keRstóaq
niet voorstellen
eeRzanqen
Zo móet men zich
in Betlehem
óe
heRöeRkens
ZATERDAG 24 DECEMBER 1949
DE LEIDSE COURANT
VIERDE BLAD PAGINA 1
A LS HET VINNIG KOUD IS EN DE SNEEUW KRAAKT ONDER DE
voeten der kerkgangers dan is 't voor ons 'n echte Kerstmis buiten. Maar
zó moeten wij ons een Kerstmis in Palestina niet voorstellen. Wel kan
't daar soms koud zijn als bij ons, maar ook alleen als de Oostenwind
ijzig koud over de hoogvlakten giert, zodat de mannen in hun dikke
schaapsvachten gehuld in hun huizen voor een open vuur neerhurken,
en de herders buiten met hun kudden de beschutte dalen en laag liggen
de vlakten opzoeken, waar ze van de koude wind geen hinder hebben.
Vooral 's nachts voelt men de koude beter dan bij ons, omdat onze hui
zen, kleding en voedsel er meer op berekend zijn. Maai de zon is over
dag lekker warm, en een Kerstdag in Palestina lijkt meer op een Hol
landse lentedag.
Na de eerste regens schiet het
graan overal op, en tussen de rotsen
bloeien cyclamen, crocussen en an
dere voorjaarsbloemen De jonge
schaapjes knabbelen aan de fijne
grassprietjes. Daarbij is de omgeving
van Bethlehem heel anders dan die
van Jeruzalem. Het sombere droeve
landschap van naakte rotsen en dorre
vlakten om Jeruzalem heen, waar
op de vloek van de Godsmoord als
't ware nog ligt, is in schrille tegen
stelling met de liefelijke omgeving
van Bethlehem.
Het stadje ligt op twee heuvels,
waartegen de terras-ge wij ze aange
legde tuinen volop met olijven, vij
gen en druiven beplant, een reuzen-
trap lijken, voerend naar een sprook-
jesstad.
De patriarch van Jeruzalem
trekt daags voor Kerstmis in
feestelijke optocht naar Bethle
hem. Een stoet ruiters vergezelt
hem uit Jeruzalem en een andere
stoet ruiters komt hem uit Beth
lehem tegemoet gereden. Schreeu
wend, hun vuurwapenen afschie
tend, met hun sabels zwaaiend,
rennen zij in wilde galop langs
de weg heen en weer tot de stoet
in Bethlehem aankomt, waar
mensen en dieren weer kalm
worden.
De basiliek van Bethlehem werd in
330 onder Constantijn de Grote ge
bouwd boven de Grot der Geboorte
en is thans helaas door de sohisma-
tieke Grieks-Katholieken door een
muur in tweeën gescheiden.
Op de trappen, die naar de grot
voeren en in de grot zelve zitten op
Kerstavond overal biddende mannen
en vrouwen neergehurkt. Anderen
glijden geruisloos op hun blote voe
ten tussen de op de trap zittenden
naar beneden om in de grot de zil
veren ster te kussen, die de plaats
der Geboorte aanwijst.
Kerstnacht in Bethlehem.
Om twaalf uur 's nachts begint de
Hoogmis in de kerk naast de basi
liek Rechts knielen de wit-gesluier-
de vrouwen en meisjes in haar schil
derachtige klederdracht, links de
mannen in effen donkere of ge-
steeepte mantels op de stenen vloer.
Als de bisschop het „Gloria in Ex-
celsis" aanheft, dan waant men zich
terug in de tijd, toen Maria haar
Kindje in dceken wikkelde en hier
in de kribbe legde. Na de Mis trekt
de patriarch met een beeld van het
Er was vee in de stal.
Op de oudste voorstellingen van
Jezus' Geboorte ziet men steeds be
zijden de kribbe een os en een ezel-
Al deed men dit waarschijnlijk om
t idee van een stal weer te geven,
of ook wel omdat de profeet Isaias
zegt: ,,de os kent zijn bezitter en de
ezel de kribbe van zijn heer", toch is
't ook goed door het volgende te ver
klaren. Tegen Kerstmis, de ploeg- en
zaaitijd, namen de boeren evenals
nu hun intrek in een grot dichtbij het
te bebouwen land en stalden er ook
de dieren, die toen evenals nu dien
den om de akker te bebouwen. Daar
om moesten Maria en Jozef hun in
trek nemen in een grot, die geheel of
gedeeltelijk tot stalling van vee was
bestemd en legde Maria het Goddelijk
Kind in een kribbe of stenen voer
bak.
Vermoedelijk zijn Maria en Jozef
nog enige tijd in de grot blijven wo
nen. Vele grotten werden vroeger en
worden nu nóg bewoond in Palestina.
De berg waarop Bethlehem
ligt, loopt terras-gewijze naar het
Zuid-Oosten omlaag, naar het
dal waar de herders nachtwacht
hielden bij de kudden. In de
staande wanden dezer rotsterras
sen lag Oostelijk de nauwe ope
ning, de toegang tot de grot.
In de eerste ruimte werd Jezus
geboren, terwijl in een diepe"e
ruimte de kribbe was, waarin
Maria haar Goddelijk Kind op
't korte stroo als in een bedje
legde. Daar kwamen de herders
uit het Oostelijk gelegen dal de
Zaligmaker der wereld aanbid
den. Zeer waarschijnlijk ook de
Wijzen of Koningen.
Op de plaats van de Geboorte
bouwden de Romeinen, om de plek
in de ogen der jonge Christenheid te
ontheiligen, een tempel voor Adonis.
Deze werd in 330. op last van keizer
Constantijn afgebroken en vervan
gen door de basiliek, welke, on
danks de stormen en verwoestingen,
die over het land zijn gegaan, vol
komen gespaard is gebleven Onder
de basiliek ligt de grot met marme
ren platen bekleed. Op de plaats van
de geboorte is een zilveren ster in
gelegd, met het rondschrift:
HIC DE VIFGTNE MARIA
JESUS CHRISTUS NATUS EST.
Hier is Jezus Christus geboren
uit de Maagd Maria.
De lemen kribbe is vervangen eerst
door een zilveren, later door een mar
meren, wat reeds doo>- de H. Hierony-
mus (t 419) werd betreurd: „O! ware
het mij gegeven deze kribbe te zien,
waarin de Heer werd neergelegd!"
riep hij in een preek uit „Onder
Kindje JesUi, op de arm in processie
naar de Grot, terwijl priesters en ge
lovigen het Evangelie zingen, dat de
Geboorte verhaalt. Het beeldje wordt
neergelegd m de kribbe, waar het
een week door de gelovigen wordt
vereerd.
Maar ook buiten, in de omgeving
van Bethlehem, herinnert alles aan
de tijd toen „de Engel stond bij de
herders die nachtwake hielden bij
huu kudden."
Op de hoogten binnen een omhei
ning van ruwe, opeen-gestapelde
steenblokken liggen de schapen en
geiten dicht bijeen, onder de strak
gespannen, van duizenden sterren
fonkelende hemel. Onder zwarte
geitenharen tenten of in rotsholen,
of in de open lucht liggen of hurken
de herders bijeen, in hun warme
vachten en mantels gewikkeld en
bewaken de kudden.
Overal lar.gs de bergen gapen als
grote donkere oogholten de grotten,
zoa^s Maria en Jozef er een vonden,
toen er voor Hen geen plaats was in
de herberg. Veel van die grotten die
nen in de winter (in de regentijd)
tot schuilplaats der kudden, of tot
woning der in de nabijheid de grond
bebouwende boeren. Ginds tegen de
wijde klaarheid van de schitterende
sterrenhemel rijzen Bethlehems heu
velen donker voor ons op.
voorwendsel Christus te eren, heb
ben we nu de lemen kribbe wegge
broken om er een van zilver voor in
de plaats te zetten. Die is weggebro
ken, was mij veel dierbaarderIk
veracht hen echter niet die aldus uit
godsvrucht handelden, maar ik be
wonder de Heer, Die, ofschoon Schep
per der wereld, geboren werd niet
tussen het goud en zilver, maar in
het slijk".
Het feit, dat Maria en Jozef een
onderkomen moesten zoeken in een
grot, was op zichzelf in het Oosten
niet zo erg, al woonden dan ook al
leen, evenals nu, de armsten in ge
wone tijd in natuurlijke of gehouwen
grotten. Maar erger is het, dat in een
land, waar de gastvrijheid zo hoog
stond, de H. Familie toch nergens
werd ontvangen, vooral onder de
omstandigheden waarin de H. Maagd
was, al was dan ook, door de grote
drukte wegr-ns de volkstelling, geen
huis zonder gasten. Dat Jezus gebo
ren werd in een grot. bleef ook ge
heel in de geest van Jezus' leven:
de vossen hebben holen, maar de
Zoon des mensen heeft zelfs geen
steen om zijn hoofd op neer te leg
gen," want een natuurlijke grot,
geen mensenwerk zijnde, was ook
niemands eigendom.
(Samengevoegd uit „H. Land",
2e en 6e jaargang).
o. wat zon is komen öalen
in öen mieqhöelijcken schoot
Detail uit Kerstschildering
door Correggio (14891534).
het Rijks-Prenten-
K
IN HET BREVIER OP KERSTMIS
Heden heeft de Koning der Hemelen zich gewaardigd voor ons uit een
Maagd geboren te worden om de gevallen mens tot het hemelrijk terug
te roepen Het Leger der Engelen verheugt zich, omdat het eeuwig heil
aan het menselijk geslacht verschenen is. Ere zij God in den hoge, en
op aarde vrede aan de mensen van goeden wil.
Heden is ons de ware vrede uit de Hemel neergedaald: Heden vloeien
de hemelen over van honing over de gehele wereld. Heden is voor ons aan
gebroken de dag van een nieuwe verlossing
Wie hebt gij gezien, herders?
Zegt en verkondigt het ons. wie op aarde verschenen is?
Wij hebben een pasgeboren Kind gezien en koren van Engelen, die
God loofden.
O groot en bewonderenswaardig geheim. De dieren mochten de pas
geboren Heer aanschouwen, liggend in een kribbe! Gelukzalig de Maagd,
wier schoot Christus den Heer mocht dragen: Gegroet Maria, vol van
genade: de Heer is met U.
De heilige Moeder Gods. Maria, wier maagdelijke schoot ongeschonden
blijft, heeft heden den Veriosser der wereld gebaard. Zalig zij, die ge
loofd heeft: want alles is volbracht, wat door den Heer gezegd is.
Heilige en onbevlekte .Maagdelijkheid, ik weet niet U naar waarde te
loven. Immers dien de hemelen niet kunnen bevatten, hebt gij in uw
schoot gedragen. Gezegend zijt gij onder de vrouwen en gezegend is de
vrucht uws lichaams.
De geheiligde dag is voor ons aangebroken: komt, volkeren, en aan
bidt den Heer.
Een jonge moeder heeft een Koning gebaard, wiens Naam eeuwig is,
en zij paarde de vreugde van het moederschap aan de eer der maagde
lijkheid; vóór haar werd haar gelijke niet gezien en zal nimmer na haar
gezien worden, Alleluja!
De Engel zeide tot de herders:
Ik boodschap u grote vreugde: dat u heden de Zaligmaker der wereld
geboren is. Alleluja!
Een knaapje is ons geboren en het zal God, de Sterke, genoemd wor
den. Alleluja!
Aanschouwd hebben'alle grenzen der aarde, Alleluja! Alleluja!, het
heil van onzen God- Alleluja! Alleluja! Want het Woord is vlees gewor
den, Alleluja!, en heeft onder ons gewoond. ALLELUJA!
De herderkens lagen bij nachte
Zij lagen bij nachte in het veld
Zij hielden vol trouwe de wachte
Zij hadden hun schaapjes geteld.
Daar horen zij d' engelen zingen
Hun liedekens vloeiend en klaar.
De herders naar Bethlehem gingen
't Liep tegen het nieuwe jaar.
Och Kindje, och Kindje, dat heden
ln 't need'rige stalletje kwaamt
Och, laat ons uw paden betreden,
Want Gij hebt de wereld beschaamd.
Gij komt om de wereld te winnen,
De machtigste vijand te slaan.
De macht uwer liefde van binnen
Kan wereld noch hel weder staan.
DE KERK VAN DE GEBOORTE TE BETHLEHEM