deden Nonnen deden het werk van boeren DE HAND OF DE VUIST Nieuwe taak voor min. Stikker Slechts twee fouten LACH ZATERDAG 13 JANUARI 1951 li LUUKAN1 TWEEDE BLAD PAGINA 2 AL IS ER DAN geen „oorlog" op Korea immers geen van de partijen beschouwt zich als in oorlog met de ander, al slaat men elkaar ook de koppen in toch is het dui delijk, dat deze situatie niet ten eeuwigen dage kan blijven voortdu ren. Men kan elkaar niet met de vredesduif om de oren blijven slaan, zonder het beestje te vermoorden Maar Mao is een ongemakkelijk heerschap, hij is zo stijf cn star als een houten marionet, wat hij feite lijk ook is. Hoe moet dat 0 varkentje gewassen worden? Dezer dagen is juist een uiterste poging gedaan om het pro- bleem-Korea alsnog in vreedzame banen te leiden. Het plan is opge steld door de premiers van hel En gelse Gemenebest,, die op het ogen blik te Londen bijeen- zijn en opge nomen door de Commissie van Drie, welke van de Assemblée der Ver enigde Naties de taak hebben gekre gen om een oplossing te zoeken voor het conflict met Peking-China en voorwaarden voor een wapenstil stand te formuleren. Het voorstel komt hierop neer, dat Amerika, Engeland, Rusland en Chi na een conferentie beleggen, waarop men met een schone lei zou beginnen en het Korea-probleem opnieuw on der de loupe zou nemen, zonder in de besprekingen de reeds eerder ge dane voorstellen te betrekken. Het geen betekent, dat Amerika zijn voorstel aan de Verenigde Naties, om China als „aanvaller" te brandmer ken en sancties tegen Mao toe te passen, voorlopig zal laten varen. Maar als voorwaarde voor die be spreking wordt gesteld, dat eerst het vuren gestaakt wordt in Midden- Korea. Om het hele geval lekkerder te maken wordt erkenning van Pe king-China en een zetel in de UNO in het vooruitzicht gesteld. Amerika heeft zich reeds bereid verklaard, om met Mao aan de con ferentietafel te gaan zitten, mits de aanvaarding van het plan der Com missie van Drie niet te lang op zich laat wachten. Amerika is n.l. bang, dat Mao wat al te lang zal „overwe gen", wat hij doen zal, en intussen zal doorgaan met vechten totdat de verbonden legers in een nog ongun stiger positie zullen zijn dan nu het geval is. Moskou blijkt er niet erg happig op te zijn, getuige de redevoeringen van Malik en van de Poolse verte genwoordiger in de politieke com missie van de Ver. Naties. Malik wilde een bespreking niet afkeuren, maar instemmen met de voorwaarden wilde hij ook niet. Hij maakt de in druk, elk vredesplan te willen tor pederen zonder zich al te veel bloot te geven als de ware belager van de vrede. Gezien de houding van Mao's opdrachtgevers, is de hoop te Lake Success, dat de Chinees zal toe stemmen, tot dicht bij het nulpunt gedaald. Te verwachten is nu, dat men van de zijde der Verenigde Naties op twee manieren zal proberen om Pe king onder druk te 2etten. Vooreerst zal getracht worden om koste wat het kost een dam op te werpen tegen de aanstormende Chinezen in Midden- Korea. Het verstijven van de weer stand bij Wonjoe, waar o.a. de Ne derlandse vrijwilligers meestrijden, is daar reeds een symptoom van. Mao moet juist nu voelen, dat zijn opmars door Korea geen militaire wandeling is. Op de tweede plaats zal men in de redevoeringen te Lake Success meer en meer een dreigende toon horen doorklinken, in de trant van: „Als Peking de thans toegestoken hand niet aanvaardt, zijn wij vastbesloten om ons met alle mogelijke middelen te keren tegen de agressie". Het is evenwel de vx-aag, of Mao zich zal laten intimideren, en nog weer een andere vraag is het, of Mos kou er heil in ziet om het op een breuk te laten aankomen. Uit Mal.ks redevoeringen zou men kunnen af leiden, dat de Sovjets er inderdaad op zitten te vlassen, dat het mis zal lopen daar in Oosf-Azië. Een breuk tussen China en de Ver. Naties ligt ongetwijfeld in de lijn van hun po litiek, maar het gevaar is groot, dat het niet alleen bij een breuk tussen China en de Ver Naties blijft. Als China openlijk als „aanvaller" is ge brandmerkt en een formele oorlog het gevolg is, zal Moskou de Chine zen ongetwijfeld helpen. Waar chijn- lijk niet formeel en niet openlijk, maar heimelijk, onder het mom ven oude leveranties en van niet tegen te houden „vrijwilligers", of de he- TLo&idwgk lAon klein tot gAaoi IX. f*JE INFORMATIE VAN 1954 ZEGT DAT „HET SUSTERHUYS TE NOORTICH 62M MERGEN" LAND BEZAT. Want ook Noordwijk had zijn klooster en wel ter ere van St. Barbara en Catharina. Dat land wat de zusters bezaten, gebruikten zij zelf cn zij betaalden ook mee aan de belasting; de informatie zegt dat zij„mitten dorpe plagen te geven". In 1450 brak er een brand uit in Noordwijk, die zowat het hele dorp ver nielde. Ook het oude Begijnhof ,dat er al in een testament van 1301 wordt genoemd, ging in vlammen op. De zusters van het Begijnhof,, die de derde regel van St. Franciscus hadden aangenomen, trokken weg uit Noordwijk en vijf jaar later stond de generale overste van de orde van St. Fran ciscus in het bisdom Utrecht, de gronden en de verlaten hofstede er op af aan Frack van der Boekhorst, die op zich nam de verwoeste kloosterstich ting weer te zullen herstellen. geveld, een lange strook grond tus sen de duinen en de Hout was een apart leen en in 1445 gaf graaf Wil lem VI uit het Beiers- huis aan Claes van Ruven verlof er een dorp te stichten. Hei werd echter nooit een dorp, maar bleef een afzonderlijke heerlijkheid. Toen Claes van Ruven verlof kreeg er een dorp te stichten, stond er in Langeveld al een kapel: in 1334 wordt ze al genoemd en ze had een eigen priester door de abt van Egmond aangesteld, om de ka pel te bedienen. De legende verhaalt, dat zij haar stichting te danken zou hebben aan de wonderbare redding van een edelman aie schipbreuk 1°°^ voor de kust van Langeveld en in zijn nood Mar'a, sterre der zee. beloofde daar een kapel te zullen bouwen Haar ter ere, indien hij be houden bleef. Moord op een priester. Tijdens de reformatie kwam de ka pel in handen van de protestanten, nadat Lumey de priester, die met de dienst was belast, Arnold Jansz. de Eremyt geheten, had gevangen geno men en naar Haarlem had gevoerd. Daarop werd hij naar Heemstede ge bracht en daar aan een boom gebon den met musketkogels doorschoten. Het lijk werd na 8 dagen gevonden en begraven in de Langeveldse kaoel. Daarna werd er in deze kapel twee maal per jaar een godsdienstoefening gehouden en wel op tweede Paas- Van der Boekhorst, die ook een weldoener was van de kloosters Leeu wenhorst en Mariënpoel droeg de bezittingen op in 1456 aan het St. Hie- ronymusklooster op het Rapenburg te Leiden en bij een toen gesloten overeenkomst werd bepaald, dat Franck cn zijn vrouw de hofstede van het Noordwijkse Begijnhof met het er toe behorende land gaf aan de Leidse zusters en er nog wat land bijvoegde met een huis .onder beding, dat hij en zijn vroudw levenslang in dat huis mochten blijven wonen, ter wijl de zusters uit Leiden beloofden H. Missen te zullen laten lezen voor Franck en zijn vrouwd en andere personen in het stuk genoemd. Zou den de zusters ooit wegtrekken, dan vervielen de Noordwijkse goederen aan het klooster de Poel buiten Lei den, om er weer een klooster van te maken of te verkopen ten behoeve van arme Hollandse kloosters. Zo kwamen weldra, nadat de Utrechtse bisschop deze overeen komst had bekrachtigd, nieuwe zus ters, nu Augustinessen, het oude, eens door brand vernielde Noord wijkse Begijnhof bevolken. Voor de nonnenpater werd naast het klooster aan de Heiligeweg een huis gebouwd, dat later dienst deed als synagoge voor de joden in Noord wijk en later jachtkamer werd van Jhr. Gevers. De nonnen voorzagen in haar le vensonderhoud met het weven van linnen en bebouwden het land, dat zij bezaten, molken de koeien en de den het boerenwerk. Maar tegen de helft van de 16de eeuw hadden zij hun bouwerij opgeruimd, de beesten verkocht en het land verhuurd; daar om werden zij dan ook in 1555 ont slagen van de verplichting halfjaar lijks aan belasting 12 Carolus gul dens te betalen, zogenaamde „buyr- scatting", polderlasten zouden we het nu noemen. De reformatie maakte ook een ein de aan het bestaan van dit klooster; de gebouwen werden verwoest en de laatste nog overgebleven zusters mochten de inkomsten van het kloos ter als alimentatie blijven genieten. De kerk van het klooster werd in 1579 afgebroken en het hout van- de afbraak werd gebruikt om de pro testante kerk van Rijnsburg te her stellen, evenals de korenmolen van de door Leidse opgeschoten jonge ke rels verwoeste abdij van Leeuwen horst naar Noorcwijk werd ver plaatst, waar de oude Noordmolen er mee vervangen werd. Verdwenen kapellen. In diezelfde tijd ging ook de ka- j pel, die sinds het begin van de 14de i£L°Pj'5T m,ïWe eeuw aan de zee stond, verloren gS?e' n welk.e ™oral evenals de kapel Langeveld. Dit Lan- j worden. Op deze wijze wil men voor- I komen, dat elk land op eigen houtje mei mag weten onder welke andere gaat bepalen, aan welke invoer van dekmantel. Het recept is al van vroe- grondstoffer, en aan welke produc- ger bekend. Maar ook deze druilt voorrang rnoet worden verleend, gaat zolang te water totdat ze barst waarcjoor het Europese handelsver en niemand kan voorspellen, wan- kegr volkomen scheef zou lopen neer dat ogenblik zal zijn aangebro ken. Het is een gevaarlijk spelletje, dat Moskou speelt, en daarom is het meer dan ooit duidelijk, dat wij ons dienen te wapenen tegen de even tuele fatale gevolgen van dat spelen met vuur. Over het algemeen wordt dat hier in het Wespen wel ingezien en zal Eisenhower overal waar hij komt een gerede bereidwilligheid aantreffen om hem te helpen bij de organisatie van de Atlantische weer macht. Het wordt de hoogste tijd, dat daar daadwerkelijk aan begon nen wordt. en Pinksterdag, wanneer de predi kant van Noordwijk er met zijn ker- keraad heentrok- Later werd dit eens per jaar tot in het begin van de 19de eeuw. Het oude gebouwtje verviel tot een ruïne en verdween in het midden van de vorige eeuw helemaal. Het kaas- en broodvolk. Bovengenoemde Claes van Ruven, die schout en rentmeester van Haar lem was, werd in 1492 doodgeslagen door het kaas- broodvolk, die deze naam kregen, omdat zij, door brood gebrek tot opstand gekomen, op hun vaandels een kaas met brood afbeel den, gewoonlijk naast een heilige, of ook wel een kaas en brood in hun optochten meevoerden als emblemen. Er was armoede en ellende geko men in Westfriesland door de zee roverij, natte jaren en devaluatie, van de munt en het volk kwam in opstand tegen de hoge belastingen, vooral het ruitergeld, een soort oor logsbelasting. Schout Klaas was een van hen, die deze belasting moest innen en dat gebeurde niet altijd even rechtvaar dig. Hij werd vermoord en men sneed zijn lijk in stukken en bracht die in een mand thuis bij zyn vrouw met het rijmpje: „O vrouwke van Ruy- ven, aan deze boukens zuldy kluy- ven". Van Haarlem uit probeerden de opstandelingen toen ook de stad Leiden in hun macht te krijgen, maar zij werden na enige schermutselingen op de vlucht gejaagd. Op weg van Haarlem naar Leiden kwam de ben de door Noordwijk en eiste daar van de schout een verb lij' voor de nscht. Schout was toen Pieter de Bastaert., die namens zijn heer Jan van Noor- tich het ambacht bestuurde en ter verdediging maar beschikken kon over 140 man. En dat te?en een troep van drie duizend oproerige boeren. Hij moest hux zin wel inwilligen en de volgende dag trok de stoet via de abdij van Rijnsburg naar de Riinsburgerpoort van Leiden. Zij wisten het blokhuis nog te verove ren, maar toen door de stadhouder en zijn gewapende mannen op de vlucht gedreven. Te^en het oproer van het kaas- en broodvolk had Jan van Egmond de hulp ingeroe pen van Hertog Albrecht van Saxen. Deze zond zijn troepen die op weg naar Haarlem eei*st naar Noordwijk kwamen om het dorp te straffen voor het verleende logies aan de opstandelingen en volgens de secretaris bedreven de soldaten „veel onsteuricheyts". Later moest Noordwijk meebetalen in de alge mene kosten door de hertog ge maakt om de rust hier te herstel len. B j organisatie grondstoffenverdeling 0E MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN van de 18 Marshall- landen, die gisteren met de vertegenwoordigers van de Amerikaanse en Canadese regeringen in Parijs vergaderden over het probleem van de internationale grondstoffenverdeling, hebben, naar uit Parij. gemeld wordt, besloten de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken, mr. D. U. Stikker, tevens president van de Raad van de Organisatie voor Europese Economische Samenwerking (de O.E.E.S.), als gevolmachtigde te doen optreden bij de nieuwe tijdelijke organisatie voor de grondstof fenverdeling, die de Verenigde Staten, Frankrijk en Engeland in het le- ven hebben geroepen. Vooral het vraagstuk van het vast stellen der prioriteiten bij de invoer en de verwerking van vitale grond stoffen dient volgens gemeenschap pelijke richtlijnen te worden vastge steld. Het zal de taak var minister Stik- con- Een jaarsalaris van 12.000 gulden en een representatietoelage van 3200 gulden voor anderhalf jaar, toe te kennen aan de voorzitter van de so ciaal-economische raad, acht minis ter Van den Brink volkomen verant woord. Ook de bezetting van het secretariaat acht de minister verant woord. Aan de voorzitter van de sociaal- economische raad worden hoge eisen gesteld en bovendien zal nij zeer veel tijd aan de vervulling van zijn functie moeten besteden. Wegens de uitgebreide werkzaam heden van de raad kan voor het se cretariaat niet met enkele personen worden volstaan. De taak van de stichting van de arbeid, die een per soneelsbezetting had van 22 perso nen, wordt thans grotendeels door de raad overgenomen, aldus de minis ter in zijn antwoord op vragen, wel ke door het Tweede Kamerlid, de heer Tj. Krol, waren gesteld. BELGIë KOOPT WEL NEDERL. KOELHUISBpTER In tegenstelling tot andersluidende berichten als zou België hebben ge weigerd koelhuisboter uit Nederland te betrekken, deelt het ministerie van Landbouw, Visserij en Voedsel voorziening mede, dat met het oog op de grote vraag naar boter op do Bel gische markt enkele dagen geleden tussen de beide regeringen is over eengekomen, dat een hoeveelheid koelhuisboter van voorlopig 500 ton uit de voorraden van het in- en ver koopbureau voor zuivel voor leve ring naar België beschikbaar wordt gesteld. Met deze uitvoer is intussen reeds een aanvang gemaakt. De Troonrede van September 1950 stak, naar vorm en inhoud, gunstig af bij vorige Troonreden, welke van germanismen en bar barismen plachten te wemelen, zo luidt het oordeel van een aan tal leden der Eerste Kamer. Het was deze leden opgevallen, al dus ontlenen wij aan het Voor lopig Verslag over de Rijksbe groting, dat in de laatste Troon rede slechts twee germanismen voorkwamen, o.a. het woord „verhoudingen", waar niet spra ke was van werkelijke verhou dingen, doch van omstandighe den. Verder wordt het woord „dringendheid" evenmin een ge lukkige vondst geacht. Het feit, lat in een stuk van zes bladz- den een zo gering aantal taalfou ten voorkomt, kan echter, zo meenden deze leden, tot voldoe ning stemmen. Aan de stijl is bovendien in de laatste Troonre de veel zorg besteed; de zinnen lopen goed, maar er zou meer kortheid beti'acht kunnen wor den. OOK IN OVERVEEN VOGELPEST Bij de dieren van enkele particu liere kippenhouders in Gverveen is pseudo-vogelpest geconstateerd. De vee-artsenijkundige dienst heeft de zieke dieren laten afmaken en heeft maatregelen getroffen om uitbrei ding van de ziekte te voorkomen De dienst stelt voorts een onderzoek in naar eventuele andere ziektehaarden in de gemeente Bloemendaal. DE TROTS VAN MIDDELHARNIS. Ruim een jaar geleden werd de prachtige N.-H.- Kerk te Middelhar- nis door brand verwoest. Dank zij de hulp, welke uit het gehele land ver strekt werd. kan het historische bouwwerk binnenkort weer in ge bruik worden genomen. Zondagmorgen JKE Eisenhower is tóch met een lach op zijn mond in Den Haag ge komen en met een lach op zijn mond weer vertrokken ondanks dat hy bij zijn benoeming verklaarde, dat het geen tijd was voor een lach. Met dit laatste is iedereen het hier zo akelig-roerend eens, dat het voor diezelfde iedereen een opluchting was, dat Eisenhower een brede grijns trok. Sombere gezichten zijn er in Europa meer dan genoeg Daar be hoeft geen Amerikaanse generaal voor over te komen. Een opgeruimde opperbevelhebber al mag hij zich in zijn hart gesjochten voelen is voor de goede geest in het leger en de Europese volkeren meer waard dan zuurpruimende diplomaten die zich onder de hand de pretjes niet ontzeggen. Er zijn natuurlijk omstandigheden, waarbij het ongepast is om te lachen, hoewel we tot onze schande moeten bekennen, meermalen bijna in bin nenpretjes gestikt te zijn, omdat de omstandigheden volstrekt niet ge doogden er een buitenpretje van te maken. Zo hebben we uit onze he laas uitgestorven, hoeveelheid sui kertantes er een begraven, met een zakdoek krampachtig voor ons met een „hoge zije" gesierd gelaat. „Een bóeren-begrafenis" zegt een verouderd spreekwoord „is een halve bruiloft' maar het zou niet eerlijk zijn dat gezegde alleen op boeren-begrafenissen toe te passen. Onze ervaring is maar het is mis schien een kwaal in onze familie! dat, ook bij begrafenissen van men sen, die ons zeer dierbaar zijn, na alle droefheid er een onweerstaan bare behoefte is zijn gemoed lucht te geven in een min of meer opgeruim de bui. De aanwezigheid van enige zelden-ontmoete buitensporige nich ten of huiselijke drama's met hoge hoeden, gaven daar een grif-aan vaarde aanleiding toe. Nogmaals: het kan zijn, dat het een familie-kwaal is; we beschouwen het toch als een gelukkige kwaal. Een kwaal, die we iedereen kunnen aan- bëvelen, juist in deze tijd. Onze droefheid bij het afsterven van naaste verwanten of goede vrien den is oprecht. Onze bezorgdheid en verdriet over wat zich thans in de wereld afspeelt is eveneens diep en ernstig maar juist nu hebben de mensen meer dan anders behoefte aan een vrolijk verzetje, en aan een opgeruimd-kij kende opperbevelheb ber. Het zou dwaas en harteloos zijn zich in het vermaak te storten, om de werkelijkheid te vergeten. Dwaas: omdat men beter doet op zijn hoede te zijn. Harteloos: omdat zovele onzer mede-mensen in ellende en ramp spoed verkeren. Maar er lijkt ons veel vóór, als uitlaatklep van onze gespannen bezorgdheid, vertier te zoeken in de huiselijke vrolijkheid van kaart-avondjes. liet bezoeken van een opgewekte film of het le zen van een grappig boek. In het zoeken van zulke ver strooiingen kunnen we misschien worden we te oud de mensen te genwoordig niet meer volgen. Men luistert naar radio-hoorspelen, waar van de voorbijgangers het gesnik op straat kunnen horen. Men gaat films zien met een ijskoude psychoanaly tische ontrafeling van allerhande menselijke verdorvenheden. Men leest boeken die van bloed en tra nen en sombere conflicten óverlopen. Op die manier draagt de ontspan ning er toe bij, iemand nog dieper in de put te helpen. Een vooraanstaand zakenman ver telde ons, dat hij, als hij zwaar in de zorgen zit een boek van de En gelse humorist P. G. Wodehouse nam. Het deed hem reusachtig goed. Die raad is geknipt voor iedereen. Het moest in de tegenwoordige tijd verboden worden met sombere boeken, sombere films en sombere hoorspelen voor de dag te komen! Houdt ge niet van liflafjes of zijt ge er te gewichtig voor lees dan de H. Schrift ot de „Navolging". Dat is ten minste ernstige lectuur, di: helpt de beroerdigheid van de we reld in een kalm, licht te bezien en die bij machte is de bedorven smaak te zuiveren, opdat we weer ontvan kelijk worden bloemetjes van on schuldige vreugde te ontwaren en te plukken op het harde en bonkige le venspad. MARIUS. Een yetuiqe die niet óptafi -J Roman" van: R. AUSTlft FREEMAN (vertaald door F. van VeNen). 54) i Wat de eerste betrof, hij week bij mijn binnenkomen, met een uitdruk king van schrik enige passen achter uit, ging daarna op dc rand van de tafel zitten en begon op een manier te lachen, die enigszins beledigend was, vooral voor Palton. Deze stond naast mij en wreef, met een glimlachje van innerlijke voldoening, zijn handen. „Ik veronderstel", zei Thorndyke ernstig, „dat dit onze vriend Jardine is." „Weineen", zei Jervis, ,,'t is de winkelchef van Wallis hier op de hoek, ik herkende hem onir/iddellijk" „Hoor eens", zei ik enigszins kor zelig, „is het al niet erg genoeg, om mij als een. Jan Klaasen te grime ren? Moeten ielui nu nog de gek met mij steken? En waar moet het voor dienen?" „Beste Jardine" zei Thorndyke sus send, „laat je veranderd uiterlijk jc goede humeur geen parten spelen. Ik hen het met je eens, dat deze ver- nomming erg hinderlijk is, maar ik moet eerlijk zeggen, dat het een vol ledig succes is en ik feliciteer Polton met dit prachtige resultaat. De groot ste kunst bij grimeren is, dat er niets bijzonders bij de persoon in kwestie valt op te merken en ik ver zeker je, dat dit absoluut het geval is. Polton haal de spiegel eens en Iaat mijnheer zich van mijn bewe ring overtuigen." Ik staarde in de spiegel, welke Pol ton, mij met een uitdrukking van trots, voorhield. Het was werkelijk, zoals Thorndyke had verklaard. Er was niets bijzonders aan het gelaat te zien, dat mij in de spiegel aan keek, maar het was voor mij een to taal onbekende, een doodgewoon mens. die men zeker niet na zou kij ken. als men hem op straat zou te genkomen. Ik bekende dit dan ook mopperend, doch bleef bezwaar te gen do baard maken. „Gelooft U werkelijk, dat ik hem Vgllst nodig heb?" „Ja zeker" antwoordde Thorndyke. „Het is m: :r een tijdelijke maatre gel, want over veertien dagen is je eigen baard lang genoeg, om met bij voeging van enig los haar, deze te vervangen." En vervolgde hij, ter wijl Polton zich met een dankbaar glimlachje terugtrok, „ik sta er op, dat je verdwijning in alle opzichten volledig is. Het is niet alleen een kwestie van je veiligheid ofschoon die zeer noodzakelijk is en ik mij verantwoordelijk voor jou gevoel, aangezien wij de hulp van de politie niet inroepen. Er zijn andere beweeg redenen. Indien het waar is, zo als wij veronderstellen dat er een misdaad is gepleegd, dan moet na verloop van tijd een of ander gevolg van die misdaad aan het daglicht komen. Indien die man, die je Hamp stead zag liggen, werkelijk vermoord is, dan moet hij nu toch door iemand gemist worden en zal er navraag ge daan worden. Dan zullen wij verne men, wie hij was en misschien een gevolgtrekking maken, wat het mo tief van misdaad is geweest. Dan zal jouw geheimzinnige vijand enige tijd buiten werk gesteld worden en wellicht een of andere nieuwe po ging aanwenden, want hij kan niet tot in het oneindige op je wederver schijning wachten. En tenslotte zul len zekere informaties, welke ik ge nomen heb. ons op het rechte spoor bi'engen. En als dat zo is, moet je niet vergeten. Jardine, dat jij waar schijnlijk de enige getuige bent, om zekere bewijzen te bevestigen. Je moet dus veilig bewaard worden, uit een publiekrechterlijk oogpunt, af gezien nog van het feit, dat je leven hier geen gevaar loopt." „Ik wist niet. dat U de zaak reeds zo daadwerkelijk onder handen had genomen", zei ik. „Heeft U het spoor van die Gill uit die mineraal- waterfabriek nog kunnen volgen?" „Ik heb het gevolgd tot daar, waar het verdween. Hij is vertrokken zon der een enkel spoor achter te laten en ik ben niet in staat geweest een of andere beschrijving van hem machtig te worden." „In welke richting", zei ik „als ik het vragen mag, heeft U nu Uw in formaties genomen?" „Ik heb het andere geval ter hand genomen," antwoordde Thorndyke „dat van onze patiënt Mr Maddock, aangezien de aanslag op jou, meer in overeenstemming lijkt met zijn omgeving dan die van Hampstead. Ik heb aan de rechtbank zijn testa ment onderzocht en op 't ogenblik zy'n er informaties in bewerking naar de mensen, die door dat testa ment begunstigd zijn. Speciaal ben ik nieuwsgierig naar een legataris, die in New-York woont en naar wie ik verschillende informaties heb genomen. Ik kan niet verder in bij zonderheden treden, maar je zult zien, dat in de zaak aanpak en je moet niet vergeten, dat er leder ogenblik uit verschillende andere bronnen nieuwe berichten kunnen binnenkomen. Mijn praktijk is een zeer eigenaardige en er zijn zeer weinig werkelijk duistere gevallen, die vroeg of laat niet voor mij ter beooi'deling gebracht worden." „En inmiddels moet ik hier mijn brood in ledigheid eten en wachten op dingen die komen", zei ik. „Je behoeft niet geheel ledig te zitten" verklaarde Thorndyke. „Wij zullen wel werk voor je vinden en je kunt hier je kennis in de praktijk der gerechtelijke geneeskunde naar hartelust vermeerderen. Zeg, je ste nografeert nog al goed, is het niet? „Ja, vrij goed en tekenen ook, als dat van enig nut kan zijn," ant woordde ik, op mijn manier beschei den. „Beide kunnen te pas komen en zelfs al was het niet nodig, dan zou den wij ze voor de schijn moeten aanwenden. Het wordt onder de collega's zeker bekend, dat je hier bent en het is beter daar geen ge heim van te maken, doch wij zullen werk zoeken, dat je aanwezigheid hier motiveert. En aangezien je hier van tijd tot tijd vreemden zult ont moeten, moeten wij een naam* voor je uitkiezen. Wat dunkt je van Wil liam Morgan Howard?" „Die is zeker zo goed als elke an dere", vond ik. „Goed, laat het dan William Mor gan Howard zijn en om er goed aan te gewennen, zullen wij de naam Jardine voorlopig afschaffen en je geregeld Howard noemen, zelfs als wij alleen zijn." Met een glimlach stemde ik met deze maatregel in en plaatste, met zeer gemengde gevoelens betreffen de de eentonige omgeving en het allerdwaaste van mijn positie, mijn naam Howard op de lijst van Thorndyke's assistenten. XVI Father Humperdinck treedt op De volgende dag, kwam de door Thorndyke aangestelde assistent bij ons, oirf rapport uit te brengen over zijn bewaking van onze spion. Tot na middernacht had hij in het portiershokje gezeten en de spion geregeld gade geslagen. Deze had onophoudelijk de straat op en neer gelopen en vooi-durend de Ingang van het hospitaal in het oog gehou den. Blijkbaar had de spion Thorn dyke niet herkend; toen deze in ge zelschap van een der doctoren het hospitaal had verlaten, had hij slechts een vluchtige blik op het rij tuig, met de twee heren er in. ge worpen. Wordt vervo1-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1951 | | pagina 6