circa 5 pet. en had een amen dement ingediend om de bedragen van 0.54 en 0.69 te vervangen door ƒ0.51 en ƒ0.67. De heer VAN DEN BORN (Arb.) lichtte een gelijk amendement toe. De heer HAKEN (C.P.N.) wilde de 15 pet. verhoging, welke aan het vierde kind zal worden gegeven, ook voor de eerste drie doen gelden. Hij diende een amendement in die geest in. De Minister ontried de amende- Daartoe heeft hij een amendement ingediend. De heer VAN LIENDEN (Arb.) vond het van de grootste betekenis, dat de regionale instellingen, als de consultatiebureaux de centra voor de t.b.c.-bestrijding blijven. Hij zeide geen behoefte te hebben om de sug gestie van de heer Mol om de pro vinciale verenigingen in de wet te noemen, te steunen. De heer ZANDT (S.G.) had bezwa ren tegen bestraling bij de t.b.c.-be strijding; deze brengt z.i. gevaren mee. De Staatssecretaris, de heer MUN TENDAM, merkte de heer Mol op, dat er wel wettelijke maatregelen be staan op het gebied der t.b.c., n.l. de wet van 7 December 1934, waarbij de leerlingen worden beschermd te gen besmetting van de zijde van het onderwijzend personeel. Hij zeide van oordeel te zijn, dat het massa- onderzoek mede behoort tot de ta ken van het consultatiebureau, de centrale plaats voor de tbc-bestrij- ding. Ook in de toekomst wilde hij die bureaux een centrale postie waar borgen. Niet alleen de coördinatie ter voorkoming en opheffing van chao tische toestanden was het motief voor de wettelijke regeling. Hij noemde als zodanig ook de centrale statistische bewerking, de gevaren door ondeskundig gebruik der appa ratuur en voorts zijn er economische motieven. Er moet ook coördinatie komen tussen groeps- en bevolkings onderzoek. Het centrale toezicht zal de provinciale activiteit niet belem meren. De heer Wagenaar merkte spr. nog op, dat de overheid zeer doelbewust deze zorg niet in handen neemt, maar zoveel mogelijk over laat aan de organisaties. O.m. deelde hij nog mede, dat de lengte der wachtlijsten vermindert, maar daar aan mogen nog geen conclusies wor den verbonden. De heer MOL trok zijn amendement in en het wetsontwerp werd goedge keurd, met aantekening, dat de he ren Zandt en Van Dis (S.G.) geacht wilden worden te hebben tegenge stemd. Bij de aanvang der vergadering is besloten Woensdag a.s. te beginnen met de behandeling van de belasting- ontwerpen en het ontwerp inzake de herkapitalisatie. Twee klachten wegens smaadschrift ingediend Voor het Haagse Gerechtshof werd later door Van der Waals werd ge- gistermorgen de zaak behandeld te- liquideerd. Getuige Van der Meer „,T- gen de verdediger van Anton van verklaarde, dat zijn broer geen en- menten. Dat van de heer Haken der Waals, mr. j. E. van der S. uit J kele connectie onderhield met de werd verworpen met 74 tegen 5 stem- Leiden. Van der S. werd enige tijd SD. Hij verbleef zelfs enkele jaren men, die der communisten. geleden door de Rotterdamse recht Het amendement-Fortanier-de Wit bank wegens smaadschrift in zijn werd aangenomen met 52 tegen 28 j brochure „England-spiel, Démasqué stemmen, die van de K.V.P. en van der Vaumannen", veroordeeld tot dc heer Willems (Arb.). een gevangenisstraf van zes weken. De heer VAN DEN BORN (Arb.) I Van dit vonnis was hij in hoger be trok daarop zijn amendement in. Het regeringsontwerp wilde in de kinderbijslagwet voor invaliditeits-, ouderdoms- en wezenrentetrekkers bepaald zien, dat de bijslag voor de eerste twee kinderen bedraagt 12.70 per kind en per maand, voor het der de kind 13.50 per maand en te re kenen van het vierde kind 17.20 per kind per maand. Een amendement van mevrouw Fortanicr-De Wit (V.V.D.) om dc be dragen ƒ13.50 cn ƒ17.20 tc wijzigen in 12.70 en 16.70 werd aangenomen met 50 tegen 28 stemmen, die van de K.V.P. cn de heer Willems (Arb.). Nadat de heer Van den Born (Arb.) een amendement van gelijke strek king had ingetrokken, werd het wets ontwerp z.h.s. aangenomen. De vier andere ontwerpen werden eveneens zonder hoofdelijke stemming goed gekeurd. Rust voor muzikanten. De Kamer heeft zich vervolgens bezig gehouden met het wetsontwerp tot het verzekeren van een wekelijkse rustdag voor toonkunstenaars, die dans- en amusementsmuziek ten ge hore brengen. Dit ontwerp beoogt de bezettings regeling terzake in normale wetge ving om te zetten. Het wetsontwerp werd z.h.s. aan genomen. De heren Zandt cn Van Dis, beiden S.G., kregen aantekening, dat zij geacht wilden worden te heb ben tegengestemd. Bij het hierna aan de orde komen de ontwerp van de „Wet Bevolkings onderzoek op Tuberculose" merkte de heer MOL (K.V.P.) op, dat deze regeling van de sociale gezondheids zorg een volstrekt novum is. Dc ge organiseerde t.b.c.-bestrijding heeft dit werk blijkbaar niet aangekund of aangedurfd en anderzijds zijn tal van instanties zich op dit terrein gaan be wegen, los van elkander zodat z.i. er kend moet worden, dat een zekere coördinatie'noodzakelijk is. Hij bleek niet geheel gerust te zijn over de vraag of de taakomschrijving van het .centrale college dat de samenwer king tussen particuliere organisaties en instellingen op het gebied van het bevolkingsonderzoek tot stand zal brengen wel klopt. Z.i. moet te vens worden opgenomen in die taak omschrijving, dat het onderzoek door de provinciale organisaties geschiedt. roep gegaan. Het Haagse Gerechtshof verwees de zaak heden terug naar de rech- ter-commissaris met de instructie een nieuw onderzoek in te stellen. Men zal zich dan bezig moeten hou den met de vraag in hoeverre de tij dens de zitting van gisteren door een getuige aan het de Rotterdamse hoofdagent van politie J. van den E. ten laste gelegde, op waarheid berust. Mr. van der S. had zo ver klaarde hij voor het gerechtshof zijn brochure „Het England-spiel, Démasqué der Vau-mannen", ge schreven in het algemeen belang en uit het oogpunt van zelfverdediging. Nadat de deken van de Raad van Toezicht voor Juristen hem destijds had geschorst, onder beschuldiging dat van der S. de zaak Van dei- Waals niet behoorlijk zou hebben behartigd, schreef hij de brochure. Hij heeft daarin, de indruk willen wegnemen, dat de verdediging van Van der Waals hem slechts interes seerde omdat het „England-spiel" zijn bijzondere belangstelling had, zo verklaarde mr. van der S. Vol gens de raad van toezicht zou dit het geval zijn geweest. De president van het Hof merkte op, dat dit de eerste maal is dat mr. Van der S. dit punt naar voren brengt. De Rotterdamse hoofdagent van gemeentepolitie, J. van den E. die het onderzoek in de zaak tegen van der Waals leidde en in de brochure van mr. van der S. beticht werd van mishandeling van deze delinquent had een aanklacht wegens smaad schrift ingediend. Tijdens de zitting van het hof ont kende van den E. ten stelligste dat hij Van der W. zou hebben mishan deld. „Doordat ik mijn beheersing niet verloren heb, is Van der Waals er niet aan gegaan", zo verklaarde Van den E. als getuige. Een nadere klacht wegens smaad schrift had de begrafenisonderne mer Joh. Th. van der Meer uit Was senaar ingediend. In de brochure van van der S. was geschreven dat de broer van getuige Van der Meer een S.D.-spion zou zijn geweest, die in Duitse concentratiekampen. Van der Waals vermoordde zijn broer en leefde daarna onder de naam van Van der Meer verder. Getuige zeide dat Van der Waals een willekeurige figuur van het le ven wenste beroven om een alibi voor zijn verdere leven te hebben. Van der Waals had destijds ver klaard, dat hij bij Tienhoven in de val was gelopen en Van der Meer, die hij daar ontmoette, toen had neergeschoten, omdat hij meende, dat deze als SD-spion daaraan schuldig was. Zuster houdt hardnekkig vol. De zuster van Anton van der Waals hield hardnekkig vol, dat rechercheur van den E. haar broer zou hebben mishandeld. Pres.: „Was u daar zelf bij?" Get.: „Neen, ik ben er niet bij ge weest, maar heb het gehoord". Pres.: Wie vertelde het u dan?" Get.: „M'n broer Anton en Van den E. bevestigden het my." Pres.: „Wat zei Van den E. dan?" Get.: „Dat voelde ik; ik voelde dat Anton liederlijk werd mishandeld." De president merkte op, dat getui ge niet naar haar intuïtie een oor deel mag vormen. „Dat doe ik ook niet", antwoordde de getuige. Zij zeide dat Van den E. haar zou heb ben gezegd: „Ik kan niet van dit vent afblijven." Het Hof ging hierna in raadka mer en deelde daarna mede, dat het de behandeling van de zaak beëin digde. Zij achtte het niet juist dat tijdens de terechtzitting een onder zoek wordt ingesteld naar de al of niet laakbare handelingen, die hoofdagent Van den E. zou heo'oen gepleegd. Het Hof verwees de zaak terug naar cje rechter-commissaris. Deze moet een onderzoek openen en zal de vraag moeten beantwoor den in hoeverre de tijdens de zit ting van het Gerechtshof door de getuige het van den E. ten Ir.stc ge legde juist is. PRINSES WILHELMINA IN NOORWEGEN AANGEKOMEN. Volgens mededelingen van paleis Soestdijk is prinses Wilhelmina, die gisteren per vliegtuig van Soesterbe~rg vertrokken is, in Noorwegen aange komen, waar zij een korte vacantie zal doorbrengen. Zij legde de reis af in de regeringsdakota, bestuurd door majoor G. Sonderman, die eergiste ren in Luxemburg een kleine motor storing had. KONINGIN EN PRINS OOK NAAR URK. Het koninklijk bezoek aan de N.O. Polder op 13 Juli a.s„ zal worden onderbroken voor een officieel bezoek aan Urk. Toen dit bericht bekend werd op Urk verwekte dit allerwege grote vreugde. De bevolking had aanvankelijk er op gehoopt dat ons koninklijk gezin met de „Piet Hein" de haven zou binnenkomen, maar dit kan niet doorgaan. H. M. de Koningin en Prins Bernhard komen nu van de landzij de Urk binnen rijden. Hedenavond reeds zullen de vissersvereniginen bijeen komen om plannen te bespre ken voor een grote hulde-betoging door de Noordzee- en IJselmeervloot. De „Edam" weer thuis De KLM-Skymaster „Edam", die op zijn reis rond de wereld in 22 da gen 24.000 mijl aflegde, is weer thuis. De Austin-sportauto, die de wereldreis voor twee derden in het vliegtuig en voor een derde op eigen wielen volbracht, is eveneens weer op stal terug (bij de stakende Austin- fabricken in Engeland). De laadbrug, die oud-gezagvoerder Sillevis speciaal voor deze vlucht heeft geconstrueerd, heeft uitstekend voldaan. Het in- en uitladen van de Austin geschiedde in uiterst korte tijd. Het is de bedoeling, dat de laad brug in de toekomst zal dienst doen voor het in- en uitladen van olifan ten. In het geheel heeft de „Edam" op deze wereldtocht, die werd gemaakt in opdracht van dc Austinfabrieken om op spectaculaire wijze de deug delijkheid van het door haar gefa briceerde product aan te tonen, 124 vlieguren gemaakt. Het moeilijkste deel van de reis vond gezagvoerder Bak wel het traject HonoluluLos Angeles, dwars over de Stille Oceaan. De ontvangst was overal uitbundig. JxmdaqmoA^en HEMD, DAT NIET TE KOOP WAS P*R was 'ns.... het is een oud verhaal, dat menigeen zal ken nen er was 'ns een koning, die zich diep ongelukkig voelde. Waar om de koning zo diep ogelukkig was, is ons ontschoten. De gehele geneeskundige staf van het konink rijk kwam er aan te pas, om het gekroonde hoofd over zijn zwarig heden heen te helpen, doch hun raadgevingen baatten niets. De ko ning zat moedeloos op zijn troon en iiet het hoofd zo diep hangen, dat de kroon er af dreigde te rollen. Een kluizenaar, horend van de vor stelijke miserie, zond de boodschap, dat de koning weer op zou fleuren als hij het hemd van een gelukkig man over zijn koninklijke schouders trok. In alle kranten werden nu adver tenties gezet, waarin hemden van gelukkige mensen te koop („tot iedere prijs") werden gevraagd Er kwam niet één aanbieding bin nen. Een leger van „stillen" werd het land in gestuurd op zoek naar een gelukkig man. Zij hoorden eerst de gezeten burgers van de grote ste den uit, maar vernamen slechts jammerklachten over de onzekere waarde van het geld. Zij gingen huis aan huis in de knusse arbeiderswij ken, waar de hele familie gezellig rond de radio zat, maar vonden slechts ontevredenheid. Zij stroop ten de dorpen af en, hoe vreedzaam ook het dorp gedoken lag tussen weiden en boomgaarden, geen vre de vonden zij in de harten. Een van de onderzoekers ver dwaalde bij zijn speurtochten in een verlaten dal, waar een herder op een rotsblok zat. Het was een rots blok, dat door het geweld der schep ping midden in de bloeiende weiden was gestort. Het was een rotsblok zo OP 26 JUNI a.s. komt voor de Arrondissementsrechtbank te 's-Graven- hage een zaak voor, waarbij Nederlanders v.oor ruim een millioen gulden zijn opgelicht. In het gehele land zijn mensen, zoals notarissen, bankiers, geestelijken en bekende zakenlieden het slachtoffer geworden van deze mensen, die tiptop gekleed gingen, in dure auto's reden en over gladde tongen beschikten. Bij hun oplichterspractijken bedienden de heren zich veelvuldig van de telefoon, waarbij zij zich voorstelden als arts, ambtenaar van sociale zaken, notaris enz. Een zakenman werd door een hunner opgebeld en toen hij de hoorn opnam, vernam hij met „generaal Kruis" te doen te hebben, die hem een referentie over een dezer lieden verstrekten. groot als een huis, en boven-op zat de herder met zijn zoontje Joggeli aan de ene en zijn trouwe hond Blass aan de andere kant. Vader en zoon dronken koffie uit een steelpannetje, dat op een hout vuurtje werd verwarmd. Daarbij aten ze droog brood en een homp kaas. Er was een schrynende te genstelling tussen de armzalige boerenman, die een snufje naar dc geiten-stal en houtwalm rook, en de geparfumeerde weelde van de gro te stad, waar de onderzoeker woonde. De onderzoeker schaamde zich e; over, dat in één en hetzelfde land zulke tegenstellingen bleven voort bestaan en nam zich voor een rap port bij de regering in te diener opdat de voordelen der modern beschaving iedereen gelijkelijk zou den toevallen. Maar op dit ogenblik was hij ver van huis en verdwaald. Dus vroeg hij, beneden aan het rotsblok staan de, de weg aan de herder, die op de rots troonde, gezeten op een kussen van bleomrijk gras, het blauwe baldakijn van de hemel over zich uitgespannen. „Kom er maar bij" riep de herder en hij hees de onderzoeker naar boven. Hij li-'t hem uit zijn steelpannetje drinken na een slok kruiden-brandewijn in de koffie te hebben gemikt, en schóof hem brood en kaas toe. Of het door de brande wijn kwam? De onderzoeker voelde zich plotseling vrij en blij en met de hele wereld verzoend. „U moet wel een gelukkig man zijn" zei hij, nog een flinke teug van de ver heerlijkte koffie slurpend. „Dat ben ik ook" zei de boerenman. „Wat zegt u me daar?" kreet de onder zoeker, terwijl het steelpannetje in zijn hand begon te bibberen. „Kan ik uw hemd kopen. Het is me 5000 franken waard". „Dat zal niet gaan" zei de her der. „Het spijt me wel „Zeg maar hoeveel je hemd kosten moet. Het komt er niet op aan.-..." „Beste man, of je veel of weinig biedt, je kunt mijn hemd niet krij gen". „Maar het is voor de koning!" „Al was het voor O.L. Heer zelf. Ik heb er geen". Dit oude verhaal is een herinne ring aan een zorgeloze morgen in het afgelegen Brunni-dal in het Zwitserse kanton Uri, waar we de herder, Joggeli en de hond, ge naamd Blass, aantroffen op een rotsblok boven de wit-schuimende woeling van een bergstroom. Hij droeg een hemd, het witte „Hirten- hemli" met de „chap", het kapje, dat over het hoofd wordt getrokken. Het kan zijn, dat het oude verhaal ons door het geheugen zweefde. Wij hebben zijn .Hirtenhemli" geleend en de „chap" over ons hoofd ge sjord en als we niet andere plichten hadden, zaten we er nu nog. Er zat beslist veel brandewijn in die koffie. MARIUS. Het politie-onderzoek is nog in volle gang en zal nog enige maanden in beslag nemen. Verschillende dezer lieden begonnen als zogenaamde oor logsslachtoffers langs de deuren te bedelen of smeerden als noodlijden de kunstenaars de mensen in artistiek opzicht waardeloze rommel aan. Zo leerden zij hun toekomstige slacht offers kennen. In de beginperiode waren de be dragen, waarvoor zij oplichtten, niet hoger dan honderd gulden. Van de opbrengst schaften zij zich later dure auto's en goede kleren aan. waarmee zij bij hun slachtoffers een uitsteken de indruk wekten. Door het in be slag nemen van de auto's heeft de po litie nog iets kunnen redden van de meer dan een millioen gulden, waar voor diverse Nederlanders werden opgelicht. Volgens de politie betrof het hier geen complot of een oplich tersbende, die door één of meer fi guren werd geleid. Integendeel, hier dient volgens de politie gesproken te worden van een coöperatieve sa menwerking. De ONTMASKERING. Het verhaal van de ontmaskering begon in Den Haag, waar de politie een aantal louche figuren opmerkte, die in dure bars grote verteringen maakten. Toen in October 1950 een Amsterdamse zakenvrouw een aan- gite deed, dat zij door een zekere v. N. was opgelicht één dergenen, die zo duur uit gingen begreep de politie de samenhang. Van N. had een jurist als referentie opgegeven en deze bleek er ook .al te zijn ingevlo gen. Zo kwam men van het een op het ander. De jurist was enkele tienduizen den guldens lichter geworden omdat de heren voor hem ongeregistreerde effecten zouden kopen. Een zakenman uit Leidschendam vloog er voor 60.000 gulden in voor de aankoop van een grote partij por- celein. Een Rotterdamse zakenman raakte 500.000 gulden kwijt; een oude dame uit Den Haag 2 a 300.000 gulden. Een zakenvrouw uit Har 'erwijk betreurt het nog steeds een bedrag van tienduizend gulden voor een transactie te hebben gegeven. Een bankier werd voor duizend gulden opgelicht door iemand, die zich voor deed als oorlogsslachtoffer en op krukken liep. Hij vertelde aan de bankier duizend gulden nodig te heb ben om zich door een specialist in Duitslard te laten behandelen. Deze „invalide" heeft niet minder dan honderdduizend gulden er door gejaagd. In totaal zijn 19 personen gearresteerd. Aanvankelijk was het de bedoeling, dat er één stad (Emmeloord) en zes dorpen in de Noordoostpolder zouden komen. Maar er zullen nu één stad en tien dorpen ontstaan. De directie van de Wieringermeer heeft besloten om wegens de toelaat bare afstanden naar raadhuis, kerken, scholen en winkels het aantal woon kernen uit te breiden. De plaatsver vangende landdrost dr. A. Blaauboer heeft dit verklaard. In de polder zijn deze week twee nieuwe dorpen door de bewoners be trokken. Bant en Luttelgeest, gelegen in het noordelijk deel van het nieuwe land, zijn genoemd naar vroegere dorpen in een gebied, dat later door de Zuiderzee werd verzwolgen. PROF. ROMME EN DE RESOLUTIE VAN DE KATH. MIDDENSTANDS BON# BISDOM HAARLEM. In de Voorjaars-Centrale Raads vergadering d.d. 22 Mei jl. gehou den in Karsnapelsky te Amsterdam, stelde het hoofdbestuur van de Kath. Middenstandsbond in het Bis dom Haarlem 'n resolutie op i.v.m. de loon- en prijzenpolitiek en aan gekondigde maatregelen van de re gering. D.d. 5 Juni jl. schreef prof. Romme hieromtrent het volgende: „Door bemiddeling van de Ne derlandse Katholieke Midden standsbond ontving ik per 31 „Mei jl. afschrift van uw reso lutie d.d. 22 Mei jl. Ik geef deze „resolutie .waarvan ik met belang stelling heb kennis genomen, en ,/die uitmunt door zakelijke-con- „crete inhoud, ter nadere behan deling door aan onze fractie-com- „missie voor Economische Zaken". Wij vinden het prettig aldus schrijft ons de Dioc. Kath. Midden standsbond in het Bisdom Haarlem dat de resolutie de goede weg gaat en dat zij naar opzet en inhoud het predicaat uitmuntend verwierf van de leider onzer katho lieke Tweede Kamerfractie. Als nu maar de verwerkelijking van deze resolutie hiermede gelijke tred houdt aldus de Bond. U rijdt op een voor- rangsweg. welke ge kruist wordt door een niet-voorransweg. 6) Aan de ingang van de haven vêr- hief zich de slanke vuurtoren die nu eens rood. dan groen licht verspreid de om de schippers het vinden van de smalle ingang te vergemakkelij ken. Een smalle steenweg verbond het vaste land met de toren. Kwam de vloed op, dan was de weg niet meer te betreden. Heden had de oude torenwachter bezoek. Een jonge man, naar zyn uiterlijk te oordelen een zeeman, was het, die op de smalle bank voor de grove tafel zat en ijverig notities maakte. Tegenover hem op een versleten canapé lag de oude torenwachter, gewikkeld in een wollen deken. „Ik stuur je dus vanavond zalf en poeders, Lührssen," zei na een poos je de jonge man en klapte terwijl hij opstond zijn boek toe. Toen wendde hij zich naar het scherp-belijnde ge zicht van de oude man en keek met zyn blauwe ogen naar het gebruinde gelaat van de wachter. „Je moet de poeders op tijd inne men, juist zoals ik het je gezegd heb, Lührssen." „Zeker, dokter," antwoordde de oude lachend en plukte aan zijn ringbaard, die als een halsdoek van het ene oor naar het andere liep. De dokter bemerkte zijn lachen en zei hem schalks aanziende: „Je gewoon grocje voor het naar bed gaan zal ik je niet verbieden. Lührssen. Maar vóór je drinkt moet je nog een poeder innemen. Beloof je me dat?" „Met alle plezier, dokter. Wat was het vroeger toch anders! Teen-smeer de ze je in met een beetje petrole um of naphta en klaar was je. Maar dat grocje bestond toen nog niet. Dit is eerst later mijn gewoonte gewor den en dat moet ik zeggen: het heeft me dikwijls weer op de been gehol pen. De dokter lachte weer en zei daar na ernstig: „Nou, Lührssen, je ziet nu wel wat dat petroleuminwrijven geholpen heeft. En ik zeg je vooruit: neem je je poeders niet in, dan lig je aan staande winter onder de grond. Blijf nu maar binnen. Het koude herfst weer zal je heus geen goed doen en wat zou het zijn als je geen dienst meer kon doen?" „God bewaar mij, mijnheer! Is het waarlijk zo erg? riep de oude zeerob verschrokken uit. „Ziet u eens, dok ter, de andere dokter heeft mij dit poeder voorgeschreven. Ze smaken ook niet lekker. Als u meent dat, uw poeders my weer gauw zullen beter maken dan zal ik ze graag innemen, dokter." „Het zou je zelf tot nadeel zijn, als je ze niet gebruikte," herhaalde de dokter. „Het wordt nu voor mij tijd om te gaan, wil ik geen natte voeten halen, nietwaar?" „Om vijf uur is het vloed. U komt nog op tijd"' zei de oude en stond op om zijn bezoeker strompelend en steunend tot aan de trap te verge zellen. Met zijn zware stem mompelde hij: „Dank u wel, dokter" „Adieu Lührssen! Morgen of over morgen kom ik nog eens terug" riep de arts en wenkte nog enkele malen met zijn hand. bij wijze van groet. De geneesheer ging voorzichtig over de smalle weg. die aan weers zijden bespoeld werd door het water. Eerst toen hij de voet op de brede dijk had gezet keek hij naar alle kanten en zag hij de slanke gestalte van een jong meisje. Haar hoofd hing omlaag, als was zij in de diepste ge dachten. Of had zij ir/isschien de dokter reeds gezien en liep zij aldus om hem niet behoeven aan te kij ken? Hij kleurde, verhaastte zijn tred zo goed het ging op de slijkerige weg en riep toen hij de gestalte op ongeveer tien passen genaderd was: „Stina! Stina!" De aangeroepene keek om en zei verrast: „Meinert mijnheer Ellmers!" De jonge man greep haar hand en keek haar scherp aan. „Waarom „mijnheer", Stina? Sinds wanneer die hoffelijkheid?" Het jonge meisie keek naast zich en antwoordde niet. „Nou, Stian" zei Ellmers dringend. „Wil je me geen antwoord geven?" Toen het meisje bleef zwijgen, zei de arts schertsend: „Is het misschien in strijd met de etiquette van Bruckholm, dat ik je roep. zoals de straatjongens dat ple gen te doen?" „Ben je boos, omdat ik „Stina" riep? zei de dokter. „Niet waar, dat past niet voor ons. die al volwassen zijn. Kom, laten we maar gauw vre de sluiten," en hij zwaaide, terwijl hij diep boog, ironisch met zijn hoed. Toen nam hij haar met komische ernst by de hand en zei: „Hoe gaat met u? En hoe vaart mevrouw, uwe moeder"? Als een zonnestraal uit de donkere wolkenmassa's plooide haar gezicht tot lachen. Doch evensnel was de lach verdwenen en zei ze hem aan ziend met haar prachtige ogen, waar tranen parelden: „Moeder ziet niet graag, dat we bij elkaar zyn." „Waarom"?. Deze vraag klonk scherp en hard. De lippen van de jonge dokter waren op elkaar geperst. Het meisje antwoordde niet. „Waarom? Op welke grond moet je my vermijden, Stina?" vroeg dokter Elmers. „Ik ik weet het niet," antwoord de het jonge meisje zacht en twijfe lend. „Nu, ik geloof dat ik het weet, Stina. Het zal alleen deze reden zijn, dat mevrouw Wendt er zich aan ergert, dat mijn vader sluiswachter was, hier leefde en werkte en dat ik arm ben. Niet waar, Stina, heb ik het niet geraden?" Hij wachtte het antwoord niet af, maar zei haastig: „En vader? Heeft ook hij het ver boden?" „Neen Meinert", antwoordde zij, hem schuchter aanziend, „je weet hoe vader je respecteert. Nooit zal hij iets van je zeggen. Hij is het zeker niet met moeder eens." „Aha! Het is dus juist zoals ik dacht, de arme sluiswachterszoon en armendokter is voor mevrouw Wendt te gering!" riep hij met bijtende hoon uit. „Maar gij, Stina?" vroeg hij plotseling, haar handen klemmend in de zijne, „maar gij, Stina? Ben ik jouw ook niet meer goed genoeg? Spreek, hou je nog van me?" Ze hadden een kromming van de dijk bereikt en Meinert Ellmers trok het jonge meisje met zacht geweld op e>en daar staande rustbank en ging naast haar zitten. Stina begon te wenen. Lang liet hy haar snikken. Toen stond hij op en drukte haar mede lijdend de slanke hand. In beider gemoed bruiste er iets, wat ze niet konden verklaren en zeggen. Plotseling schrokken beiden, want doordringend gefluit van een stoom boot had de stilte verbroken. Stina stond op. „Ik moet naar huis, Meinert; het is reeds zes uur. Moeder zou zich ongerust maken, als ik langer weg bleef." (Wordt vervo'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1951 | | pagina 6