Oogst van
zeerobben
één dag tussen Noordwijkse
en een Hazerswoudse molen
Duiven-houden: een nuttige
en goede vrije tijd-besteding
Wffi
ill BEKEHDE lEIDEHIflBS
Dokter N. A. Commandeur heeft
zelfs olifanten als patiënt
Ontmoetingen op een bromfiets
DE LE1DSE COURANT
TWEEDE BLAD PAGINA 1
*J*OEN HENK ZWART op 2 Mei
1950 twaalf jaar werd, kreeg hij
twee postduiven cadeau, op de markt
gekocht. Dat was het begin. Nu we
ruim een jaar verder zijn, wordt
het plaatsje achter het huis Mors-
weg 109 door niet minder dan 11
postduiven bevolkt. Het sinaasappe
lenkistje. dat het eerste paar tot wo
ning diende, heeft plaats moeten
maken voor een echt duivenhok,
compleet met geheimzinnige vallui
ken, tralies, broedhokjes, enz. Van
een jongen, die een paar duifjes
heeft, is Henk geworden tot een ras
echte duivenmelker!
Ge verlangt hopelijk niet van ons,
dat wij nu eens haarfijn gaan uiteen
zetten wat de waarde is van duiven-
houden. De een verzamelt bier-
op 'n achterplaatsje
viltjes, de ander voetbalt, een derde
houdt duiven. „Hij is er zoet mee'',
zegt mevr. Zwart. „En omdat hij
helemaal in z'n duiven opgaat, valt
het met kattekwaad uithalen nogal
mee". Is dit niet voldoende, moe
ders? Bent u niet dubbeldik tevre
den, wanneer uw zoontjes in hun
vrije tijd na school een hobby heb
ben, die hen verhindert langs de
straat te slenteren en alle mogelijke
streken uit te halen? Men verwijt
vooral de laatste tijd onze Leidse
jeugd zovaak, dat zij baldadig is.
Welnu: duiven! Al zouden we niet
graag willen, dat iedere jongen plot
seling duivenmelker werd. 't Is
slechts een voorbeeld; er zijn nog
vele andere mogelijkheden. Maar
daarover misschien later.
DUIVEN GAAN VOOR.
Ge moet vooral niet zeggen: „Nou
ja, die duiven. Een hok, een beetje
voer, klaar!" Want dan zal een dui
venmelker, ook al is hij pas 13 jaar,
u vernietigend aankijken. We Jieb-
ben het ondervonden
's Morgens om zeven uur zit Henk
al tussen z'n duiven, om het hok
schoon te maken. „Zichzelf wassen
schiet er wel eens bij in", zegt z'n
moeder. „De duiven gaan voor!" Het
water moet ververst worden en de
dieren gevoerd. Na schooltijd van
hetzelfde laken een pak. Vraag niet
hoeveel tijd daarin gaat zitten.
Ze mogen wel eens uitvliegen.
Maar meestal pas in de namiddag.
Want het blijft riskant. Een post
duif, die niet in het hok geboren is,
of er geen eitjes heeft liggen, wil
wel eens verdwijnen. Vaak kan men
het dier dan terugvinden bij z'n vo
rige tehuis. Henk heeft het onder
vonden. Hij kreeg een postduif ca
deau van z'n oom en liét her dier na
3 maanden uitvliegen. Enige dagen
zwierf de doffer rond en om in
duiventermen te spreken „viel
toen ergens op een hok neer". Dat
was in Poeldijk. Maar nu blijkt er in
Vlaardingen een centraal bureau te
zijn, waar men het nummer van een
gevonden duif kan opgeven. Het
bureau zoekt uit wie de eigenaar is
(die zijn vermissing heeft opgege
ven) en zo kan men een regeling
treffen om de verloren zoon naar
huis te ïaten terugkeren. De doffer
is dan ook weer op Morsweg 109.
Hieruit blijkt al, dat duiven ge
ringd moeten zijn. Dat ringen moet
binnen zeven dagen nadat het ion
uit z'n ei gekropen is, geschieden.
Anders krijgt men het metalen rin
getje niet meer om z'n poot.
DUIVEN IN CONCOURS.
Spannend wordt het pas, wanneer
men z'n duiven kan laten meevlie
gen in een concours. De Leidse Post-
duivenclub (een van de vele in Lei
den!) heeft een aparte Jeugdgroep,
wgarvan Henk met nog 50 andere
jongens lid is. Al driemaal heeft hij
meegedaan, telkens met meer suc
ces. De eerste keer werd zijn beste
duif nummer 24, de tweede keer 14
en vorige week zelfs 10. De duiven
hadden toen gevlogen vanaf Venlo,
een afstand van 144 km.
„Daar komt veel voor kijken", ver
telt Henk. „Vrijdagavond moet je
de duiven wegbrengen. Dan gaan ze
allemaal in een grote mand met de
trein mee en Zaterdagmiddag wor- de duif dan op het
WEDUWSCHAP-VLIEGEN.
Maar dan het „weduwschap-vlie-
gen"! Op gezag van Henk geloven
we het allemaal. De duivenmelker
neemt dan een spannetje. Duiven en
doffer worden een of twee dagen in
afzonderlijke kooien gezet, zodat zij
elkaar niet kunnen zien. Een half
uur voordat het vertrek plaats vindt,
worden de kooien tegen elkaar ge
zet, zodat man en vrouw elkaar wel
kunnen zien, maar niet benaderen.
Dan wordt de doffer in de mand ge
stopt en de volgende dag eenmaal
losgelaten voor het concours, vliegt
hij zo snel mogelijk naar z'n duivin
terug! Gemiddeld vliegt zo'n duif
70 km. per uur!
Over het huwelijksleven van de
duiven is nog veel meer te vertellen,
's Winters worden, allemaal aldus
Henk, de duivinnen en doffers drie
maanden van elkaar gescheiden, zo
dat man en vrouw elkaar vergeten.
Dan worden er nieuwe spannetjes
gevormd en zo kweekt („teelt", zegt
Henk) men nieuwe variaties. Zo
heeft Henk al 8 jonge duiven „ge
teeld". Niet alle eieren laat hij uit
broeden. want „dan worden m'n
duiven te slap".
Als men dat heJe gedoe zo een
uurtje heeft aangezien, dan wordt
het toch wel duidelijk, dat duiven-
gaat zitten, j houden iets meer is dan een sinaas-
hoort hij gebrom. „Wacht, daar zit appelenkist en een handje voer. Wie
een jong in denkt die duif. Als het het verder uit wil spinnen, kan er
dier dan even later in een mand ge- misschien zelfs opvoedkundige ele-
stopt wordt, om de volgende dag er- mpnten in ontdekken. Maar rover
gens ver van huis losgelaten te wo. - gaan we niet. Het b een 3ard|ee he-
den, maakt hij zoveel mogelijk haast zigheid, zeker voor jongens. „En ze
?-mu5Uü *i .k?™en' Want misschien zijn er zoet mee", zeggen de moeders.
is het ei al uit!
Dat lijkt ons voorlopig voldoende.
den ze losgelaten". Dan volgt een
gedegen uiteenzetting over duiven-
klokken, waarvan we eerlijk gezegd
niets begrepen hebben. Maar 't schijnt
zó te zijn, dat men na aankomst
van de duif op het hok onmiddel
lijk het rubberen concours-ringetje
van z'n poot moet halen en in een
klok stoppen, die dan het uur aan
geeft waarop dit geschiedt. Nadat
alle klokken vergeleken zijn, wordt
de uitslag vastgesteld.
„Binnenkort krijg ik misschien
zelf een klok", gaat onze jeugdige
duivenmelker verder. „Nu moet ik
's Zaterdagsmiddags helemaal naar
de Dude Rijn om te „klokken". Dan
staat m'n fiets klaar in het voor
tuintje en zo gauw als ik het ringe
tje heb, vlieg ik weg. Voor het fiet
sen worden een paar minuten afge
trokken, dat ligt aan de afstand naar j
de Oude Rijn'.'
Neen, ge moet vooral niet den-1
ken iets van duivenmelken af te
weten. Kunt u het verschil tussen
een blauwband, een vetblauwband
en een witpen-vetblauwband? Weet
u wat een zwartkras en een blauw-
kras is? En heeft u er enig idee van i
aan welke voorwaarden een goede
duif moet voldoen? „Hij moet een
harde borst hebben" zegt Henk.
„Niet te vet en niet te mager, één
lijn als je de vleugel uittrekt en
geen scherp borstbeen." 1
En dan spreken we nog niet eens
over alle mogelijke trucjes, om een
duif in concours snel te laten vlie- j
gen. Henk kan het allemaal haar-
fijn uitleggen. Maak een klein gaatje
in Teen duivenei, haal de dooier er
uit, doe er een bromvlieg in en plak J Als de duiven 'savonds niet op tijd binnen komen, laat Henk Zwait hei
het gaatje dicht met cellophaan. Als voer zien. Dan komen ze wel! Foto's: „De Leidse Courant").
\7ANDAAG IS HET FEEST op L^mmenschansweg 5, waar sedert 1938
dokter N. A. Commandeur woont, die 25 jaar geleden aan de Veeartse-
nijkundige Faculteit te Utrecht zijn bul kreeg. In 1928 nam hij de Leidse
pra-ctijk over van dokter J. Roos en thans zal men in de wijde omtrek van
Leiden practisch geen boer meer vinden, die nog nooit van dierenarts
Commandeur gehoord heeft.
Toen dokter Commandeur een kwarteeuw geleden zijn practijk begon,
stond de T. B. C.-bestrijding bij koeien pas in de kinderschoenen. In het
eerste jaar controleerde hij 800 koeien op T- B. C.; tegenwoordig zyn het
er 12.000 per jaar! Reden waarom hij 's winters met drie assistenten moet
werken. En heeft Uw werk resultaten gehad?", willen we weten. „Bij
boeren, die het belang yan T. B. C.-bestrijding inzien en er iets voor over
hebben, heb ik wel succes. Toen ik begon, was er practisch nog niets ge
daan. Thans heeft Zuid-Holland ruim 22% geheel reactie-vrije -bedrijven,
een gemiddelde, dat met mijn gebied overeenkomt."
Het is niet bij T. B. C.-bestrijding gebleven. Koeien worden gevaccineerd
tegen Mond- en Kauwzeer, varkens tegen vlekziekte, honden tegen hon
denziekte, kippen tegen diphierie, enz. „Er is bij de boer een grote ver
andering ten goede in mentaliteit gekomen", vertelt dokter Commandeur.
„De meesten begrijpen de noodzaak van deze bestrijdingen zeer goed. Wc
gaan trouwens steeds meer de kant op vsn de preventieve dierengenees-
kunde." Na deze uitspraak verwondert het ons niet meer, dat de jubilaris
per jaar meer dan 10 000 koeien tegen Mond- en Klauwzeer inent. In deze
vee-rijke streek zijn koeien natuurlijk in aantal de belangrijkste patiënten.
„Maar toch", vervolgt de heer Commandeur, ..blijf ik de vrije particuliere
practijk het interessantst vinden, onverschillig bij welk dier, dus de consul
tatieve practijk bij ziektegevallen". We horen dan. hoe hij wel eens in het
holst van de nacht door een dame uit bed gebeld is, omdat haar kanarie
een pootje gebroken had. De volgende dag werd dokter Commandeur op
gebeld door een circus op het Schuttersveld: een olifant was niet lekker
geworden! Dan komen er nog gevallen voor van schildpadden, die tobben
met hun spijsvertering, witte muizen, stekelvarkens, enz. Natuurlijk ook
honden en katten; niet zelden wordt de dierenarts geroepen voor de moei
lijke bevalling van een huisdier. Bij elkaar neemt het consultatieve werk
?0% van de gehele practijk in beslag. „Zeer interessant", zegt dokter Com
mandeur.
De jubilerende dierenarts heeft ook een functie bij de Vereniging voor
K. I. „Vita Nova". Hij vertelt ons, dat het Stierenstation aan de Hoge Rijn
dijk onder Zoeterwoude, waarvoor de plannen kant en klaar waren, niet
gebouwd kan worden, omdat de Prov. Waterstaat geen uitpad op de weg
wil geven. Nu wordt er een andere plaats gekozen. „Maar komen zal het!"
besluit onze gastheer. Hetgeen wij, de vasthoudendheid van deze West-
Friese boerenzoon kennend, veilig mogen aannemen!
(Foto: „De Leidse Courant.").
Een bepaald slag mensen blijkt
behept te zijn met een soort onder
gangsmanie. Het feit, dat er zo ont
zettend veel misloopt in deze wereld,
houdt hen eigenlijk in leven. Een
Pietje, die op bed ligt, en mijn „po-eindresultaat kwam hier op neer,
litiek aangelegde'' echtgenoot met dat hij zich voorstelde als een be-
zijn opgeschroefde verhalen. Die man trouwbaar en zeer accuraat persoon,
narigheid i
offensief loopt vast, twee diploma- j komt, doei hij zijn mond niet open
ten verdwijnen, een atoomgeleerde
pleegt verraadNaast het ver
dienen van hun dagelijks brood
houden ze zich met niets anders be
zig. Bij het lezen van een opzienba
rende geschiedenis komt er een flik
kering in hun ogen. Ze hebben het
all,ang aan zien komen. Dat komt
door die stommeIntussen smul
len ze er echter van en luchten hun
wijsheid tegen hun vrouw, die goed
moedig ja knikt, omdat ze zoveel
kousen te stoppen heeft.
Wij hebben zo'n idee, dat een hele
boel huismoeders in de avonduren tot
de conclusie komen: Er is eigenlijk
niet zo veel verschil tussen kleine
en heeft kennelijk de p in.
'n Dekkie doen.
Persoonlijk heboen wij geen be
langstelling voor opzienbarende ge
beurtenissen. De kleine dingen van
de dag boeien ons in sterke mate en
daarom schrijven wij hier de oogst
van Donderdag neer. We reden met
de bromfiets naar Noordwijk en dach
ten over de ontevredenheid van de
mensen. De melkboer moppert, om
dat hij geen bakker is geworden en
de levensverzekeringsagent ziet plot
seling, maar helaas te laat, heil in
een kantoorbaantje. Dat zeggen ze
tenminste!
Wij zijn echter opgegroeid bij een
vissershaventje, waar de „haringmep-
pers" hun waluren doorbrachten met
het verfoeien van de zee. Voor 12
gulden in de week kozen ze echter
het ruime sop. terwijl ze in de stad
op een veel gemakkelijker manier
hun kostje konden verdienen.
Die aan dc zee verknochte mannen
ijn nog dagelijks te zien aan dé voel
.an Huis ter Duin op de Noordwijk
se Boulevard. Ze zijn te oud gewor
den, maar hun schuit kunnen ze niet
vergeten. Daar vlak bij de zee, op de
.wurft" gaan ze 's middags in het
zonnetje een dekkie doen. Precies als
in de tijd, dat ze naar de Doggers-
bank voeren en er nog geen werk
was aan boord. Handen op de rug en
j op de kop af tien stappen. Boem..
1 ze staan voor de kajuit. En dan weer
i tien stappen terug tot de reling. Alle-
I maal op de boulevard. Het bloed
':ruipt toch. waar het niet gaan kan.
Drama in zakformaat.
En terwijl we van Noord wyk voor
een karweitje naar Hazerswoude
gaan, komen we onze levenslustige
vriend Joop tegen uit wiens ogen de-
:e keer de droefheid straalt. j
Hij had naar een prachtige betrek-1
dng gesolliciteerd. Een hele avond
was hij aan het ploeteren geweest.
«raaf 5? wiUen: M «5 he' hok mooi en schoon, SLrbJdSde^'moM ntae ""ma"
het uur vorderde meer gedurfd. F
plooiing te brengen. Hij had er nog
enkele forse redenen aan toegevoegd,
waarom hij van de werkgever wilde
veranderen en toen de brief in 'de
bus gedeponeerd. Onder nummer zo
veel van dit blad stond er in de
advertentie. Welke firma zou het
zijn. De andere dag wist hy het al,
want zyn huidige werkgever, bij wie
die gaven en krachten niet tot volle
ontplooiing konden komen, had zelf
de advertentie geplaatst en was ont
sticht over die sollicitatiebrief, waar
op onze goede vriend tot overmaat
van ramp nog strikt vertrouwelijk
had gezet.
Zo is het leven nu eenmaal. Ploe
ter door en maak er in zo'n toestand
nog van wat ervan te maken is.
„Nieuw Leven".
Midden in Hazerswoude-Dorp
staai de molen „Nieuw Leven" en dat
is een oude knaap. Heel vroeger moet
hij als watet-molen in de Boterpolder
hebben gestaan. Wie hem naar het
dorp heeft gebracht kan de tegen
woordige eigenaar niet vertellen.
Tweemaal werd de molen ver
hoogd, omdat hij te laag stond voor
de wind vangst en nog steeds is er
een windrccht aan verbonden, waar
door het niet mogelijk is aan de an
dere zijde van de weg huizen te bou
wen.
Een paar keer is hier een ernstig
ongeluk gebeurd. Leen Vellekoop
werd gedood, toen bij het optakelen
van de spil een kram losschoot en
Wat zouden
achter het glas moeten blijven is voor de duiven lang geen pretje!
f: 1
f
■-
■jZi v
•Hl
De molen „Nieuw Leven' te Hazerswoude
het zware metaal omlaag stortte. Jan
v. d. Kley heeft er het luguberstc
avontuur van zijn leven meegemaakt.
Zijn losse jas werd door de spiebaan
gegrepen en toen men hem ter hulp
schoot lag hij al zwaar gekwetst op
de grond. Zijn kleren waren hem
van het lijf gerukt en de molenaar,
vertelde, dat hij alleen nog zijn schoe
nen en sokken aanhad. Het slacht
offer is gelukkig volkomen genezen.
De oude molen dreigde bijna uit
het landschap te zullen verdwijnen.
Nu er electrisch gemalen wordt, gaat
het onderhoud van de wieken de mo.
lenaar teveel kosten. „Landschaps-
schoon" en „De Hollandse Molen"
hebben er zich echter voorgespannen
cn vermoedelijk zal „Nieuw Leven"
dank zij subsidies zijn kap en wieken
behouden.
Een vrijer in angst.
Iedereen, die zoals wij van
nature niet is voorbestemd, om een
onderscheiding voor dapperheid te
krijgen, zal als hij op een donkere
stormachtige avond over dc Gemene-
weg naar de Rijndijk rijdt een onbe
hagelijk gevoel moeilijk kunnen on
derdrukken. Die weg heeft bij der
gelijke weersomstandigheden iets
griezeligs. En dan moet je het fijne
van de zaak nog weten! Halverwege,"
bij de zogenaamde Galgbrug, werden
in „de goede oude tijd" misdadigers
opgehangen. In de polder liggen nun
beenderen nog en. soms rammelen ze
daarmee tegen het middernachtelijk
uur.
Een leuk idee is dat, als je daar in
het pikdonker alleen rijdt.
De oude tijd heeft daarvan een
grappig verhaal overgeleverd. Hon
derd jaar geleden woonde er in Ha
zerswoude-Dorp een jongeling, die
verkering had met een meisje uit
Koudekerk. Hij zorgde er altijd voor
bijtijds huiswaarts tc keren, maar een
keer gebeurde het, dat hij bij het
vrijen de tijd vergat en over de don
kere Gemeneweg naar huis moest.
Bij de Galgbrug, die hij met flinke
pas voorbij wilde, kreeg hij plotseling
een harde klap op zijn hoofd. Zijn pet
vloog af, maar zonder er naar om tc
zien, trok de verschrikte vrijer cr
tussenuit.
Bij daglicht is hij later terugge
gaan, omdat een pet destijds 1.26
kostte en je 60 cent per dag verdien
de. Toen bleek, dat dc jongeling in
het duister op een mollenklcm had
getrapt, waaraan een stok verbonden
pleegt te zijn. die rechtop springt als
de klem dichtslaat. Die stok is van
zeer soepel wilgenhout en dus zwiep,
te een dergelijk apparaat op die be
wuste avond precies tegen het hoofd
van de huiswaarts kerende minnaar.
Officiële narigheden van spoken
i zijn niet bekend, maar wat niet is,
kan komen. Probeer het zelf eens
door een wandelingetje te maken bij
avond-alleen. En dit is de oogst van
één dag. Wij hebben er ruim voldoen
de aan en de opzienbarende gebeur
tenissen uit het politieke leven kun
nen er ons voor gestolen worden.