Een volk, dat in twee jaar verdubbelde De kerk was bij de Egmondse abdij ingelijfd De ontwikkeling van zaken in Indonesië WIE GEEFT Uw Rode Kruis ZATERDAG 27 MEI 1950 DE LEIDSE COURANT TWEEDE BLAD PAGINA I UooJihautie. lp>iok&etu%q£ti PASTOOR HENRICUS THEODORUS VAN VLASSELAAR WERD IN 1820 te Delfshaven geboren en ii? 1845 priester gewijd. Daarna was hij kapelaan te Aarlanderveen, Roelof arendsveen, te Leiden in de kerk van O. L. Vrouw Hemelvaart, te Gouda en te Amsterdam in de Posthotprn. ln 1852 werd hij pastoor te Tuitjehorn, waar hij een nieuwe kerk met pastorie bouwde en zorgde voor de aanleg van een eigen kerkhof. Op 16 juni 1871 kwam hij als pastoor naar Lisse, na 19 jaar lang te Tuitjehorn te zijn geweest, waar hij zeer gezien was en men hem ongaarne zag ver trekken. Hij overleed te Lisse op 9 Januari 1901 en werd opgevolgd door pastoor Bernardus Joannes Klekamp, die sinds 1890 pastoor te Oude Tonge was geweest en daarvoor kapelaan was te Haarlem en te Gouda. Tijdens zijn pastoraat te Lisse werd er in deze parochie een nieuwe kerk gebouwd, welke op 6 Augustus 1903 door Mgr. Bottemanne werd gecon sacreerd. De kerk, in neo-gothischt stijl gebouwd, werd ontworpen en uitgevoerd door de aannemer J. H. van Groenendael; zij heeft een van de hoogste torens uit de omtrek, 75 meter hoog. Pastoor Klekamp overleed te Lisse op 13 October 1915 en werd opge volgd door Henricus Josephus Phi- lippus Thomann, die na zijn priester wijding in 1883 kapelaan was te Spierdijk, te Poeldijk, Scheveningen, te Amsterdam in de Posthoorn en daarna in 1901 pastoor werd te Kat wijk tot 1908, toen pastoor te Voor schoten tot 1915. van waar hij naar Lisse kwam. In 1936 werd hij rustend en ging wonen in St. Joannes de Deo in Haarlem, waar hij op 15 Maart 1938 overleden is. De tegenwoordige pastoor van St. Agatha in Lisse. Gerardus Paulus Aloysius van Zuylen, geboren in 1887, werd op 15 Augustus 1913 priester gewijd en was kapelaan te Voorscho ten, Amsterdam in de St. Catharina- kerk, Rotterdam in de St. Elisabeth en werd in 1932 pastoor te Noord- Zijpe of 't Zand in Noord-Holland. In 1936 werd hij benoemd tot pastoor te Lisse. De Engel-parochie. De tweede parochie van Lisse, die van de Beekbrug, toegewijd aan de H.H. Engelbewaarders, dateert van 1929 met Nicolaas Wilh. Sentenie als eerste pastoor, in 1941 opgevolgd door J. C. de Groot, op zijn beurt in 1949 opgevolgd door pastoor H. C. M. Roelvink. VOORHOUT. Na de reformatie is Voorhout nog maar sinds het jaar 1845 zelfstandig; voor dat jaar immers behoorde het kerkelijk tot Sassenheim. Maar in de Middeleeuwen was het een zelfstan dige parochie en zelfs de moederkerk van Sassenheim. De kerk van Voor hout was een van de oudste kerken van Rijnland en in de 2de helft van de 10e eeuw schonk graaf Dirk II haar tegelijk met de kerk van Noordr wijk aan de abdij van Egmond. De kerk van Voorhout was een personaat en daaruit alleen blijkt al dat zij tot de oudste kerken van het dekenaat behoort. Oorspronkelijk was en nu grijpen we terug naar de eerste tijden van de Middel eeuwen alleen de kathedrale kerk van een bisdom, in de volledig zin van het woord, parochiekerk met alle daaraan verbonden rechten. De enige parochiekerk van Nederland. In ons land was dat dus de Dom van Sint Maarten te Utrecht, die heel de Middeleeuwen door beschouwd werd als de moederkerk van het bis dom. Geleidelijk aan ontstonden er Helpt het Rode Kruis helpen I De economische toestand is op het ogenblik niet rooskleurig; dat was zij in 1945 ook al niet, maar deson danks bracht in dat jaar de inzame ling van het Ned. Roode Kruis een belangrijk groter bedrag op dan vo rige jaren. Dit is het beste bewijs, dat het Nederlandse volk begrijpt, dat- het een verantwoordelijkheid heeft tegenover het Ned. Roode Kruis en dus tegenover zichzelf. Het bedrag boven de geraamde op^ brengst heeft het Hoofdbestuur van het Ned. Roode Kruis in 1949 direct besteed voor de inrichting van mate- rialendepóts in het kader van het plan tot hulpverlening aan de bur gerbevolking in geval van calamitei ten. Met de financiële hulp van eni ge afdelingen is men er in geslaagd materialendepöts in te richten op 46 plaatsen in ons land. De goederen, die daar worden op geslagen, zullen gebruikt kunnen worden wanneer bij een onverhoop te ramp een deel der bevolking dak loos wordt. Men heeft er alles om een kleine honderd mensen in de eer ste nood te herbergen en verzor- gen. De materialen zijn echter met be doeld om er noodziekenhuizen mee in te richten; want zieken en even tuele gewonden zullen worden afge voerd naar bestaande ziekenhuizen of naar op te richten noodhospitalen. De inhoud van één materialendepöt vertegenwoordigt een waarde van 15 a 16.000 gulden. Wanneer het bovengenoemde plan geheel is uitgevoerd, zal Nederland op alle eventualiteiten zijn voorbe reid. Dan zal het zelfs mogelijk zijn. dat geïsoleerde gebieden zichzelf kunnen helpen. Maar dan moeten er nog een kleine 40 van deze depots worden ingericht. Ook voor de ver dere uitvoering van dit plan zal het Nederlandsche Roode Kruis in de ko mende weken Uw bijdrage vragen. Zegt dus niet: het Roode Kruis heeft mijn sympathie niet, want er wordt maar met geld gesmeten! El ke uitgave is volkomen verantwoord en dus rekenen we erop, dat allen zullen medehelpen de Roode Kruis- inzameling voor Leiden tot een suc ces te maken. naast de kathedraal meerdere kerken met de rechten van een parochie kerk. In de Karolingische tijd heten deze kerken, die dus het recht van dopen en begraven bezaten, ,,plebes" en de priester, die aan het hoofd van zo'n kerk stond, werd plebaan genoemd. Het zijn deze hoofdkerken, de oudste dus, die later, in de 11de, 12de en 13de eeuw, vaak personaten of moe derkerken worden genoemd. In Rijnland waren vier personaten of zulke moederkerken en wel Noordwijk, Leiderdorp, Zoeterwou- de en Voorhout. De pastoor, die aan het hoofd stond, en behalve plebaan, ook persoon, boofdpastoor werd genoemd, had het voorrecht, dat hij, niet als andere pastoors verplicht was, persoonlijk zijn ambt waar te nemen en dus te midden van zijn parochianen te wo nen; hij mocht zijn ambt door een ander iaten waarnemen. Bovendien had hij nog het recht die priester ter benoeming voor te stellen, bezat het eerste stemrecht in de vergadering van geestelijken en had vaak een koorstoel in de Dom van Utrecht. Als teken van zijn waardigheid mocht hij „almuysen", een versiersel van witte en grauw bonte vellen op de mouw, waaruit later de tot op de schouders afhangende muts van bont is ont staan, dragen op de arm. Mogelijk zijn uit deze „almuysen" ons huidige kanunnikkenmantels ontstaan. De oude naam. Ook in een brief van keizer Hen drik IV, daterend van het jaar 1064 wordt de kerk van Voorhout ge roemd. Dan heet de plaats nog ge woonlijk, volgens de oude naam Fo- reholte ,of Voreholt. Onder de oudste Middeleeuwse pastoors van Voorhout vinden we in oude -bronnen vermeld, dat van 1234 tot 1255 heer Laurens er „cureyt" is. Het jaar 1265 geeft ons weer een pastoor Laurentius, misschien wel de zelfde als de juist genoemde. Nog een oudere vermelding is, dat in 1222 er een zekere Wilhelmus pastoor is. Verder weten we weinig meer over deze-pastoors te vertellen. Komen we wat verder in de historie, dan ver tellen ons de oude Egmondse docu menten, dat op 14 April 1333, de toenmalige abt van Egmond's abdij, abt Hugo Menson, de stichting van een kapelanie ter ere van O. L. Vrouw en van Sint Jacob in de kerk van Voorhout vestigde. Deze stichting was gemaakt door Hum Pollaert, die toen pastoor van Voofliout was. De abt moest er in gekend worden, want de Hollandse graaf had de Voorhoutse kerk, gelijk enkele ande re, die oorspronkelijk behoord had den tot de abdij van Echternach, aan de Egmonder abdij geschonken Krachtens deze schenking had de abt van Egmond het patronaatsrecht en mocht hij dus de pastoor ter be noeming aan de bisschop voordragen. Later en wel omstreeks 1465 lijfde abt Gerrit II van Poelgeest de kerk geheel bij de abdij in, zodat dus toen ook de inkomsten geheel aan dat klooster vielen. DORDTSE BURGERIJ HELPT BRANDWEER. De Dordtse bur gerij werkt hand in hand met de brandweer om tot een zo snel mo gelijke brandmelding te komen. Be woners uit alle wijken hebben hqn telefoon voor brandmelding be schikbaar gesteld, en zijn herken baar aan speciale deurplaatjes. Te vens zijn zij door de brandweer in het bezit gesteld van de „tien ge boden voor het aannerma; van een bandmelding en het doorgeven er van", opdat er geen tijd verloren zal gaan met het vertellen van onbe langrijke gegevens. Een bewoner van Dordrecht bevestigt het plaatje op zijn deurpost. DE UITGIFTE VAN NIEUWE BANKBILJETTEN VAN ƒ.10.— Zoals bekend is, worden thans nieuwe bankbiljetten van 10.uit gegeven. Het heeft enige bevreem ding gewekt hier en daar, dat het geboortejaar van Koning Willem I verschillend is vermeld. Er moge in dit verband herinnerd worden aan de bekendmaking van .de directie van „De Nederlandsche Bank N.V." in de Staatscourant van 3 December 1947. Daarin wordt o.a melding gemaakt van het feit, dat als geboortejaar op die biljetten be horende tot de series 1 AA tot en met 2 AW het jaartal 1788 is vermeld, terwijl op de biljetten, behorende tot de verdere series, dit foutieve jaartal is gerectificeerd in 1172. RIJKSPERSONEEL KRIJGT 2 PCT. GRATIFICATIE Naar het N. v. d. D. verneemt heeft de regering thans definitief besloten om over 1950 het burgerlijk Rijkspersoneel, de onderwijzers en leraren, allen voorzover hun salaris een bedrag van 4.560 per jaar niet te boven gaat, een vacantietoeslag uitkering te doen, overeenkomende met 2% van: hun jaarsalaris nret een maximum van J-50. VAKGROEP ACCORDEONORKEST DIRIGENTEN OPGERICHT Een veertigtal dirigenten van ac cordeonorkesten kwam te Amster dam in vergadering bijeen. Besloten werd tot de oprichting van een vak groep van accordeonorkest-dirigen ten, aangesloten bij de bond Vah orkest-dirigenten in Nederland. Tweede Kamer wat hij heeft, is waard dat hij leeft. Er wordt niet veel van U gevraagd. Wanneer U en Uw gezinsleden ELKE WEEK een cent voor opzij leggen, kan het voortgaan met zijn menslievend werk volledig en goed te verrichten. MAAR GEEF LIEVER UW JAAR-BIJDRAGE INEENS! In de LAATSTE week van Mei en in de EERSTE week van Juni zal men U komen vragen om Uw gilt GEEFT DAN BLIJMOEDIG Gistermiddag heeft de Tweede Ka mer de behandeling van de nota om trent de ontwikkeling van zaken in Indonesië voortgezet. De Minister vóór Uniezaken en Overzeese Rijksdelen, de heer VAN MAARSEVEEN, beantwoordt de Donderdag gemaakte opmerkingen. Hij merkt op, dat ook de voorstan ders der souvereiniteitso verdracht steeds hebben gezegd, dat er veel moeilijkheden te wachten zouden zijn* Maar er is ook gezegd, dat zon der overdracht der souveremiteit de moeilijkheden veel groter geweest zouden zijn. Niemand heeft vooraf kunnen zeg gen hoe de krachtsverhoudingen in Indonesië zouden worden en spr. meent, dat ook thans ter zake nog geen diagnose valt te stellen. De re gering wenst zich niet te begeven in een bespreking der intieme verhou dingen der R.I.S.-regering. Juist nu een ernstige strijd gaande is, welke de democratische rechtskracht zal 'bepalen, valt het te loven dat de regering zich niet onttrekt aan de strijd, als zij de mogelijkheid ziet de zaak in goede banen te leiden. Spr. zegt geen woord van moede loosheid te hebben gehoqrd. Hij be toogt, dat tact en beleid nodig zullen zijn en dat men nog begrip moet heb ben voor de moeilijkheden, waarme de de Uniepartners heeft te worste len. Spr. betreurt het in deze omstan digheden, dat.uitdrukkingen gebruikt zijn, die grievend zijn. Het belang van Nederland en Indonesië brengt mede, dat bevorderd wordt, dat de materiële welstand van geheel Indo nesië toeneemt. Rust en orde zijn daarbij nodig. Spr. hoopt, dat er spoe dig een consolidatie in de verhoudin gen intreedt en het Indonesische volk zich bewust wordt van de noodzaak langs lijnen van geleidelijkheid voort te gaan. Wat Nieuw-Guinea betreft zegt spr., dat de partijen niet anders te genover elkaar staan dan ter R.T.C.De Nederlandse regering staat op het standpunt, dat Nieuw-Guinea ook na afloop van dit jaar onder Nederlands gezag behoort te blijven. Een oplos sing van het gehele geschil lijkt bin nen de grenzen der mogelijkheden te liggen als beide partijen het be lang van de bevolking in het oog houden. De geëigende stappen der regering. Aangedrongen is op een nadere ver klaring over de geëigende stappen, die de regering heeft ondernomen. De regering moet zich ten deze be perken. De toestand van de deelstaat Pa- sundan was toch onhoudbaar gewor den door de actie-Westerling, daar aangenomen moest worden dat de Pasundan daaraan niet vreemd was. Spr. gaat na de strijd, welke leidde tot de opheffing van de deelstaat Oost-Indonesië, opmerkend, dat de Nederlandse regering alles heeft ge daan om deze strijd te voorkomen. Aan de K.N.I.L.-strijdkrachten is op gedragen zich buiten de strijd te houden. Aan de regering der V.S.I. en aan de U.N.C.I. zijn nota's gezonden. In de eerste verzocht de regering te doen blijken hoe het zelfbeschik kingsrecht te verwezenlijken zal zijn. Aan de U.N.C.I. is o.m. opgemerkt, dat haar zelfstandige functies zijn opgedragen o.a. het houden van ple biscieten. De regering zal de toestand nauw lettend volgen en doen wat ten aan zien van de Nederlanders in Indone sië mogelijk is. Het valt thans niet met zekerheid uit te maken in welke richting het Ambonese volk als totaliteit wil gaan. De regering heeft met alle kracht het doel nagestreefd een bloedbad op Ambon te voorkomen en zij zal daarnaar blijven streven. Het betoog van de heer Gerbrandy biedt de regering weinig aankno pingspunten voor een vruchtbaar de bat, verklaart de minister. De rege ring kan zich niet onttrekken aan de indruk, dat prof. Gerbrandy geen re kening houdt met bet feit, dat Indo nesië dezelfde souvereiniteit bezit als Nederland. Het gerucht als zouden Nederlan ders bij de actie-Westerling zijn be trokken verwijst spr. naar het rijk der fabelen; deze zaak maakt overi gens een onderwerp van gerechtelijk onderzoek uit. De minister verwijt de heer Wei ter, dat hij het debat op een te laag niveau bracht door de souvereini teitso verdr acht te vergelijken met de overdracht van een zaak, een kruide nierszaak. De heer WELTER: Zoals u dit nu doet. Dit is geen debat. De MINISTER: Ik aanvaard deze beschuldiging van de heer Weiter, zoals ik er meer aanvaard heb. Spr. betoogt verder, dat uitstel der sou- vereiniteitsoverdracht niet mogelijk was; de moeilijkheden zouden daar door aanzienlijk vergroot zijn. Voor de belangen der Nederlanders staat de regering en het Hoge Com missariaat in Indonesië op de bres. De minister betoogt, dat ook de rede van de Indonesische Hoge Com missaris bij de installatie van het Uniehof heeft doen zien, dat de ernst bij Indonesië voorzit om de verhou ding tussen Indonesië en Nederland tot iets goeds te maken. De kwestie der studenten heeft de aandacht der regering; bereids zijn hem vragenlijsten toegezonden. Met de Minister van Onderwijs zal over leg gepleegd worden over de moge lijkheid van verandering in de stu dierichting. De staatssecretaris van buitenland se zaken, de heer BLOM, bestrijdt de opvatting van de heer Weiter, als zou het Nederlands prestige interna tionaal gedaald zijn door de ver vroegde souvereiniteitsoverdracht. Een beroep op de Veiligheidsraad is mogelijk als er sprake is van een toestand, welke zou kunnen leiden tot internationale wrijving of een in ternationaal geschil. De staatssecretaris van oorlog, de heer FOCKEMA ANREAE bespreekt de kwestie van de overgang van het K.N.I.L. in het leger der R.I.S.wel ke men zo soepel mogelijk wilde doen verlopen, zulks in onderlinge overeenstemming. Ondanks de moeilijkheden en be zwaren wordt het moeilijke proces 'er liauidatie van het K.N.I.L. door het overgrote deel der militairen ge dragen op een wijze, die Nederland se militairen betaamt. MOTIE-OUD INGEDIEND De heer OUD (V.V.D.), voor wie •het zelfsbeschikkingsrecht het alles beheersende punt is, diende een motie in, waarin de Kamer als haar oordeel uitspreekt, dat de Regering in gebreke blijft art. 2 van de wet op de souvereiniteitsoverdracht op de juiste wijze uit te voeren en over deze houding der Regering haar ernstige teleurstelling uitspreekt. Minister VAN MAARSEVEEN merkte op, dat men de Regering niet kan verwijten, dat op de fede rale structuur geen acht is geslagen. De Regering zal krachtig blijven aandringen op het zelfbeschikkings recht. Zou de motie worden aange nomen, dan zou het kabinet er de nodige consequenties aan verbinden. De vergadering werd daarna een half uur geschorst. Bij het debat, dat zidh daarna over de motie ontspon, merkte de heer ROMME (K.V.P.) op, dat er bij aanneming van de motie niets gebeurt tegen de schending en bij verwerping zou de conclusie kunnen worden getrokken, dat men het niet zo nauw neemt met het zelfbeschik kingsrecht. Zijn grootste zorg is, dat bij verwerping een onjuiste conclu sie zal worden getrokken. Hij wilde daarom de Kamer doen uitspreken, dat de Regering met alle geëigende middelen zal bevorderen de voort gang van het bepaalde in art. 2. De heer BURGER (P.v.d.A.) zag geen heil in de motie, de verhou dingen zouden bij aanneming alleen maar moeilijker worden. De heer SCffOUTEN (A.R.) was het over de kern van de zaak met de heer Oud eens. De heer TILANUS (C.H.) noemde in de avondvergadering de motie- Oud van vergaande politieke strek king. Is het uit een enkel nationaal belang geoorloofd thans dit kabinet ten val te brengen? Hij zal er zijn stem niet aan geven. De heer OUD (V.V.D.) beoogde in zijn motie de minister van Unieza ken en Overzese gebiedsdelen ver antwoordelijk te stellen. Spr. is he lemaal niet gebrand op een kabi netscrisis, doch hij kan nu niet voor een dreigement ermede uit de weg gaan. De minister-president, dr. DREES merkte op, dat in de motie-Oud wantrouwen wordt uitgesproken. Wordt ze aangenomen, dan gaat de redering heen. De heer VAN MAARSEVEEN, minister van Uniezaken en Overze se Gebiedsdelen meende, dat de mo" tie Ronrme kan worden aanvaard. Bij de stemming over de moties werd de motie-Oud verworpen met 57 tegen 26 stemmen (KVP, PvdA, CPN, Jkvr. Wtlewaall van Stoetwe gen en Tilanus, beiden CH). De motie-Romme werd aangeno men met 52 tegen 31 stemmen. Voor KVP, PvdA en Jkvr. Wttewaal van Stoetwegen en Tilanus, beiden CH. Op plaatsen, waar sinds de Bijbel niemand meer woonde, springen nederzettingen uit de grond, woestijnen worden door irrigatiewer- ken vruchtbaar gemaakt, duizenden bomen worden geplant op de kale bergen van Judea, Galilea en de Negeb. Bij steden en oude dor pen verrijzen industrieën en worden huizen gezet. Het huisvestingsprobleem blijft echter een moeilijk punt, ondanks alle maatregelen, die van regeringswege worden genomen en zo huist ongeveer tien procent ,van de gehele bevolking in tenten en houten hutten in doorgangskampen, wachtend om in het eco nomisch leven te worden opgenomen. Streng regime van soberheid. Een streng regime van soberheid, dat de „austerity"-campagne in Engeland tijdens de oorlog vér achte* zich iaat, wordt gehandhaafd in een uiterste poging om de negatieve han delsbalans in evenwicht te brengen; het vorig jaar importeerde Israël voor een waarde van 37.000.000 en exporteerde het voor 10.500.000. Het spreekt vanzelf, dat de belas tingen er niet gering zijn en dat men ook al het mogelijke doet, om buitenlandse kapitaal beleggingen te verkrijgen. Er werden een veer tigtal industriële ondernemingen voor een waarde van 24 millioen dollar opgericht, gro tendeels met behulp van kapitaal uit de Ver enigde Staten; Zuid-Afrika, Italië, Zwitserland, Groot-Brittannië, Canada en Frankrijk. Deze ondernemingen zullen goederen voor de export fabriceren, voornamelijk electrische artikelen en gloeilampen, horloges, schoenen, optische in strumenten, radio's, rubber artikelen, voedsel- conserven en champagne. De auto-firma Kaiser-Frazer begint met de bouw van een fabriek, die 2.5 millioen dollars zal kosten en een staal-constructie fabriek; Schact en Co., bouwt een filiaal voor het be drag 'van 1 millioen dollars. Ondanks grote plannen, werkloosheid. Het vier-jaren-plan voor de landbouw be oogt het cultiveren van een oppervlakte van 1.125.000 acres, die tot nog toe braak lag. Hier door zal in de behoefte van de bevolking aan groenten geheel kunnen worden voorzien, in de behoefte aan brood voor. 25 en voor één derde in de suikerbehoefte. Ook tabak wordt aangeplant met de bedoeling, dat Israël zich zelf op dit gebied eveneens zal kunnen bedrui pen. Teneinde tegemoet te komen aan de eisen van het grote aantal toeristen en pelgrims, dat men voor 1950 op 30.000 schat (in 1949 kwamen De jonge staat Israël vierde op 14 Mei zijn tweede verjaardag. In de twee jaren van zijn bestaan nam Israël 400.000 Jood se immigranten op en minister-president David Ben Gourion is er van overtuigd, dat zijn land de open-deur politiek niet alleen terwille van de immigranten moet volhouden, maar ook omdat massa-immi gratie een essentiële factor is voor Is- raël's veiligheid in een niet bepaald vriendelijk gezinde Araibische wereld. Hel voornaamste doel van het vier-jarenplan der regering is dan ook de bevolking van het land, die twee jaar geleden op 700.000 werd geschat, te verdubbelen. Die bevolkingsaanwas brengt natuurlijk grote veranderingen met zich mee in de structuur en de ontwikkeling van Israël. er 22.000 naar het Heilige Land) wordt ook het hoteibedrijf uitgebreid. Het aanleggen van we gen en het bebossen van woestenijen vormt ook een onderdeel van het regeringsproject tot het verschaffen van werk aan de immigran ten. Hiertoe behoort ook de voorgenomen aan leg van een grote zeehaven in Tel Aviv, een project dat op 60 millioen dollars aan kosten wordt geschat; en men is tévens voornemens, de potasch—productie aan de kust van de Dode Zee weer ternand te nemen. Ondanks al deze plannen is het toch nog niet mogelijk geble ken, aan iedere immigrant werk te verschaf fen en de officiële statistieken geven dan ook een werklozencijfer van 23.000 tot 25.000, waar bij echter de personen, die in de doorgangs kampen zitten, niet zijn inbegrepen. Het wer kelijke cijfer ligt daarom veel hoger. Een dubbele levensstandaard. Dat neemt echter niet weg, dat de lonen over het algemeen zeer hoog zijn en dat de poging, de fantastische productiekosten te verlagen, nog weinig succes had. Het resultaat hiervan is een dubbele levensstandaard. De oude be woners van het land, die door een machtige vakvereniging, de Histadruth, worden be schermd, verdienen naar verhouding zeer goed. De nieuw aangekomenen daarentegen, die on der de primitiefste omstandigheden in tenten en hutten leven en bereid zijn, tegen iedere betaling werk aan te nemen om weet- iets te hebben, moeten heel hard voor hun bestaan vechten en het zal jaren duren, voor zij een zekere graad van welvaart hebben bereikt. Israël de smeltkroes. De heterogene aard van de imigranten, die nu in grote massa's het land binnenstromen, vormt nog een bijkomstige moeilijkheid. De meesten zijn totaal onbemiddeld; zowel primi tieve volken uit Centraal Yemen in Arabië als academisch gevormde Israëlieten uit de Ver enigde Staten hopen in Israël hun heil te vin den. De immigranten komen uit de achterbuur ten van Turkse steden, uit D.P.-kampen in Europa, uit de Cyrenaica en uit Marokko. In grote stromen komen zij uit Perzië en Bulga rije, druppelsgewijs uit India en Afhghanistan. Sommigen zijn advocaat of dokter, anderen winkelier of handwerker en een groot aantal heeft geen bepaald beroep. Zij spreken de taal van het land, waar zij vandaan komen en meestal kunnen leden van één groep niet met die van een andere groep spreken. Of dit nu uit vrije keuze is, of gedwongen door de' omstan digheden, overal bestaat het streven om „on der elkaar" te blijven en zo ontstaan er kleine nederzettingen van „Hongaren", „Angelsak sen", „Polen", „Marokkanen", enz. Het lijkt haast een onmogelijkheid voor de regering van Israël al deze verschillende groepen tot één volk samen te smelten. Een dergelijke reus achtige, opvoedkundige taak kan de jonge staat nauwelijks aan, temeer daar de ene golf van immigranten de andere op de hielen volgt. Men vreest hier ook, dat de levensstandaard van de bevolking, voornamelijk op het gebied van de gezondheid en de hygiëne, de opvoeding en de productiviteit, op een lager peil zal komen als een gevolg van de grate toestroom uit ach terlijke Oosterse landen zoals Yemen, Turkije en Noord-Afrika. Vrees voor communisme ongegrond? Ook vraagt men zich hier af, of de immigra tie op grote schaal niet het evenwicht van de tegenwoordige politieke partijen zal verstoren en of niet moeilijkheden en ontevredenheid on der gedesillusioneerde immigranten er toe zou den kunnen leiden, dat de communistische par tij onevenredig sterk wordt. Gemeenteraads verkiezingen, die onlangs in een nederzetting van pas aangekoomen immigranten werden ge houden; spreken echter deze vrees tegen, want van de 1.018 kiezers brachten er slechts 58 hun stem op de communistische partij uit! Of dat echter de opvatting van de immigranten in het algemeen weerspiegelt, is natuurlijk de vraag.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1950 | | pagina 5