HET LOKKENDE LAND OVER DE OCEAAN Mededanche cidtuwt op, 3iiwzi£Uums& bodem Een nieuw vaderland wordt opgebouwd De opening van het Vormingsinstituut der Kath. Volkspartij ZATERDAG 2 SEPTEMBER 1950 DE LEIDSE COURANT TWEEDE BLAD PAGINA 4 I. T\T MACHTIGSTE SLUIZEN ter wereld, nl. die van IJmuiden, 400 meter lang, 50 meter breed en 15 meter diep, vormden Zaterdag 22 April jl. de laatste band met het m oederlond, als wilde het land zich van de beste kant laten kennen. Een vriend komt langs voor een laatste handdruk, onder het schutten der sluizen tot de hoogte van Rotterdam kun je nog een laatste vage kustlijn van Holland's strand en duin waar nemen en dan ligt Nederland achter je. Je bent op weg naar Z.-Ame- rika, naar Brazilië, naar de Fazenda Ribeirao. Na het slingeren van de boot in de golf'van Biscaye, waarbij je tijd noch lucht heb om te peinzen, maar vele huishoudelijke werkzaamheden je aandacht vragen, begin je in gedachten geleidelijk het land van bestemming op te bouwen, waartoe ge sprekken en foto's de bouwstenen vormen. De reis naar Ribeirao Als we op 29 April te Las Palmas olie gaan tanken, krijgen wij bij ons bezoek aan het eiland een eerste in druk van tropische warmte, waaraan de verbrande huid ons enige dagen blijft herinneren. De zwarte mensen, de witte huizen, de groene palmen en de felbrandende zon bepalen me de de kleur van het beeld, dat we in onze gedachten van Ribeirao zijn gaan vormen. Op Las Palmas bezoe ken wij de PicoBandama (de piek van Van Dam, die hier als laatste de Nederlandse vlag ophield) en de herinnering aan bloemrijke straatjes, een prachtig landschap en sjacheren de Spanjolen is het laatste wat bij blijft. De bootreis wordt alleen afgewis seld door het Neptnus-feest, door dolfijnen en vliegende vissen, die we met onze boot zien meezwemmen, door het zicht op de St. Paulus-rot- sen en zo steken we over naar Rio de Janeiro. Plots ervaar je, dat de zeereis weer ten einde is. Het lezen van boeken over Columbus, over de geschiedenis, de cultuur en de economie van Bra zilië en het naarstig bestuderen van het Portugees, hebben de tijd doen omvliegen. 's Morgens om 5.30 uur staan we op de brug en zien we Rio naderen. Omkranst door machtige heuvels, ligt het daar in de schittering der licht jes van Copacabana. Geleidelijk aan wordt het dag, de stadsverlichting gaat uit. Rechts komt de zon achter de toppen op en vóór je ligt wel licht het schoonste stadspanorama ter wereld, Rio de Janeiro. De stad zelf heeft alle kenmerken van een we reldstad in de steigers. De kennisma king met je nieuwe landgenoten geeft wel wat verrassingen, maar aan de cacao-kleur ben je geneigd spoedig te wennen, wanneer de je be minnelijkheid ziet, waarmede ze el kaar bejegenen. Bij het bezoek per kabeltrammetje naar het „Suiker brood", zie je daar weer de mooie stad Rio onder je liggen in haar prachtige heuvel-omlijsting aan het grote binnenmeer. En als even daar na snel de duister invalt en de stads lichten weer aangaan, wordt het een schitterend schouwspel. Daar gaat op de hoogste bergkam bij de stad Corvovado (dit is de Bul tenaar), de verlichting van het 40 meter hoge Christusbeeld aan en zo treedt dit Christus-gewijde land je in in zijn Christus-gewijde land je in zijn meest sympathieke gedaante te gemoet. Op de terugweg vraaag je je af, of dit land met zijn latijnse cul tuur eigenlijk niet hoger staat dan het door tempo, techniek en geld beheerste N. Amerika. Weer varen we, thans het laatste stuk naar Santos, de haven van on ze bestemming. De service en de welwillendheid van kapitein en bemanning van de Kon. Holl. Lloydboot zijn thans wel licht nog groter dan gedurende het begin van de reis, maar het maakt niet meer die indruk. Geheel word je in beslag genomen door de vra gen: Wie zal er straks zijn om ons af te halen? en: hoe zal de Fazenda er uit zien? Aankomst te Santos. Santos biedt niet zo'n machtig schouwspel als Rio, maar de aan komst blijft een zeer mooi gebeuren. Na de stad om te zijn gevaren en aan de handelskade te hebben aan gelegd, liggen we tegenover een mooi laag landschap, waarachter het hoog land steil oprijst. Dit lage landschap met zijn kerkjes, werfjes en in groen en palmen verscholen gebouwtjes, herinnert je sterk aan de sfeer van de Waal. De vertegenwoordiger van de Kolonie, even later gevolgd door ir. Heymeyer, was er om ons af te halen. Met de hem eigen gang kwam ir. Heymeyer de loopplank op, heet te ons welkom in Brazilië en was weer snel verdwenen, zich haastend naar Sao Paulo, waar vele drukke bezigheden hem wachtten. Nadat was afgesproken, dat we in verband met de kinderen, eerst dè volgende ochtend zouden ontschepen, brachten we nog een nacht door op de boot, waartoe de kapitein ons welwillend toestemming verleende. Een bus bracht ons de volgende dag langs bananen-aanplantingen over de stei le helling van het hoogland naar Sao Paulo. De bedrijvige, jonge mil- lioenen stad. Daar pikte ir. Heymeyer ons op en ging het naar de Fazenda. Met het uitzicht op het beboste heuvelland, werd de weg snel afge legd. Na Campinas volgde een vrij stoffige weg, door een meer bewoond en beter bewerkt land,, naar de Fa zenda Ribeirao. Betere aanplantin gen wisselden hier af met weinig be werkte en zeer extensief geëxploi teerde fazenda's, die een weinig aanlokkelijk beeld vertoonden. Hier en daar zag je uitgestrekte bossen en overal langs de weg rezen termie- ten-hopen op. De Fazenda. Dan slaan wij af naar de Fazenda Ribeirao. Nieuwsgierige zebu's ste ken hun koppen op om ons te ver welkomen, waggelen vervolgens kalm de stoffige weg af, of het hoge on kruid in. Na enige minuten komt er een stuk, waar tractoren en schij ven hun werk reeds hebben gedaan. En plots liggen daar om een bocht de fazenda-gebouwen. Onder een paar hoge kapokbomen doorrijdend, tussen het Escritório (het kantoor) en een oude veecurral en langs de school afdraaiend, stoppen wij vóór hét begroeid Fazenda-gebouw. Het is een laag versleten gebouw, dat tot het uiterste benut wordt; het is kloos ter en pastorie, hoofdbureau en woonhuis tegelijk. Bovendien eten er de vrijgezellen. Het is duidelijk, dat alle bewoners zich veel moeten ontzeggen, om er met zovelen te kun nen wonen. Na een zeer hartelijk aangeboden lunch wordt te voet de tocht gemaakt naar ons huis, waar juist de laatste hand is gelegd aan de waterleiding en de electrici- teit. Het huis is het best te verge lijken met een kampeerhuis in Mook of Groesbeek. Er staan daar een paar welwillend geleende stoelen en tafels, kopjes enz., er staan ook bed den. Een wieg is gauw geimprovi- seerd. Het is precies de improvisatie sfeer, die men vroeger genoot als men op vacantie trok. Met een paar Twee woorden, die menige jonge boer en menig boeren gezin tegenwoordig bezig houden. Zeer velen die aan emigreren denken, spreken over Brazilië en die over Brazilië spreken, denken dan aan emigratie. tlinds de K.N. B.T.B. door financiering van het vooronderzoek de emi gratie naar Brazilië mogelijk heeft gemaakt, zijn vanaf De cember 1948 tot heden ongc veer 589 personen op de fa zenda Dibeirao neergestre ken. Dit soort migratie in kolo- nieverband trekt zeer veie onzer jonge boeren en boe renfamilies, omdat dergelijke vestiging in een vreemd rand meer zekerheid biedt om 3e eerste moeilijkheden te kun nen overwinnen. Van de fa zenda Ribeirao de jonge Ne derlandse kolonie in Brazilië zullen wij iets meer vertellen aan de haai van een paar ar tikelen, ontleend aan het maandblad voor Kath. Jonge Boeren en Tuinders „Ontgin ning" dat een geheel blad aan Brazilië heeft gewijd. Wij beginnen met de reis erheen en de aankomst in Ri beirao, beschreven door drs. J. Litjens. laatste lucifers wordt het hout in de uit stenen gebouwde kachel aange stoken, wat drinkwater, melk, wat etenswaar en sinaasappels worden als proviand ingeslagen. We kunnen ons te goed doen aan het rustieke en riante uitzicht, dat ons huisje ons rondom biedt. Al spoedig staat een prachtige sterrenhemel met het Zui derkruis boven ons hoofd. Zoals al tijd (maar wij wisten het nog niet), gaat om 10 uur plots het licht uit. Zo werden we gestoord in een zeer nut tige bezigheid: het vangen van vlie gende en kruipende medebewoners. Om kwart voor elf slaan de hanen aan het kraaien bij de buren. Zo gaan wij slapen met een men geling van vreemde en bekende ge luiden. Het lijkt op Z.-Limburg. De kennismaking met de fazenda en haar bewoners biedt telkens nieu we aspecten en maakt een verras sende indruk. Wanneer men per jeep door het landschap kruist en men telkens nieuwe mooie vergezichten waar neemt, komt men onder de indruk van de bekoorlijke schoonheid van dit heuvelachtige landschap, het best te vergelijken met Z.-Limburg. Meer indruk nog maakt het feit, dat men allerwegen nieuwe boerderijtjes ont dekt, bewoond of nóg in aanbouw, zoals in onze nieuwe polders. Dan weer ziet men, over een helling rij dend, een hele rij huisjes. Deze ge bouwen, smetteloos wit en van een rood pannendak voorzien, zo pas send in het landschap, getuigen van de energie en netheid, waarmede deze in een jaar tijds zijn tot stand gebracht en onderhouden worden. Ook de 1000 H.A. cultuurland ge tuigen van de nacht en dag voortge zette arbeid onzer emigranten, welke men eerst op zijn juiste waarde gaat schatten, als men enige halsbrekende tochten over de nog in cultuur te brengen woeste gebieden heeft ge maakt. Rijdend langs de stoffige hel lingen, kan men zich voorstellen, hoe onbegaanbaar naar Nederlandse op vattingen deze wegen zullen zijn in regentijd. De grond, die zo rood en hard is, maakt 'n goede indruk wan neer deze beteeld worden met groen- bemesting of wanneer er mais op groeit, die er zo uitstekend bij staat. Men kan zich ook nauwelijks voor stellen, dat deze grond arm is, wan neer men het inlandse gras meer EEN FRAAIE DOORKIJK NAAR EEN GROEP ZEBU'S (BRAZILAANS VEE) OP DE FAZENDA. dan ruiterhoogte ziet groeien. Mo menteel is het klimaat voor derge lijke tochten heel aangenaam. Met uitzondering van 11 tot 2 uur op de dag is het hier doorgaans heerlijk koel. Bij de Fazenda staan de werk plaatsen en bedrijven in een groep bijeen. Evenals de huizen getuigen deze van de bekwaamheid der emi granten door de doeltreffende in richting, waarmede ze zijn opgezet. Dit kan niet anders dan een uit stekende indruk maken op de vele bezoekers, die de fazenda aandoen. Als men van een vermoeiende tocht terugkeert en de avond plots is in gevallen, passeert men de kapel en hoort men er niet zonder ontroering de zusters, de Kanunnikessen van het H. Graf, het koorgebed zingen. Het Geloof en het vertrouwen op God zijn de basis, waarop deze kolonie is gesticht en zij vinden hun levende uiting in deze klooster gemeenschap, Terwijl overal ter we reld de emigranten grote zorgen heb ben betreffende de opvoeding der kinderen, verzorgen hier de zusters opvoeding en onderwijs. En leveren aldus zowel voor de hedendaagse ge meenschap als voor de gemeenschap der toekomst een nooit genoeg te. waarderen en onmisbare bijdrage. DE BEDRIJVIGE, JONGE MILLIOE NEN STAD. SAO PAULO. In hotel „Zeiler" te Baarn werd gistermiddag te half drie de ope ningszitting gehouden van het Vor- mings-instituut der Katholieke Volks partij. Deze openingszitting werd bijgewoond door de minister van justitie mr A. A. M. Struycken, de minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen, prof dr F. J. Th. Rutten en de minister zonder porte feuille mr J. R. H. van Schaik en mr L. C. Kortenhorst, voorzitter van de Tweede Kamer. Voorts waren o.rn. aanwezig de leden van de Par tijraad der K.V.P., verschillende le den der Eerste en Tweede Kamer en de burgemeester van Baarn, mr F. L. van Beeck Calkoen. De heer W. J. Andriessen, voorzit ter der K.V.P., hield de reeds gepu bliceerde openingsrede. Prof. dr C. Campagne, voorzitter der afdeling Baarn van de K.V.P. zeide, dat dit instituut is gesticht, om de strijd te bezien en spanningen weg te nemen. De burgemeester van Baarn, mr F. J. van Beeck Calkoen, zeide er van overtuigd te zijn, dat Nederland in de rij van democratische staten een van de beste plaatsen inneemt, maar dat de politieke lauwheid van het mom'ent scholing noodzakelijk maakt. Om ongeveer vier uur werd een receptie gehouden in het vormings instituut, die zeer druk werd be zocht. Rede Dr. Albering Dr L. A. H. Albering, secretaris der K.V.P. en directeur van het Vor mingsinstituut sprak hierna als volgt Democratie houdt zelfbestuur in. Het mondig geworden volk mag niet enkel object zijn van planma tigheid, het moet zelf handelen. En de consequentie hiervan? De de mocratie eist een mondig geworden volk. Aldus vatte dr. L. A. H. Al- bering zijn inleiding samen. Een der voornaamste doeleinden van het Vormingsinstituut der K.- V. P. moet daarom zijn: een gestage ononderbroken werkzaamheid tot mondig maken van het volk, met name van het Katholieke volksdeel Mondig d. w. z. met inbegrip voor- het wezen der politiek, voor het wezen der eigenl partij, met be grip in het bijzonder derhalve voor het algemeen welzijn van ons volk, dat niet is de optelsom van een aantal afzonderlijke welzijnsfacto- ren, maar dat gevormd wordt door een afgewogen, een harmonische opbouw onzer maatschappij. Dat kleur en bezieling in het po litieke leven, zoals door velen in de oorlog werd verwacht, is uitge bleven, moet voor een belangrijk deel geweten worden aan de on mondigheid der volkeren, die me nen te leven onder een democra tisch bewind. Het mondig maken nu, het poli tiek bewust maken, eist op de eerste plaats de vorming of verdere ontwikkeling van een kern van per sonen, die gevormd wordt door de leidinggevende figuren in de poli tieke organisatie in heel het land, de intellectuelen in hun talrijke functies en ambten en degenen die voorop staan in de kringen der sociale organisaties, hoezeer ook de directe massa-'beinvloeding van be tekenis kan Zijn. Het lijkt mij n. 1. niet voor bestrijding vatbaar, dat de mentaliteit van het volk, zijn streven en zijn verlangens in de huidige omstandigheden niet zo zeer worden „gemaakt" door het geschreven woord van de pers en 't gesproken woord in de vergadering, als door het gesprek van de ver schillende milieus, door het rond gaan van meningen en inzichten van mond tot mond, door het veel al klakkeloos overnemen door de een, wat de ander met aplomb ver- korfdigt. Daarom is het van zo groot be lang, dat de door mij genoemde groepen, die contact hébben in alle kringen van het volk deze be ïnvloeding met kennis van zaken, met enthousiasme en doorzettings kracht tot haar taak gaan beschou wen. Daarom is het ook voor de ihand liggend, dat de Katholieke Volkspartij juist deze groepen wil betrekken in het werk van haar nieuwe centrale Instituut. DAAR IS ALLEREERST HET KADER.... Daar is allereerst het Kader. -Po litieke vorming en voorlichting van het Kader is een levensbelang voor de partij, voor de democratie. Een begin van een stelselmatige 1 opzet dezer vorming is het vorig jaar door de K. V. P. gemaakt i door de organisatie van een 50-tal regionale kaderdagen, waarin het wezen der partij en de taak en verantwoordelijkheid van het Ka der zo uitvoerig als mogelijk was, werden behandeld, en die in de komende jaren zullen worden voortgezet. Voor de kern van dit Kader, voor hen die als vertrouwens mannen kunnen gelden en daar door een grote invloed bezitten, is echter meer nodig. Een geselec teerd deel van het regionale en locale kader zal daarom de bijeen komsten in het vormingsinstituut bijwonen, waarvoor zowel voor de ouderen als de jongeren het grootste deel van de weekends zal worden gereserveerd. Zij -zullen bovendien een blijvend contact onderhou4en met het cen trale instituut. Het documentatie-materiaal, aan het kader toevertrouwd, zal tevens ter beschikking komen van de werkgroepen in de afdelingen der partij, waaraan het geselecteerde kader o. m. leiding zal moeten ge ven, werkgroepen waarvoor de eer ste suggesties zijn gedaan bij de re gionale Kaderdagen- van het vorig jaar en niet zonder succes en aan welker tot standkoming en werkzaamheid verder zal worden gearbeid. ALS TWEEDE TAAK Na de Kadervorming komt als tweede taak van het Instituut aan de orde, wat ik gemakshalve zou willen noemen „de diepere vor ming," de bespreking tijdens stu diedagen, weekends, eventueel we ken, van vraagstukken, die van groot belang zijn, zowel principieel als actueel, voor de Nederlandse po litiek, in het bijzonder voor de op vattingen en het beleid der Katho lieken. Het ligt voor de hand, dat voor deze besprekingen slechts per sonen in aanmerking komen, die ge let op hun ontwikkeling en positie in staat zijn een vruchtbaar aandeel te kunnen leveren in de te voeren discussies, personen die gewoonlijk van de naam „intellectuelen" wor den voorzien, onverschillig of zij al dan niet academisch zijn ge vormd. Uitentreure is er geklaagd over de geringe belangstelling der Ka tholieke intellectuelen voor de po litiek, beter gezegd voor het werk derl K. V. P. Met name zouden de vergaderingen der partij weinig aantrekkelijks voor deze groep be zitten De studiedagen der diepere vor ming zullen aan dit bezwaar vol komen tegemoet treden. GESPREKKEN. Een derde taak Voor het Vor mingsinstituut weggelegd, is .dat van Gesprekcentrum te zijn voor representatieve figuren uit de vele groeperingen van ons volksdeel, als daar zijn; boeren, ambtenaren, ar beiders, vrouwen, studenten, mid denstanders, de. overige midden groepen, en andere. Gesprekscentrum, waarin in be handeling komen die onderwerpen op politiek terrein, die een bepaalde groep in het bijzonder ter harte gaan. De K. V. P. is volkspartij en daarom is het nuttig, dat zij veel vuldig kennis neemt van wat leeft in alle geledingen van het volk.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1950 | | pagina 8