Het Leidse Wit-Gele Kruis waakt over Uw gezondheid! WAT WORDT ER ALLEMAAL GEDAAN? (itlBillimS DIE IEDEREEB Kim) Dr. C. Zij er veld over de taak van onze kruisverenigingen ZE KAN PRATEN EN SCHRIJVEN Merkwaardigheden van een koe welke pas opvallen in de stad ZATERDAG 3 MAART 1951 CE LE >SE COURANT TWEEDF BLAD PAGINA 1 PR ZAL WELHAAST geen katho- liek gezin zijn in Nederland, en dus ook niet in Leiden, dat nog niets vernomen heeft van de Katho lieke Gezondheidsweek, die van 26 Febr. tot 4 Maart gehouden wordt en vandaag ten einde loopt. Pers en ra dio hebben in alle toonaarden de lof bezongen van het Wit-Gele Kruis en in causerieën, vraaggesprekken, in terviews en artikelen gewezen op de noodzaak van dit werk, dat eigenlijk nog veel meer zou moeten omvatten, wanneer i!e mogelijkheden daartoe maar aanwezig waren. Wanneer ook wij vandaag de aan dacht vrager voor het Wit-Gele Kruis, is dat niet om reclame te ma ken. Goede, wijn behoeft geen krans en het werk van de Caritas, want dat is het Wit-Gele Kruis uiteindelijk, leent zich niet voor al te veel lof prijzingen. Wij gaan dus niet propa geren, dat die katholieke gezinnen lid moeten worden (hoe juist deze stelling overigens ook is!) maar be perken ons er toe enig licht te wer pen op het werk, dat dagelijks in Leiden wordt verricht. Wie daaruit een goede conclusie wil trekken, is verstandig Meer willen v/e er niet van zeggen! Niets is zo overtuigend als cijfers. Zij zijn leerzaam en geven een in druk van heel veel werk, dat aan de meesten onzer practisch onopge merkt voorbijgaat. Inderdaad onop gemerkt. Want we mogen dan, wan neer een wijkzuster ons in storm of regen voorijfietst met wapperende sluier en rokken, wel eens denken: „Sjonge, sjonge, dat valt .ook niet mee, om de hele dag langs de weg te sjouwen" de grote betekenis en de hoeveelheid van haar werk gaan toch langs ons heen. Maar bedenkt dan eens, dat de Wijkverpleging van het Wit-Gele Kruis, waarvoor de zusters van het St. Elisabeth Ziekenhuis zich reeds meer dan een halve eeuw inspannen, zich in 1950 over 417 patiënten uit strekte. Niet minder dan 27.478 ver- plegingsbezoeken werden aan huis afgelegd! We hebben het zelf meegemaakt, zij het dan als toeschouwer. In een Links: bij de dokter op het consulta tie-bureau. Rechts: De wijkzuster op huisbezoek. Foto's „De Leidse Courant"). zeker gezin was een van de kleine kinderen lange tijd ernstig ziek ge weest. Nu was het sedert enige we ken weer thuis en stond onder re gelmatige controle van de wijkzuster. Als zij binnenkomt, vliegt de dreu mes op haar af en is niet tevreden, voordat de zuster hem eens vriende lijk toegesproken heeft. De moeder vertelt van de moeilijkheden die zij van de kleine zieke ondervindt. En de zuster is onuitputtelijk in het ge ven van goede adviezen. Zó duidelijk en deskundig, dat men weet, niet met een kluitje in het riet gestuurd te zijn! GETUIGENIS. We hebben nog verder gekeken en nog meer gehoord. Niet alles leent zich voor publicatie. Maar wat een oude vrouwe die reeds vele jaren thuis verpleegd wordt, ons toever trouwde, mag toch wel vermeld worden, op het gevaar af, dat de wijkzuster zou gaan blozen. „Als ik de zuster niet gehad had, mijnheer, zou ik allang dood geweest zijn. U moest eens weten, hoeveel geduld zij altijd heeft en hoe niets haar te veel is om mij te helpen. En dat elke keer opnieuw, dag in dag uit, jaar in jaar uit. Ik kan niets anders voor haar doen dan bidden. En dat doe ik dan ook, elke dag opnieuw. Opdat O.L. Heer haar èn alle andere zusters de kracht mag geven dit werk nog heel lang en even goed voort te zetten". Heeft men na zo'n getuigenis nog verdere uiteenzetting van node? Maar we dwalen af. We zouden u met cijfers overtuigen. Welnu, ieder een, die wel eens een zieke in huis gehad heeft, weet, dat er verpleeg- artikelen nodig zijn. Dingen, die men normaliter niet in huis heeft en die aangeschaft zouden moeten worden (voor veel geld!) als het Wit-Gele Kruis er niet was om ondersteken, bedzeilen en nog heel veel meer in bruikleen te geven. (In 1950: 1350 stuks!) BABYZORG. Het werk van het Wit-Gele Kruis kan men kortweg omschrijven met Katholieke Gezondheidszorg. De meest effectieve zorg begint bij het kind, reeds voordat het geboren wordt Wat prea-natale zorg bete-| kent, zal niet iedereen duidelijk zijn. Maar dat cursussen voor a.s. moe ders (ruim genomen, dus ook oudere meisjes) van ontzaglijk groot nut zijn, begrijpt iedereen. Zij worden door het Wit-Gele Kruis gegeven. I Goede voorlichting neemt veel over- i bodige angst weg en voorkomt het maken van fouten. Als dan de kleine wereldburger eenmaal zijn intrede heeft gedaan en geen neigingen vertoont om het aards bestaan direct de rug toe te keren, zijn er de consultatie-bureaux voor regelmatige controle en adviezen. Het Wit-Gele Kruis heeft er drie in 1 TOEKOMSTPLANNEN VAN HET LEIDSE WIT GELE KRUIS? Maai- is het niet vee1", beter om ïerst te spreien over de werk7-a»mihpdpn Hip het Wit Gele Kruis thans in onze stad verricht? Eerst moet dit verder uit gebouwd en verstevigd worden. Pas dan gaan we zien naar nieuwe moge lijkheden. Aldus dr. C. R. Zijerveld, directeur van de Gemeentelijke Ge neeskundige en Gezondheidsdienst, die uit de aard van zijn functie veel met het Kruiswerk te maken heeft en de activiteiten hiervan een warm nart toe draagt. ,,De taak van de Kruisvereniging is primiar te zorgen voor een goede wijkverp eging, met daaraan verbonden een uitleen-magazijn. Het Wit Gele Kruis heeft drie wijk gebouwen, die nog wel verbeterd zouden kunnen worden. Bovendien is er groot gebrek aan een gebouw in de Professoren- wijk. Zeer belangrijk zijn ook de consultatie-bureaux voor zuigelingen en kleuters. Door uitbreiding in andere stadsdelen, zou er nog veel meer ge daan kunnen worden. Vooral de kleuterzorg staat nog in de kinderschoe nen. Op dit gebied 'ligt een groot terrein braak, omdat er te weinig kleu terscholen zijn, zodat vele kleine kinderen thuisblijven en dus niet onder de schoolartsendienst vaEen. We hebben in Leiden wel het kleuterdagver blijf „Margriet" (heel mooi!) maar we missen een goede onderbouw om selectie te kunnen toepassen en te zorgen, dat de dringendste gevallen in „Margriet" of in de kleuter-gezondheidskolonies terecht komen. „En dan de toekomst! We moeten niet vergeten, dat Leiden een G.G.G.D. heeft en bovendien een Acad. Ziekenhuis, een Anna-kliniek, enz. Hierdoor komt het werk van de Kruisverenigingen anders te liggen dan in de dor pen, waar ijlen dit alles niet heeft. Rheumatiek-bestrijding en zorg voor de invaliden vallen op deze instellingen terug, al blijft waakzaamheid van de wijkverpleegster geboden. Zij is de eerste, die in een gezin dergelijke din gen ontdekt Dit geldt trouwens ook voor bepaalde sociale mistoestanden, tekorten en behoeften. De deskundige wijkverpleegster doet er dan goed aan dit aan de daarvoor bestemde instanties door te geven. Zij v/eet overal de weg." „Maar goed. als v/e dus dit terzijde laten, blijft er nog v/el veel werk over voor de Kruisverenigingen. Ik denk nu aan de kanker-bestrijding en c.e zorg voor geestelijk niet-vol waardigen. (Een pluim voor onze B. L. O - scholen!) Kortom, de Kruisverenigingen moeten het hele gebied van de Volksgezondheid bestrijken, in welke vorm dan ook. Denk maar aan de t. b. c.-bestrijding, waarvoor we een apart bureau hebben met eigen huis- bezoeksters. De huidige goede samenwerking is ook hier nodig! en kan tot beter effect leiden. De gezondheidstoestand van de Leidse bevolking is in grote lijnen dezelfde als in het hele land, ail hebben we in deze stad een achterstand, wat betreft de organisatie van de Gezondheidszorg, in te halen, waarbij de Kruisverenigingen door de gemeente krachtig gestimuleerd moeten worden. Ons doel is pas dan bereikt, wanneer iedereen, van hoog 'ot laag, begrip en waardering heeft voor het v/erk van de Kruisverenigin gen dat geen armenzorg is! en dit toont door lid te wórden en te blijven!" (Foto: „De Leidse Courant"). In vervolg op onze Leidse Veemarkt-reportage van vorige week, zegt thans „Flip" er het zijne van. ZO'N KOE is toch een eigenaardig beest! Wekenlang scharrelt ze rond op een weilandje midden in de polder of staat aan een ketting in de stal van een afgelegen hoeve en dan op zekere keer wordt ze voor dag en dauw uit haar slaapje gewekt, in een auto gesjord en voor ze eigenlijk weet wat er aan de hand is, staat ze in Leiden Menselijkerwijs gesproken zou zo'n beest geïmponeerd moeten zijn. De psychiaters zijn ook van mening .dat de meest normale reactie zou zijn: i „Stond ik maar weer in mijn weitje!" Maar de koe denkt er anders over. Gewoonlijk neemt ze een houding' aan van: „Nou ja, jongens, ik ben Greetje uit de polder en jullie moe-1 ten me maar nemen, zoals ik ben!"j Midden op de Steenstraat, waari iedere Vrijdagochtend een landelij- ke agent „Goeie morrige" roept te- gen de voorbijgangers, blijft ze een i I tijdje staan, om alles eens goed op te nemen. Haar baas, die zich een ongeluk trekt aan een eindje touw, vindt dat niet zo leuk, evenmin als de chauf feurs en trambestuurders. Er wprdt getoeterd, gebeld, geschreeuwd en met stokken geslagen. Maar de koe trekt er zich niets van aan. Als het lawaai een hoogtepunt bereikt, steekt ze bij wijze van attractie haar staart in de lucht en schrijft klodderig, maar beheerst haar naam op het pla veisel. Daar komt Gljs! Tegen negen uur staan de koeien in lange rijen naast elkaar te loeien. „Wat bulken die beesten toch stom!", zeggen de mensen tegen el kaar. Maar ze bulken niet, ze praten. De koe met dat lage geluid, die zo somber voor zich uit staart, is hard op aan prakkezeren. „Ellendelingen, die mensen zegt ze. „Drie jaar lang iedere dag een paar emmers melk gegeven, drie gezonde kinderen ter wereld gebracht en nou gaan ze je verpatsen. Moet je m'n baas zien handje klappen met die lange kerel. Hij staat wijdbeens en trekt er een gezicht bij, of hij een penalty moet keepen. Wel ja, ga me nog eens een beetje knijpen ook. Daar zit ik nog net op te wachten!" Een eindje verder roept er een te gen haar buurvrouw: „Pas op meid!" Maar het is al te laat. De slaapster is meteen klaar wakker, want een man in een blauwe overall heeft een em mer koud water tegen haar achter ste gegooid. Leuk gevoel moet dat zijn in de winter. En zo keuvelen de koeien, om de tijd door te komen. Opeens schreeuwt er een: „Daar komt Gijs!" Alle koppen draaien zich naar de in gang van de veemarkt, waar een mijnheer met een witte jas in je bek kijkt. Ja hoor. daar komt Gijs, de stier. Hij moet eerst langs de kalve ren lopen, die om het hardst schreeuwen: „Dag vader!" Gijs trekt zich daar niets van aan. Zover gaan z'n vaderlijke gevoelens niet. Op al die kinderen kan hij trouwens geen oog houden. Daar moeten de vrou wen maar voor zorgen. Als hij langs de koeien gaat, pro beert hij af en toe een knipoogje te geven, maar gemakkelijk is dat niet. Hy heeft een ring in zijn neus en iedere privé beweging moet hij duur betalen. Zó moet je handelen. Intussen lopen de boeren monste rend langs de rijen koeien Wanneer ze er een ontdekt hebben, die naar hun zin is, stappen ze op de eigenaar toe en beginnen het beest af te kam men. i Onder hel genot van een kopje koffie (of een pintje!) wordt na afloop van de markt nog een beetje nage keuveld. (Foto's: „De Leidse Courant". „Wat kost dat magere dingetje nou?", vragen ze kleinerend. De eigenaar noemt de prijs en voegt er meteen aan toe: ,Mager- achtig?" Ze is dik-achtig!" De kooplustige begint de koe dan op allerlei plaatsen te knijpen en te kietelen. Zo'n koe moet wel een ont zettende zelfbeheersing hebben, an ders zou ze het uitgieren van het lachen. Dan zegt de koper smalend: „Dik achtig? Ze is duur-achtig! Nu neemt het enige tijd in beslag alvorens een koop gesloten wordt. Eerst wordt er een poosje handje geklapt. Tot overeenstemming komt men natuurlijk niet en de koper loopt weg. De eigenaar van de koe kijkt hem na en probeert uit de manier van lopen af te lêiden, of de man er werkelijk vandoor gaat of dat het comedie is. In het eerste geval gaat hij er achter aan en laat de prijs wat zakken. In het laatste geval komt de wegloper eigener beweging terug. Maar in beide gevallen wordt de koop wel gesloten. De rest van de markt. Het andere vee op de markt treedt minder op de voorgrond. De varkens stellen zich zoals gebruikelijk ontzettend aan. Als er iemand naar ze wijst, zetten ze een keel op, of ze al op het slachthuis gearriveerd zijn. De schapen zitten zielig bijeen en blaten klagelijk. Persoonlijk gevoe len wij de meeste sympathie voor de kalveren, die vrolijk ronddartelen en op een stuntelig vrolijke manier hun achterpoten in de lucht gooien. Als die dieren niet groter werden, zouden we er ogenblikkelijk een aanschaf fen. Het zijn overigens niet allemaal kopers en verkopers die op de vee markt rondscharrelen. Er zijn ook vangers bij. Grote en kleine van gers. De laatste categorie bestaat uit jongens, die met een onderstel van een kinderwagen, waarop een ton netje gemaakt is, de markt rondrij den. Ze loeren naarstig op koeien, die een spetterend vrachtje laten vallen. Zodra dit gebeurt, zijn ze er' bij om de substantie in hun tonnetje te scheppen. De grote vangers is de categorie leveranciers, die ook speurend rond gaan en op een gegeven ogenblik op iemand toeschieten. „Ha die Jan!", zeggen ze dan. „Hoe gaat het kerel. En hoe maakt de vrouw het en de kinderen? Ro ken? Prima sigaartje! Wat ik zeggen wil; ik krijg nog steeds honderd gul den van die maaimachine. Ja, dat is de laatste termijn! Ja, je hoeft nietdat weet je wel.... maar als je toch. Ja, op die veemarkt kan je van al les meemaken! FLIP. Leiden: Eerste Binnenvestgracht 30, bij de Morspoort (iedere Donderdag van 2 tot 4 uur), Oostdwarsgracht 14 (iedere Dinsdag van 2 tot 4 uur) en Middelstegracht 129 (iedere Maan dag van 2 tot 4 uur). We hebben er laatst eens heel bru taal om het hoekje gekeken. In de wachtkamer waren de moeders druk bezig hun baby uit te pakken. Be wonderende uitroepen of meewarige blikken begeleidden dit ceremo nieel. Dan gaan zij een voor een de dokterskamer binnen. „Zo, heeft hij een loopoortje? Wel, doe dan zus of zo. En wat hij nu eten mag? Geef hem maar eens.... (U houde uw verslaggever ten goede, dat hij het hele verhaal van tomatenpuree en fijngewreven bananen niet onthou den heeft). In 1950 waren er 610 zuigelingen ingeschreven. Er werden 3699 con sulten gehouden en 3683 huisbezoe ken afgelegd. KLEUTERZORG. Na een jaar wordt de baby geacht geen baby meer te zijn, maar een kleuter. Dit betekent niet, dat hij dan geen controle meer nodig heeft. Het Wit-Gele Kruis in Leiden beschikt thans over twee kleuterbureaux: Bin nenvestgracht (le en 3e Vrijdag van de maand van 2 tot 3 uur) en Oost dwarsgracht (2e en 4e Vrijdag van de maand van 2 tot 3 uur). Daar kun nen de kinderen komen tot en met hun vijfde jaar. Daarna vallen zij on der de schoolartsendienst. Wilt u nog meer cijfers? In het af gelopen jaa^- stonden er 364 kleuters ingeschreven, waaraan 439 consulten en 1218 huisbezoeken werden be steed. WAT KOST HET? U moet ons niet vragen: wat kost dat allemaal. Want daar zijn grotere kapitalen mee gemoeid, dan u en wij ooit in handen gehad hebben. Maar daar heeft u trouwens niet mee te maken. Dat is de dagelijks terugke rende zorg van he* volijverige be stuur. Wat het uw gezin kost om lid te zijn, weten we wel. Maar zeggen we niet. Want reclame mogen en wil len we niet maken. Zeker is het ech ter, dat de geringe contributie nooit van u zal vragen wat particuliere verpleging zou kosten, wanneer u on verhoopt een zieke in huis had. En als u nooit geen zieken hebt? Wel, weest dan blij, dat u het geld voor niets hebt uitgegeven. Het gaat zeker niet aan. om langs de kant te blijven staan en pas dan handenwringend naar het Wit-Gele Kruis te hollen, wanneer onverhoopt (en onverwacht!; het ziekte-spock toch uw woning bezoekt. Het is niet meer dan een staaltje van katholieke solidariteit, wanneer ieder katholiek gezin lid is en met zijn geringe con tributie dit prachtige werk mogelijk maakt. En als we het zó bezien, is het eigenlijk een schande, dat er in Leiden pas 2500 leden zijn, dus nog niet de helft van het aantal katho lieke gezinnen. Maar wat niet is, kan komen. Het vorig jaar waren er pas 1100 leden. We gaan dus vooruit. Het Wit-Gele Kruis zal echter niet rusten, voordat iedereen lid is. En bij dit moedig streven, om ieder katholiek gezin in te schakelen in het grootse werk van de Caritas, wensen wij aan het einde van de Katholieke Gezondheidsweek het bestuur het best mogelijke resul taat van harte toe. Tot heil van de gezondheidszorg van alle katholieke Leidse gezinnen!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1951 | | pagina 5