Bewoners dronken
wei en dunne bier
§iië5i§
MpKSsitH'S
SSS5-
Stompu/ijk, het dorp langs de vaart
a?«3SMsrjp5
Hamsteraars zijn zwijnen
Hef uup dep beslissing
M.dkUAG 12 AUGUSTUS 1950
HE LEIDSE COURANT
TWEEDE BLAD PAGINA 1
U/wimondiA >iorid\uicUiien
IN 1514 WERD ER WEEF EEN ONDERZOEK INGESTELD NAAR DE
GESTELDHEID van de steden en dorpen, om de verponding, de belas
ting van die dagen, vast te stellen. In Warmond kwam de pastoor, Nico-
laus Reynierszoon. 50 jaar oud, met de schout Symon Mathyszoon en twee
anderen voor de commissie en vertelden, dat hun dorp nu 84 huizen had.
In 15 huizen daarvan woonden mensen, die niet meebetaalden: zes be
hoorden tot de abdij var. Rijnsburg; zes andere behoorden tot Alkemade
en drie waren vrij „onder de hofstede van Vliet". Van de 69 die over
bleven, waren er 6 of 7 die „van aelmissen" leefden, en 8 of 10 die nog
„behouftiger waren dan de armen, die om broot gaen". De pastoor deelde
mee, dat zijn parochie 385 communicanten telde, maar daarbij moest hij
eigenlijk niet meetellen dt bewoners van de 15 bovengenoemde huizen,
omtrent een 60, die feitelijk niet tot zijn parochie behoorden, ook al gin-
v gen zij wel te Warmond naar de kerk. Opbrengst van belasting op wijn en
bier was erg gering, want men dronk er geen wijn en maar weinig bier;
het merendeel was te arm en dronk „weymelk ende dunnebier'l'.
de bol kwam een schip als herinne
ring aan het admiraal zijn van Johan
van Duvenvoorde. Zijn dood verhin
derde zijn plan de kerk helemaal te
doen herstellen.
»Mooie leuzen.
maken om'de^aten jen, moeten
Amsterdam en Sn»!? 1J tuss«i
«n helpe?s.opp^arendam te kun"
Van S°j288Wm„!;2e88 mor«en «™t.
den lï ^°pTcl?e:nZff,brUik "ad-
eigenaars. Die eigenaard? v,an de
tere, onder mier de hri? m°S"
mondse kloosters wif heide War-
"'Si Vbae|abalSin?.te,
RönlandSeP °L]
Sa&he.'rii
veróoTzaaktp08r Ve6i ""«"«denhefd
FeifunT W6rd f" ^'"étaTen val"
Belasting, waardoor op de ovpHctp
dr°ukkenn belastinS te
De kerk-ruïne.
^nd^fnfv^e",^,^-'
fer^a^^SS
de parochiekerk Kerckwerve «1.3
genoemd in 1063. erl:Kwerve. werd
«„Ya" de kerk' waarvan de ruïne er
bouwd' r ihet koor in 1525 ge
bouwd. Bij gelegenheid van het be
leg van Leiden, werd in 1573 de kerk
aienst, ook de toren werd toen vnnr
zover door de brandbeschadi«d ee-
res.aureerd Toen in 1874 de nieuw
gebouwde hervormde kerk in ge
bruik werd genomen heeft men het
dak van de oude kerk met een groot
«S? ï.an muren van het koor af
gebroken en werd de kerk een ruïne
begraafplaat.bekend an dient als
oegraatplaats, waar nog de erafrer.
en liggen van Jacob van den Wou-
de overleden in 1395, Nicolaas van
Matenesse en zijn vrouw Gelrtruit
van Lookhorst en anderen. ueenruit
hJ°« de bouw van de kerk in 1524
had de vrouwe van Warmond Ja
ÏZr*1" !?en met da bouw was be-
gonnen. Toen heeft haar erfgenaam
Maria van Matenesse deze laftllï?
het koor. ponaen voor de houw van
£vLdvöorrd\ndherkJoJ\tt de^kSk
d^o.°e&,e°gmevbaarvr3er
ren was toen allefn maar de
verbrand; deze werd" hmsTeld en^op
Pogingen om de kerk terug
te krijgen.
Natuurlijk hebben de katholieken
van Warmond in de tijd van de Ba
taafse republiek geprobeerd het oude
kerkje van hun voorvaderen terug te
krijgen; de nieuwe grondwet bood
hen daartoe de mogelijkheid en in
1798 werd in een zitting van de mu-
nicipaliteit van het dorp de kwestie
ter tafel gebracht over de eigendom
van de oude kerk. Er kwam een com
missie, die een rapport moest uit
brengen, waai in de geschiedenis van
de kerk werd uiteengezet en waar
in betoogd werd, dat de op 18
Aug. 1573 verwoeste kerk destijds
door de ambachtsheer van War
mond hersteld was voor de protes
tanten. Het mocht de katholieken dan
ook niet gelukken enig succes te boe
ken.
Bij gelegenheid van de reformatie
moesten alle kerkelijke goederen
worden aangegeven aan het zoge
naamd geestelijke kantoor; een ont
vanger-generaal, Cornelis van Cool-
wijk was belast met de administra
tie. Maar Warmond weigerde en
bleef weigeren iets op te geven en
de heren van Warmond moticeerde
zijn weigering, dat hij, gelijk zijn
voorvaderen recht op de kerk had j
en dat hij zelf wel zou zorgen voor
de predikant. De eerste predikant
van Warmond was Johannes Hal- j
lius, ofschoon niet officieel door de
heer van het dorp aangesteld. Wel
werd dat Pieter van Oy, een afgeval-
len monnik van het klooster Mariën-
haven. De heef van Warmond zelf
bleef met zijn gezin trouw aan het
katholicisme en zorgde door middel
van zijn slotkapelaan, dat het de ka
tholieke Warmonders niet aan gees
telijke hulp ontbrak.
De ruïne van de oude kerk
bleef begraafplaats, ook voor de
katholieken, totdat zij in 1845
een eigen kerkhof kregen. Petrus
Codde, de door de Paus afgezette
Apostolische Vicaris in de strijd
om het jansenisme, werd in de
ruïne begraven, evenals Ques-
nel, de uit Frankrijk om zijn
jansenisme gevluchte priester en
na hem meerdere bisschoppen en
priesters van de kerk der oud-
bisschoppelijke clerezy.
Een iascinerend boek van Franse generaal
„In Augustus 1948 heeft Stalin te Sotchi op de Krim een geheime bij
eenkomst gehouden met leiders uit de satellietstaten als Anna Pauker,
Dimitrov, Gottwald en nog enige anderen van zijn handlangers. Bij die
gelegenheid deed hij hun de volgende vertrouwelijke mededeling: „Ik
heb drie jaren nodig om de staatshuishoudingen van de onderworpen
ïanden te integreren, om China goed in de hand te krijgen en om het
oorlogspotentieel van de Sovjet-Unie op het vereiste peil te brengen.
Het is mogelijk dat zich in die tus sentijd oorlogsgerommel doet horen.
Doch vooi die tijd zoek ik geen conflict. Eerst over drie jaar zal ik in
staat zijn om, als het moet, een beslissende krachtmeting met het Wes
ten aan te gaan Zo sprak Stalin en, ik herhaal het, dit zijn feiten."
Aldus luidt een belangrijk citaat
uit het zo juist verschenen boek van
de* Franse generaal Pierre Billotte
„Het uur der beslissing."
Een zeer actueel boek, dat te den
ken geeft; een boek, dat niet alleen
de wonden, waaraan de wereld te
genwoordig lijdt, openlegt, maar te
vens het middel aangeeft ter gene
zing.
Ziehier de analyse van de strate
gische situatie, welke de Franse ge
neraal geeft.
overgave der Duitse en Japanse
strijdkrachten werd getekend, dach
ten de vrije volkeren, dat zij voor
lange tijd, zo niet voorgoed, met de
nachtmerrie van de oorlog hadden
afgerekend. Zij waren in die hoop
gesterkt omdat zij dachten te weten
wat er in Yalta, Potsdam en San
Francisco was besproken; zij werden
erin gesterkt door de waarneembare
uitingen van de verzoeningspolitiek.
Alleen enkele mannen, die beter ge
ïnformeerd waren of begiftigd met
„Toen op 8 Mei 1945 te Reims en een bijzondere intuïtie, konden zich
op 1 September 1945 op het slag- nog niet helemaal gerust voelen,
schip Missouri de onvoorwaardelijke Men zag toen de algemene en
Als er één land is waar de publieke opinie zich fel tegen de hamste-
raars keert, dan is dat wel Amerika. Het grootste verwijt dat tot de ham
steraars wordt gericht is dat zij eno rme voorraden levensmiddelen in
slaan, terwijl er op Korea horderden jongens sneuvelen. Roger Reynolds
uit Dallas (Texas) wil op zijn mani er de hamsteraars op hun a-sociale
houding wijzen. Beladen met banden, nylons en andere bij de hamste
raars gewilde artikelen, loopt hij d oor de straten van Dallas, een var
ken met zich meevoerend. Om aan zijn propaganda nog meer kracht bij
te zetten draagt hij borden met zich mee met de leuzen: „Piggism ain't
Americanism" (Zwijnerij is niet Amerikaans) en „Dont overbuy while
Americans die" (U zult geen voorraden inslaan terwijl Amerikanen
sterven).
overhaaste demobilisatie van de
Westerse strijdkrachten. De regerin
gen wensten voor hun soldaten de
terugkeer naar hun haardsteden
zonder uitstel, hetgeen de ouders,
die zo lange jaren in angst gezeten
hadden, met ongeduld hadden ver
beid. De transportmogelijkheden
vormen de enige factor, die werke
lijk meetelde bij het tempo, waarin
de lichtingen die onder de wapenen
geroepen waren, naar huis werden
gezonden. Enorme hoeveelheden
oorlogsmateriaal bleven achter; an
dere werden voor een lage prijs en
zonder verdere controle verkocht;
weer andere werden eenvoudig weg
volledig vernietigd. De oorlogsfa-
brieken werden in recordtijd - weer
omgeschakeld, wat overigens pleit
voor het organisatietalent van de
ondernemers. De geallieerde oorlogs
schepen en vliegtuigen werden het
een na het andere met plastic be
spoten én opgelegd.
Buiten hun overigens zeer beperk
te bezettingstrijdkrachten konden de
Verenigde Staten niet meer dan een
paar honderd vliegtuigen uitrusten
en zij beschikten over geen enkele
infanterie-divisie op oorlogssterkte;
Frankrijk, dat in Indo-China reeds
moest optreden tegen de opstande
lingen, kon zijn tactische afdeling er
tellen op de vingers van twee han
den; Groot-Brittannië, dat verplich
tingen had in Griekenland, Palesti
na en Zuidoost-Azië, kon zijn bri-
hand tellen. In minder dan een jaar
waren de machtigste legers van alle
tijden heel rustig verdwenen
Zo was tot voor kort de strategi
sche situatie van de Westerse lan
den. Hoe de strategische positie van
Sovjet-Rusland met zijn satellieten
daartegenover is, daarnaar kunnen
wy slechts raden, maar er zijn vol
doende aanwijzingen denken wij
slechts aan het zeer acute voor
beeld van Korea om de conclusie
te wettigen, dat Moskou de handel
wijze van het Westen niet heeft na
gevolgd, doch in tegendeel bezig is
zijn bewapening tot het uiterste op
te voeren.
Het Westen heeft het gevaar inge
zien en heeft o.a. het Atlantisch Pact
gesloten, ter verdediging van zijn
vrijheid en onafhankelijkheid; doch
pas van de allerlaatste tijd dateert
het inzicht, dat zelfs dit nog niet
voldoende is en dat met man en
macht de achterstand, door de de
mobilisatie ontstaan, moet worden
ingelopen.
Deze bewapening dient niet indi
vidueel te geschieden door de lan
den afzonderlijk, maar gecoördi
neerd tot een interregionaal zelfver
dedigingssysteem.
Generaal Billotte geeft toe, dat dit
een kostbare methode is en zeker
geen ideale; het beste en het goed
koopste systeem zou zijn een inter
nationale ontwapening, gecontro
leerd door een goed functionerend
gades op de vingers van één enkele I controle-lichaam. Maar daar de kans
ZondagmoJiyeti
Grijpt naar
de wapenen I
Het gezegde van de Romeinen:
„Indien ge de vrede wilt, bereid u
dan voor op de oorlog", is tegenwoor
dig weer in de mode. Bizonder in de
mode zelfs. Ieder land, dat zichzelf
respecteert, doet eraan mee en
de rekeningen worden wel thuis be
zorgd!
„Het is hoog tijd, dat er met de
herbewapening wordt begonnen"
is de mening van iedereen, maar
velen, die zo praten, vergeten één
ding: als het hoog tijd is voor de
staat, dan is het ook hoog tijd voor
de burgers, het harnas te voorschijn
te halen.
Er wordt op deze wereld een ge
vaarlijk schaakspel gespeeld van zet
en tegenzet. Het is echter niet zo.
dat we sleohts lijdelijk hebben toe
te zien, hoe de kansen wisselen. Voor
iedereen geldt de leus: indien ge de
vrede wilt. bereid u dan voor op een
oorlog. Komt er geen oorlog, wel,
dan hebt ge altijd nog de vrede. En
komt er oorlog of onrust ook dan
zult ge vrede hebben, indien ge de
vrede zoekt, waar hij te vinden is.
De gehele wereld schreeuwt om
vrede, maar men loopt de enige
voorbij, die vrede geven kan èn aan
de gemeenschap der volkeren en aan
ieder mensenhart: Christus. En al
mogen de regeerders der volken me
nen dat zij het zonder Gods Zoon
wel af kunnen, laten we dan niet in
dezelfde kuil der dwaasheid vallen,
maar ..zoekt de Heer, zo lang Hij
zich vinden laat."
„Legt aan de wapenrusting Gods,
n bestand te kunnen zijn tegen de
listen des duivels. Want niet tegen
vlees en bloed geldt onze striid. maar
tegen heerschappijen en machten, te
gen wereldbeheersers dezer duister
nis tegen de boze geesten in de lucht.
Griipt daarom naar de wapenrusting
Gods
MARIUS.
PROF. DR. J A. A. M. KORS voor
zitter van de K.R.O... die zijn veer
tigjarig priesterpubileum zal her
denken op Dinsdag, 15 Augustus a.s.
Overleveringen van Opa
en eigen ervaringen
Wij bekijken Stompwijk weer anders dan de
fietser, die èr toevallig eens doorrijdt. En dat
is verklaarbaar. Van de vijf liter bloed, die in
onze aderen circuleert, is er minstens één van
onvervalst Stompwijkse samensteling. Heel
lang geleden immers stond in dit dorpje de
v/ieg van de thans stokoude Desiderius, die onze
grootvader is.
De grens van Stompwijk lag destijds in de
buurt van de uitspanning Drievliet, vlak bij
Den Haag. In de loop der jaren zijn er echter
grenscorrecties toegepast, maar we kunnen ge
rust zeggen, dat opa zich daar weinig van aan
getrokken heeft.
Als hij over Stompwijk begint te vertellen,
kan hij zich niet druk maken over grenzen.
V/el over Zoeterwoude! Tussen opa's geboor
teplaats en laatstgenoemd dorp bestond vroe
ger een hardhandige rivaliteit. Als er uitvoe
ringen waren in „De Bles" kwamen de jon
gens uit Zoeterwoude en omgekeerd trokken
de Stompwijkers naar de feestjes in' het Patro
naatsgebouw van hu.i naaste buur.
Opa was ook altijd van de partij en hoewel
we het 'ons moeilijk kunnen voorstellen als we
naar zijn aartsvaderlijk gezicht kijken be
lust op een duchtig vechtpartijtje. Dat kon
trouwens nooit missen. Er werd net zo lang
„mot gezocht" tot opa uit volle borst riep
„Stompwijk!"
Zodra die kreet weerklonken had, ging het
spul beginnen. Van beide partijen kwam dan
de knokploeg naar voren, om even op de vuist
te gaan.
„DAT WAS PAS EEN TIJD!'
Aan het slot van zyn knokverhaal moet opa
altijd de zucht slaken: „Dat was pas een tijd!"
En daar moppert hij nog iets achteraan van
prulmensen en atoombommen. Alsof wij daar
iets mee te maken hebben en hij niet.
Eerlijk gezegd geven wij ook de voorkeur
aan de tijd van het karrespoor. Het is trouwens
nog niet zo heel lang geleden, dat dr. Perquin
naar Leidschendam ging met zijn auto'tje, om
enkele heren af te halen, die besmette melk
moesten keuren. Die heren zagen er de nood
zaak niet van in uit hun grote auto over te
stappen in hel wagentje van de dokter. Zij
i zouden wel op eigen gelegenheid gaan. Later
waren ze echter blij een goede raad te hebben
aangenomen, want met hun eigen auto waren
ze er nooit gekomen.
De bus van Boonekamp, die vroeger de ver
binding met Leiden onderhield, was ook een
attractie. Als je ergens uitstapte, zei je gewoon
tegen de chauffeur: „Zeg wacht even, ik ben
over een kwartiertje terug." Zo'n verzoek werd
j zonder tegenwerpingen ingewilligd.
KERMIS EN DRAVERIJ.
Persoonlijk kunnen we nooit aan Stompwijk
denken zonder daarbij de kermis en draverij
te betrekken. De Stompwijkse kermis is voor
ons de kermis van het jaar. Een laaiend en
thousiasme heeft ons eens verleid, om in de
krant te schrijven, dat Stompwijk zonder ker
mis ten dode zou zijn opgeschreven. Dat is
natuurlijk niet waar. Men kan er ook andere
dingen dan feestvieren, maar wat het laatste
betreft heeft Stompwijk toch grootmeesters.
Wij hebben eens meegemaakt, dat een fietser
tussen een hosgroep belandde. Hij werd ogen
blikkelijk van zijn rijwiel getild en moest
meespringen De fiets stond een beetje in de
weg en werd, om ruimte te maken, zolang in
de vaart gezet. Iets dergelijks is gewoon op de
kermis.
Wij kunnen ons niet voorstellen, dat een
fietser, die op een mooie zomerdag de stad
heeft verlaten en ólt de wijde polder toe
vallig in StompwijK. belandt onberoerd dit
dorpje langs de vaart weer zal verlaten.
Hij moet minstens getroffen worden door
de verscheidenheid van bruggetjes, via
welke men de huiaen en hofsteden kan
bereiken. En als die fietser een vacantie-
ganger is, zodat hij zich de weelde kan
veroorloven op Maandagochtend uit
stapjes te maken, dan wacht hem een
aardig schouwspel. Want op de eerste
ochtend der week staan de huisvrouwen
op haar stoepjes aan de waterkant, om
de was te spoelen. Speciaal voor luiers
met inhoud schijnt deze natuurlijke ge
legenheid tot voorbewassing niet te ver
smaden.
Trouwens, toen wij onze broekspijpen op
rolden tot de knieën en ons jasje binnenste
buiten aandeden, waren we helemaal geen bui
tenbeentje. Wij hebben gezien, hoe een hele
verzameling feestelingen door het dorp trok
en telkens een echtpaar thuis afleverde. Bij
een werd het raam opengeschoven, de bloem
potten uit de vensterbank gehaald, waarna een
luidruchtige processie rond het huis trok. Over
al prakkezeerde men iets anders met als
leuze: Hoe dwazer hoe mooier. Tenslotte is het
niet alle dagen kermis.
De motor van deze feestelijkheden is de
harddraverij vereniging „Nooit Gedacht", die
jaarlijks naast attracties voor kinderen en
volwassenen een van de beste draverijen
van Zuid-Holland organiseert. Het grappige
van deze vereniging is, dat zij alleen maar een
bestuur heeft en geen leden.
ER IS MEER DAN FEEST.
Wij moeten ons ge.weld aandoen, om niet
teveel over de kermis uit te weiden. Anders
zouden we een verkeerde indruk vestigen,
want van Stompwijk is meer te vertellen.
Op de eerste plaats de saamhorigheid. Als de
Stompwijkers elkaar in hun eigen plaats te
genkomen, brommen ze een onverstaanbare
groet, fnaar in Leiden zijn ze joviaal en schie
ten elkaar aan. om naar allerlei dingen te in
formeren. Ze behoren bijeen en dat merk je
als je iets eigens in een andere plaats ontmoet
Het gevoel van saamhorigheid treedt pas
goed op de voorgrond, wanneer er iets bijzon
ders gebeurt. In dit verband herinneren wij
ons de brand, die een paar jaar geleden uit
brak by kruidenier Suijten. Dat was op de
Tweede Kerstdag. In tyd van een wip waren
alle Stompwijkers op de been, om een handje
te helpen. Inboedels werden uit de gevaren
zone gehaald, terwijl anderen een bijt in het
ijs hakten, om de blussingswerkzaamheden te
beginnen.
De huismoeders zijn tevreden over de meis
jes. Als ze wegens ziekte hulp nodig hebben
kunnen ze er zeker van zijn, dat er iemand
het huishouden doet.
En nu vfe toch een opsomming van goede
eigenschappen geven, mogen we de mooie
priesterfeesten zeker niet vergeten. De Stomp
wijkers laten geen gelegenheid voorbijgaan, om
hun priesters aanhankelijkheid te betuigen.
Prior Snabe) van het Kruisherenklooster, kort
geleden nog assistent in Stompwijk, heeft de
mooiste herinneringen aan zijn 12}^-jarig
priesterfeest, dat hij daar mocht vieren. En
toen pater van Emmen, dietijdelijk de taak
van de zieke kapelaan Kamerbeek heeft over
genomen, eveneens zijn koperen priesterfeest
vierde, lieten de Stompwijkers zifrh ook niet
onbetuigd.
HERINNERINGEN UIT DE
„DUIKTIJD".
Tijdens de Duitse bezetting hielden we ons
enige tijd schuil in Stompwijk. We hebben nog
de blaren in onze haftden staan van het bomen
omhakken aan de Meerleen. De vaders zetten
hun kinderen overdag bij een boom op wacht
en als iemand anders in de buurt kwaip kreeg
hij te horen: „Afblijven! I?ie boom i.<? van mijn
vader".
Later wandelden we nog eens met twee
koeien aan een touw in de richting van Leid
schendam. Wie zal die uittocht ooit vergeten.
Het dorp moest ontruimd worden, aangezien
de Duitsers een oefening ginnen houden. Ieder-
'een sleepte mee wat hy dragen kon en 's avonds
zaten we weer thuis. Er was niets gebeurd,
waar overigens niemand rouwig om was.
Van de'centrale keuken kunnen we getuigen
dat het eten best was. Overal in Nederland
watersoep, maar hier stukjes schapenvlees en
voldoende vet. Zelfs de veehouders, wier land
niet geschikt was voor landbouw, kwamen er
tenslotte terecht voor hun warme maaltje.
De -pastoor ging in die tijd rond. om overal
eieren, kaas en boter te halen. Niemand wist.
v/aar dat voor was. En nieuwsgierig dat de
mensen waren! Na de oorlog werd er aan die
nieuwsgierigheid een eind gemaakt, toen op
de preekstoel een brief werd voorgelezen,
waarin verschillende ziekenhuizen of liever
de directies ervan bedankten voor de le
vensmiddelen. die ze in de hongerperiode uit
Stompwijk hadden ontvangen.
Zó kennen wy Stompwijk!
DESIDERIUS BIESENBROECK Jr.
op het! verwezenlijken hiervan voor
lopig nul is, is het alternatief: be
wapening, het enig 'mogelijke.
De generaal schat de benodigde
militaire uitgaven op rond 30 mil
liard dollar, waarvan misschien twee
derden op korte termijn beschikbaar
zou moet komen. De vrije volken
beschikken globaal genomen zonder
enige twijfel over de nodige hulp
bronnen; zij kunnen over voldoende
mensen beschikken en zij kunnen op
geestelijk en intellectueel gebied, op
het gebied van wetenschappelijk on
derzoek, techniek en industriële pro
ductie uit zeer belangrijke arsenalen
putten.
Daarbij zullen zij op militair ter
rein het principe van de „eenheid
van de oorlog" moeten erkennen,
waaruit onmiddellijk voortvloeit het
principe van de „eenheid der defen
sie". Niet zó, dat ieder land zijn
eigen territoir moet verdedigen,
maar alle landen zullen het geza
menlijke grondgebied dienen te ver
dedigen in één gemeenschappelijke
strategie.
Als de vrije volkeren bereid zijn
deze principes te accepteren, dan
kan met vertrouwen de opbouw van
een doeltreffend defensiesysteem te
gemoet gezien worden. „Ik koester
de hoop, aldus generaal Billotte, dat
de Sovjets bij het zien van een der
gelijke manifestatie, een dergelijke
gemeenschappelijke wil, tot uiting
gekomen in even machtige presta
ties, eindelijk zo wijs zullen worden
af te zien van hun politiek van we
reld-hegemonie en langzamerhand
zullen komen tot internationale sa
menwerking."
Tenslotte breekt de schrijver een
lans Voor de wereldfederatie, doch
zolang deze nog niet mogelijk is
spreekt hij zich uit voor een Atlan
tische Unie, niet alleen op militair
gebied maar ook op economisch en
politiek terrein. Zulk een unie zou
leiden tot een gelukkiger toekomst,
zij zou vrede en veiligheid geven.
De schrijver meent, dat zulk een unie
zeer goed te verwezenlijke is, om
dat de Oceaan geographisch gezien
meer verenigt dan scheidt en omdat
de volken, die rondom de wereldzee
leven minder van elkaar verschillen
dan de staten van Noord-Amerika
van elkaar verschilden in 1777. Als
deze de Verenigde Staten va,n Ame
rika konden vormen, fc het ook mo
gelijk een Atlantische Unie te vor
men, welke levenskracht een toe
komst heeft.
Het belangrijke boek van gene
raal Billotte, dat uit het Frans ver
taald is door J. Oyen, wordt uitge
geven door het Nederlands Boekhuis
te Tilburg en is verkrijgbaar bij de
boekhandel voor de prijs van 5.90.
Prof. Mag. Dr. T. A. Weve, hoog
leraar aan de Katholieke Economi
sche Hogeschool te Tilburg, hoopt
op 15 Augustus a.s. zijn 40-jarig
Priesterfeest te vieren.