Na hertog Kareis dood kwamen de magere jaren Kanker overvleugeld door f hartziekten Uitspraak, dat bij beroepskeuze particulier initiatief vóór gaat ZATERDAG 23 DECEMBER 1950 «SE COURANT TWEEDE BLAD - PAGINA I Ylo-oJidwijk tutu (dein tot q/ioot OM EEN EN ANDER TE WETEN TE KOMEN OVER DE ALGEMENE TOESTAND VAN HET MIDDELEEUWSE NOORDWIJK gaan we te rade bij de informaties, die in 1494 en 1514 werden gehouden door een commissie, welke moest vaststellen hoeveel elke stad en elk dorp had te betalen aan belasting. In Noord wijk verscheen in 1494 de schout met enkele andere leden van het dorpsbestuur; zij verklaarden, dat hun dorp ten tijde dat hertog Karei de Stoute stierf, dus in 1477, toen hij bij Nan cy sneuvelde, ep door zijn dochter Maria werd opgevolgd, 370 huizen telde, die toen „alle bewoont" waren „ende wezende in goeden state". Maai' nu hadden zij maar 290 huizen meer, en daarvan stonden er 60 onbewoond. Van de 230 overige, werden er 28 bewoond door mensen, die twee derde van de belastingen moesten opbrengen, terwijl het laatste derde deel werd betaald door de inwoners van de 202 huizen. Er was dus in vrij korte tijd een geweldige achteruitgang gekomen in Noord- wijk, gelijk trouwens overal elders. Hertog Karei liet zijn landen 1 armd achter; een langdurige strijd tussen het Beierse en het Bourgondi sche huis over het bezit van Noord- Nederland had vooral in Holland veel schade veroorzaakt en kapitaal ver nietigd. Tijdens het bestuur van Ka- rel was dat nog niet zo merkbaar ge weest, maar na zijn dood kwamen de magere jaren. Want in sommige steden kwam opstand; strijd om Utrecht, aanslag op de stad Leiden, de opstand van het kaas- en brood volk, een aantal natte jaren tussen 1480 en 1490. die grote schade aan de oogst toebrachten, de muizenplaag, oorlog met Frankrijk en een stop zetten van de handel met Engeland, alle zovele redenen en oorzaken van een malaise, waardoor het volk tot armoede kwam. De belastingen wa ren hoog en er werd dan ook alom over geklaagd. Het platteland had te lijden van plunderingen en stroop tochten en in vele plaatsen zien we, hoe de rijkere burgers wegtrekken naar plaatsen, waar de belastingen minder hoog waren, of waar het vei liger wonen was. Dc Noord wij kers verklaarden in 1494, dat „ter zee te varen" hun voor naamste bron van bestaan was, hun „meeste ende heur beste neringhe". Geen wonder, dat er dus achteruit gang was gekomen, nu kaperijen van de Fransen de zeevaart onveilig maakten. In 1477 hadden zij voor de haringvangst en visvangst %6 grote „buysen" en 14 „overlopers* slabbe- scheper."; bovendien nog 18 „smal- schepen" om kabeljauw, schol, wij ting „ende diergelycke visch" te van gen. Maar in 1494 was die vissers vloot van Noordwijk terug gelo pen op 2 buysen en 4 andere sche pen voor de haringvangst en 14 voor de vangst van andere vis. Hun an dere scheepjes waren gekaaot door de Fransen, terwijl zij bovendien nog een losprijs van zes duizend Rijnland se guldens hadden moeten betalen. Als tweede oorzaak van hun ver arming gaven zij op, dat de rijkste inwoners naar de stac waren ver huisd, zowel uit veiligheid als „omme te ontgaan die contributie". En lande rijen waren gekomen aan niet in woners, die vrij waren van belasting betalen. Want het belastingstelsel in die dagen was anders dan nu. Elke stad en elk dorp werd aangeslagen en de bestuurders hadden het bedrag van de aanslag te verdelen over de inwoners. Maar als maatstaf gold het aantal morgen land, dat de gemeente groot was en men betaalde naar die morgen talen. Land in bezit van poor ters van de steden, in handen van kerken en kloosters en van de adel was vrij en wanneer nu vele morgen land bezit van kloosters of poorters enz. waren, betekende dat, dat de overige morgen land van een dorp zwaarder belast moesten worden, om de totale aanslag te betalen. Geen- wonder, dat in die tijd in stad en land geklaagd wordt, dat te veel mor gen land bezit van kloosters of ker ken of adel zijn, of dat het in han den is gekomen van stedelingen. Behalve visvangst als de voor» naamste, was ook landbouw en vee houderij een bron van bestaan voor de Noordwijkers van 1494. Maar ook hier een achteruitgang en wel door de dure tijd, dj sterfte en de oorlo gen. Zodat de schout klaagde, dat hij, die in 1477 gemakkelijk een gulden kon betalen, nu nauwelijks een „stoo- ter" (214 stuiver) kon geven, en dat degene, die toen 16 stuivers betaal den, nu „om broot gaen", en als arm lastigen niet aan de belasting mee betaalden. Er was een vrij grote sterfte. In 1514, toen er weer een informa tie naar de toestand werd gehouden, waren er in Noordwijk 310 huizen, waarvan 16 bewoond of eigendom van adel of geestelijken en 63 be woond door arme mensen, dus vrij van betalen. Het dorp was nog steeds ir. dalende lijn, maar i i Noordwijk aan de zee is dan een kleine voor uitgang sinds het begin van de 16de eeuw. De vice-cureit, die ook tot de mannen hoorde, die door de commis sie werd ondervraagd, vertelde, dat in zijn parochie ongeveer 1000 com municanten waren. In de laatste 4 .laren was er een vrij grote sterfte ge weest en waren er zowat 400 paro chianen gestorven, zodat zijn paro chie achteruitliep en nu maar 800 mensen telde. Een 60 of 80 van de parochie Noordwijk ging te Noord wij kerhout naar de kerk. Het am bacht was 1249 morgen groot, maar van dat land was maar ruim 182 morgen eigendom van Noordwijkers. Van de rest had het zusterklooster 62l/2 morgen en andere kerkelijke in stellingen 151 morgen; al de overige morgen waren eigendom van perso nen, die in den Haag, Leiden of el ders woonden. Veel konijnen in Noordwijkerhout Voor Noordwijkerhout kwam in 1514 de vice-cureit Garbrant Hein- drixzoon mededelen, dat zijn paro chie 170 communicanten had. Dat dorp had toen 50 huizen en ook daar was achteruitgang, zodat in de laat ste tien jaren wel 12 of 13 huizen af gebroken of vergaan waren. Van de 1000 morgen land, die het groot was, behoorden slechts 26H morgen aan de inwoners en van dat kleine stuk was nog de helft „broucklant", dat zoozeer belast is met erfhuyre ende renten, dat de beterscap niet veel en bedraecht", m.a.w. laag moerassig land, dat zwaar belast was. De ande re helft was geestgrond, maar het werd „geheel verdorven van conij- r.en". In 1494 is het in Noordwijker hout al even erg. Dan zijn er 75 hui zen, waarvan 13 bewoond door men sen, die „van den aelmissen" leven. Toen hertog Karei stierf waren er 20 huizen meer geweest, zodat we van 1477 tot 1514 een achteruitgang zien van 95 op 50 huizen, dat is dus zo wat de helft! Bronnen van bestaan zijn voor de inwoners van dit dorpje turf graven en wat landbouw, ter wijl enkele hun brood verdienden met de visvangst. Zij waren ook ver plicht herediensten voor de graaf te verrichten en hem te dienen „met ter zwiep", een soort wagendienst. Ook hier zijn het de muizenplaag, de dure tijd, de vele oorloger en de hoge belastingen, de natte jaren en de kaperijen op zee, waardoor zij al haar vissersscheepjes, ten getale van 5 of 6 buysen verloren had. Hun hele rijkdom van 450 ponden in 1477 was dan ook tot 165 ponden in 1494 terug gelopen. MERKWAARDIG TIJDSBEELD: 0 De gegevens van Leidse statistieken Er is een tijd geweest, dat tuberculose en kanker als de voornaamste belagers van ons leven golden. De moder- - ne tijd met z'n jachtend tem po en z'n geweldige, nerveuze spanningen, waaraan tenslot te niemand zich geheel kan onttrekken, heeft ook hierin een radicale verandering ge bracht. Hart- en vaatziekten maken nu aanzienlijk meer slachtoffers dan kanker en tuberculose tezamen! Vergelijkt men de Leidse statis tieken over de sterfte en over de doodsoorzaken van thans met die van vijf-en-twintig jaar geluen, dan stuit men op zeer in 't oog lopende ver schillen. Een kwarteeuw geleden bedroeg de totale sterfte in de stad 8.08 per duizend inwoners en per jaar, thans slechts 7.7. In dit tijdsverloop daalde het Leidse sterftecijfer dus met vier procent. Wijst dit al op een ontwik keling in de goede richting, het beeld wordt nog veel gunstiger als wij zien hoe vooral de sterfte in de lage re leeftijdsgroepen is afgenomen. Destijds bedroeg in Leiden de zui gelingensterfte vijftien(l) procent van het totaal nu slechts vijf pro cent. Voor de leeftijdsgroep van ién tot veertien jaar zijn deze cijfers res pectievelijk zestien en drie procent! Daarentegen bedroeg 25 jaar gele den de sterfte tussen zestig en tac tig jaar 45 pet. /an het totaal, tegen woordig evenwel 50 pet en op man nen en vrouwen boven tachtig jaar hadden destijds 16 pet. van de Leidse sterfgevallen betrekking tegenover, thans 21 pet. EEN STAD MOET VERDWIJNEN. Ellenton, het grootste van vijf stadjes in Zuid Carolina (Verenigde Staten) zal binnen 18 maanden ge heel moeten verdwijnen, om plaats te maken voor het Savannah Ri vier Plandat het vervaardigen van grondstoffen voor de ontwikkeling van de Waterstofbom door de Com missie voor Atoomenergie beoogt. De ruim 700 bewoners van Ellenton noemen zich „de eerste verplaatste oersonen van Wereldoorlog III", :och uit vaderlandslievende over wegingen protesteert niemand tegen deze ingrijpende maatregelen. Voor verschillende inwoners bestaat er gelegenheid om aan het millioenen- plan mede te werken, doch de mees ten moeten elders werk zien te krij gen. Een onderdeel van het plan is de bouw van een dam, de Clark Hill Dam, in de rivier, die van het aller grootste belang is voor de waterstof bom-fabriek. Op de foto: de bouw van een krachtstation bij de dam: enorme kranen storten beton voor de con structie van het krachtstation. Bij een dalend sterfte-totaal zien wij dus bovendien een zeer duide lijke verschuiving van de jongere naar de oudere leeftijden. Nog opmerkelijker zijn intussen de cijfers voor de onderscheidene doodsoorzaken. Dat de tuberculose en vooral de Long tuberculose minder slachtoffers maakt dan destijds, is algemeen be kend. in de totale sterfte in Leiden daalde het dee dat op rekening van de long-t.b.c. komt, van acht pro cent tot slechts 2 a 3 procent, voor alle overige vormen van tuberculose zijn deze cijfers respectievelijk ze ven procent en een half procent. De tegenwoordige behandelingswijze van tuberculose-gevallen en meer nog de moderne onderzoekings-methode, waarbij de z.g. doorlichting het mo gelijk maakt t.D.c.-gevallen vroegtij dig op te sporen, sluiten de moge lijkheid in zich de t.b.c. als doods oorzaak nog verder terug te dringen. Kanker leidde vijfentwintig jaar geleden in Leiden tot 20 pet. van alle sterfgevallen: dit cijfer ligt nu wat lager, namelijk op 17 pet. Ondanks deze relatieve daling betekent dit toch nog altijd, dat van elke vijf a zes sterfgevallen er één door deze ziekte wordt veroorzaakt. Het is dan ook heel gelukkig dat overal ter we reld en ook in ons eigen land naar stig gespeurd wordt naar middelen om kanker meer afdoende te bestrij den dan momenteel reeds mogelijk is. Intussen doet de gewone kranten- lezer er goed aan zich door het per centage van 17 wél te laten leiden tot ruimere financiële steun aan de kan kerfondsen, maar zich vooral niet persoonlijk te laten verontrusten. Zolang de oorzaken van kanker niet vaststaan kan men individueel ge°n andere voorzorgsmaatregel nemen dan het volgen van een verstandige leefwijze. Was kanker een kwart-eeuw gele den in Leiden de ziekte, die het hoog ste aantal slachtoffers maakte, nu is dat geenszins meer het geval. Als een typisch gevolg van de tijdsomstandigheden, van de mo derne levenswijze en van de grote nerveuze spanningen, waaraan de wereld bloot staat en die p'-actisch geen enkel mens geheel onberoerd laten, zijn de z.g. hart- en vaatziek ten tot de voornaamste doodsoor zaak geworden, Het verband tussen deze doods oorzaken en de levensomstandighe den van het ogenblik is ook statis tisch aantoonbaar: zij maken meer slachtoffers bij personen met een in tellectuele werkking of die verkeren in een druk zakenmilieu dan bij voorbeeld in arbeiderskringen. Hartziekten veroorzaakten vijfen twintig jaar geleden in Leiden der tien procent van alle sterfgevallen, tegenwoordig 23 pet.! Daarnaast steeg het aantal sterfgevallen aan hersenbloeding (beroerte) van negen tot elf pet. van het totaal. Het is wel eigenaardig, dat heel wat mensen kankervrees hebben, dat wil zeggen dat zij zich onmatig be vreesd maken voor de kans kanker te krijgen en dat zij terzelfdertijd zo weinig doen of nalaten om hart- en vaatziekten te voorkomen, die hen véél meer belagen dan kanker en die voor een deel wel te voorkomen zijn. Want naast de nerveuze spanningen waarop wij hierboven doelden, is on getwijfeld ook de in ons land veelal te rijkelijke voeding bij te geringe lichaamsbeweging een belangrijke factor voor het veelvuldiger voorko men van hart- en vaatziekten. Tweede Kamer Kerstrede van de voorzitter De Tweede Kamer heeft gister middag dc behandeling van de Be groting 1951 van het departement van Sociale Zaken voortgezet. Thans zijn de replieken aan de orde. De heer STAPELKAMP (A.R.) vraagt, in verband met de kwestie van compensatie voer de huurverho ging of de minister bereid is na te gaan, eventueel in overleg met de minister van financiën, of niet iets kan worden gedaan voor de kleine zelfstandigen. De heer ZEGERING HADDERS (V.V.D.) opmerkend, dat het Rijk verantwoordelijk is voor de emigran ten tijdens de overtocht zegt het noodzakelijk te achten, dat er een verbod van verkoop van alcoholhou dende drank op de schepen komt. De heer VAN DEN BORN (Arb.) verklaart de in uitzicht gestelde com pensatie voor de huurvernoging door de kinderbijslag van het vierde kind af met 30 cent te verhogen onbevre digend te achten. (De minister heeft gisteren geen bedrag der verhoging genoemd. Red.). De ouden van da gen zijn daarmede niet gebaat; zij moeten naar gemeentelijke instellin gen gaan. De heer DE KORT (K.V.P.) stelt andermaal de wenselijkheid van een gezinsraad in het licht. Hij dient een motie in waarin uit gesproken wordt, dat de voorlichting inzake beroepskeuze en studie pri mair een taak van het particulier ini tiatief is en de overheid aanvullend moet optreden. De mo'.ie vraagt de particuliere bureaux, die aan bepaal de voorwaarden voldoen te subsi diëren op een aan de rijksbureaux gelijkwaardige wijze Deze motie is mede ondertekend door leden van C.H., A.R. en V.V.D. De heer CORNELISSEiN (V.V.D.) zegt, dat het heel moeilijk is uit het uitvoerige betoog van de minister concrete antwoorden te distilleren en hij verzocht op enige punten een na der antwoord. De heer BIEWENGA (A.R.) con stateert, dat er grotf1 verschillen zijn tussen zijn standpunt ten opzichte der emigratie, zomede dat van de commissie-Schilthuis en dat van de regering. Hij cliënt een motit in, waarin de regering wordt uitgenodigd spoedig een wetsontwerp op de organisatie der emigratie in te dienen en in af wachting van de behandeling daar van af te zien van elke maatregel c q. benoeming, waardoor wordt voorui gelopen op de toekomstige or ganisatie. Deze motie is mede ondertekend door leden van C.H en K.V.P. De heer KROL (CH.) geeft in zijn repliek te kennen, dat de geest van het departement niet de zijne is. De heer SCHILTHUIS (Arb.) meent, dat de tijd nog niet is geko men om te doen wat in het rapport dsr emigratiecommissie wordt voor gesteld. De heer VAN VLIET (K.V.P.) zegt erkentelijk te zijn voor het besluit der regering voor de kinderbijslag het vierde kind af te verhogen. Hij vraagv in welke orde van grootte de verhoging zal liggen. Voorts vraagt hij of het overleg met de Stichting van de Arbeid mede zal betreffen de ouden van dagen en steuntrekkers Voor dezen neeft de minister niets in concreto m het vooruitzicht gesteld, "pr. vraagt ue regering nog iets ver der te g ic-n in de compensatiemaat- egelen ei. ccze groepen er in te be ekken. Zij moeten niet naar de ge meenten v.oruen verwegen. De heer WELTER (K.N.P.) hand haaft zijn mening, dat er bij de emi gratie dwang bestaat. Men mjig niets van zijn bezit medenemen en men noet er van aizicr. er U'1er een be- iorp op te noen Spr. neeft bezwaar leger te stenke am^u.ijke bemoeiing en verklaart de motie-Biewenga te steunen. Bij de replieken hebben verder het woord gevoerd de heren VAN DER PLOEG (K.V.P.)) en KIK KERT (C.H.) wijst hij af. Er wordt met voortva rendheid gewerkt. De behandeling van de vorm van organisatie der emigratie is z.i. thans nog niet aan de orde. Spr. zal bevor deren, dat spoedig een wetsontwerp wordt ingediend. Grievend geacht Spr. begrijpt de motie-Biewenga niet, welke hij bijna grievend acht, gezien dc toezeggingen welke hij schriftelijk heeft gedaan cn monde ling heeft bevestigd. Spr. zal geen maatregelen nemen, welke vooruit lopen op de organisatie; met de be noeming van een commissaris is hij bezig, doch deze titulatuur loopt niet vooruit op de organisatie. Aan het adres van de heer Weiter zegt de minister, dat zekere beper kingen in verband met het devi ezen - beleid nodig zijn maar dat niet juist is dat emigranten niets mede mogen nemen Die mogelijkheid is nog on langs uitgebreid. Over dé kwestie van sterke drank aan boord van cmigrantenschepen zal de minister zijn gedachten laten gaan. De beroepskeuzevoorlichting moet z.i. zo zijn georganiseerd, dat waar het niet nodig is, geen verscheiden heid optreedt. Spr. meent, dat het te betreuren zou zijn, a's bij deze beraadslaging al een beslissing zou moeten worden eenomen over de zaak aangeduid in de motie-De Kort Er is z.i. nog alle reden voor overleg van nartijen en daarom zou hij het waarderen als de motie werd aangehouden. De Staatssecretaris, de heer VAN RHIJN, deelt o.m. nog mede, dat er 4917 blinden in ons land zijn. Daar van ontvangen 2234 geldelijke hulD van overheid of particulieren en 859 rentetrekkers van Je Ongevallenwet. De bewering dat de regering zich niets van de blinden aantrekt, is z.i. niet vol te houden Dc heer .BIEWENGA (A.R.) trekt zijn motie in. De heer HOOGCARSPEL (C.P.N.) dient een motie in, waarin gevraagd wordt het ontwerp zorg voor sociaal zwakke blinden, dat de commissie om het blind en vraagstuk heeft opge steld, in ernstige overweging te ne men. De motie-De Kort wordt aangeno men met 46 tegen 16 stemmen. Tegen P v. d. A. en C.P.N De drie moties-Haken worden ver worpen met slechts 4 communistische I stemmen voor. De motie-Hoogcarspel wordt ver worpen met 56 tegen 6 stemmen, voor C P.N., V.V.D. en K.N.P De stemming over de artikelen der behandelde afdelingen wordt aange houden in verband met de kwestie topsalarissen. De Tweede Kamer heeft daarna het wetsontwerp tot nadere wijziging van de Noodwet Ouderdomsvoorzie ning op het punt van de inkomens grenzen en wijziging van de wet van 20 April 1950, z. h. st. aangenomen. De Kamer heeft daarna nog goed gekeurd het wetsontwerp tot wijzi ging der Kinderbijslagwet, waardoor de kinderbijslag zal worden aange past aan de laatste loonsverhoging met 5 procent. KERSTREDE VAN DÉ VOORZITTER Nadat de agenda was afgehandeld, heeft dc Voorzitter der Tweede Ka mer, de heer KORTENHORST, de leden toegesproken Wel zelden, aldus spr.. zal een voorzitter dezer kamer bij het uit spreken van zijn Kerstrede een be schrijving hebben kunnen geven van een zo uitzonderlijke werkperiode als thans aan mij beschoren is Im mers, de Kamer kwam na het zomer reces en nog voor de sluiting der ge wone zitting reeds op 12 September bijeen en vergaderde, met slechts onbeduidende onderbrekingen aan een stuk door, hoofdzakelijk in het openbaar tot en met heden,, 22 De cember, dat is ongeveer drie en een halve maand. Het program in die maanden afgewerkt eiste veel in spanning en veel tijd. Het was spe- heër HAKEN (C.P.N.) dient .ciaal de minister van financiën, die drie moties in. In de eerste worden in de voorbije maanden meermalen maatregelen gevraagd tot aanpassing der lonen aan het gestegen prijspeil; in de tweede wordt aan een Kerst gratificatie voor de DU.W -arbeiders en steuntrekkers gevraagd en in de derde een dergelijke gratificatie voor ac. ouden van dagen. De heer SUURHOF (Arb.) merkt op, dat de minister niet heeft geant woord op de vraag in zake de werk tijd van winkelbedienden. Spr. acht het importuun thans een beslissing als door de heer De Kort gewenst te nemen; waarom kan men niet eerst samen aan tafel gaan zitten. Als men ons nu wil dwingen met het mes op de keel een beslissing te nemen, dan zijn wij genoodzaakt tegen de motie te stemmen, verklaart de heer Suur- hoff. De heer HOOGCARSPEL (C.PN.) ttoogt, dat de stijging van de prij zen gevolgd moet worden door een verroging der lonen. De Minister, de heer JOEKES, zegt aan hpt adres van de heer Cornelis- sen, dat hij niet bereid is af te zien van de doorzetting der invoering van de wachtgeld- en werkloosheidswet. Het door de heer Van den Born ge noemde bedrag van 30 cent per week als verhoging van de kinderbijslag van het vierde kind af, is niet juist, zegt de minister, die er aan toevoegt, dat het lager ligt. In verband met het pleidooi voor de ouden van dagen herhaalt hij, dat daar verschillen zijn van omstandigheden en van plaats van inwoning. Verwijten ten aanzien van de kin derbijslag aan kleine zelfstandigen1 in ons midden verscheen, zei de voorzitter. Maar ook alle andere mi nisters zijn meermalen met wets- voordrachten en nota's voor de Ka mer verschenen. Na een overzicht gegeven te heb ben van het werk der Kamer, zeide spr., bij het afscheid van. het oude jaar te denken aan vele mensen en vele zaken, in 't bizonder aan onze landgenoten in Indonesië en onze soldaten in Korea. Spr. besloot zijn toespraak met een Oudejaars-gedicht van Guido Gezelle. Papier-sjacherende kinderen WAARSCHUWING NIETS MEER TE GEVEN Er zijn in Nederland verscheidene acties gaande, die aansporen om ten bate van nuttige maatschappelijke .instellingen aan kinderen kranten en ander oud papier mee te géven naar school of naar hun vereniging. Hiertegen bestaat geen enkel be zwaar. Integendeel, wanneer men op deze wijze een sociaal werk doeltref fend kan steunen, is dit alleszins aantrekkelijk en aanbevelenswaar dig. Bovendien wordt in deze geval len het papier van een centraal punt weggehaald en heeft de jeusd geen bemoeiing met de financiële kant van de zaak, zo zegt het Ministerie van Sociale Zaken. De laatste tijd echter blijken vele, nog leerplichtige, kinderen zich voor- ai in de grote steden op eigen initia tief bezig te houden met het inzame len van oud papier cn zelfs lompen. Zij bezoeken daartoe particulieren, winkeliers en werkplaatsen. Met alle soorten vervoermiddelen, w.o. hand karren en driewielers, worden de af valstoffen naar opkopers gebracht en te gelde gemaakt. Terwijl deze kinderen het aldus verdiende geld voor eigen gebruik aanwenden, ont zien sommige opkopers zich niet de jeugd tot deze inzamelingen aan te sporen. Deze „handel" heeft reeds in een aantal gevallen geleid tot school verzuim en straatschenderij cn zelfs tot min of meer ernstige diefstallen. Het is volkomen begrijpelijk, dat het publiek geheel te goeder trouw geneigd is papier enz. aan deze kin deren mee te geven Men denkt wel licht nog aan de opgeheven jeugd- actie papierinzameling, kortweg Japi geheten, die allerwegen werd gesti muleerd wegens de destijds heersen de grote papierschaarste. Aan deze noodactie nam de jeugd deel onder leiding van ouderen, zonder gevaar voor ongewenste toestanden. Het Mimsterie van Sociale Zaken vestigt er de aardacht op, dat de hier boven gesignaleerde inzamelingen, die met wins< oogmerk geschieden, kinderarbeid zijn ;:|s het leerplich tige kinderen of kinderen beneden 14 jaar betreft. Het is in het belang van deze kinderen /elf, dat zij door het publiek niet bij deze activiteit worden geholpen. Ongecontroleerd geldbezit leidt bij deze ondernemen de jeugd bovendien vaak tot wange drag op allerlei geb d. Men waar schuwe daarom in voorkomende ge- va'Ien zo mogelijk de arbeidsinspec tie. Deze zal dan de ouders inlichten en hun er op wijzen, dat zij deze kin- derax-beid dienen te beletten, daar zij anders gevaar lopen in conflict te komen met de arbeidswet, die deze arbeid verbiedt, en met de leerplicht wet als er bovendien nog schoolver zuim aan te pas komt. AANKOMST „C'AMERONIA" EN „MALOJA". Het s.s. „Cameronia" met in hoofd zaak repatriërende militairen van het voormalige KNIL alsmede hun gezinnen aan boord, wordt in de nacht van Zaterdag op Zondag voor Hoek van Holland v?rwacht. De ont scheping der opvarenden zal on voorziene omstandigheden voorbe houden Zondag 24 December des morgens te 9 uur in de haven van Rotterdam een aanvang nemen. Het m.s. „Maloja", eveneens met repatriërende militairen van het voormalige KNIL en hun gezinnen, v ordt in de loop van Woensdag 27 December a.s. voor IJmuiden ver wacht. Het aanvangstijdstip van de ontscheping is voorlopig vastgesteld op Donderdag 28 December a.s. des morgens te 9 uui in de hèven van Amsterdam. HET VISSEN IN DE ELFHOEVEN- PLAS TE REEUWIJK. De Rotterdamse Rechtbank veroor deelde gistermorgen C. M. uit den Haag tot een gulden boete subsidiair een dag hechtenis. M. trad op als ge machtigde voor de 58-jarige timmer man N. C. W. uit Gouda, die voor zitter is van de Goudse afdeling van het Centraal Nederlands Hengelaars Verbond. De voorzitter had in het water van de Elfhoevenplas zonder toestemming van de rechthebbende gevist, omdat de visserijwet het vis sen met één hengel in „bevaarbare en vlotbare stromen" toestaat. M. deelde mee tegen dit vonnis be roep te zullen aantekenen. KERSTSTEMMING IN AMSTER DAM. Allerwege in de hoofdstad ziet men de symptomen van het na derende Kerstfeest. Op de foto links: de optimist, die dacht met zijn Kerstboom in de tram te kunnen komen; op de foto rechts een automobiliste, die ook de verkeersagent niet vergeet, cn hem een Kerstgeschenk overhandigt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1950 | | pagina 5