öe Leiöse alma mateR Bestaat 375 ]aan
Enkele Imkóiukfien uit een
toenvtijJke geóchiedeni&
Vereniging aan
gaat fieeó tuieren
Vrouiuety&e Siudenten te Heiden
Luisterrijke herdenking van het
tiende lustrum
ZATERDAG 14 JANUARI 1950
DE LEIDSE COURANT
TWEEDE BI AD - PAGINA 4
Voorzijde van het Academie-gebouw aan het Rapenburg. Duidelijk is
aan de ramen te zien hoe eertijds de hoge ruimte door een tussenvloer
in tweeën werd verdeeld. (Foto: „De Leidse Courant">
EEN ARTIKEL te schrijven over de Rijks-universiteit te Leiden, waar
van binnenkort het 375 jarig bestaan herdacht wordt, is een schier
onmogelijke taak. Althans wanneer de schrijver zich ten doel wil stel
len de roemrijke geschiedenis van onze Alma Mater zij het dan ook
zeer beknopt weer te geven en bovendien nog iets te schrijven over
de zeer vele instituten, die in de loop der eeuwen aan de Universiteit
werden verbonden. De pretentie van volledigheid wil dit artikel daar
om allerminst hebben. Het kan zelfs geen meer of min gesystematiseerd
overzicht worden. We moeten ons beperken tot enige losse brokstukken
en dit niet doen om geschiedenis en wezen aan onze lezers voor te leg
gen, maar alleen om even de aandacht te vestigen op onze Universiteit.
Zodat men weet, wanneer over drie weken de 375ste Dies gevierd
wordt, waarom dat gebeurt en waarom er reden is dit te doen.
Wij spraken met: Rector-MagnificuS,
prol. dr. B. A. van Groningen
HOE ZIET U DE TAAK in het algemeen van de Universiteit,
375 jaar nadat deze door Willem van Oranje werd opgericht?
Is deze taak na de oprichting steeds dezelfde gebleven, of is er in
de loop der eeuwen iets veranderd?" Zo luidde onze zeer algemeen
gestelde vraag aan de rector magnificus, prof. dr. B. A. van Gro
ningen, die zo welwillend was ons gisteren even te ontvangen.
„Mijn antwoord moet paradoxaal zijn. In principe is haar taak vol
komen dezelfde gebleven, n.l. op het gebied van wetenschap het
Nederlandse volk te dienen. En zo zal het ook steeds onveranderd
blijven! Maar van de andere kant bezien is de gehele mensheid en
het nationaal bestel sterk veranderd. En daar onze Universiteit zeer
nauw met het nationale leven verbonden is, volgt hieruit, dat zij
een ander kleed gekregen heeft en haar taak op een andere wijze
moet vervullen. In de Stichtingsacte werd bijzondere nadruk gelegd
op de opleiding van predikanten in de Gereformeerde godsdienst.
Doch er werd ook gesproken over andere wetenschappen. Er werd
dus zeker geen theologische school opgericht!
Dat het wel en wee van de Universiteit op en neer golft met het
leven van de volksgemeenschap, hebben we vooral in en na de laat
ste oorlog duidelijk kunnen constateren. Alle sociale, economische
en ideële gevolgen vonden een terugslag op onze Alma Mater. We
hebben een achterstand op velerlei gebied van ruim 5 jaar in te ha
len. De omstandigheden, waarin studenten verkeren, zijn zeer sterk
veranderd. En in verschillende opzichten bestaan er grote wensen".
Over dit alles sprak prof. van Groningen behartenswaardige woor
den. Teveel om in dit kort bestek weergegeven te kunnen worden.
En te belangrijk om ze niet te publiceren. Wij hopen hier zeer bin
nenkort gelegenheid toe te hebben.
Achterzijde van het Academie-gebouw, gezien vanuit de Hortus Bota
nicus, die bij winterdag een stil-bez onken rust inademt. De witte ban
ken wachten op mooi weer en studenten! (Foto: „De Leidse Courant")
Leiden kreeg een
wereldnaam
Weet de gemiddelde Leidenaar, al
zou hij dagelijks over het Rapenburg
fietsen, veel af van de Universiteit?
Weliswaar staat het gebouw midden
in de stad en drukt het studenten-le
ven een bepaald cachet op Leiden.
Maar toch menen we de vraag ont
kennend te moeten beantwoorden.
Zeker, de Leidenaar weet dat we een
Academie hebben. En waarschijnlijk
is hij er zelfs een beetje trots op.
Maar voor de rest laat hij er zich
weinig aan gelegen liggen. Behalve
natuurlijk wanneer een lid van het
Koninklijk Huis een bezoek brengt.
Dan is hij er als de kippen bij om
een glimp op te vangen.
Dat de Universiteit echter een ge
schenk is van Willem van Oranje,
aan Leiden geschonken als beloning
voor het verzet in 1574, is de meeste
Leidenaars wel bekend. De acte van
oprichting, op naam van Philips n
geeft als reden op waarom Leiden is
gekozen en niet b.v. Gouda of Mid
delburg: „ten aansien van den groo-
ten last ende noot van den voors.
crych by hemluyden in alder ge-
trouwicheyt gesustineert ende gedra
gen".
De plechtige opening vond plaats
op 8 Febr. 1575, dus reeds vier maan
den na het ontzet. Het werd een al
gemene feestdag voor de stad. Al
het werk werd verboden, de klok
in de stadhuistoren, die dagelijks
het sein gaf tot aanvang van de ar
beid, moest ongeluid blijven, 's Mor
gens om zeven uur werd begonnen
met een preek in de Pieterskerk,
welk gebouw in de volgende eeuwen
nog vaak een belangrijke rol zou
spelen in het universitaire leven.
Om negen uur trok de schutterij in
groot tenue naar het stadhuis, om de
optocht te begeleiden van de hoge
gasten naar het St. Barbara-klooster,
op de hoek RapenburgLangebrug.
Verschillende voorstellingen werden
in de stoet meegevoerd, zoals een
vrouw, die „Sacra Scriptura" moest
voorstellen, omgeven door Aristote-
les„ Plato, Cicero en Virgilius. In de
laatste Drie October-optoch zijn de
ze groepen als herinnering weder
om uitgebeeld.
Er was toen slechts één hoogleraar
n.l. Caspar Jansz. Coolhaas, predi
kant te Leiden, die „enige lessen" in
de theologie zou geven, blijkbaar om
de zaak alvast op gang te brengen.
Verhuizingen
Niet lang bleef de Universiteit in
het eerste gebouw gevestigd. Reeds
in 1577, toen er 14 studenten waren,
verhuisde men naar de Faliede Ba-
gijnenkerk op het Rapenburg, waar
thans de Universiteits-bibliotheek
is. Na vier jaar, er waren toen reeds
200 studenten, vond wederom een
verhuizing plaats, deze keer naar het
huidige gebouw aan het Rapenburg,
de voormalige kapel der „witte non
nen".
Het gebouw onderging uiteraard
verschillende veranderingen en toen
ir 1616 bij een brand het bovenge
deelte werd vernield, was dit een
welkome aanleiding om een andere
indeling te maken. De hoge ruimte
werd door een vloer in tweeën ge
deeld, wat aan de buitenzijde duide
lijk te zien is. Het torentje werd in
1670 gebouwd en gedurende twee
eeuwen, tot 1854, hebben verschil
lende bouwsels, waarin de Sterre-
wacbt gevestigd was, het dak ont
sierd. In 1828 werd de westzijde
aangebouwd: in !8'98 de vleugel in
de Nonnensteeg en in 1937'38
kwam een belangrijke uitbreiding
tot stand, toen de panden Rapenburg
67, 69 en 71 er bij getrokken wer
den.
Wat er verder in de loop der
eeuwen aan instituten gebouwd
werd, is te veel om op te noemen.
Het Academisch Ziekenhuis, waar
van de bouw in 1913 begon, ter ver
vanging van het vorige Ziekenhuis,
in 1873 aan de' Morssingel gebouwd,
is aan de Universiteit verbonden,
evenals de Sterrewacht, de .Hortus
Botanicus, het Kamerlingh Onnes-
laboratorium en verschillende insti
tuten.
Samen met het 375-jarig bestaan
van de Leidse Universiteit valt het
gouden feest van de V.V.S.L., de
Vereniging voor Vrouwelijke Stu
denten te Leidén, die in 1900 werd
opgericht. De naam V.V.S.L. is een
vertrouwde klank geworden in het
Leids studentenleven en het tegen
woordig studerende meisje kan zich
de Alma Mater bijna niet voorstel
len zonder deze vereniging, die haar
alles biedt om de studententijd te
maken tot een periode van volledig
mens worden, iets waartoe de uni
versitaire studie op zich zelf slechts
voor een deel kan bijdragen.
Maar er moet zie het leeftijds
verschil tussen Universiteit en WSL
toch een tijd geweest zijn, waarin
er geen vereniging voor vrouwelij
ke studenten was. In de eerste twee
eeuwen van het bestaan der acade
mie was dat ook niet nodig, om de
doodeenvoudige reden, dat er geen
vrouwelijke studenten waren. Een
meisje in de collegebanken. Foei,
wat ongehoord! Bah, een blauwkous!
Het was in 1871 toen mej. Aletta
Jacobs, met bijzondere toestemming
van minister Thorbecke, als eerste
vrouwelijke student de Leidse Alma
Mater betrad. En toen er eenmaal
één schaap over de dam was, volg
den er langzaam meer. Omstreeks
de eeuwwisseling -bedroeg hun aan
tal dertig stuks en begon zich de be
hoefte te doen gevoelen aan een ver
eniging. Wij schreven er onlangs
reeds over hoe begonnen werd met
een leesgezelschap, dat langzaam
uitgroeide tot de huidige WSL, die
ruim 1.000 leden telt, oftewel meer
dan 95% van de in Leiden - stude
rende meisjes.
Met de stijging van het aantal le
den groeide ook het aantal clubs
voor ontwikkeling en ontspanning,
zoals de roeivereniging „De Vliet"
en de L.M.S. Carousselvereniging.
Er moet zelfs een tijd geweest zijn,
dat de dames hevig gebiljart hebben;
het meubelstuk is echter verdwe
nen!
De lustrumfeesten werden elke
vijf jaar met stijgende luister ge
vierd. Vooral de feestelijkheden in
1935 waren groot Het zijn ook de
laatste geweest, want in 1940 was
i dit, wegens mobilisatie-omstandig
heden. niet meer goed mogelijk en
in 1945 viel het samen met de her
opening van de Universiteit. Nu zul
len dus binenkort de eerste grote
feesten na vijftien jaar gehouden
worden. We komen daar straks nog
even op terug.
Doel van de V.V.S.L.
Eerst echter nog iets over het
doel van de vereniging. De WSL
vertoont veel overeenkomsten met
Ups and Downs
Langzaam groeide het aantal stu
denten en hoogleraren uit. Jan v. d.
Does stichtte een bibliotheek, Pieter
Pauw en Carolus Clusius richtten
een Hortus in. En Prins Willem bleef
zijn gunsten schenken, zodat de Uni
versiteit, na een l|">rte tijd van
kwijning (bij de dood van Willem I,
1584) aan het begin van de 17e eeuw
reeds onder de beste hogescholen
van EuroDa gerekend mocht worden.
Met het voortschrijden der zeven
tiende gouden eeuw, steeg de
roem der Leidse Alma Mater in bin
nen- en buitenland, nie* het minst
door de professoren, waarvan er ver
schillende een wereldnaam hadden,
zoals de phililogen Lipsius Scaliger,
Saumaise, Salmasius, Heinsius en
vele anderen. Omstreeks 165ft was
het aantal studenten tot 2.000 ge
groeid.
Ook perioden van neergang vindt
men in de geschiedenisboeken terug;
wijsgerige tegenstellingen waren
bronnen van heftige onderlinge
strijd, waarin de beroemde Franse
katholieke wijsgeer Descartes een
groot aandeel had. Maar ook toen
volgde weer een tijdperk van op
gang. In 1709 werd de onsterfelijke
Herman Boerhaave hoogleraar in de
medicijnen. Weldra steeg de medi
sche wetenschap in Leiden tot onge
kende hoogten.
De Franse revolutie en de bus
kruitramp brachten in het begin der
19e 'eeuw weer een terugslag, mede-
veroorzaakt door het verval der Re
publiek en de achteruitgang van de
Leidse industrie. Maar toen Napo
leons laatste uur geslagen had, bra
ken v/eer beter tijden aan en om
streeks 1860 was de hoogte der 17e
eeuwse roem weer bereikt. De naam
van Thorbecke is onverbrekelijk
aan deze periode verbonden.
Een opgewekt studentenleven
kenmerkte Leiden zeer sterk. De
ontgroeningen en met maskerades
gevierde lustrumfeesten deden ook
de bevolking meeleven. Kneppel-
hout, Beets en Piet Paaltjens schre
ven er hun nu nog populaire boeken
over.
De jongste geschiedenis kenmerk
te zich door een gestadige groei en
door een nivellering van hoogleraren
en studenten t.o.v. de andere bevol
kingsgroepen. Maar wat er in de
loop der eeuwen ook veranderd mo
ge zijn, de Leidse Alma Mater blijft
in de Sleutelstad een sleutelpositie
innemen. Zij blijft de naam van
Leiden uitdragen over heel de we
reld. Namen als die van de profes
soren Kamerlingh Onnes, Keesom,
Gorter en Meyers, om er enkelen te
noemen uit de laatste eeuw, zetten
de roemrijke traditie van interna
tionale reputatie voort.
Dit alles moge, nu onze Universi
teit het laatste kwart van haar vier
de bestaanseeuw ingaat, voor profes
soren en studenten een veeleisend
voorbeeld zijn. Een dwingende sti
mulans om Leidens naam en traditie
als centrum van wetenschap hoog te
houden en voort te zetten tot in
lengte van dagen. Laat dit de wens
der burgerij zijn, als straks het 375
jarig bestaan bescheiden zal
worden gevierd.
375 ste Dies
De viering van de geboortedag der
Leidse Universiteit zal sober ge
schieden en een wetenschappelijk en
cultureel cachet dragen, mede in
verband met de lustrumvieringen der
S tudentenverenigingen.
De oud-allumnidagen worden ge
houden op Zaterdag en Zondag, 4 en
5 Februari. Zaterdags worden voor
de verschillende faculteiten colleges
gehouden, na afloop waarvan
lunches plaats vinden, 's Avonds
geeft het Leids Studententoneel een
uitvoering in de Schouwburg. Er
wordt geen speciale Dies-voorstel
ling gegeven, doch het L.S.T. werd
bereid gevonden een eerste voor
stelling te geven van een Russische
farce „De quadratuur van de cirkel"
door Valentine Kataev.
's Zondags houdt de Christen Stu
dentenraad een bijeenkomst in de
Züiderkerk. Zowel Anton van Duin
kerken als prof. dr. P. Minderaa
zullen spreken over de betekenis
van het Christendom voor de Uni
versitaire Gemeenschap.
Eveneens in de Züiderkerk wordt
de Dies-rede uitgesproken door de
rector-magnificus, prof. dr. B. A.
van Groningen. Dit zal Woensdag
middag 8 Febr. om twee uur ge
schieden.
19 Jan. a.s., als 's avonds in de Stads
gehoorzaal een huisvrouwenfeest
wordt gegeven. De WSL heeft im
mers- steeds een zeer nauw contact
met de burgerij onderhouden. Op 20
Januari- wordt een cabaret-avond ge
geven voor het gemeentepersoneel
en hun dames. De volgende dag zijn
er 's middags kinderfeesten en op 23
Jan. wordt op de club een lunch voor
de professorendames gegeven. De
feestelijkheden, waarin de burgerij
betrokken wordt, sluiten op Dins
dag 24 Jan., wanneer taarten uitge
deeld worden aan hofjes en wees
huizen.
Op 25 Januari begint het eigenlijke
feest, 's Morgens om elf uur gaan
bestuur, lustrumcommissie en leden
de reünisten (men verwacht er 800!)
en besturen der zusterverenigingen
van het station afhalen, met een
feestelijke intocht. Politiemuziek en
de VVSL-erewacht te paard zullen
hier de nodige luister aan geven. Om
12 uur wordt in diverse restaurants
geluncht.
's Middags om twee uur vindt de
officiële opening der feestelijkheden
plaats in de Züiderkerk, met een re
de van de praeses, mej H. G. Blom.
Daarna recipieert het bestuur in de
club, Rapenburg 65. Om negen uur
is er een diner in de Stadsgehoor
zaal. De lustrum-almanak zal dan
worden uitgereikt.
Dohderdagmorgen vindt de alge
mene almanak-uitreiking plaats in
het clubgebouw;. Na verschillende
lunches wordt om drie uur in de
Stadsgehoorzaal eén modeshow met
thé-dansant gehouden. Om zes uur
vergadert de Leidse Bul, gevolgd
door een diner in „De Doelen",
's Avonds wordt de algemene feest
avond in het centrum van de stad
gehouden, onder de bekende naam
van „Leidse Leut", aanvangend met
een fakkeloptocht.
De derde en laatste dag, Vrijdag
27 Jan. vangt aan om 11 uur in „De
Lakenhal", met een muzikale koffie,
verzorgd door de muziekclub van de
WSL. 's Middags om twee uur
wordt in de Kon. Schouwburg te
's Gravenhage het lustrumstukstuk
„Electre" van Jean Giraudoux ge
speeld door leden van de TVSL en
LST, onder regie van mevr. Caro
van Eyck. Tegelijkertijd is er een
uitvoering van de carousselvereni
ging in de Manege, Kaiserstraat,
Leiden. Om kwart over vier biedt
het gemeentebestuur op het Stad
huis een borrel aan voor officiële
personen, bij de lustrumviering be
trokken. Om acht uur wordt het
lustrumstuk herhaald en de feeste
lijkheden vinden een slot in het gala
bal, dat om twaalf uur 's nacht in
de Stadsgehoorzaal aanvangt..
Een deel van de fraaie eikenhouten spiltrap, die een stil verhaal
spreekt van een rijke historie. De wi tte muur diende van 1861 tot 1867 als
tekenbord voor jhr Victor de Stuers, die in Leiden studeerde en z'n te
kentalent botvierde op een even originele als geestige wijze. Men ziet
een student door een jonkvrouw gezeten op een beer, tot pretjes ver
leiden. Onzichtbaar is Minerva, die aan de andere zijde de student een
verhevener tijdsbesteding voorspiegelt. Wie het gewonnen heeft? In de
loop der jaren hebben beide veel successen behaald!
(Foto: „De Leidse Courant")
Het statige patriciërshuis, Rapen burg 65, waar de V.V.S.L. sedert
1928 haar tenten heeft opgeslagen, nadat burgemeester de Gijselaar er
gewoond had. (Foto: „De Leidse Courant")
het LSC, alhoewel er in de metho
den t.o.v. de mannelijke studenten,
ook vele verschillen bestaan. Wel
kent de WSL ook een jaar novi
ciaat, maar dit wordt meer doorge
bracht met praten en onderrichten,
dan met „lichamelijke" kwellingen.
Het doel van dit jaar is de nieuwe
leden in te wijden in het specifieke
studentenleven met z'n vele tradi
ties.
De WSL wil richting geven aan
de ongebreidelde vrijheid van de
meisjes, die in Leiden komen stu
deren. Zij legt contacten tussen de
studenten onderling, smeedt vriend
schapsbanden, die van zeer groot
nut zijn en waaraan de studente in
moeilijkheden zich altijd kan vast
klampen, geeft karaktervorming^
naast de eigenlijke studie, zo uiterst
belangrijk voor de toekomstige in
tellectuelen van ons land. Wekt be
langstelling voor en verdieping in
verschillende takken van kunst en
wetenschappen, buiten het studie
schema, en leert de leden hun prin
cipes te verdedigen en te vergelij
ken met die van anderen. Kortom:
het studerende meisje kan zich in
de WSL voorbereiden op het volle
leven in de maatschappij, die veel
verwachten mag van hen, nadat zij
gemiddeld een derde deel van hun
leven besteed hebben aan hun ont
wikkeling.
Ook de R.K. vrouwelijke studen
ten zijn lid van de WSL, nu sedert
de bevrijding de Civitas-gedachte
ingang gevonden heeft. Daarnaast
hebben zij nog de R.K. Stud. Ver.
„St. Augustinus'waarin deze meis
jes hun godsdienstige en principiële
belangen behartigd vinden.
Het feestprogramma
Zoals gezegd wordt dit gouden
feest met veel luister gevierd. De
feestelijkheden vangen reeds aan op