Bethlehem
keRStpRcek van paus
Leo öe QROte
15 eeuwen qeleöen
mARlA BlÓt tot QOÖ
öen VAöeR
vant hij nadert de palm der
overwinning.
De zondaar verheuge zich,
want hij wordt ter verzoening
uitgenodigd.
De heiden zij vol vertrouwen,
want hij wordt tot het leven ge
roepen.
Gods Zoon immers nam bij de
volheid der tijden, vastgesteld in
de ondoordringbaar diepe god
delijke raadsbesluiten, de men
selijke natuur aan. om deze na
tuur met haat Schepper te ver
zoenen, opdat de duivel, de ver
wekker van de dood, zou over
wonnen worden door de natuur
zélf die hij had overwonnen.
gETHLEHEM, het kleine dorpje in
Palestina is beroemd ais geboor
teplaats van Christus. De plaats ligt
twee uur ten Zuid-Oosten van Jeru
zalem. Bethlehem was ook de ge
boorteplaats van David en is in dat
opzicht ook belangrijk voor de Jo
den. De stal waarin Christus is ge
boren, was eigenlijk niet binnen,
maar even buiten de stad gelegen.
Deze grot is niet kunstmatig aange-
legd, maar is een echte door de na
tuur gevormde bergholte. Reeds in
de eerste tijden van het Christendom
werd deze grot druk bezocht, even
als het Heilig Graf te Jeruzalem.
Deze belangstelling trok de aan
dacht van Keizer Arrianus, die in het
jaar 136 de heilige plaatsen liet ont-
eren.door er een bos te planten voor
de eredienst van Adonis, de minnaar
van Venus. Deze ontheiliging heeft
toch ook zijn goede zijde g:ha->, daar
hierdoor de herinering bewaard
bleef aan de juiste plaats van Chris
tus' geboorte. Met de afgodendienst
was het echter spoedig gedaan en 't
bos werd geheel verlaten. Keizerin
Helena, Moeder van Constantijn, liet
het bos vernietigen en bouwde bo
ven de grot een prachtige kerk. Con-
tantijn liet deze kerk nog bijzonder
verfraaien. Koning Boudewijn I werd
op Kerstmis 1100 in deze kerk ge
kroond. Door het bouwen boven de
grot heeft deze een heel ander ge
daante verkregen en is veranderd in
een crypte onder het priesterkoor.
Lucht en licht moeten hier binnen
komen door twee openingen in d"
vloer der kerk. De crypte is 12 ys me
ter lang en ruim 3 meter breed; voor
stoelen en banken is hier geen plaats.
De kerk zelf is van Griekse bouw
orde en heeft de vorm van een kruis.
De grote beuk bevat 48 raad marme
ren zuilen. Dit gedeelte der kerk
wordt door Armeniërs gebruikt. De
Grieken hebben het eigenlijke kruis
en het koor in bezit genomen; het
Griekse gedeelte is door een muur
van het Armeense gescheiden. In het
Griekse gedeelte staat een altaar,
hetwelk is toegewijd aan de drie Wij
zen, die Christus kwamen aanbidden.
Ter zijde van het koor vindt men
twee wenteltrappen welke naar de
crypte voeren, die zich onder het
koor bevindt. De plaats, waar de Za
ligmaker werd geboren, wordt aan
geduid door een marmeren plaat met
een verguld zilveren ster in het mid
den, waarom heen de woorden staan:
„Hic de Virgine Maria natus est Je
sus". (Hier werd Jesus geboren uit
de maagd Maria). Boven deze ster
bevindt zich een marmeren plaat
welke tot altaar dient. Door de intri
ges der schismatieken mag op dit al
taar echter de H. Mis niet meer wor
den opgedragen. De kerk is rijk ver
sierd met schilderijen en beelden en
bezit een zeer fraai orgel. De H Hie-
ronymus vertoefde de laatste 36 jaar
van zijn leven te Bethlehem in de
onmiddellijke nabijheid van de grot.
De Kerstnacht bracht hij steeds door
in de grot, waar hij stseds opni°uw
getroffen werd door de armoede en
ongerieflijkheid welke er heersten.
Aan de andere kant betreurde hfj
het echter, dat men die armoede
tracht te verminderen dooi allerlei
kostbare versierselen. Ten tijde van
de H. Hieronymus stond er in de
grot een zilveren kribbe, welke ech
ter verdwenen is Omstreeks 1157 trof
men deze kribbe te Constantinopel
aan.
Het tegenwoordige Bethlehem zal
waarschijnlijk niet veel verschillen
met dat uit de tijd van Christus, daar
de bouwtrant der huizen in de loop
der eeuwen niet veel verandering
heeft ondergaan. Ook het aantal
inwoners heeft zich niet bijzonder
gewijzigd. De meeste inwoners van
de stad zijn Christenen. Zij houden
zich voornamelijk met de landbouw
bezig, gerst, druiven, vijgen en olij
ven worden het meeste verbouwd.
'tis nacht! staat opi wie kan öea nu noc, slapen,
als 't eeuwiq licht öer öuisteunis omstuaalt;
en als het woorö, öat alles heeft qeschapen,
is uit öe tRoon öes hemels neeRQeöaalt?
LEO I, DIE PAUS WAS IN
de jaren 440461, wordt
wordt „De Grote" genoemd.
Groot was hij inderdaad als
kerkvorst en als kerkleraar,
groot als begenadigd en heilig
man, groot in zijn optreden te
genover de woeste horden uit
het Oosten, die in zijn tijd Italië
bedreigden Hij wist in 451 At-
tila te bewegen Italië te verlaten
en kort daarna weerhield hij
Genserik van moord en brand
stichting in de Eeuwige Stad. al
kon hij plundering niet voorko
men.
Van de H. Leo zijn vele pre
ken en brieven bewaard geble
ven Een van zijn Kerstpreken,
welke in het Romeins brevier is
opgenomen, volgt hier.
Onze Zaligmaker, mijne dier
baren, is heden geboren.
Laten wij ons verheugen!
Voor droefheid mag er immers
geen plaats zijn op de geboorte
dag van het Leven, dat de vreze
der sterfelijkheid heeft wegge
nomen, om ons te verblijden met
de belofte der onvergankelijk
heid.
Niemand wordt van het deel
nemen in deze vreugde uitgeslo
ten.
Wij hebben allen eenzelfde
reden tot vreugde.
Want Onze Heer als verdel
ger van zonde en dood is, wijl
Hij niemand vrij van zonde aan
trof. tot ons aller verlossing ge
komen.
De rechtvaardige springe op,
Gij, die de wereld hebt gebouwd,
De sterren naar Uw hand gezet,
Die mensch en dier in leven houdt
Door kracht van Uw verheven wet,
Aanhoor mijn nederig gebed:
Uw zoon hebt Gij mij toevertrouwd,
lk wordt Zijn moeder en ik houd
Zóó veel van 't Kind in mijnen schoot,
Dat nooit Uw gunst zal zijn volprezen,
Laat, in Uw liefde, tot den dood
Mij zooveel goedheid waardig wezen.
Ik weet, dat Hij hier komen zal,
Uw eigen zoon, dien Gij bemint;
ln dezen armen, vuilen stal
Wordt Hij vannacht mijn eenigst kind.
De vrieskou en de noordenwind
Zullen zijn kleine lichaam deren;
Och, wist ik waar ik doeken vind
Om van zijn krib de kou te weren!
God, laat mij elke vreugd ontberen,
Maar geef mij warmte voor mijn kind!
Gij zaegt op Uwe dienstmaagd neer,
Die nu haar eigen Schepper draagt
En moeder wordt van haren Heer.
Wat heeft Uw oog zoozeer behaagd
ln mijeen nederige maagd,
Een dorpskind, dat Gij uitverkiest
En dat vergeefs de reden vraagt?
Geef, dat mijn hart zich niet verliest
ln hoogmoed, nu het feller jaagt
Van vreugd om wat geschieden gaat.
Houd mij van alle zonden vrij,
Van eiken smet, van ieder kwaad
En van de zucht tot hoovaardij,
Opdat ik, rein in woord en daad,
Voor Hem een goede moeder zij.
ANTON VAN DUINKERKEN.
n dien strijd voor ons aangc-
l gegaan werd eervol en won
derbaar, overeenkomstig de wet
ten der billijkheid gestreden,
terwijl de almachtige Heer met
de wrede vijand in het strijdperk
trad, niet omhuld van zijn Maje
steit, maar bekleed met onze
zwakheid en hem tegemoet trad
in hetzelfde uiterlijk, in dezelf
de natuur, delend onze sterfe
lijkheid, maar geheel vrij van
zonde.
Want zijne geboorte bleef ge
vrijwaard van datgene wat Qver
ons allen geschreven staat: „Nié
mand is vrij van zonde, zelfs
niet het kind, dat maar één dag
op aarde heeft".
Nieti, van de begeerlijkheid
des vleeses ging dan in deze
wonderbare geboorte over, niets
van de wet der zonde.
Een koninklijke Maagd uit de
stam van David wordt uitverko
ren
Voorbeschikt om een heilige
spruit in haar schoot te dragen,
heeft zij de Godmens in de geest
eerder ontvangen dan in het
lichaam.
En opdat zij, onbewust van de
hemelse raadsbesluiten, niet
bang zou worden bij het horen
van ongewone taal, verneemt zij
in een samenspraak met de En
gel, wat de Heilige Geest in haar
zou bewerken.
En nu zij weldra moeder van
God zal worden, vreest zij geen
schade meer voor haar maagde
lijkheid.
Daarom, mijne dierbaren, la
ten wij God de Vader danken
door zijn Zoon in de Heilige
Geest, omdat Hij in zijn gren
zeloze liefde, waarmede Hij ons
heeft liefgehad, zich over ons
heeft erbarmd en ons, toen wij
door de zonde gestorven waren,
tot een nieuw levenin Christus
heeft opgewekt, opdat wij in
Hem een nieuw schepsel, een
nieuw beeld zouden zijn.
aten wij derhalve de oude
mens afleggen met zijn wer
ken, en deelachtig geworden aan
de geboorte van Christus, verza
ken aan de werken des vleses.
Christenmens! Erken uw waar
digheid, en wil u, deelachtig ge
worden aan de goddelijke na
tuur niet meer tot een vroegere
toestand verlagen door een on
waardig gedrag.
Gedenk van welk hoofd en
welk lichaam gij een lid zijt.
Gedenk, dat gij ontrukt aan
de macht der duisternis, overge
plaatst zijt in het licht en het
Rijk Gods.