Z1 Eliza's wraak Sinterklaasje kom maar binnen mei je knecht of De verheven waardigheid van een Hollandse koe in Indonesië ZATERDAG 3 DECEMBER 1949 DE LEIDSE COURANT TWEEDE BLAD PAGINA 1 PRAATJES OP DE PASTORIE F LIZA, DE HUISHOUDSTER, was zich doodgeschrokken. De onbe dachtzame Stupido, er geen rekening mee houdend, dat Boerenburgerwete- ring door een zogenaamd blanke volksstam wordt bewoond, had zich als een moriaan zo zwart als roet voor de deur geposteerd. Toen op zijn krachtig en aangehouden bellen Eliza verwoed de deur open trok, had hij, met zijn Zwarte Pieten-mom bakkes voor, brommende en roche lende geluiden aan zijn rode lipjes laten ontwellen en dreigend zijn ge- handschoende vuist opgestoken. Indien Eliza haar huishoudelijke taak vervulde bij een witte missiona ris in de zwarte binnenlanden van Afrika, zou zij de zonderlinge paro chiaan hebben gekalmeerd. Nu zij huishnudster was bij een zwarte priester in het blanke Holland, viel het aan de rare parochiaan toe de gillende huishoudster tot bedaren te brengen. Daartoe verwijderde hij het mom bakkes, in de mening, dat daarmee het misverstand opgehelderd en al les veigeven en vergeten zou zijn. IJdele hoop! Hoe pastoor ook op het eikel-schelletje onder de lamp druk te, Eliza bleef in haar particuliere appartementen teruggetrokken, het zij overstuur, hetzij ontstemd wie zal het zeggen, aangezien zij na de vluchtige kennismaking met Zwarte Pier de keukendeur achter zich dicht geklapt en met een knersetandende sleutel op slot gedraaid had. Het naargeestig gevolg was: geen thee. ,.Dan maar een borrel, op de komende Sinterklaas" zei pastoor. De droefheid was spoedig in vreug de verkeerd en terwijl Eliza (naar we achteraf \ernamen) bij de vaten- was twee koppen en een soepbord verbrijzelde tot sussing van haar be proefde zenuwen, zaten twee heren boven te grinneken en de derde, Stupido, te hinniken. Dastoor paste de zwarte toet voor en achtte het aan zijn ambt verplicht, er een leerzaam puntje bij te verstrekken: „Zo kun je in een ogenblik van jezelf een duivel maken. Een mens is nooit zeker van zichzelf, voor hij door de wijkzuster wordt afgelegd." „En zo wordt de Sovjet-Unie al tijd als de Zwarte Piet voorgesteld" deed ook de heer Nix een duit in 't kerkezakje „terwijl zij in wer kelijkheid geen goedaardig gezicht heeft „Maar geen pastoors-gezicht!" smaalde Stupido. „De gezichten van de geestelijk heid buiten beschouwing gelaten" damde de herder het voortschrijden van de discussie ovc dit onderwerp vaardig af „lijkt het me toe. dat de Sovjet-Unie het mombakkes voor gedaan heeft van een Sinterklaas, maar daarachter gloeien de ogen van de hel. Nu het Nederlandse wonder weer bezig is zich te voltrekken, dat bij de nadering van 5 December, grote mensen kinderen worden, is het niet ongepast te herinneren aan het sprookje van de wolf en de zeven geitjes. De toepassing op de Sovjet- Unie laat ik aan de heren over." Dit geitjes-verhaal is ook tegen Amerika uit te spelen", zei de heer Nix. „Amerika is de échte Sinterklaas" vloog Stupido op „Zonder Ame rika zaten we allang in het moe ras." „De echte Sint Nicolaas is niet meer van deze wereld" kwam pas toor tussenbeide. „Ge gelooft bei den nog in Sinterklazen, maar wie doet dat nog op uw leeftijd? Pas toor schudde meewarig zijn hoofd. ,,Er zijn statige Sinterklazen. Sinter klazen van staten, die speculaas uit delen om er zelf beter van te wor den „Zo is 't!" riepen Nix en Stu pido in duet, ofschoon ieder in andere toonaard dacht. „Het is een onverkwikkelijk schouwsoel' vervolgde pastoor „twee Sinterklazen met elkaar in gevecht te zien. Dat heb ik eens in het studentikoze Leiden meege maakt ,.Hoe liep het af?" vroeg Stu pido gretig. „Zij verloren beiden mijter en baard en werden door de politie op nogal forse wijze huiswaarts ge leid Maar ik ben geen profeet" voegde pastoor er haastig aan toe. „Daartoe hebt u uw uiterlijk niet mee" flapte Stupido eruit- „De keuze, is vaak moeilijk" vervolgde de herder ..bij het hu ren van een goede Sinterklaas (Ik hoop met deze huurlingen-onthulling uw kinderlijk geloof niet te schok ken, heren). Maar wordt er gevraagd vertrouwen te stellen in de Ameri kaanse óf in de Russische Sinterklaas dan schijnt het voor een zo vrijheid lievend volk als hel Nederlandse verstandig toe eerder met Oom Sam aan te pappen dan met Bruin de Beer. eerder met Truman dan met Stalin. „Vanwege de ping-ping-peperno ten" hoonde Nix en stak verach telijk zijn tong uit- ,,^"\fschoon ik dol ben op pepemo- ten" bekende pastoor „wordt mijn gemoedsrust in bijzijn van de ene kerkvorst, en mijn angst bij de komst van de ander meer ver klaard, door het feit, dat Amerika Sinterklaas speelt op de manier van de winkel-bisschoppen, die geschen ken uitdelen om de klandizie op te voeren, terwijl de Sovjet op een ouderv/etse manier, die geheel-en-al uit de tijd is, de kinderen met de roe straft en huilend in de zak stopt. Amerika is het land van vrijheid, blijheid voor ieder volk". „Vrijheid" gooide de heer Nix eruit y- „vrijheid om de arbeiders klasse uit te buiten." „In Amerika staken de arbeiders maar raak. om een nóg betere positie af te dwingen. In de Sovjet-Unie be hoeven de arbeiders dat waarlijk niet te proberen" zei de herder. „Zij zullen er geen reden toe heb ben" meende de heer Nix. „Natuurlijk niet" galmde Stu pido „want de stakkers halen er zich verbanning of in het gunstigste geval uitsluiting van de distributie winkels mee op de hals. De honger- zweep striemt nergens zo fel en on barmhartig als in het rooie paradijs, waarde vrier.d!" Dij alle bewondering" zette pas- toor de situatie recht „voor de technische vordering in beide we reldmachten, kan men ernstige be denkingen hebben tegen de sociale verzorging in het Oosten, maar ook in het Westen-over-zee. Nederland is, v/at dat betreft, gróót in datgene waarin een klein land groot kan zijn. Veréring door dik en dun van de Amerikaanse levenshouding is zeker misplaatst en een mode-gril. Niette min kunnen we vaststellen, dat in Amerika het openbare leven nog ge dragen wordt door het geloof in God (al is dat bij velen erg wazig). Daar entegen wordt bij de uitoefening der staatsmacht in de Sovjet het Gods bestaan ontkend en in de harten der mensen uitgeroeid (al blijkt dat niet zo gemakkelijk te gaan)." „Neemt U me niet kwalijke merkte de heer Nix op „maar nu dwaalt u toch ver van ons onder werp af. Het gaat over de menselij ke vrijheid en, me dunkt, dat een mens vrijer mens is zonder God. In de Sovjet-Unie is het vrijheid blij heid, want men behoeft er geen On zichtbaar Wezen naar de, verborgen, ogen te zien." „Voor het ingelijste „Alziend Qog" op mijn slaapkamer" erkende Stu pido „ben ik als jongen altijd be ducht geweest." „En, niet ingelijst, nu nóg, hoop ik" zei pastoor, terwijl hij een verma nende vinger opstak ,,De vreze des Heren is het begin van alle wijsheid. In tegenstelling tot de heer Nix en zo ziet gij dat ik niet van het onderwerp afdwaalde houd ik vol, dat de menselijke vrijheid staat of valt met de erkenning of ontkenning van God- In Amerika wordt de vrij heid van de mens erkend, omdat de staa* God belijdend, in de Sovjet wordt de vrijheid van de mens met voeten getrapt, omdat de staat God loochenend is." „ryt is nu een sterk staaltje van U bekrompen voorlichting" zei de heer Nix minachtend. „Dank u" zei pastoor hoffelijk „Uw leven, beste Nix, is sterker dan uw leer. Laten we eens veronder stellen, dat het Communisme gelijk heeft en er werkelijk en inderdéad geen God is. Wat is dan nog de mens?" „Niet meer dan een aap" ried Stupido. „Nog veel minder" zei pastoor somber „Dan is een mens niet meei dan een ding. Volgens het Com munisme is het gehele leven een stof wisseling. Hoe de bouwstof van het heeial uit zichzelf zulke aller-merk- waardigste portretten heeft opgele verd als b.v. denkende mensen, dié spreken, lachen, schrijven en teke nen, laat men gemakshalve onver klaard." „Dat is verdraaid makkelijk" vond Stupido, terwijl hij lui in zijn stoel ging liggen. „Een vroom begijntje in de mid deleeuwen heeft niet zo krachtig aan mirakelen geloofd als de communis ten. die maar voetstoots aannemen, dat er denkende mensen kunnen ont staan zonder een Denkende Oor zaak." „Dat is inderdaad een puzzel" gaf de heer Nix toe, die niet graag voor een middeleeuws en nog min der voor een vroom begijntje werd versleten. Neemt men nu aan, dat de heelal- stof zelf-ontwikkelend, zelf- evoluérend is een mooi woord, dat niemendal zegt dan is de mens niets anders dan een vernuf tig in elkaar gedraaide machine, een soort mechanisch-keurig toegeruste robot-pop. Het zogenaamde histo risch materialisme, waarop het ge hele communistisch denkgebouw als op een hecht fundament is opge trokken, leidt onherroepelijk tot onze opvatting" „Maar de practijk in de Sovjet- Unie is een toonbeeld van menslie vendheid" verweerde zich de heer Nix. „Tjonge, tjonge!" zuchtte de edelachtbare heer Stupido» terwijl hij een van zijn robot-benen achte loos over de stoelleuning liet ben gelen- „Er is nog nooit een ketterij blij ven bestaan" ging pastoor door „die haar van de waarheid afwij kende leerstellingen in volle omvang drufde toepassen, Zij zou daarbij in botsing gekomen zijn met het gezond verstand en met de nuchtere werke lijkheid van het leven. Ook het Com munisme dat de titel van vol maakte ketterij verdient, omdat het op alle punten van de Katholieke Kerk afwijkt heeft de met ijskoude dogma's volgeblazen zeilen een beet je moeten strijken voor de eisen van het leven. De aanvankelijk voorge stane „vrije liefde", de staats-kinder- zorg, de gelijkschakeling der lonen moesten worden prijsgegeven, als on uitvoerbaar Maar gehandhaafd is de ketterij, dat de mens een machine is in het arbeids-proces. De mens heeft er slechts waarde, in zoverre hij bruikbaar is in de enorme staats fabriek. Vertoont de machine neiging er een eigen wil op na te houden, dan wordt hij in een hoek gesmeten." „Hupsaké! riep Stupido en schopte met zijn zwengelbeen. „De menselijke persoonlijkheid is in 't geheel niet in tel en de per soonlijke vrijheid uitgeschakeld. Ten bewijze daarvan: de concentratie kampen met millioenen slaven, de niets-ontziende verplaatsing en de portatie van gehele volkeren. Van dogmatisch Sovjet-standpunt is dat alles logisch verklaarbaar De mens heid zonder God is slechts een reus achtige verzameling machines, voor werpen en dingen." „De waardigheid van een Holland se koe" bepeinsde Stupido „is dan heel wat hoger dan de waardig heid van een communistisch-beke- ken mens". „De vergelijking is wat vreemd" .acht pastoor maar niet dwaas. Want een Hollandse koe wordt altijd nog beschouwd als een schepsel Gods" Bij het afscheid, bleek Stupido, na enige krampachtige pogingen niei in staat zijn jas aan te trekken. „De mouwen zijn dichtgenaaid" brulde hij verstoord. Toen hij zijn bolhoed van de kapstok nam, regen den er pepernoten uit. De keukendeur, welke op een luis ter-grage kier stond, werd zachtjes gesloten. „Die Eliza!" zei de heer Stupido, geheel vertederd. v. P. HYPOTHEKEN pn voor alle andere zakeD nl °P k6* ?eb'e{l ▼an on- (S roerende goederen jSJ 3ouw-en Makelaarsbedrijf nil a v.d.Drift Oude Vest 29 - Leiden Telef. 20513 Hoe de heilige bisschop in ons land verzeilde En met daken en schoorstenen te maken kreeg DE SINTERKLAASFIGUUR KENNEN WIJ ALLEMAAL. Ieder kind kent de goede bisschop met zijn ontzagwekkende baard maar met zul ke vriendelijke ogen. Weet u nog wanneer u voor het eerst uw kinder schoentje bij de kachel hebt gezet? Neen, dat weet u niet meer; de Sint was al in uw wereldje nog vóór de tijd, welke u zich thans herinneren kunt. Hij is altijd de bekende maartoch zo geheimzinnige figuur ge weest, welke licht en fleur en span ning bracht in het donker der winter avonden. Wie in hem gelooft, kent hem precies, maar wie niet meer ge looft, vraagt zich wel eens af, hoe wij "toch eigenlijk aan deze Sinterklaas gekomen zijn. Gelukkig is hij nog steeds een mysterieuze figuur, want het zou zon de zijn, als wij hem konden zetten in het koude licht van onze weten schappelijke ontleding, als wij hem konden uiteenrafelen, schiften en klassificeren tot in alle details. Hij is nog altijd een onduidelijke verschijn ning, voortgekomen uit de schemer van aloude tijden en rondom hem hangt het geheim van het zwijgende voorgeslacht. En daarom is het don zige warme weefsel van onze kinder-fantasie nooit geheel weg te scheuren van de goede Sint; hij blijft een deel van onze intiemste herinneringen aan een gelukkige tijd. s SINT HEER KLAAS is even wel niet louter een product van onze verbeelding. Hij heeft zijn wortels in de geschiedenis der Kerk, maar de levensbeschou wing van onze voorouders in het verre verleden heeft ook het ha re bijgedragen. Hij is als het ware een kruising van Oosterse legenden en Westers verbeel dingsspel. Natuurlijk kent men de ge schiedenis van de H. Nicolaas, die in de 4e eeuw bisschop van Myra was, een plaats in Klein-Azië. Hij schijnt een bijzonder mild dadig man te zijn geweest, die al spoedig door de algemene volksovertuiging tot heilige werd uitgeroepen. Want wist in heel Myra en omgeving het volk niet te verhalen van de manier, waar op deze goede zieleherder eens drie arme meisjes een bruid schat had bezorgd, opdat zij eer baar zouden kunnen trouwen. Nie mand had het gezien, hoe hij het geld gebracht had, maar de goede bis schop had het gedaan en niemand anders. O, hij kon nog veel meer! Eens was er een hongersnood en had men drie kindertjes geslacht en in een kuip gedaan om eindelijk weer eens wat te eten te hebben. Maar Myra's bisschop kon zo'n gruweldaad niet dulden: hij wekte „de kinderen weer te nleven. En zo vereerde men in Myra en in de wijde omgeving van Klein-Azië de H. Nicolaas als de gro te kindervriend. Dat hoorde men ook in Italië, omdat er een levendig ver keer was tussen Italië, het oorspron kelijke Romeinse Rijk. en het latere Oost-Romeinse Rijk, dat zijn zetel had in Byzantium. De diaken Joannes van Napels schreef die verhalerr op en maakte een schone biografie van de befaamde bisschop, cpgesmukt met al de wonderlijke legenden, welke hij maar kon opdiepen. Het werd een mooi verhaal en men vertelde het overal in Napels en verder in Italië. De Italiaanse kooplieden en zeelui St. Nicolaas is een heilige van Gods Kerk en als zodanig in ternationaal, maar onze Sinter klaas is een figuur, welke men nergens anders zo aantreft. Na een duizendjarige reis door de geschiedenis burgerde de heilige man zich in de Lage Landen in en werd de populaire Sint van onze Hollandse kinderen. Als bisschop van Myra zal hij wel nooit gedroomd hebben, dat hij na zijn dood op een wit paard zou rijden, over de daken heen, en dat hij in schoorstenen zou moeten kruipen, alsof dat de gewoonste zaak van de wereld was. Hij doet het nog steeds met enthousiasme. (twee categorieën, die nauw met elkaar verbonden waren, want koop man spelen betekende ook in die da gen exporteren en de beste export ging overzee) kozen de H. Nicolaas tot hun patroon, misschien niet zozeer omdat zij hem als voorbeeld voor ogen wilden houden, maar waar schijnlijk meer, omdat zij daardoor hoopten ook iets van zijn milddadig heid binnen te kunnen krijgen. Hoe het ook zij, de H. Nicolaas raakte verzeild in de koopvaardij en dat is zijn geluk geweest, want anders was hij nooit onze Sinter klaas geworden. Het waren nl. de kooplieden van de Noordelijke Hanze-steden. die door hun relaties met hun Zuidelijke col - iega's in contact kwamen met de daar wijd en zijd bekende en vereerde St. Nicolaas en die op hun beurt zijn roem uitdroegen over de Noordelijke landen. Dat was zo ongeveer om streeks 1350 en het duurde niet lang of ook de goede koopmansstad Am sterdam hoorde van hem en werd zo getroffen door de faam van zijn goed heid, dat zij hem tot stadspatroon verhief. Zo deed de H. Nicolaas als goede Roomse heilige man zijn in tocht in de lage landen aan de zee na een reis van ruim duizend jaren door de geschiedenis. Hij werd er bar populair ook, want er verrezen tal van Nicolaaskerken en Nicolaasgast- huizen en talloze jongetjes kregen de naam van Klaas. MAAR NU KWAM de volksfanta sie van het oude heidense Noorden in beweging. Ons land was al eeuwen gekerstend, maar de oude verhalen en de oude begrippen leefden nog voort. Zij hebben een verbluffend taai leven, die oude voorstellingen, omdat zij wie weet hoe lang het den ken der mensen hebben beheerst. Zijn nu nog de elfen en feeën, de ka bouters en aardgeesten niet spring levend in onze sprookjes? Vroeger waren die sprookjes helemaal geen kindervertellingen, maar geloofde iedereen er aan. De Germanen wa ren natuuraanbidders en zagen heel de natuur bevolkt met allerlei gees ten, die huisden in rivieren en be ken, in bossen en bomen; achter alle natuurverschijnselen, zoals donder en weersomstandigheden, jagende wol ken en de wisseling der tijden, wist men de werking van hogere mach ten. Zo was ^elfs in de Christelijke Middeleeuwen de oude Wodan nog niet helemaal vergeten, die 's nachts op zijn paard door de luch ten vloog. Soms zag je de vorm van zijn briesend ros in de grillige wolken, spookachtig door de maan verlicht, en hoorde je het snuiven door het gat van de open schouw Ja, het was een geweldenaar, die oude Wodan. maar tenslotte was hij toch een goede god en hij kwam ook wel eens bij de mensen naar binnen door het rookgat van de schouw, de weg van de kleine mens in zijn in tieme beslotenheid tot de hoge open hemel. Hij kwam dan niet alleen om de bozen te straffen, maar ook om de goeden te belonen. Natuurlijk mocht je zulke verhalen in het jaar veertienhonderd en zo veel niet vertellen van Wodan, maar van de goede heilige Nicolaas mocht het wel! Wie zal de eerste geweest zijn, die de heilige bisschop op de schimmel van Wodan heeft gezet en hem met mijter, staf en bisschops mantel heeft lafen rijden door de lucht en goede gaven strooien door het open gat van de schouw? Niemand weet het. Maar het verband is duide lijk. In onze tijd met z'n potdichte kachels of erger nog met centrale verwarming blijft het verhaal van de schoorsteen onuitroeibaar (u ziet, hoe taai zulke verhalen zijn!), ofschoon het eerste wat een kind zich afvraagt is: hoe het in 's hemelsnaam mogelijk is, dat Sinterklaas met Zwarte Piet incluis cadeautjes heelhuids door de kachelpijp kunnen! DAT SINTERKLAAS IEDER JAAR per schip uit het Zuiden arri veert, zal men de goedheilige man niet euvel duiden als men zich her- irtnert, dat hij de patroon der koop varende zeelui is. Maar waarom komt hij uit Spanje, wat heeft dat land er mee te maken? Och, men nam het toen zo nauw niet; Spanje was ook in het Zuiden en waarschijnlijk is dat land met Sinterklaas verbonden in een tijd, dat het volk Spanje beter kende dan Italië. In die tijd zal ook Zwarte Piet erbij gekomen zijn, want Spanje was het land van de Moren. Een bisschop reist nu eenmaal met een knecht en een bisschop uit Spanje heeft natuurlijk een Moor als knecht Overigens is het niet onmogelijk, dat achter Zwarte Piet een of andere snaakse boze geest uit de oude sagen wereld schuil gaat, maar dat is nog een geheimzinnigheid, welke aan de brave Piet een extra donkere glans verleent. Nog geheimzinniger wordt het, wanneer men wil trachten de oor sprong te doorgronden van sommige gebruiken, die met het Sinterklaas feest annex zijn. Zoals het eten van pepernoten en van speculaas poppen, het zetten van schoenen (waarom juist schoenen?) en het klaar zetten van hooi of stro voor het paard. Het eten van poppen „vrijers" noemt men ze, omdat het altijd een mansfiguur en vrouwefiguur moeten zijn wordt weieens teruggebracht op de maaltijden, welke in de hei dense tijd gehouden werden bij do- den-offers. Deze offers en maaltijden ter ere van afgestorvenen werden vooral gehouden in de tijd van de winterzonnewende, dus ongeveer in onze Sinterklaastijd. Men meent dan, dat de afbeeldingen van de god van het jaar en van moeder Aarde, dc moeder van alle levenden, werden gegeten om de kracht van deze leven wekkende machten in zich te doen over gaan. Een soort beveiligings maatregel dus tegen de dood, die men zo juist aan het herdenken was. Men offerde brood en het geofferde zou dan, tot primitieve godenfiguren ge kneed, gegeten zijn, door de aanwezi gen. Evenzo brengt men het leggen van hooi (zogenaamd voor het paard) wel in verband met de Germaanse ^Ue^jawti JOH. BEURZE, Nieuwe Beestenmarkt 3A, Leiden, viert 7 Dec. zijn 3e Ind. verjaardag te Magelang. Hij wordt 23 jaar. CAS. BEUK, Nieuweweg 285, Leimuiden, viert 5 Dec. zijn le Ind. verjaardag te Patjeh (bij Surabaja). C. N. BEUK, Dorpsstraat 447, Leimuiden, viert op 6 December zijn 3e verjaar dag in Indonesië. hooi-offers; de schoen of klomp moet dan de geesten vertellen, dat dit of fer niet van Pietje of Jantje is, maar van de eigenaar van de schoen per soonlijk, opdat geen verkeerde met de hoge bescherming der geesten zal gaan strijken. HOE HET ER IN WERKELIJKHEID allemaal precies naar toe is gegaan, zal wel altijd onoplosbaar blijven. In elk geval is de Sinterklaasviering, zoals wij deze nu kennen, al zeer oud. Dat blijkt o.a. uit een kostelijk schilderij van de Leidse schilder Jan Steen, te zien in het Rijksmuseum te Amsterdam. Jan Steen moet dat schilderij omstreeks het jaar 1650 ge maakt hebben en men vindt er reeds vrijwel alle bestanddelen van het echte Hollandse kinderfeest in terug. Er is een meisje, dat blijkbaar zoet is geweest en lachend een mooie pop in de arm gekneld houdt; er is een stoute jongen, die staat te huilen, omdat hij niets gekregen heeft; een andere jongen staat met zijn zusje op de arm bij de schouw en wijst het kind naar het gat, waar Sinterklaas is doorheen gekomen. Nog een an dere jongen staat een liedje te zin gen en er heerst een gezellige sfeer in de kamer, waar pepernoten op de grond liggen en taai-taai en specu laas-poppen uit een overvolle mand glijden. Het tafereeltje kon zó uit een twintigste eeuws gezin genomen zijn', als men de kleding wegdenkt. Dat was dus 300 jaar geleden en toen was blijkbaar 't Sinterklaasfeest al volko men opgebouwd en ingeburgerd, zo dat men mag aannemen dat het in het midden van de 17e eeuw reeds lang bestond. Gelijk wij eveneens mogen aannemen, dat het gezellige echt Hollandse Sinterklaasfeest nog eeuwen lang zal blijven bestaan. Al is onze gulden gedevalueerd, Al schijnt zelfs geen maan door de bomen, Al gaan onze zaken ook gladweg verkeerd, De Sint zal ook dit jaar weer komen. Tóch strooit hij weer lekkers, toch zingen we weer, Tóch zal hij zijn schimmel berijden, Tóch komt hij precies als de vorige weer De huizen, de harten verblijden. Al gaat het hem slècit al bestaat er geen Sint, Al moet hij er harder voor werken. De vijfde December is 't feest van het kind: Die hoeven er niets van te merken Clinge Doorenbos. (Nadruk verboden).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1949 | | pagina 5