Na hertog Kareis dood kwamen
de magere jaren
Kanker overvleugeld door
f hartziekten
Uitspraak, dat bij beroepskeuze
particulier initiatief vóór gaat
ZATERDAG 23 DECEMBER 1950
«SE COURANT
TWEEDE BLAD - PAGINA I
Ylo-oJidwijk tutu (dein tot q/ioot
OM EEN EN ANDER TE WETEN TE KOMEN OVER DE ALGEMENE
TOESTAND VAN HET MIDDELEEUWSE NOORDWIJK gaan we te
rade bij de informaties, die in 1494 en 1514 werden gehouden door een
commissie, welke moest vaststellen hoeveel elke stad en elk dorp had
te betalen aan belasting. In Noord wijk verscheen in 1494 de schout met
enkele andere leden van het dorpsbestuur; zij verklaarden, dat hun dorp
ten tijde dat hertog Karei de Stoute stierf, dus in 1477, toen hij bij Nan
cy sneuvelde, ep door zijn dochter Maria werd opgevolgd, 370 huizen
telde, die toen „alle bewoont" waren „ende wezende in goeden state".
Maai' nu hadden zij maar 290 huizen meer, en daarvan stonden er 60
onbewoond. Van de 230 overige, werden er 28 bewoond door mensen, die
twee derde van de belastingen moesten opbrengen, terwijl het laatste
derde deel werd betaald door de inwoners van de 202 huizen. Er was
dus in vrij korte tijd een geweldige achteruitgang gekomen in Noord-
wijk, gelijk trouwens overal elders.
Hertog Karei liet zijn landen 1
armd achter; een langdurige strijd
tussen het Beierse en het Bourgondi
sche huis over het bezit van Noord-
Nederland had vooral in Holland veel
schade veroorzaakt en kapitaal ver
nietigd. Tijdens het bestuur van Ka-
rel was dat nog niet zo merkbaar ge
weest, maar na zijn dood kwamen
de magere jaren. Want in sommige
steden kwam opstand; strijd om
Utrecht, aanslag op de stad Leiden,
de opstand van het kaas- en brood
volk, een aantal natte jaren tussen
1480 en 1490. die grote schade aan
de oogst toebrachten, de muizenplaag,
oorlog met Frankrijk en een stop
zetten van de handel met Engeland,
alle zovele redenen en oorzaken van
een malaise, waardoor het volk tot
armoede kwam. De belastingen wa
ren hoog en er werd dan ook alom
over geklaagd. Het platteland had te
lijden van plunderingen en stroop
tochten en in vele plaatsen zien we,
hoe de rijkere burgers wegtrekken
naar plaatsen, waar de belastingen
minder hoog waren, of waar het vei
liger wonen was.
Dc Noord wij kers verklaarden in
1494, dat „ter zee te varen" hun voor
naamste bron van bestaan was, hun
„meeste ende heur beste neringhe".
Geen wonder, dat er dus achteruit
gang was gekomen, nu kaperijen van
de Fransen de zeevaart onveilig
maakten. In 1477 hadden zij voor de
haringvangst en visvangst %6 grote
„buysen" en 14 „overlopers* slabbe-
scheper."; bovendien nog 18 „smal-
schepen" om kabeljauw, schol, wij
ting „ende diergelycke visch" te van
gen. Maar in 1494 was die vissers
vloot van Noordwijk terug gelo
pen op 2 buysen en 4 andere sche
pen voor de haringvangst en 14 voor
de vangst van andere vis. Hun an
dere scheepjes waren gekaaot door
de Fransen, terwijl zij bovendien nog
een losprijs van zes duizend Rijnland
se guldens hadden moeten betalen.
Als tweede oorzaak van hun ver
arming gaven zij op, dat de rijkste
inwoners naar de stac waren ver
huisd, zowel uit veiligheid als „omme
te ontgaan die contributie". En lande
rijen waren gekomen aan niet in
woners, die vrij waren van belasting
betalen. Want het belastingstelsel in
die dagen was anders dan nu. Elke
stad en elk dorp werd aangeslagen
en de bestuurders hadden het bedrag
van de aanslag te verdelen over de
inwoners. Maar als maatstaf gold het
aantal morgen land, dat de gemeente
groot was en men betaalde naar die
morgen talen. Land in bezit van poor
ters van de steden, in handen van
kerken en kloosters en van de adel
was vrij en wanneer nu vele morgen
land bezit van kloosters of poorters
enz. waren, betekende dat, dat de
overige morgen land van een dorp
zwaarder belast moesten worden, om
de totale aanslag te betalen. Geen-
wonder, dat in die tijd in stad en
land geklaagd wordt, dat te veel mor
gen land bezit van kloosters of ker
ken of adel zijn, of dat het in han
den is gekomen van stedelingen.
Behalve visvangst als de voor»
naamste, was ook landbouw en vee
houderij een bron van bestaan voor
de Noordwijkers van 1494. Maar ook
hier een achteruitgang en wel door
de dure tijd, dj sterfte en de oorlo
gen. Zodat de schout klaagde, dat hij,
die in 1477 gemakkelijk een gulden
kon betalen, nu nauwelijks een „stoo-
ter" (214 stuiver) kon geven, en dat
degene, die toen 16 stuivers betaal
den, nu „om broot gaen", en als arm
lastigen niet aan de belasting mee
betaalden.
Er was een vrij grote sterfte.
In 1514, toen er weer een informa
tie naar de toestand werd gehouden,
waren er in Noordwijk 310 huizen,
waarvan 16 bewoond of eigendom
van adel of geestelijken en 63 be
woond door arme mensen, dus vrij
van betalen. Het dorp was nog steeds
ir. dalende lijn, maar i i Noordwijk
aan de zee is dan een kleine voor
uitgang sinds het begin van de 16de
eeuw. De vice-cureit, die ook tot de
mannen hoorde, die door de commis
sie werd ondervraagd, vertelde, dat
in zijn parochie ongeveer 1000 com
municanten waren. In de laatste 4
.laren was er een vrij grote sterfte ge
weest en waren er zowat 400 paro
chianen gestorven, zodat zijn paro
chie achteruitliep en nu maar 800
mensen telde. Een 60 of 80 van de
parochie Noordwijk ging te Noord
wij kerhout naar de kerk. Het am
bacht was 1249 morgen groot, maar
van dat land was maar ruim 182
morgen eigendom van Noordwijkers.
Van de rest had het zusterklooster
62l/2 morgen en andere kerkelijke in
stellingen 151 morgen; al de overige
morgen waren eigendom van perso
nen, die in den Haag, Leiden of el
ders woonden.
Veel konijnen in Noordwijkerhout
Voor Noordwijkerhout kwam in
1514 de vice-cureit Garbrant Hein-
drixzoon mededelen, dat zijn paro
chie 170 communicanten had. Dat
dorp had toen 50 huizen en ook daar
was achteruitgang, zodat in de laat
ste tien jaren wel 12 of 13 huizen af
gebroken of vergaan waren. Van de
1000 morgen land, die het groot was,
behoorden slechts 26H morgen aan
de inwoners en van dat kleine stuk
was nog de helft „broucklant", dat
zoozeer belast is met erfhuyre ende
renten, dat de beterscap niet veel en
bedraecht", m.a.w. laag moerassig
land, dat zwaar belast was. De ande
re helft was geestgrond, maar het
werd „geheel verdorven van conij-
r.en". In 1494 is het in Noordwijker
hout al even erg. Dan zijn er 75 hui
zen, waarvan 13 bewoond door men
sen, die „van den aelmissen" leven.
Toen hertog Karei stierf waren er 20
huizen meer geweest, zodat we van
1477 tot 1514 een achteruitgang zien
van 95 op 50 huizen, dat is dus zo
wat de helft! Bronnen van bestaan
zijn voor de inwoners van dit dorpje
turf graven en wat landbouw, ter
wijl enkele hun brood verdienden
met de visvangst. Zij waren ook ver
plicht herediensten voor de graaf te
verrichten en hem te dienen „met
ter zwiep", een soort wagendienst.
Ook hier zijn het de muizenplaag,
de dure tijd, de vele oorloger en de
hoge belastingen, de natte jaren en
de kaperijen op zee, waardoor zij al
haar vissersscheepjes, ten getale van
5 of 6 buysen verloren had. Hun
hele rijkdom van 450 ponden in 1477
was dan ook tot 165 ponden in 1494
terug gelopen.
MERKWAARDIG TIJDSBEELD:
0
De gegevens van Leidse statistieken
Er is een tijd geweest, dat
tuberculose en kanker als
de voornaamste belagers van
ons leven golden. De moder-
- ne tijd met z'n jachtend tem
po en z'n geweldige, nerveuze
spanningen, waaraan tenslot
te niemand zich geheel kan
onttrekken, heeft ook hierin
een radicale verandering ge
bracht. Hart- en vaatziekten
maken nu aanzienlijk meer
slachtoffers dan kanker en
tuberculose tezamen!
Vergelijkt men de Leidse statis
tieken over de sterfte en over de
doodsoorzaken van thans met die van
vijf-en-twintig jaar geluen, dan stuit
men op zeer in 't oog lopende ver
schillen.
Een kwarteeuw geleden bedroeg
de totale sterfte in de stad 8.08 per
duizend inwoners en per jaar, thans
slechts 7.7. In dit tijdsverloop daalde
het Leidse sterftecijfer dus met vier
procent. Wijst dit al op een ontwik
keling in de goede richting, het beeld
wordt nog veel gunstiger als wij
zien hoe vooral de sterfte in de lage
re leeftijdsgroepen is afgenomen.
Destijds bedroeg in Leiden de zui
gelingensterfte vijftien(l) procent
van het totaal nu slechts vijf pro
cent. Voor de leeftijdsgroep van ién
tot veertien jaar zijn deze cijfers res
pectievelijk zestien en drie procent!
Daarentegen bedroeg 25 jaar gele
den de sterfte tussen zestig en tac
tig jaar 45 pet. /an het totaal, tegen
woordig evenwel 50 pet en op man
nen en vrouwen boven tachtig jaar
hadden destijds 16 pet. van de Leidse
sterfgevallen betrekking tegenover,
thans 21 pet.
EEN STAD MOET VERDWIJNEN.
Ellenton, het grootste van vijf
stadjes in Zuid Carolina (Verenigde
Staten) zal binnen 18 maanden ge
heel moeten verdwijnen, om plaats
te maken voor het Savannah Ri
vier Plandat het vervaardigen van
grondstoffen voor de ontwikkeling
van de Waterstofbom door de Com
missie voor Atoomenergie beoogt.
De ruim 700 bewoners van Ellenton
noemen zich „de eerste verplaatste
oersonen van Wereldoorlog III",
:och uit vaderlandslievende over
wegingen protesteert niemand tegen
deze ingrijpende maatregelen. Voor
verschillende inwoners bestaat er
gelegenheid om aan het millioenen-
plan mede te werken, doch de mees
ten moeten elders werk zien te krij
gen.
Een onderdeel van het plan is de
bouw van een dam, de Clark Hill
Dam, in de rivier, die van het aller
grootste belang is voor de waterstof
bom-fabriek.
Op de foto: de bouw van een
krachtstation bij de dam: enorme
kranen storten beton voor de con
structie van het krachtstation.
Bij een dalend sterfte-totaal zien
wij dus bovendien een zeer duide
lijke verschuiving van de jongere
naar de oudere leeftijden.
Nog opmerkelijker zijn intussen
de cijfers voor de onderscheidene
doodsoorzaken.
Dat de tuberculose en vooral de
Long tuberculose minder slachtoffers
maakt dan destijds, is algemeen be
kend. in de totale sterfte in Leiden
daalde het dee dat op rekening van
de long-t.b.c. komt, van acht pro
cent tot slechts 2 a 3 procent, voor
alle overige vormen van tuberculose
zijn deze cijfers respectievelijk ze
ven procent en een half procent. De
tegenwoordige behandelingswijze van
tuberculose-gevallen en meer nog de
moderne onderzoekings-methode,
waarbij de z.g. doorlichting het mo
gelijk maakt t.D.c.-gevallen vroegtij
dig op te sporen, sluiten de moge
lijkheid in zich de t.b.c. als doods
oorzaak nog verder terug te dringen.
Kanker leidde vijfentwintig jaar
geleden in Leiden tot 20 pet. van alle
sterfgevallen: dit cijfer ligt nu wat
lager, namelijk op 17 pet. Ondanks
deze relatieve daling betekent dit
toch nog altijd, dat van elke vijf a
zes sterfgevallen er één door deze
ziekte wordt veroorzaakt. Het is dan
ook heel gelukkig dat overal ter we
reld en ook in ons eigen land naar
stig gespeurd wordt naar middelen
om kanker meer afdoende te bestrij
den dan momenteel reeds mogelijk
is. Intussen doet de gewone kranten-
lezer er goed aan zich door het per
centage van 17 wél te laten leiden tot
ruimere financiële steun aan de kan
kerfondsen, maar zich vooral niet
persoonlijk te laten verontrusten.
Zolang de oorzaken van kanker niet
vaststaan kan men individueel ge°n
andere voorzorgsmaatregel nemen
dan het volgen van een verstandige
leefwijze.
Was kanker een kwart-eeuw gele
den in Leiden de ziekte, die het hoog
ste aantal slachtoffers maakte, nu is
dat geenszins meer het geval.
Als een typisch gevolg van de
tijdsomstandigheden, van de mo
derne levenswijze en van de grote
nerveuze spanningen, waaraan de
wereld bloot staat en die p'-actisch
geen enkel mens geheel onberoerd
laten, zijn de z.g. hart- en vaatziek
ten tot de voornaamste doodsoor
zaak geworden,
Het verband tussen deze doods
oorzaken en de levensomstandighe
den van het ogenblik is ook statis
tisch aantoonbaar: zij maken meer
slachtoffers bij personen met een in
tellectuele werkking of die verkeren
in een druk zakenmilieu dan bij
voorbeeld in arbeiderskringen.
Hartziekten veroorzaakten vijfen
twintig jaar geleden in Leiden der
tien procent van alle sterfgevallen,
tegenwoordig 23 pet.! Daarnaast
steeg het aantal sterfgevallen aan
hersenbloeding (beroerte) van negen
tot elf pet. van het totaal.
Het is wel eigenaardig, dat heel
wat mensen kankervrees hebben, dat
wil zeggen dat zij zich onmatig be
vreesd maken voor de kans kanker
te krijgen en dat zij terzelfdertijd zo
weinig doen of nalaten om hart- en
vaatziekten te voorkomen, die hen
véél meer belagen dan kanker en die
voor een deel wel te voorkomen zijn.
Want naast de nerveuze spanningen
waarop wij hierboven doelden, is on
getwijfeld ook de in ons land veelal
te rijkelijke voeding bij te geringe
lichaamsbeweging een belangrijke
factor voor het veelvuldiger voorko
men van hart- en vaatziekten.
Tweede Kamer
Kerstrede van de
voorzitter
De Tweede Kamer heeft gister
middag dc behandeling van de Be
groting 1951 van het departement van
Sociale Zaken voortgezet.
Thans zijn de replieken aan de
orde.
De heer STAPELKAMP (A.R.)
vraagt, in verband met de kwestie
van compensatie voer de huurverho
ging of de minister bereid is na te
gaan, eventueel in overleg met de
minister van financiën, of niet iets
kan worden gedaan voor de kleine
zelfstandigen.
De heer ZEGERING HADDERS
(V.V.D.) opmerkend, dat het Rijk
verantwoordelijk is voor de emigran
ten tijdens de overtocht zegt het
noodzakelijk te achten, dat er een
verbod van verkoop van alcoholhou
dende drank op de schepen komt.
De heer VAN DEN BORN (Arb.)
verklaart de in uitzicht gestelde com
pensatie voor de huurvernoging door
de kinderbijslag van het vierde kind
af met 30 cent te verhogen onbevre
digend te achten. (De minister heeft
gisteren geen bedrag der verhoging
genoemd. Red.). De ouden van da
gen zijn daarmede niet gebaat; zij
moeten naar gemeentelijke instellin
gen gaan.
De heer DE KORT (K.V.P.) stelt
andermaal de wenselijkheid van een
gezinsraad in het licht.
Hij dient een motie in waarin uit
gesproken wordt, dat de voorlichting
inzake beroepskeuze en studie pri
mair een taak van het particulier ini
tiatief is en de overheid aanvullend
moet optreden. De mo'.ie vraagt de
particuliere bureaux, die aan bepaal
de voorwaarden voldoen te subsi
diëren op een aan de rijksbureaux
gelijkwaardige wijze
Deze motie is mede ondertekend
door leden van C.H., A.R. en V.V.D.
De heer CORNELISSEiN (V.V.D.)
zegt, dat het heel moeilijk is uit het
uitvoerige betoog van de minister
concrete antwoorden te distilleren en
hij verzocht op enige punten een na
der antwoord.
De heer BIEWENGA (A.R.) con
stateert, dat er grotf1 verschillen zijn
tussen zijn standpunt ten opzichte
der emigratie, zomede dat van de
commissie-Schilthuis en dat van de
regering.
Hij cliënt een motit in, waarin de
regering wordt uitgenodigd spoedig
een wetsontwerp op de organisatie
der emigratie in te dienen en in af
wachting van de behandeling daar
van af te zien van elke maatregel
c q. benoeming, waardoor wordt
voorui gelopen op de toekomstige or
ganisatie.
Deze motie is mede ondertekend
door leden van C.H en K.V.P.
De heer KROL (CH.) geeft in zijn
repliek te kennen, dat de geest van
het departement niet de zijne is.
De heer SCHILTHUIS (Arb.)
meent, dat de tijd nog niet is geko
men om te doen wat in het rapport
dsr emigratiecommissie wordt voor
gesteld.
De heer VAN VLIET (K.V.P.) zegt
erkentelijk te zijn voor het besluit
der regering voor de kinderbijslag
het vierde kind af te verhogen.
Hij vraagv in welke orde van grootte
de verhoging zal liggen. Voorts vraagt
hij of het overleg met de Stichting
van de Arbeid mede zal betreffen de
ouden van dagen en steuntrekkers
Voor dezen neeft de minister niets in
concreto m het vooruitzicht gesteld,
"pr. vraagt ue regering nog iets ver
der te g ic-n in de compensatiemaat-
egelen ei. ccze groepen er in te be
ekken. Zij moeten niet naar de ge
meenten v.oruen verwegen.
De heer WELTER (K.N.P.) hand
haaft zijn mening, dat er bij de emi
gratie dwang bestaat. Men mjig niets
van zijn bezit medenemen en men
noet er van aizicr. er U'1er een be-
iorp op te noen Spr. neeft bezwaar
leger te stenke am^u.ijke bemoeiing
en verklaart de motie-Biewenga te
steunen.
Bij de replieken hebben verder
het woord gevoerd de heren VAN
DER PLOEG (K.V.P.)) en KIK
KERT (C.H.)
wijst hij af. Er wordt met voortva
rendheid gewerkt.
De behandeling van de vorm van
organisatie der emigratie is z.i. thans
nog niet aan de orde. Spr. zal bevor
deren, dat spoedig een wetsontwerp
wordt ingediend.
Grievend geacht
Spr. begrijpt de motie-Biewenga
niet, welke hij bijna grievend acht,
gezien dc toezeggingen welke hij
schriftelijk heeft gedaan cn monde
ling heeft bevestigd. Spr. zal geen
maatregelen nemen, welke vooruit
lopen op de organisatie; met de be
noeming van een commissaris is hij
bezig, doch deze titulatuur loopt niet
vooruit op de organisatie.
Aan het adres van de heer Weiter
zegt de minister, dat zekere beper
kingen in verband met het devi ezen -
beleid nodig zijn maar dat niet juist
is dat emigranten niets mede mogen
nemen Die mogelijkheid is nog on
langs uitgebreid.
Over dé kwestie van sterke drank
aan boord van cmigrantenschepen
zal de minister zijn gedachten laten
gaan.
De beroepskeuzevoorlichting moet
z.i. zo zijn georganiseerd, dat waar
het niet nodig is, geen verscheiden
heid optreedt.
Spr. meent, dat het te betreuren
zou zijn, a's bij deze beraadslaging
al een beslissing zou moeten worden
eenomen over de zaak aangeduid in
de motie-De Kort Er is z.i. nog alle
reden voor overleg van nartijen en
daarom zou hij het waarderen als de
motie werd aangehouden.
De Staatssecretaris, de heer VAN
RHIJN, deelt o.m. nog mede, dat er
4917 blinden in ons land zijn. Daar
van ontvangen 2234 geldelijke hulD
van overheid of particulieren en 859
rentetrekkers van Je Ongevallenwet.
De bewering dat de regering zich
niets van de blinden aantrekt, is z.i.
niet vol te houden
Dc heer .BIEWENGA (A.R.) trekt
zijn motie in.
De heer HOOGCARSPEL (C.P.N.)
dient een motie in, waarin gevraagd
wordt het ontwerp zorg voor sociaal
zwakke blinden, dat de commissie
om het blind en vraagstuk heeft opge
steld, in ernstige overweging te ne
men.
De motie-De Kort wordt aangeno
men met 46 tegen 16 stemmen. Tegen
P v. d. A. en C.P.N
De drie moties-Haken worden ver
worpen met slechts 4 communistische I
stemmen voor.
De motie-Hoogcarspel wordt ver
worpen met 56 tegen 6 stemmen,
voor C P.N., V.V.D. en K.N.P
De stemming over de artikelen der
behandelde afdelingen wordt aange
houden in verband met de kwestie
topsalarissen.
De Tweede Kamer heeft daarna
het wetsontwerp tot nadere wijziging
van de Noodwet Ouderdomsvoorzie
ning op het punt van de inkomens
grenzen en wijziging van de wet van
20 April 1950, z. h. st. aangenomen.
De Kamer heeft daarna nog goed
gekeurd het wetsontwerp tot wijzi
ging der Kinderbijslagwet, waardoor
de kinderbijslag zal worden aange
past aan de laatste loonsverhoging
met 5 procent.
KERSTREDE VAN DÉ
VOORZITTER
Nadat de agenda was afgehandeld,
heeft dc Voorzitter der Tweede Ka
mer, de heer KORTENHORST, de
leden toegesproken
Wel zelden, aldus spr.. zal een
voorzitter dezer kamer bij het uit
spreken van zijn Kerstrede een be
schrijving hebben kunnen geven van
een zo uitzonderlijke werkperiode
als thans aan mij beschoren is Im
mers, de Kamer kwam na het zomer
reces en nog voor de sluiting der ge
wone zitting reeds op 12 September
bijeen en vergaderde, met slechts
onbeduidende onderbrekingen aan
een stuk door, hoofdzakelijk in het
openbaar tot en met heden,, 22 De
cember, dat is ongeveer drie en een
halve maand. Het program in die
maanden afgewerkt eiste veel in
spanning en veel tijd. Het was spe-
heër HAKEN (C.P.N.) dient .ciaal de minister van financiën, die
drie moties in. In de eerste worden in de voorbije maanden meermalen
maatregelen gevraagd tot aanpassing
der lonen aan het gestegen prijspeil;
in de tweede wordt aan een Kerst
gratificatie voor de DU.W -arbeiders
en steuntrekkers gevraagd en in de
derde een dergelijke gratificatie voor
ac. ouden van dagen.
De heer SUURHOF (Arb.) merkt
op, dat de minister niet heeft geant
woord op de vraag in zake de werk
tijd van winkelbedienden. Spr. acht
het importuun thans een beslissing
als door de heer De Kort gewenst te
nemen; waarom kan men niet eerst
samen aan tafel gaan zitten. Als men
ons nu wil dwingen met het mes op
de keel een beslissing te nemen, dan
zijn wij genoodzaakt tegen de motie
te stemmen, verklaart de heer Suur-
hoff.
De heer HOOGCARSPEL (C.PN.)
ttoogt, dat de stijging van de prij
zen gevolgd moet worden door een
verroging der lonen.
De Minister, de heer JOEKES, zegt
aan hpt adres van de heer Cornelis-
sen, dat hij niet bereid is af te zien
van de doorzetting der invoering van
de wachtgeld- en werkloosheidswet.
Het door de heer Van den Born ge
noemde bedrag van 30 cent per week
als verhoging van de kinderbijslag
van het vierde kind af, is niet juist,
zegt de minister, die er aan toevoegt,
dat het lager ligt. In verband met
het pleidooi voor de ouden van dagen
herhaalt hij, dat daar verschillen zijn
van omstandigheden en van plaats
van inwoning.
Verwijten ten aanzien van de kin
derbijslag aan kleine zelfstandigen1
in ons midden verscheen, zei de
voorzitter. Maar ook alle andere mi
nisters zijn meermalen met wets-
voordrachten en nota's voor de Ka
mer verschenen.
Na een overzicht gegeven te heb
ben van het werk der Kamer, zeide
spr., bij het afscheid van. het oude
jaar te denken aan vele mensen en
vele zaken, in 't bizonder aan onze
landgenoten in Indonesië en onze
soldaten in Korea. Spr. besloot zijn
toespraak met een Oudejaars-gedicht
van Guido Gezelle.
Papier-sjacherende
kinderen
WAARSCHUWING NIETS
MEER TE GEVEN
Er zijn in Nederland verscheidene
acties gaande, die aansporen om ten
bate van nuttige maatschappelijke
.instellingen aan kinderen kranten
en ander oud papier mee te géven
naar school of naar hun vereniging.
Hiertegen bestaat geen enkel be
zwaar. Integendeel, wanneer men op
deze wijze een sociaal werk doeltref
fend kan steunen, is dit alleszins
aantrekkelijk en aanbevelenswaar
dig. Bovendien wordt in deze geval
len het papier van een centraal punt
weggehaald en heeft de jeusd geen
bemoeiing met de financiële kant
van de zaak, zo zegt het Ministerie
van Sociale Zaken.
De laatste tijd echter blijken vele,
nog leerplichtige, kinderen zich voor-
ai in de grote steden op eigen initia
tief bezig te houden met het inzame
len van oud papier cn zelfs lompen.
Zij bezoeken daartoe particulieren,
winkeliers en werkplaatsen. Met alle
soorten vervoermiddelen, w.o. hand
karren en driewielers, worden de af
valstoffen naar opkopers gebracht
en te gelde gemaakt. Terwijl deze
kinderen het aldus verdiende geld
voor eigen gebruik aanwenden, ont
zien sommige opkopers zich niet de
jeugd tot deze inzamelingen aan te
sporen. Deze „handel" heeft reeds in
een aantal gevallen geleid tot school
verzuim en straatschenderij cn zelfs
tot min of meer ernstige diefstallen.
Het is volkomen begrijpelijk, dat
het publiek geheel te goeder trouw
geneigd is papier enz. aan deze kin
deren mee te geven Men denkt wel
licht nog aan de opgeheven jeugd-
actie papierinzameling, kortweg Japi
geheten, die allerwegen werd gesti
muleerd wegens de destijds heersen
de grote papierschaarste. Aan deze
noodactie nam de jeugd deel onder
leiding van ouderen, zonder gevaar
voor ongewenste toestanden.
Het Mimsterie van Sociale Zaken
vestigt er de aardacht op, dat de hier
boven gesignaleerde inzamelingen,
die met wins< oogmerk geschieden,
kinderarbeid zijn ;:|s het leerplich
tige kinderen of kinderen beneden
14 jaar betreft. Het is in het belang
van deze kinderen /elf, dat zij door
het publiek niet bij deze activiteit
worden geholpen. Ongecontroleerd
geldbezit leidt bij deze ondernemen
de jeugd bovendien vaak tot wange
drag op allerlei geb d. Men waar
schuwe daarom in voorkomende ge-
va'Ien zo mogelijk de arbeidsinspec
tie.
Deze zal dan de ouders inlichten
en hun er op wijzen, dat zij deze kin-
derax-beid dienen te beletten, daar zij
anders gevaar lopen in conflict te
komen met de arbeidswet, die deze
arbeid verbiedt, en met de leerplicht
wet als er bovendien nog schoolver
zuim aan te pas komt.
AANKOMST „C'AMERONIA" EN
„MALOJA".
Het s.s. „Cameronia" met in hoofd
zaak repatriërende militairen van
het voormalige KNIL alsmede hun
gezinnen aan boord, wordt in de
nacht van Zaterdag op Zondag voor
Hoek van Holland v?rwacht. De ont
scheping der opvarenden zal on
voorziene omstandigheden voorbe
houden Zondag 24 December des
morgens te 9 uur in de haven van
Rotterdam een aanvang nemen.
Het m.s. „Maloja", eveneens met
repatriërende militairen van het
voormalige KNIL en hun gezinnen,
v ordt in de loop van Woensdag 27
December a.s. voor IJmuiden ver
wacht. Het aanvangstijdstip van de
ontscheping is voorlopig vastgesteld
op Donderdag 28 December a.s. des
morgens te 9 uui in de hèven van
Amsterdam.
HET VISSEN IN DE ELFHOEVEN-
PLAS TE REEUWIJK.
De Rotterdamse Rechtbank veroor
deelde gistermorgen C. M. uit den
Haag tot een gulden boete subsidiair
een dag hechtenis. M. trad op als ge
machtigde voor de 58-jarige timmer
man N. C. W. uit Gouda, die voor
zitter is van de Goudse afdeling van
het Centraal Nederlands Hengelaars
Verbond. De voorzitter had in het
water van de Elfhoevenplas zonder
toestemming van de rechthebbende
gevist, omdat de visserijwet het vis
sen met één hengel in „bevaarbare
en vlotbare stromen" toestaat.
M. deelde mee tegen dit vonnis be
roep te zullen aantekenen.
KERSTSTEMMING IN AMSTER
DAM. Allerwege in de hoofdstad
ziet men de symptomen van het na
derende Kerstfeest.
Op de foto links: de optimist, die
dacht met zijn Kerstboom in de
tram te kunnen komen; op de foto
rechts een automobiliste, die ook de
verkeersagent niet vergeet, cn hem
een Kerstgeschenk overhandigt.