deden
Nonnen deden het
werk van boeren
DE HAND
OF DE VUIST
Nieuwe taak voor min. Stikker
Slechts twee
fouten
LACH
ZATERDAG 13 JANUARI 1951
li LUUKAN1
TWEEDE BLAD PAGINA 2
AL IS ER DAN geen „oorlog" op
Korea immers geen van de
partijen beschouwt zich als in oorlog
met de ander, al slaat men elkaar
ook de koppen in toch is het dui
delijk, dat deze situatie niet ten
eeuwigen dage kan blijven voortdu
ren. Men kan elkaar niet met de
vredesduif om de oren blijven slaan,
zonder het beestje te vermoorden
Maar Mao is een ongemakkelijk
heerschap, hij is zo stijf cn star als
een houten marionet, wat hij feite
lijk ook is. Hoe moet dat
0 varkentje gewassen worden?
Dezer dagen is juist een
uiterste poging gedaan om het pro-
bleem-Korea alsnog in vreedzame
banen te leiden. Het plan is opge
steld door de premiers van hel En
gelse Gemenebest,, die op het ogen
blik te Londen bijeen- zijn en opge
nomen door de Commissie van Drie,
welke van de Assemblée der Ver
enigde Naties de taak hebben gekre
gen om een oplossing te zoeken voor
het conflict met Peking-China en
voorwaarden voor een wapenstil
stand te formuleren.
Het voorstel komt hierop neer, dat
Amerika, Engeland, Rusland en Chi
na een conferentie beleggen, waarop
men met een schone lei zou beginnen
en het Korea-probleem opnieuw on
der de loupe zou nemen, zonder in
de besprekingen de reeds eerder ge
dane voorstellen te betrekken. Het
geen betekent, dat Amerika zijn
voorstel aan de Verenigde Naties, om
China als „aanvaller" te brandmer
ken en sancties tegen Mao toe te
passen, voorlopig zal laten varen.
Maar als voorwaarde voor die be
spreking wordt gesteld, dat eerst het
vuren gestaakt wordt in Midden-
Korea. Om het hele geval lekkerder
te maken wordt erkenning van Pe
king-China en een zetel in de UNO
in het vooruitzicht gesteld.
Amerika heeft zich reeds bereid
verklaard, om met Mao aan de con
ferentietafel te gaan zitten, mits de
aanvaarding van het plan der Com
missie van Drie niet te lang op zich
laat wachten. Amerika is n.l. bang,
dat Mao wat al te lang zal „overwe
gen", wat hij doen zal, en intussen
zal doorgaan met vechten totdat de
verbonden legers in een nog ongun
stiger positie zullen zijn dan nu het
geval is.
Moskou blijkt er niet erg happig
op te zijn, getuige de redevoeringen
van Malik en van de Poolse verte
genwoordiger in de politieke com
missie van de Ver. Naties. Malik
wilde een bespreking niet afkeuren,
maar instemmen met de voorwaarden
wilde hij ook niet. Hij maakt de in
druk, elk vredesplan te willen tor
pederen zonder zich al te veel bloot
te geven als de ware belager van de
vrede.
Gezien de houding van Mao's
opdrachtgevers, is de hoop te
Lake Success, dat de Chinees zal toe
stemmen, tot dicht bij het nulpunt
gedaald.
Te verwachten is nu, dat men van
de zijde der Verenigde Naties op
twee manieren zal proberen om Pe
king onder druk te 2etten. Vooreerst
zal getracht worden om koste wat het
kost een dam op te werpen tegen de
aanstormende Chinezen in Midden-
Korea. Het verstijven van de weer
stand bij Wonjoe, waar o.a. de Ne
derlandse vrijwilligers meestrijden,
is daar reeds een symptoom van.
Mao moet juist nu voelen, dat zijn
opmars door Korea geen militaire
wandeling is.
Op de tweede plaats zal men in de
redevoeringen te Lake Success meer
en meer een dreigende toon horen
doorklinken, in de trant van: „Als
Peking de thans toegestoken hand
niet aanvaardt, zijn wij vastbesloten
om ons met alle mogelijke middelen
te keren tegen de agressie".
Het is evenwel de vx-aag, of Mao
zich zal laten intimideren, en nog
weer een andere vraag is het, of Mos
kou er heil in ziet om het op een
breuk te laten aankomen. Uit Mal.ks
redevoeringen zou men kunnen af
leiden, dat de Sovjets er inderdaad
op zitten te vlassen, dat het mis zal
lopen daar in Oosf-Azië. Een breuk
tussen China en de Ver. Naties ligt
ongetwijfeld in de lijn van hun po
litiek, maar het gevaar is groot, dat
het niet alleen bij een breuk tussen
China en de Ver Naties blijft. Als
China openlijk als „aanvaller" is ge
brandmerkt en een formele oorlog
het gevolg is, zal Moskou de Chine
zen ongetwijfeld helpen. Waar chijn-
lijk niet formeel en niet openlijk,
maar heimelijk, onder het mom ven
oude leveranties en van niet tegen
te houden „vrijwilligers", of de he-
TLo&idwgk lAon klein tot gAaoi
IX.
f*JE INFORMATIE VAN 1954 ZEGT DAT „HET SUSTERHUYS TE
NOORTICH 62M MERGEN" LAND BEZAT. Want ook Noordwijk
had zijn klooster en wel ter ere van St. Barbara en Catharina. Dat land
wat de zusters bezaten, gebruikten zij zelf cn zij betaalden ook mee aan de
belasting; de informatie zegt dat zij„mitten dorpe plagen te geven". In
1450 brak er een brand uit in Noordwijk, die zowat het hele dorp ver
nielde. Ook het oude Begijnhof ,dat er al in een testament van 1301 wordt
genoemd, ging in vlammen op. De zusters van het Begijnhof,, die de derde
regel van St. Franciscus hadden aangenomen, trokken weg uit Noordwijk
en vijf jaar later stond de generale overste van de orde van St. Fran
ciscus in het bisdom Utrecht, de gronden en de verlaten hofstede er op af
aan Frack van der Boekhorst, die op zich nam de verwoeste kloosterstich
ting weer te zullen herstellen.
geveld, een lange strook grond tus
sen de duinen en de Hout was een
apart leen en in 1445 gaf graaf Wil
lem VI uit het Beiers- huis aan Claes
van Ruven verlof er een dorp te
stichten. Hei werd echter nooit een
dorp, maar bleef een afzonderlijke
heerlijkheid. Toen Claes van Ruven
verlof kreeg er een dorp te stichten,
stond er in Langeveld al een kapel:
in 1334 wordt ze al genoemd en ze
had een eigen priester door de abt
van Egmond aangesteld, om de ka
pel te bedienen. De legende verhaalt,
dat zij haar stichting te danken zou
hebben aan de wonderbare redding
van een edelman aie schipbreuk
1°°^ voor de kust van Langeveld en
in zijn nood Mar'a, sterre der zee.
beloofde daar een kapel te zullen
bouwen Haar ter ere, indien hij be
houden bleef.
Moord op een priester.
Tijdens de reformatie kwam de ka
pel in handen van de protestanten,
nadat Lumey de priester, die met de
dienst was belast, Arnold Jansz. de
Eremyt geheten, had gevangen geno
men en naar Haarlem had gevoerd.
Daarop werd hij naar Heemstede ge
bracht en daar aan een boom gebon
den met musketkogels doorschoten.
Het lijk werd na 8 dagen gevonden
en begraven in de Langeveldse kaoel.
Daarna werd er in deze kapel twee
maal per jaar een godsdienstoefening
gehouden en wel op tweede Paas-
Van der Boekhorst, die ook een
weldoener was van de kloosters Leeu
wenhorst en Mariënpoel droeg de
bezittingen op in 1456 aan het St. Hie-
ronymusklooster op het Rapenburg
te Leiden en bij een toen gesloten
overeenkomst werd bepaald, dat
Franck cn zijn vrouw de hofstede
van het Noordwijkse Begijnhof met
het er toe behorende land gaf aan
de Leidse zusters en er nog wat land
bijvoegde met een huis .onder beding,
dat hij en zijn vroudw levenslang in
dat huis mochten blijven wonen, ter
wijl de zusters uit Leiden beloofden
H. Missen te zullen laten lezen voor
Franck en zijn vrouwd en andere
personen in het stuk genoemd. Zou
den de zusters ooit wegtrekken, dan
vervielen de Noordwijkse goederen
aan het klooster de Poel buiten Lei
den, om er weer een klooster van te
maken of te verkopen ten behoeve
van arme Hollandse kloosters.
Zo kwamen weldra, nadat de
Utrechtse bisschop deze overeen
komst had bekrachtigd, nieuwe zus
ters, nu Augustinessen, het oude,
eens door brand vernielde Noord
wijkse Begijnhof bevolken.
Voor de nonnenpater werd naast
het klooster aan de Heiligeweg een
huis gebouwd, dat later dienst deed
als synagoge voor de joden in Noord
wijk en later jachtkamer werd van
Jhr. Gevers.
De nonnen voorzagen in haar le
vensonderhoud met het weven van
linnen en bebouwden het land, dat zij
bezaten, molken de koeien en de
den het boerenwerk. Maar tegen de
helft van de 16de eeuw hadden zij
hun bouwerij opgeruimd, de beesten
verkocht en het land verhuurd; daar
om werden zij dan ook in 1555 ont
slagen van de verplichting halfjaar
lijks aan belasting 12 Carolus gul
dens te betalen, zogenaamde „buyr-
scatting", polderlasten zouden we
het nu noemen.
De reformatie maakte ook een ein
de aan het bestaan van dit klooster;
de gebouwen werden verwoest en de
laatste nog overgebleven zusters
mochten de inkomsten van het kloos
ter als alimentatie blijven genieten.
De kerk van het klooster werd in
1579 afgebroken en het hout van- de
afbraak werd gebruikt om de pro
testante kerk van Rijnsburg te her
stellen, evenals de korenmolen van
de door Leidse opgeschoten jonge ke
rels verwoeste abdij van Leeuwen
horst naar Noorcwijk werd ver
plaatst, waar de oude Noordmolen er
mee vervangen werd.
Verdwenen kapellen.
In diezelfde tijd ging ook de ka- j
pel, die sinds het begin van de 14de i£L°Pj'5T m,ïWe
eeuw aan de zee stond, verloren gS?e' n welk.e ™oral
evenals de kapel Langeveld. Dit Lan- j
worden. Op deze wijze wil men voor-
I komen, dat elk land op eigen houtje
mei mag weten onder welke andere gaat bepalen, aan welke invoer van
dekmantel. Het recept is al van vroe- grondstoffer, en aan welke produc-
ger bekend. Maar ook deze druilt voorrang rnoet worden verleend,
gaat zolang te water totdat ze barst waarcjoor het Europese handelsver
en niemand kan voorspellen, wan- kegr volkomen scheef zou lopen
neer dat ogenblik zal zijn aangebro
ken.
Het is een gevaarlijk spelletje, dat
Moskou speelt, en daarom is het
meer dan ooit duidelijk, dat wij ons
dienen te wapenen tegen de even
tuele fatale gevolgen van dat spelen
met vuur. Over het algemeen wordt
dat hier in het Wespen wel ingezien
en zal Eisenhower overal waar hij
komt een gerede bereidwilligheid
aantreffen om hem te helpen bij de
organisatie van de Atlantische weer
macht. Het wordt de hoogste tijd,
dat daar daadwerkelijk aan begon
nen wordt.
en Pinksterdag, wanneer de predi
kant van Noordwijk er met zijn ker-
keraad heentrok- Later werd dit eens
per jaar tot in het begin van de 19de
eeuw. Het oude gebouwtje verviel
tot een ruïne en verdween in het
midden van de vorige eeuw helemaal.
Het kaas- en broodvolk.
Bovengenoemde Claes van Ruven,
die schout en rentmeester van Haar
lem was, werd in 1492 doodgeslagen
door het kaas- broodvolk, die deze
naam kregen, omdat zij, door brood
gebrek tot opstand gekomen, op hun
vaandels een kaas met brood afbeel
den, gewoonlijk naast een heilige, of
ook wel een kaas en brood in hun
optochten meevoerden als emblemen.
Er was armoede en ellende geko
men in Westfriesland door de zee
roverij, natte jaren en devaluatie,
van de munt en het volk kwam in
opstand tegen de hoge belastingen,
vooral het ruitergeld, een soort oor
logsbelasting.
Schout Klaas was een van hen, die
deze belasting moest innen en dat
gebeurde niet altijd even rechtvaar
dig. Hij werd vermoord en men sneed
zijn lijk in stukken en bracht die in
een mand thuis bij zyn vrouw met
het rijmpje: „O vrouwke van Ruy-
ven, aan deze boukens zuldy kluy-
ven". Van Haarlem uit probeerden
de opstandelingen toen ook de stad
Leiden in hun macht te krijgen, maar
zij werden na enige schermutselingen
op de vlucht gejaagd. Op weg van
Haarlem naar Leiden kwam de ben
de door Noordwijk en eiste daar van
de schout een verb lij' voor de nscht.
Schout was toen Pieter de Bastaert.,
die namens zijn heer Jan van Noor-
tich het ambacht bestuurde en ter
verdediging maar beschikken kon
over 140 man. En dat te?en een troep
van drie duizend oproerige boeren.
Hij moest hux zin wel inwilligen
en de volgende dag trok de stoet
via de abdij van Rijnsburg naar de
Riinsburgerpoort van Leiden. Zij
wisten het blokhuis nog te verove
ren, maar toen door de stadhouder
en zijn gewapende mannen op de
vlucht gedreven. Te^en het oproer
van het kaas- en broodvolk had
Jan van Egmond de hulp ingeroe
pen van Hertog Albrecht van
Saxen. Deze zond zijn troepen die
op weg naar Haarlem eei*st naar
Noordwijk kwamen om het dorp te
straffen voor het verleende logies
aan de opstandelingen en volgens
de secretaris bedreven de soldaten
„veel onsteuricheyts". Later moest
Noordwijk meebetalen in de alge
mene kosten door de hertog ge
maakt om de rust hier te herstel
len.
B j organisatie grondstoffenverdeling
0E MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN van de 18 Marshall-
landen, die gisteren met de vertegenwoordigers van de Amerikaanse
en Canadese regeringen in Parijs vergaderden over het probleem van de
internationale grondstoffenverdeling, hebben, naar uit Parij. gemeld
wordt, besloten de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken, mr.
D. U. Stikker, tevens president van de Raad van de Organisatie voor
Europese Economische Samenwerking (de O.E.E.S.), als gevolmachtigde
te doen optreden bij de nieuwe tijdelijke organisatie voor de grondstof
fenverdeling, die de Verenigde Staten, Frankrijk en Engeland in het le-
ven hebben geroepen.
Vooral het vraagstuk van het vast
stellen der prioriteiten bij de invoer
en de verwerking van vitale grond
stoffen dient volgens gemeenschap
pelijke richtlijnen te worden vastge
steld.
Het zal de taak var minister Stik-
con-
Een jaarsalaris van 12.000 gulden
en een representatietoelage van 3200
gulden voor anderhalf jaar, toe te
kennen aan de voorzitter van de so
ciaal-economische raad, acht minis
ter Van den Brink volkomen verant
woord. Ook de bezetting van het
secretariaat acht de minister verant
woord.
Aan de voorzitter van de sociaal-
economische raad worden hoge eisen
gesteld en bovendien zal nij zeer
veel tijd aan de vervulling van zijn
functie moeten besteden.
Wegens de uitgebreide werkzaam
heden van de raad kan voor het se
cretariaat niet met enkele personen
worden volstaan. De taak van de
stichting van de arbeid, die een per
soneelsbezetting had van 22 perso
nen, wordt thans grotendeels door de
raad overgenomen, aldus de minis
ter in zijn antwoord op vragen, wel
ke door het Tweede Kamerlid, de
heer Tj. Krol, waren gesteld.
BELGIë KOOPT WEL NEDERL.
KOELHUISBpTER
In tegenstelling tot andersluidende
berichten als zou België hebben ge
weigerd koelhuisboter uit Nederland
te betrekken, deelt het ministerie
van Landbouw, Visserij en Voedsel
voorziening mede, dat met het oog op
de grote vraag naar boter op do Bel
gische markt enkele dagen geleden
tussen de beide regeringen is over
eengekomen, dat een hoeveelheid
koelhuisboter van voorlopig 500 ton
uit de voorraden van het in- en ver
koopbureau voor zuivel voor leve
ring naar België beschikbaar wordt
gesteld. Met deze uitvoer is intussen
reeds een aanvang gemaakt.
De Troonrede van September
1950 stak, naar vorm en inhoud,
gunstig af bij vorige Troonreden,
welke van germanismen en bar
barismen plachten te wemelen,
zo luidt het oordeel van een aan
tal leden der Eerste Kamer. Het
was deze leden opgevallen, al
dus ontlenen wij aan het Voor
lopig Verslag over de Rijksbe
groting, dat in de laatste Troon
rede slechts twee germanismen
voorkwamen, o.a. het woord
„verhoudingen", waar niet spra
ke was van werkelijke verhou
dingen, doch van omstandighe
den. Verder wordt het woord
„dringendheid" evenmin een ge
lukkige vondst geacht. Het feit,
lat in een stuk van zes bladz-
den een zo gering aantal taalfou
ten voorkomt, kan echter, zo
meenden deze leden, tot voldoe
ning stemmen. Aan de stijl is
bovendien in de laatste Troonre
de veel zorg besteed; de zinnen
lopen goed, maar er zou meer
kortheid beti'acht kunnen wor
den.
OOK IN OVERVEEN VOGELPEST
Bij de dieren van enkele particu
liere kippenhouders in Gverveen is
pseudo-vogelpest geconstateerd. De
vee-artsenijkundige dienst heeft de
zieke dieren laten afmaken en heeft
maatregelen getroffen om uitbrei
ding van de ziekte te voorkomen De
dienst stelt voorts een onderzoek in
naar eventuele andere ziektehaarden
in de gemeente Bloemendaal.
DE TROTS VAN MIDDELHARNIS.
Ruim een jaar geleden werd de
prachtige N.-H.- Kerk te Middelhar-
nis door brand verwoest. Dank zij de
hulp, welke uit het gehele land ver
strekt werd. kan het historische
bouwwerk binnenkort weer in ge
bruik worden genomen.
Zondagmorgen
JKE Eisenhower is tóch met een
lach op zijn mond in Den Haag ge
komen en met een lach op zijn mond
weer vertrokken ondanks dat hy
bij zijn benoeming verklaarde, dat
het geen tijd was voor een lach.
Met dit laatste is iedereen het hier
zo akelig-roerend eens, dat het voor
diezelfde iedereen een opluchting
was, dat Eisenhower een brede grijns
trok. Sombere gezichten zijn er in
Europa meer dan genoeg Daar be
hoeft geen Amerikaanse generaal
voor over te komen. Een opgeruimde
opperbevelhebber al mag hij zich
in zijn hart gesjochten voelen is
voor de goede geest in het leger en
de Europese volkeren meer waard
dan zuurpruimende diplomaten
die zich onder de hand de pretjes
niet ontzeggen.
Er zijn natuurlijk omstandigheden,
waarbij het ongepast is om te lachen,
hoewel we tot onze schande moeten
bekennen, meermalen bijna in bin
nenpretjes gestikt te zijn, omdat de
omstandigheden volstrekt niet ge
doogden er een buitenpretje van te
maken. Zo hebben we uit onze he
laas uitgestorven, hoeveelheid sui
kertantes er een begraven, met een
zakdoek krampachtig voor ons met
een „hoge zije" gesierd gelaat. „Een
bóeren-begrafenis" zegt een
verouderd spreekwoord „is een
halve bruiloft' maar het zou niet
eerlijk zijn dat gezegde alleen op
boeren-begrafenissen toe te passen.
Onze ervaring is maar het is mis
schien een kwaal in onze familie!
dat, ook bij begrafenissen van men
sen, die ons zeer dierbaar zijn, na
alle droefheid er een onweerstaan
bare behoefte is zijn gemoed lucht te
geven in een min of meer opgeruim
de bui. De aanwezigheid van enige
zelden-ontmoete buitensporige nich
ten of huiselijke drama's met hoge
hoeden, gaven daar een grif-aan
vaarde aanleiding toe.
Nogmaals: het kan zijn, dat het een
familie-kwaal is; we beschouwen het
toch als een gelukkige kwaal. Een
kwaal, die we iedereen kunnen aan-
bëvelen, juist in deze tijd.
Onze droefheid bij het afsterven
van naaste verwanten of goede vrien
den is oprecht. Onze bezorgdheid en
verdriet over wat zich thans in de
wereld afspeelt is eveneens diep en
ernstig maar juist nu hebben de
mensen meer dan anders behoefte
aan een vrolijk verzetje, en aan een
opgeruimd-kij kende opperbevelheb
ber. Het zou dwaas en harteloos zijn
zich in het vermaak te storten, om
de werkelijkheid te vergeten. Dwaas:
omdat men beter doet op zijn hoede
te zijn. Harteloos: omdat zovele onzer
mede-mensen in ellende en ramp
spoed verkeren. Maar er lijkt ons
veel vóór, als uitlaatklep van onze
gespannen bezorgdheid, vertier te
zoeken in de huiselijke vrolijkheid
van kaart-avondjes. liet bezoeken
van een opgewekte film of het le
zen van een grappig boek.
In het zoeken van zulke ver
strooiingen kunnen we misschien
worden we te oud de mensen te
genwoordig niet meer volgen. Men
luistert naar radio-hoorspelen, waar
van de voorbijgangers het gesnik op
straat kunnen horen. Men gaat films
zien met een ijskoude psychoanaly
tische ontrafeling van allerhande
menselijke verdorvenheden. Men
leest boeken die van bloed en tra
nen en sombere conflicten óverlopen.
Op die manier draagt de ontspan
ning er toe bij, iemand nog dieper in
de put te helpen.
Een vooraanstaand zakenman ver
telde ons, dat hij, als hij zwaar in
de zorgen zit een boek van de En
gelse humorist P. G. Wodehouse
nam. Het deed hem reusachtig goed.
Die raad is geknipt voor iedereen.
Het moest in de tegenwoordige
tijd verboden worden met sombere
boeken, sombere films en sombere
hoorspelen voor de dag te komen!
Houdt ge niet van liflafjes of zijt
ge er te gewichtig voor lees dan
de H. Schrift ot de „Navolging". Dat
is ten minste ernstige lectuur, di:
helpt de beroerdigheid van de we
reld in een kalm, licht te bezien en
die bij machte is de bedorven smaak
te zuiveren, opdat we weer ontvan
kelijk worden bloemetjes van on
schuldige vreugde te ontwaren en te
plukken op het harde en bonkige le
venspad.
MARIUS.
Een yetuiqe
die niet óptafi -J
Roman" van:
R. AUSTlft FREEMAN
(vertaald door F. van VeNen).
54) i
Wat de eerste betrof, hij week bij
mijn binnenkomen, met een uitdruk
king van schrik enige passen achter
uit, ging daarna op dc rand van de
tafel zitten en begon op een manier
te lachen, die enigszins beledigend
was, vooral voor Palton.
Deze stond naast mij en wreef,
met een glimlachje van innerlijke
voldoening, zijn handen.
„Ik veronderstel", zei Thorndyke
ernstig, „dat dit onze vriend Jardine
is."
„Weineen", zei Jervis, ,,'t is de
winkelchef van Wallis hier op de
hoek, ik herkende hem onir/iddellijk"
„Hoor eens", zei ik enigszins kor
zelig, „is het al niet erg genoeg, om
mij als een. Jan Klaasen te grime
ren? Moeten ielui nu nog de gek met
mij steken? En waar moet het voor
dienen?"
„Beste Jardine" zei Thorndyke sus
send, „laat je veranderd uiterlijk jc
goede humeur geen parten spelen. Ik
hen het met je eens, dat deze ver-
nomming erg hinderlijk is, maar ik
moet eerlijk zeggen, dat het een vol
ledig succes is en ik feliciteer Polton
met dit prachtige resultaat. De groot
ste kunst bij grimeren is, dat er
niets bijzonders bij de persoon in
kwestie valt op te merken en ik ver
zeker je, dat dit absoluut het geval
is. Polton haal de spiegel eens en
Iaat mijnheer zich van mijn bewe
ring overtuigen."
Ik staarde in de spiegel, welke Pol
ton, mij met een uitdrukking van
trots, voorhield. Het was werkelijk,
zoals Thorndyke had verklaard. Er
was niets bijzonders aan het gelaat
te zien, dat mij in de spiegel aan
keek, maar het was voor mij een to
taal onbekende, een doodgewoon
mens. die men zeker niet na zou kij
ken. als men hem op straat zou te
genkomen. Ik bekende dit dan ook
mopperend, doch bleef bezwaar te
gen do baard maken.
„Gelooft U werkelijk, dat ik hem
Vgllst nodig heb?"
„Ja zeker" antwoordde Thorndyke.
„Het is m: :r een tijdelijke maatre
gel, want over veertien dagen is je
eigen baard lang genoeg, om met bij
voeging van enig los haar, deze te
vervangen." En vervolgde hij, ter
wijl Polton zich met een dankbaar
glimlachje terugtrok, „ik sta er op,
dat je verdwijning in alle opzichten
volledig is. Het is niet alleen een
kwestie van je veiligheid ofschoon
die zeer noodzakelijk is en ik mij
verantwoordelijk voor jou gevoel,
aangezien wij de hulp van de politie
niet inroepen. Er zijn andere beweeg
redenen. Indien het waar is, zo
als wij veronderstellen dat er een
misdaad is gepleegd, dan moet na
verloop van tijd een of ander gevolg
van die misdaad aan het daglicht
komen. Indien die man, die je Hamp
stead zag liggen, werkelijk vermoord
is, dan moet hij nu toch door iemand
gemist worden en zal er navraag ge
daan worden. Dan zullen wij verne
men, wie hij was en misschien een
gevolgtrekking maken, wat het mo
tief van misdaad is geweest. Dan
zal jouw geheimzinnige vijand enige
tijd buiten werk gesteld worden en
wellicht een of andere nieuwe po
ging aanwenden, want hij kan niet
tot in het oneindige op je wederver
schijning wachten. En tenslotte zul
len zekere informaties, welke ik ge
nomen heb. ons op het rechte spoor
bi'engen. En als dat zo is, moet je
niet vergeten. Jardine, dat jij waar
schijnlijk de enige getuige bent, om
zekere bewijzen te bevestigen. Je
moet dus veilig bewaard worden, uit
een publiekrechterlijk oogpunt, af
gezien nog van het feit, dat je leven
hier geen gevaar loopt."
„Ik wist niet. dat U de zaak reeds
zo daadwerkelijk onder handen had
genomen", zei ik. „Heeft U het
spoor van die Gill uit die mineraal-
waterfabriek nog kunnen volgen?"
„Ik heb het gevolgd tot daar, waar
het verdween. Hij is vertrokken zon
der een enkel spoor achter te laten
en ik ben niet in staat geweest een
of andere beschrijving van hem
machtig te worden."
„In welke richting", zei ik „als ik
het vragen mag, heeft U nu Uw in
formaties genomen?"
„Ik heb het andere geval ter hand
genomen," antwoordde Thorndyke
„dat van onze patiënt Mr Maddock,
aangezien de aanslag op jou, meer
in overeenstemming lijkt met zijn
omgeving dan die van Hampstead.
Ik heb aan de rechtbank zijn testa
ment onderzocht en op 't ogenblik
zy'n er informaties in bewerking
naar de mensen, die door dat testa
ment begunstigd zijn. Speciaal ben
ik nieuwsgierig naar een legataris,
die in New-York woont en naar
wie ik verschillende informaties heb
genomen. Ik kan niet verder in bij
zonderheden treden, maar je zult
zien, dat in de zaak aanpak en je
moet niet vergeten, dat er leder
ogenblik uit verschillende andere
bronnen nieuwe berichten kunnen
binnenkomen. Mijn praktijk is een
zeer eigenaardige en er zijn zeer
weinig werkelijk duistere gevallen,
die vroeg of laat niet voor mij ter
beooi'deling gebracht worden."
„En inmiddels moet ik hier mijn
brood in ledigheid eten en wachten
op dingen die komen", zei ik.
„Je behoeft niet geheel ledig te
zitten" verklaarde Thorndyke. „Wij
zullen wel werk voor je vinden en
je kunt hier je kennis in de praktijk
der gerechtelijke geneeskunde naar
hartelust vermeerderen. Zeg, je ste
nografeert nog al goed, is het niet?
„Ja, vrij goed en tekenen ook, als
dat van enig nut kan zijn," ant
woordde ik, op mijn manier beschei
den.
„Beide kunnen te pas komen en
zelfs al was het niet nodig, dan zou
den wij ze voor de schijn moeten
aanwenden. Het wordt onder de
collega's zeker bekend, dat je hier
bent en het is beter daar geen ge
heim van te maken, doch wij zullen
werk zoeken, dat je aanwezigheid
hier motiveert. En aangezien je hier
van tijd tot tijd vreemden zult ont
moeten, moeten wij een naam* voor
je uitkiezen. Wat dunkt je van Wil
liam Morgan Howard?"
„Die is zeker zo goed als elke an
dere", vond ik.
„Goed, laat het dan William Mor
gan Howard zijn en om er goed aan
te gewennen, zullen wij de naam
Jardine voorlopig afschaffen en je
geregeld Howard noemen, zelfs als
wij alleen zijn."
Met een glimlach stemde ik met
deze maatregel in en plaatste, met
zeer gemengde gevoelens betreffen
de de eentonige omgeving en het
allerdwaaste van mijn positie, mijn
naam Howard op de lijst van
Thorndyke's assistenten.
XVI
Father Humperdinck treedt op
De volgende dag, kwam de door
Thorndyke aangestelde assistent bij
ons, oirf rapport uit te brengen over
zijn bewaking van onze spion.
Tot na middernacht had hij in het
portiershokje gezeten en de spion
geregeld gade geslagen. Deze had
onophoudelijk de straat op en neer
gelopen en vooi-durend de Ingang
van het hospitaal in het oog gehou
den. Blijkbaar had de spion Thorn
dyke niet herkend; toen deze in ge
zelschap van een der doctoren het
hospitaal had verlaten, had hij
slechts een vluchtige blik op het rij
tuig, met de twee heren er in. ge
worpen.
Wordt vervo1-