Z1
Eliza's wraak
Sinterklaasje kom maar
binnen mei je knecht
of
De verheven waardigheid
van een Hollandse koe
in Indonesië
ZATERDAG 3 DECEMBER 1949
DE LEIDSE COURANT
TWEEDE BLAD PAGINA 1
PRAATJES OP DE PASTORIE
F LIZA, DE HUISHOUDSTER, was
zich doodgeschrokken. De onbe
dachtzame Stupido, er geen rekening
mee houdend, dat Boerenburgerwete-
ring door een zogenaamd blanke
volksstam wordt bewoond, had zich
als een moriaan zo zwart als roet
voor de deur geposteerd. Toen op
zijn krachtig en aangehouden bellen
Eliza verwoed de deur open trok, had
hij, met zijn Zwarte Pieten-mom
bakkes voor, brommende en roche
lende geluiden aan zijn rode lipjes
laten ontwellen en dreigend zijn ge-
handschoende vuist opgestoken.
Indien Eliza haar huishoudelijke
taak vervulde bij een witte missiona
ris in de zwarte binnenlanden van
Afrika, zou zij de zonderlinge paro
chiaan hebben gekalmeerd. Nu zij
huishnudster was bij een zwarte
priester in het blanke Holland, viel
het aan de rare parochiaan toe de
gillende huishoudster tot bedaren te
brengen.
Daartoe verwijderde hij het mom
bakkes, in de mening, dat daarmee
het misverstand opgehelderd en al
les veigeven en vergeten zou zijn.
IJdele hoop! Hoe pastoor ook op het
eikel-schelletje onder de lamp druk
te, Eliza bleef in haar particuliere
appartementen teruggetrokken, het
zij overstuur, hetzij ontstemd wie
zal het zeggen, aangezien zij na de
vluchtige kennismaking met Zwarte
Pier de keukendeur achter zich dicht
geklapt en met een knersetandende
sleutel op slot gedraaid had.
Het naargeestig gevolg was: geen
thee. ,.Dan maar een borrel, op de
komende Sinterklaas" zei pastoor.
De droefheid was spoedig in vreug
de verkeerd en terwijl Eliza (naar
we achteraf \ernamen) bij de vaten-
was twee koppen en een soepbord
verbrijzelde tot sussing van haar be
proefde zenuwen, zaten twee heren
boven te grinneken en de derde,
Stupido, te hinniken.
Dastoor paste de zwarte toet voor
en achtte het aan zijn ambt
verplicht, er een leerzaam puntje
bij te verstrekken: „Zo kun je in
een ogenblik van jezelf een duivel
maken. Een mens is nooit zeker van
zichzelf, voor hij door de wijkzuster
wordt afgelegd."
„En zo wordt de Sovjet-Unie al
tijd als de Zwarte Piet voorgesteld"
deed ook de heer Nix een duit in
't kerkezakje „terwijl zij in wer
kelijkheid geen goedaardig gezicht
heeft
„Maar geen pastoors-gezicht!"
smaalde Stupido.
„De gezichten van de geestelijk
heid buiten beschouwing gelaten"
damde de herder het voortschrijden
van de discussie ovc dit onderwerp
vaardig af „lijkt het me toe. dat
de Sovjet-Unie het mombakkes voor
gedaan heeft van een Sinterklaas,
maar daarachter gloeien de ogen van
de hel. Nu het Nederlandse wonder
weer bezig is zich te voltrekken, dat
bij de nadering van 5 December,
grote mensen kinderen worden, is het
niet ongepast te herinneren aan het
sprookje van de wolf en de zeven
geitjes. De toepassing op de Sovjet-
Unie laat ik aan de heren over."
Dit geitjes-verhaal is ook tegen
Amerika uit te spelen", zei de
heer Nix.
„Amerika is de échte Sinterklaas"
vloog Stupido op „Zonder Ame
rika zaten we allang in het moe
ras."
„De echte Sint Nicolaas is niet
meer van deze wereld" kwam pas
toor tussenbeide. „Ge gelooft bei
den nog in Sinterklazen, maar wie
doet dat nog op uw leeftijd? Pas
toor schudde meewarig zijn hoofd.
,,Er zijn statige Sinterklazen. Sinter
klazen van staten, die speculaas uit
delen om er zelf beter van te wor
den
„Zo is 't!" riepen Nix en Stu
pido in duet, ofschoon ieder in andere
toonaard dacht.
„Het is een onverkwikkelijk
schouwsoel' vervolgde pastoor
„twee Sinterklazen met elkaar in
gevecht te zien. Dat heb ik eens in
het studentikoze Leiden meege
maakt
,.Hoe liep het af?" vroeg Stu
pido gretig.
„Zij verloren beiden mijter en
baard en werden door de politie
op nogal forse wijze huiswaarts ge
leid Maar ik ben geen profeet"
voegde pastoor er haastig aan toe.
„Daartoe hebt u uw uiterlijk niet
mee" flapte Stupido eruit-
„De keuze, is vaak moeilijk"
vervolgde de herder ..bij het hu
ren van een goede Sinterklaas (Ik
hoop met deze huurlingen-onthulling
uw kinderlijk geloof niet te schok
ken, heren). Maar wordt er gevraagd
vertrouwen te stellen in de Ameri
kaanse óf in de Russische Sinterklaas
dan schijnt het voor een zo vrijheid
lievend volk als hel Nederlandse
verstandig toe eerder met Oom Sam
aan te pappen dan met Bruin de
Beer. eerder met Truman dan met
Stalin.
„Vanwege de ping-ping-peperno
ten" hoonde Nix en stak verach
telijk zijn tong uit-
,,^"\fschoon ik dol ben op pepemo-
ten" bekende pastoor
„wordt mijn gemoedsrust in bijzijn
van de ene kerkvorst, en mijn angst bij
de komst van de ander meer ver
klaard, door het feit, dat Amerika
Sinterklaas speelt op de manier van
de winkel-bisschoppen, die geschen
ken uitdelen om de klandizie op te
voeren, terwijl de Sovjet op een
ouderv/etse manier, die geheel-en-al
uit de tijd is, de kinderen met de
roe straft en huilend in de zak stopt.
Amerika is het land van vrijheid,
blijheid voor ieder volk".
„Vrijheid" gooide de heer Nix
eruit y- „vrijheid om de arbeiders
klasse uit te buiten."
„In Amerika staken de arbeiders
maar raak. om een nóg betere positie
af te dwingen. In de Sovjet-Unie be
hoeven de arbeiders dat waarlijk niet
te proberen" zei de herder.
„Zij zullen er geen reden toe heb
ben" meende de heer Nix.
„Natuurlijk niet" galmde Stu
pido „want de stakkers halen er
zich verbanning of in het gunstigste
geval uitsluiting van de distributie
winkels mee op de hals. De honger-
zweep striemt nergens zo fel en on
barmhartig als in het rooie paradijs,
waarde vrier.d!"
Dij alle bewondering" zette pas-
toor de situatie recht „voor
de technische vordering in beide we
reldmachten, kan men ernstige be
denkingen hebben tegen de sociale
verzorging in het Oosten, maar ook
in het Westen-over-zee. Nederland
is, v/at dat betreft, gróót in datgene
waarin een klein land groot kan zijn.
Veréring door dik en dun van de
Amerikaanse levenshouding is zeker
misplaatst en een mode-gril. Niette
min kunnen we vaststellen, dat in
Amerika het openbare leven nog ge
dragen wordt door het geloof in God
(al is dat bij velen erg wazig). Daar
entegen wordt bij de uitoefening der
staatsmacht in de Sovjet het Gods
bestaan ontkend en in de harten der
mensen uitgeroeid (al blijkt dat niet
zo gemakkelijk te gaan)."
„Neemt U me niet kwalijke
merkte de heer Nix op „maar nu
dwaalt u toch ver van ons onder
werp af. Het gaat over de menselij
ke vrijheid en, me dunkt, dat een
mens vrijer mens is zonder God. In
de Sovjet-Unie is het vrijheid blij
heid, want men behoeft er geen On
zichtbaar Wezen naar de, verborgen,
ogen te zien."
„Voor het ingelijste „Alziend Qog"
op mijn slaapkamer" erkende Stu
pido „ben ik als jongen altijd be
ducht geweest."
„En, niet ingelijst, nu nóg, hoop ik"
zei pastoor, terwijl hij een verma
nende vinger opstak ,,De vreze des
Heren is het begin van alle wijsheid.
In tegenstelling tot de heer Nix
en zo ziet gij dat ik niet van het
onderwerp afdwaalde houd ik vol,
dat de menselijke vrijheid staat of
valt met de erkenning of ontkenning
van God- In Amerika wordt de vrij
heid van de mens erkend, omdat de
staa* God belijdend, in de Sovjet
wordt de vrijheid van de mens met
voeten getrapt, omdat de staat God
loochenend is."
„ryt is nu een sterk staaltje van
U bekrompen voorlichting" zei
de heer Nix minachtend.
„Dank u" zei pastoor hoffelijk
„Uw leven, beste Nix, is sterker dan
uw leer. Laten we eens veronder
stellen, dat het Communisme gelijk
heeft en er werkelijk en inderdéad
geen God is. Wat is dan nog de
mens?"
„Niet meer dan een aap" ried
Stupido.
„Nog veel minder" zei pastoor
somber „Dan is een mens niet
meei dan een ding. Volgens het Com
munisme is het gehele leven een stof
wisseling. Hoe de bouwstof van het
heeial uit zichzelf zulke aller-merk-
waardigste portretten heeft opgele
verd als b.v. denkende mensen, dié
spreken, lachen, schrijven en teke
nen, laat men gemakshalve onver
klaard."
„Dat is verdraaid makkelijk"
vond Stupido, terwijl hij lui in zijn
stoel ging liggen.
„Een vroom begijntje in de mid
deleeuwen heeft niet zo krachtig aan
mirakelen geloofd als de communis
ten. die maar voetstoots aannemen,
dat er denkende mensen kunnen ont
staan zonder een Denkende Oor
zaak."
„Dat is inderdaad een puzzel"
gaf de heer Nix toe, die niet graag
voor een middeleeuws en nog min
der voor een vroom begijntje werd
versleten.
Neemt men nu aan, dat de heelal-
stof zelf-ontwikkelend, zelf-
evoluérend is een mooi woord,
dat niemendal zegt dan is de
mens niets anders dan een vernuf
tig in elkaar gedraaide machine, een
soort mechanisch-keurig toegeruste
robot-pop. Het zogenaamde histo
risch materialisme, waarop het ge
hele communistisch denkgebouw als
op een hecht fundament is opge
trokken, leidt onherroepelijk tot
onze opvatting"
„Maar de practijk in de Sovjet-
Unie is een toonbeeld van menslie
vendheid" verweerde zich de heer
Nix.
„Tjonge, tjonge!" zuchtte de
edelachtbare heer Stupido» terwijl
hij een van zijn robot-benen achte
loos over de stoelleuning liet ben
gelen-
„Er is nog nooit een ketterij blij
ven bestaan" ging pastoor door
„die haar van de waarheid afwij
kende leerstellingen in volle omvang
drufde toepassen, Zij zou daarbij in
botsing gekomen zijn met het gezond
verstand en met de nuchtere werke
lijkheid van het leven. Ook het Com
munisme dat de titel van vol
maakte ketterij verdient, omdat het
op alle punten van de Katholieke
Kerk afwijkt heeft de met ijskoude
dogma's volgeblazen zeilen een beet
je moeten strijken voor de eisen van
het leven. De aanvankelijk voorge
stane „vrije liefde", de staats-kinder-
zorg, de gelijkschakeling der lonen
moesten worden prijsgegeven, als on
uitvoerbaar Maar gehandhaafd is de
ketterij, dat de mens een machine is
in het arbeids-proces. De mens heeft
er slechts waarde, in zoverre hij
bruikbaar is in de enorme staats
fabriek. Vertoont de machine neiging
er een eigen wil op na te houden,
dan wordt hij in een hoek gesmeten."
„Hupsaké! riep Stupido en
schopte met zijn zwengelbeen.
„De menselijke persoonlijkheid is
in 't geheel niet in tel en de per
soonlijke vrijheid uitgeschakeld. Ten
bewijze daarvan: de concentratie
kampen met millioenen slaven, de
niets-ontziende verplaatsing en de
portatie van gehele volkeren. Van
dogmatisch Sovjet-standpunt is dat
alles logisch verklaarbaar De mens
heid zonder God is slechts een reus
achtige verzameling machines, voor
werpen en dingen."
„De waardigheid van een Holland
se koe" bepeinsde Stupido „is
dan heel wat hoger dan de waardig
heid van een communistisch-beke-
ken mens".
„De vergelijking is wat vreemd"
.acht pastoor maar niet dwaas.
Want een Hollandse koe wordt altijd
nog beschouwd als een schepsel
Gods"
Bij het afscheid, bleek Stupido, na
enige krampachtige pogingen
niei in staat zijn jas aan te trekken.
„De mouwen zijn dichtgenaaid"
brulde hij verstoord. Toen hij zijn
bolhoed van de kapstok nam, regen
den er pepernoten uit.
De keukendeur, welke op een luis
ter-grage kier stond, werd zachtjes
gesloten.
„Die Eliza!" zei de heer Stupido,
geheel vertederd.
v. P.
HYPOTHEKEN
pn voor alle andere zakeD
nl °P k6* ?eb'e{l ▼an on-
(S roerende goederen
jSJ 3ouw-en Makelaarsbedrijf
nil a v.d.Drift
Oude Vest 29 - Leiden
Telef. 20513
Hoe de heilige bisschop
in ons land verzeilde
En met daken en schoorstenen
te maken kreeg
DE SINTERKLAASFIGUUR KENNEN WIJ ALLEMAAL. Ieder kind
kent de goede bisschop met zijn ontzagwekkende baard maar met zul
ke vriendelijke ogen. Weet u nog wanneer u voor het eerst uw kinder
schoentje bij de kachel hebt gezet? Neen, dat weet u niet meer; de Sint
was al in uw wereldje nog vóór de tijd, welke u zich thans herinneren
kunt. Hij is altijd de bekende maartoch zo geheimzinnige figuur ge
weest, welke licht en fleur en span ning bracht in het donker der winter
avonden. Wie in hem gelooft, kent hem precies, maar wie niet meer ge
looft, vraagt zich wel eens af, hoe wij "toch eigenlijk aan deze Sinterklaas
gekomen zijn.
Gelukkig is hij nog steeds een mysterieuze figuur, want het zou zon
de zijn, als wij hem konden zetten in het koude licht van onze weten
schappelijke ontleding, als wij hem konden uiteenrafelen, schiften en
klassificeren tot in alle details. Hij is nog altijd een onduidelijke verschijn
ning, voortgekomen uit de schemer van aloude tijden en rondom hem
hangt het geheim van het zwijgende voorgeslacht. En daarom is het don
zige warme weefsel van onze kinder-fantasie nooit geheel weg te scheuren
van de goede Sint; hij blijft een deel van onze intiemste herinneringen
aan een gelukkige tijd. s
SINT HEER KLAAS is even
wel niet louter een product van
onze verbeelding. Hij heeft zijn
wortels in de geschiedenis der
Kerk, maar de levensbeschou
wing van onze voorouders in het
verre verleden heeft ook het ha
re bijgedragen. Hij is als het
ware een kruising van Oosterse
legenden en Westers verbeel
dingsspel.
Natuurlijk kent men de ge
schiedenis van de H. Nicolaas, die
in de 4e eeuw bisschop van Myra
was, een plaats in Klein-Azië.
Hij schijnt een bijzonder mild
dadig man te zijn geweest, die
al spoedig door de algemene
volksovertuiging tot heilige werd
uitgeroepen. Want wist in heel
Myra en omgeving het volk niet
te verhalen van de manier, waar
op deze goede zieleherder eens
drie arme meisjes een bruid
schat had bezorgd, opdat zij eer
baar zouden kunnen trouwen. Nie
mand had het gezien, hoe hij het geld
gebracht had, maar de goede bis
schop had het gedaan en niemand
anders. O, hij kon nog veel meer!
Eens was er een hongersnood en had
men drie kindertjes geslacht en in
een kuip gedaan om eindelijk weer
eens wat te eten te hebben. Maar
Myra's bisschop kon zo'n gruweldaad
niet dulden: hij wekte „de kinderen
weer te nleven. En zo vereerde men
in Myra en in de wijde omgeving van
Klein-Azië de H. Nicolaas als de gro
te kindervriend. Dat hoorde men ook
in Italië, omdat er een levendig ver
keer was tussen Italië, het oorspron
kelijke Romeinse Rijk. en het latere
Oost-Romeinse Rijk, dat zijn zetel
had in Byzantium. De diaken Joannes
van Napels schreef die verhalerr op
en maakte een schone biografie van
de befaamde bisschop, cpgesmukt met
al de wonderlijke legenden, welke hij
maar kon opdiepen. Het werd een
mooi verhaal en men vertelde het
overal in Napels en verder in Italië.
De Italiaanse kooplieden en zeelui
St. Nicolaas is een heilige van
Gods Kerk en als zodanig in
ternationaal, maar onze Sinter
klaas is een figuur, welke men
nergens anders zo aantreft. Na
een duizendjarige reis door de
geschiedenis burgerde de heilige
man zich in de Lage Landen in
en werd de populaire Sint van
onze Hollandse kinderen. Als
bisschop van Myra zal hij wel
nooit gedroomd hebben, dat hij
na zijn dood op een wit paard
zou rijden, over de daken heen,
en dat hij in schoorstenen zou
moeten kruipen, alsof dat de
gewoonste zaak van de wereld
was. Hij doet het nog steeds
met enthousiasme.
(twee categorieën, die nauw met
elkaar verbonden waren, want koop
man spelen betekende ook in die da
gen exporteren en de beste export
ging overzee) kozen de H. Nicolaas
tot hun patroon, misschien niet zozeer
omdat zij hem als voorbeeld voor
ogen wilden houden, maar waar
schijnlijk meer, omdat zij daardoor
hoopten ook iets van zijn milddadig
heid binnen te kunnen krijgen.
Hoe het ook zij, de H. Nicolaas
raakte verzeild in de koopvaardij
en dat is zijn geluk geweest, want
anders was hij nooit onze Sinter
klaas geworden.
Het waren nl. de kooplieden van
de Noordelijke Hanze-steden. die door
hun relaties met hun Zuidelijke col -
iega's in contact kwamen met de daar
wijd en zijd bekende en vereerde St.
Nicolaas en die op hun beurt zijn
roem uitdroegen over de Noordelijke
landen. Dat was zo ongeveer om
streeks 1350 en het duurde niet lang
of ook de goede koopmansstad Am
sterdam hoorde van hem en werd zo
getroffen door de faam van zijn goed
heid, dat zij hem tot stadspatroon
verhief. Zo deed de H. Nicolaas als
goede Roomse heilige man zijn in
tocht in de lage landen aan de zee
na een reis van ruim duizend jaren
door de geschiedenis. Hij werd er bar
populair ook, want er verrezen tal
van Nicolaaskerken en Nicolaasgast-
huizen en talloze jongetjes kregen de
naam van Klaas.
MAAR NU KWAM de volksfanta
sie van het oude heidense Noorden
in beweging. Ons land was al eeuwen
gekerstend, maar de oude verhalen
en de oude begrippen leefden nog
voort. Zij hebben een verbluffend
taai leven, die oude voorstellingen,
omdat zij wie weet hoe lang het den
ken der mensen hebben beheerst.
Zijn nu nog de elfen en feeën, de ka
bouters en aardgeesten niet spring
levend in onze sprookjes? Vroeger
waren die sprookjes helemaal geen
kindervertellingen, maar geloofde
iedereen er aan. De Germanen wa
ren natuuraanbidders en zagen heel
de natuur bevolkt met allerlei gees
ten, die huisden in rivieren en be
ken, in bossen en bomen; achter alle
natuurverschijnselen, zoals donder en
weersomstandigheden, jagende wol
ken en de wisseling der tijden, wist
men de werking van hogere mach
ten.
Zo was ^elfs in de Christelijke
Middeleeuwen de oude Wodan
nog niet helemaal vergeten, die
's nachts op zijn paard door de luch
ten vloog. Soms zag je de vorm
van zijn briesend ros in de grillige
wolken, spookachtig door de maan
verlicht, en hoorde je het snuiven
door het gat van de open schouw
Ja, het was een geweldenaar, die
oude Wodan. maar tenslotte was hij
toch een goede god en hij kwam ook
wel eens bij de mensen naar binnen
door het rookgat van de schouw, de
weg van de kleine mens in zijn in
tieme beslotenheid tot de hoge open
hemel. Hij kwam dan niet alleen om
de bozen te straffen, maar ook om
de goeden te belonen.
Natuurlijk mocht je zulke verhalen
in het jaar veertienhonderd en zo
veel niet vertellen van Wodan, maar
van de goede heilige Nicolaas mocht
het wel! Wie zal de eerste geweest
zijn, die de heilige bisschop op de
schimmel van Wodan heeft gezet en
hem met mijter, staf en bisschops
mantel heeft lafen rijden door de
lucht en goede gaven strooien door
het open gat van de schouw? Niemand
weet het. Maar het verband is duide
lijk. In onze tijd met z'n potdichte
kachels of erger nog met centrale
verwarming blijft het verhaal van de
schoorsteen onuitroeibaar (u ziet, hoe
taai zulke verhalen zijn!), ofschoon
het eerste wat een kind zich afvraagt
is: hoe het in 's hemelsnaam mogelijk
is, dat Sinterklaas met Zwarte Piet
incluis cadeautjes heelhuids door de
kachelpijp kunnen!
DAT SINTERKLAAS IEDER
JAAR per schip uit het Zuiden arri
veert, zal men de goedheilige man
niet euvel duiden als men zich her-
irtnert, dat hij de patroon der koop
varende zeelui is. Maar waarom komt
hij uit Spanje, wat heeft dat land er
mee te maken? Och, men nam het
toen zo nauw niet; Spanje was ook
in het Zuiden en waarschijnlijk is dat
land met Sinterklaas verbonden in
een tijd, dat het volk Spanje beter
kende dan Italië. In die tijd zal ook
Zwarte Piet erbij gekomen zijn, want
Spanje was het land van de Moren.
Een bisschop reist nu eenmaal met
een knecht en een bisschop uit Spanje
heeft natuurlijk een Moor als knecht
Overigens is het niet onmogelijk, dat
achter Zwarte Piet een of andere
snaakse boze geest uit de oude sagen
wereld schuil gaat, maar dat is nog
een geheimzinnigheid, welke aan de
brave Piet een extra donkere glans
verleent.
Nog geheimzinniger wordt het,
wanneer men wil trachten de oor
sprong te doorgronden van sommige
gebruiken, die met het Sinterklaas
feest annex zijn. Zoals het eten van
pepernoten en van speculaas poppen,
het zetten van schoenen (waarom
juist schoenen?) en het klaar zetten
van hooi of stro voor het paard.
Het eten van poppen „vrijers"
noemt men ze, omdat het altijd een
mansfiguur en vrouwefiguur moeten
zijn wordt weieens teruggebracht
op de maaltijden, welke in de hei
dense tijd gehouden werden bij do-
den-offers. Deze offers en maaltijden
ter ere van afgestorvenen werden
vooral gehouden in de tijd van de
winterzonnewende, dus ongeveer in
onze Sinterklaastijd. Men meent dan,
dat de afbeeldingen van de god van
het jaar en van moeder Aarde, dc
moeder van alle levenden, werden
gegeten om de kracht van deze leven
wekkende machten in zich te doen
over gaan. Een soort beveiligings
maatregel dus tegen de dood, die men
zo juist aan het herdenken was. Men
offerde brood en het geofferde zou
dan, tot primitieve godenfiguren ge
kneed, gegeten zijn, door de aanwezi
gen. Evenzo brengt men het leggen
van hooi (zogenaamd voor het paard)
wel in verband met de Germaanse
^Ue^jawti
JOH. BEURZE,
Nieuwe Beestenmarkt 3A,
Leiden,
viert 7 Dec. zijn 3e Ind. verjaardag
te Magelang. Hij wordt 23 jaar.
CAS. BEUK,
Nieuweweg 285,
Leimuiden,
viert 5 Dec. zijn le Ind. verjaardag
te Patjeh (bij Surabaja).
C. N. BEUK,
Dorpsstraat 447,
Leimuiden,
viert op 6 December zijn 3e verjaar
dag in Indonesië.
hooi-offers; de schoen of klomp moet
dan de geesten vertellen, dat dit of
fer niet van Pietje of Jantje is, maar
van de eigenaar van de schoen per
soonlijk, opdat geen verkeerde met
de hoge bescherming der geesten zal
gaan strijken.
HOE HET ER IN WERKELIJKHEID
allemaal precies naar toe is gegaan,
zal wel altijd onoplosbaar blijven. In
elk geval is de Sinterklaasviering,
zoals wij deze nu kennen, al zeer
oud. Dat blijkt o.a. uit een kostelijk
schilderij van de Leidse schilder Jan
Steen, te zien in het Rijksmuseum te
Amsterdam. Jan Steen moet dat
schilderij omstreeks het jaar 1650 ge
maakt hebben en men vindt er reeds
vrijwel alle bestanddelen van het
echte Hollandse kinderfeest in terug.
Er is een meisje, dat blijkbaar zoet
is geweest en lachend een mooie pop
in de arm gekneld houdt; er is een
stoute jongen, die staat te huilen,
omdat hij niets gekregen heeft; een
andere jongen staat met zijn zusje
op de arm bij de schouw en wijst het
kind naar het gat, waar Sinterklaas
is doorheen gekomen. Nog een an
dere jongen staat een liedje te zin
gen en er heerst een gezellige sfeer
in de kamer, waar pepernoten op de
grond liggen en taai-taai en specu
laas-poppen uit een overvolle mand
glijden. Het tafereeltje kon zó uit een
twintigste eeuws gezin genomen zijn',
als men de kleding wegdenkt. Dat
was dus 300 jaar geleden en toen was
blijkbaar 't Sinterklaasfeest al volko
men opgebouwd en ingeburgerd, zo
dat men mag aannemen dat het in
het midden van de 17e eeuw reeds
lang bestond. Gelijk wij eveneens
mogen aannemen, dat het gezellige
echt Hollandse Sinterklaasfeest nog
eeuwen lang zal blijven bestaan.
Al is onze gulden gedevalueerd,
Al schijnt zelfs geen maan door
de bomen,
Al gaan onze zaken ook gladweg
verkeerd,
De Sint zal ook dit jaar weer
komen.
Tóch strooit hij weer lekkers, toch
zingen we weer,
Tóch zal hij zijn schimmel
berijden,
Tóch komt hij precies als de
vorige weer
De huizen, de harten verblijden.
Al gaat het hem slècit al bestaat
er geen Sint,
Al moet hij er harder voor
werken.
De vijfde December is 't feest
van het kind:
Die hoeven er niets van te
merken
Clinge Doorenbos.
(Nadruk verboden).