Dans om de millioenen Na ontvangst van bijna 25.000 bezoekers werd de A.M.A.-Missie-tentoonstelling gesloten De voorgenomen kalenderhervorming Een bij uitstek godsdienstige aangelegenheid IA AND AG 17 OCTOBER 1949 DE LEIDSE COURANT TWEEDE BLAD PAGINA 1 Enorme belangstelling stemt vooral in deze tijd tot grote dankbaarheid MEN HEEFT HET NIET GEHAALD! De allerhoogste verwachting wellicht niet geheel gemotiveerd is niet bewaarheid geworden; toen de Missie-tentoonstelling gisteravond om half elf2 sloot waren er se dert Zaterdagmiddag 8 Oct. 24.551 be-zoekers de controle gepasseerd. Op 449 na is dus de 25.000 bereikt. Het hoofdcomité zou het anders formule ren en zeggen: we hebben 4.551 bezoekers meer gehad dan we verwacht ten. En het is door deze uitspraak dat we mogen spreken van een groots succes. Inderdaad, de gehele Missie-actie is buitengewoon goed geslaagd en het meest op de voorgrond tredende onderdeel, de tentoonstelling, heeft daarin een bijzonder groot aandeel gehad. We moeten daar zeer verheugd overzijn! Het is in deze tijd, nu men zo vaak de mond vol heeft over een daling van godsdienstige belangstelling, over een ontstellende toename van oppervlakkigheid, vooral in kerkelijke aangelegenheden, en over een bijna totale vervlakking van de jeugd, een bijzonder vreugdevol teken dat al dit pessimisme waarvoor zekere gronden aanwezig zijn toch niet in alle opzichten opgaat en dat er in deze tijd, nu Christus' Kerk voor een der zwaarste vuurproeven der geschiedenis staat, zo'n enorm grote belangstelling is getoond voor het werk van de uitbreiding van het Godsrijk op aarde. De katholieken van Leiden en omgeving mag hiervoor een warme hulde niet onthouden worden! GROTE SPANNING AAN HET SLOT Tot' aan het laatste uur heeft de spanning er in gezeten of de 25.000 al of niet gehaald zou worden. Vrijdag avond waren er 15.000 geweest, zodat het weekend nog 10.000 bezoekers zou moeten brengen. Zaterdag viel de toeloop iets tegen, n.l. slechts 3.000, zodat de laatste hoop gevestigd was op de Zondag, die 7.000 bezoekers moest opleveren. In de namiddag kon de 20.000ste bezoeker verwelkomd worden. Het was de heer J. Simons, wonend in het RK. Wees- en Oudeliedenhuis, St. Jacobsgracht 1, vader van een der missionarissen op de tentoonstelling aanwezig, n.l. father D. J. Simons, van Mill Hill. De spanning steeg met het uur. Om negen uur 's avonds was het aantal tot 24.000 opgelopen en toen stond reeds vast dat de 25.000 niet bereikt zou worden, ook niet toen om half tien het ontbrekende aantal nog slechts 500 bedroeg. Een- dergelijke tentoonstelling echter, die om half elf sluit, trekt om half tien geen bezoekers meer. Er kwamen er nog slechts 51, zodat het afgeronde getal niet werd bereikt. Vanzelfsprekend dat het gisteren een enorme drukte was in de Stads gehoorzaal. Eigenlijk was het te vol om alles rustig te bekijken en te aan boren. In de fancy-fair trapten de mensen elkaar op de tenen en de kleine zaal moest ingeschakeld wor den als tweede koffiekamer, om de vele klanten te kunnen bedienen. Hoewel velen met schorre stem, na zo'n zware week, vertelden de mis sionarissen even .opgewekt als de eerste Zaterdagavond, toen ze nog kersvers aan het begin stonden. En weer heeft het publiek met veel aan dacht geluisterd naar deze populaire colleges over volkenkunde, rassen leer, kunstgeschiedenis, geografie en missie-arbeid. Slot-bijeenkomst. Om half elf luidde voor de laatste maal de grote klok en begaven zich de missiepaters met het hoofdcomité en verschillende naaste medewerkers naar de kleine zaal, waar het af scheid officiéél zou plaats vinden. In deze zaal zat 9 dagen geleden hetzelfde gezelschap. Toen echter vor melijk officiéél, in aanwezigheid van vier bisschoppen en vele autoriteiten, met missionarissen rondom een hoofd comité dat hun totaal vreemd was. Maar in die negen dagen zijn er vriendschapsbanden gesmeed, heeft men elkaar leren kennen en waar deren. werd de omgang steeds vlotter en de stemming elke dag beter. Deze stemming bereikte op deze slot-avond een hoogtepunt. Missiona rissen en organisatoren, allen waren uiterst tevreden en vonden hun ver moeidheid slechts een maatstaf voor het succes dat deze tentoonstelling heeft opgeleverd. Het waren daarom vrolijke woor den tegen vrolijke mensen, die de heer A. Schlattman sprak, toen hij, evenals Woensdagavond, weer voor Sinterklaas ging spelen en aan de veertien aanwezige orden en congre gaties een grote doos verbandmidde len kon uitreiken, welke uitreiking gevolgd werd door een verloting van zeven prijzen, bestaande uit breviers, etc. Pater Busé, Kruisheer, voorzitter van de Missionarissen, dankte in een ontroerende toespraak allen, die, op welke wijze dan ook, hadden mee geholpen om deze tentoonstelling tot zo'n groot succes te maken. Het is een hoogfeest van liefde geweest, al dus spr., en ter liefde Gods is dit grootse werk zo prachtig volbracht Namen behoren in dergelijke geval len niet genoemd te worden, want velen zouden dan vergeten worden. Maar één uitzondering mocht toch wel gemaakt worden en dat was de naam van rector L. P. M. Vester, die als voorzitter van het hoofdcomité enorm veel werk verzet heeft en on der wiens bezielende leiding het ge heel zo succesvol verlopen is. Met een juichend applaus betuigden de aan wezigen hun instemming met deze hulde. „En zij wenkten hunne gezellen", besloot pater Busé. De missionarissen hebben gewenkt en zeer velen zijn daarop gekomen. Dit kan echter geen einde zijn; de missionarissen moeten blijven werken en zij rekenen daarbij op de steun van allen, vooral ook van hen, die in deze weken zo prachtig hebben geholpen. Een blijvende ge denking in H. Misoffer en gebed van al deze missionarissen zal hun belo ning zijn. Rector Vester sprak het slotwoord en dankte de missionarissen op zijn beurt voor de mooie samenwerking, zonder welke er niets bereikt zou zijn. De tentoonstelling mag ten volle geslaagd heten, aldus rector Vester, en we zullen er steeds met veel vreugde aan blijven terugdenken. Mogen ook de resultaten van dit werken niet uitblijven, maar in het Missiewerk duidelijk zichtbaar zijn. Einde en Begin. Dat was het einde. Vandaag reeds v/ordt alles weer afgebroken en over twee dagen zal er van deze tentoon stelling niets meer te zien zijn. Maar de herinnering blijft. Een herinnering aan deze mooie dagen, die weer eens opnieuw bewezen hebben wat een drachtige samenwerking vermag en tot welk een hoogte de belangstelling, medewerking en edelmoedigheid van ons katholieke volksdeel kan stijgen, wanneer het gaat over zo'n belang rijke zaak als het Missie-werk is. Toch zou het succes van dit alles niet groot genoemd mogen worden als slechts de herinnering blijft. Er moet meer zijn. Daarom is er niet slechts een tentoonstelling gehouden, maar is deze geplaatst als middelpunt van een grote missieactie, die op de eerste plaats beoogde meer belang stelling, kennis en liefde te verkrij gen voor het missioneringswerk. De gehele schooljeugd van Leiden en verre omgeving werd ingeschakeld; in alle kerken werd gepreekt over de Missie, vele parochies konden hun milddadigheid tonen bij een schaal- colleete, overal werd speciaal voor de Missie gebeden en duizenden H. Com munies zullen in deze dagen onge twijfeld zijn opgedragen tot intentie van de Missie. Dit alles moet geleid hebben tot 't beoogde doel, dat echter pas ten volle bereikt is wanneer iets blijvends bij de katholieken van Leiden en omge ving is achtergebleven. Er is nog zo enorm veel te verrichten op het ge bied van missioneringswerk. Zij die in de gelegenheid geweest zijn eens rustig met een missiepater te spre ken, zullen de omvang hiervan enigs zins gepeild kunnen hebben. Daarom moet deze AMA thans geen afgerond geheel geworden zijn, doch slechts een begin. Het begin van een grotere ijver voor alles wat het Missiewerk aanbelangt. Want slechts dan kan de missionaris vruchtbaar werken als hij zich geestelijke en stoffelijk gesterkt weet door de steun van talloos velen die in het moederland zijn achterge bleven. Zeer juist kwam dit tot uiting in de eenvoudig geïmproviseerde versregels, die de heer Schlattmann aan het einde van zijn toespraak zeg de en waarmede wij mogen besluiten: De A.M.A. was een teken, het sein voor een begin van missiewerk door leken. Het katholiek gezin blijft bij dit sein niet staan, maar zal steeds verder gaan met offeren en bidden en vragen om kracht voor hen, hier in ons midden, en 't werk dat hen wacht in dienst van Christus' Kerk. Die steun, dat is ons werk! Geen 25.000! Neen, de vijf en twintig duizend is niet bereikt. De al te optimistische verwachtingen van sommige missie paters zijn dus niet bewaarheid ge worden. Nu was er wel een „paardemiddel" bekend om kost was kost dat aantal ,toch te verkrijgen. Dat vernam het hoofd-comité van de missie-tentoon stelling die onlangs in Tilburg werd gehouden. Ook daar moest een be paald afgerond aantal bereikt wor den, maar een uur voor de sluiting mankeerde er nog duizend aan. Toen werden alle aanwezigen de zaal uitgejaagd en de meesten van hen kochten opnieuw 'n kaartje, zo dat de laatste duizend toch kwamen! WIJ VERTROUWEN, dat de Katholieke wereld niet zal gedogen, dat, terwijl anderen ter verspreiding van de dwaling over ruime en overvloedige mid delen beschikken, onze missio narissen, die alom de waarheid prediken, met gebrek te kampen hebben." Paus Benedictus XV. We weten het. Geld is niet het voornaamste in de Missie-arbeid. En steeds zal bij het spreken over de steun van leken aan het Missiewerk het gebed voorop genoemd worden. Maar het geld blijft noodzakelijk om missionering mogelijk te maken en daarom nam het ook tijdens deze Missie-actie een belangrijke plaats in. Er werd een grote verloting ge houden, waarvan de uitslag spoedig bekend gemaakt zal worden; er was een prachtige fancy-fair; er werd entréegeld geheven en in de kerken werden collecten gehouden. Al dit geld stroomde gisteren tezamen in de stemkamer van de Stadsgehoorzaal, waar het hoofdcomité zijn bureau had. Het was een fantastisch gezicht. Van alle zijden stroomde het geld toe. Uit de verschillende parochies kwa men de collecten binnen en het was verrassend te zien hoe groot telkens- de opbrengst was. We kunnen niet alle cijfers noemen, maar dat de Har- tebrug-parochie bovenaan stond met een bedrag van ruim 2200 gulden, is voldoende om te weten hoe over het algemeen voor de Missie is geofferd. Een kleine parochie uit de omgeving bracht 450 gulden op, terwijl de pas toor van te voren gezegd had: „Als er 200 gulden komt, ben ik al erg blij!!" En wat dan te denken van het kleine Oud-Ade, dat met 260 gulden een prachtig figuur sloeg, vooral omr dat er nog geen gulden aan enkele centen bij was! Er is gegeven met milde hand. We denken slechts aan de loterij. Reeds tevoren was aan practisch alle huizen een zelatrice met loten geweest. De rest moest op de tentoonstelling ver kocht worden en we hadden daarbij evenveel bewondering voor de dames die loten verkochten helemaal geen prettig werk! als voor de mensen, die al een stel in hun bezit hadden en er steeds maar weer bij- kochten. Niet altijd even graag, maar uiteindelijk toch bezwijkend, want het was voor het goede doel! En over de fancy-fair behoeven eigenlijk niet eens te schrijven. Het was een smakelijke manier om geld kwijt te raken en iedere bezoeker zal geconstateerd hebben hoe overvloedig het er stroomde. Niemand behoefde het te doen om winst te tellen van een toevallige grote prijs. Het gold alweer voor de Missie! Nogmaals: geld is niet het belang rijkste. Maar het hoort er nu eenmaal bij en het stemt tot grote dankbaar heid dat er zo royaal geofferd is. Tot diep in de nacht moesten penning meester en assistenten doortellen en nog lang is het uiteindelijke resultaat niet bekend. Maar dat het een mooi bedrag zal worden, waarvoor in de Missielanden enorm veel gedaan kan worden, mag men thans al veilig aan nemen. En als dan de missionaris in de tro pen of in het barre Noorden de H. Mis zal opdragen, zullen kerk, para menten, heilige vaten en de kleding der gelovigen hem dankbaar herin neren aan de milddadigheid van hen, die dit alles mogelijk gemaakt heb ben. Niet altijd zal hij weten dat het geld hiervoor uit Leiden en omgeving kwam. Maar zijn gebed zal er niet minder vurig om zijn en het zal op stijgen tot God, om zegen te vragen over hen, die dit alles mogelijk ge maakt hebben. Ook over de katho lieken van Leiden en omgeving, die door hun edelmoedigheid zo'n prach tige blijk van naastenliefde hebben gegeven! Als blijvende herinnering aan deze mooie Missieweek werden de missionarissen voor hun vertrek,uit Leiden op de foto vereeuwigd. Tussen hen in staan vooraan rector L. P. M. Vester, voorzitter van het Comité van de A.M.A., en rector H. B. J. Schrama, directeur Diocesaan Missiebureau. ^DankiuaoJiden Het zal een onmogelijke taak zijn om iedereen afzonderlijk te bedanken voor de hulp en steun, in welke vorm dan ook, gegeven aan de Missie-actie. Want het zyn niet alleen de leden van de diverse comité's, al moest hun werk het meest op de voorgrond tredén. Deze dank geld ook de zelatrice die avond aan avond lo ten verkocht, de verkenner die wachtdienst had in de zaal, de jongeman die in de fancy-fair stond, de middenstander die prij zen schonk, de timmerman die de tentoonstelling hielp opbou wen, de dame in de kassa, de man die in alle stilte 100 gulden op de open schaal legde, de we duwe die haar penningske schonk, het meisje dat bij de buf fetten hielp, de bezoeker van de tentoonstelling, het gezin dat een missionaris onderdak verleende. Het zou een ellenlange rij wor den, waaruit we slechts een wil lekeurige greep deden. Want het aantal medewerkers in deze zin is niet te schatten, zelfs niet te benaderen, laat staan persoon lijk te bedanken. Als er dus dankwoorden gesproken zijn of nog zullen worden, dan gelden deze allen, zonder uitzondering! RADIO-UITZENDFNG TIJDENS HEILIG JAAR. De plechtigheden van het H. Jaar zullen naar de andere basilieken te Rome per radio worden uitgezonden omdat de Sint Pieter, ofschoon zij 35-000 personen kan bevatten, niet voldoende zal zijn voor de grote me nigte pelgrims en omdat op deze wij ze de plechtigheden ook in de andere kerken van Rome kunnen worden gevolgd. Radio Vaticana, die thans geduren de 10 uur per dag in 21 talen uit zendt, met een programma van tel kens een kwartier, zal in het H. Jaar gedurende 22 uur per dag in 30 talen uitzenden. ÏDiaceóxiafi AUóóie-camilé dankt Katholieken van Leiden en Omgeving Gisterenavond werd de AMA gesloten. Het was de laatste grote Missietentoonstelling van dit jaar en wij mogen het hier wel uitdrukkelijk verklaren: deze laatste tentoonstelling is in alle opzich ten geslaagd. In de lange tijd van voorbereiding waren wij er wel van overtuigd gezien de activiteit van de leden van het bestuur, dat deze opzet moest slagen, maar dat het succes zo groot zou zijn, dat hadden wij toch niet kunnen dromen. Met rechtmatige trots kunnen daarvoor de katholieken van Leiden en omge ving op deze Missietentoonstelling terugzien. Onze welgemeende dank gaat uit naar de organisatoren de leden van het hoofdcomité, die in de lange tijd van voorbereiding zo ontzaggelijk veel werk hebben moeten verzetten aan de leden van sub-comité's en plaatselijke co mité's zonder wiens hulp en medewerking de AMA niet had kunnen slagen aan de talrijke medewerkers en medewerksters, die tijdens de tentoonstelling zo bereidwillig hebben geholpen. Wij denken hier aan de zelatricen van de P.M.G., de leerlingen van H.B.S, en Huishoudschool en zovele anderen die aan de oproep van 't bestuur gehoor gaven. Een woord van dank vooral ook aan De Leidse Courant, waarin zo dikwijls en in de dagen van de tentoonstelling zo veel en zo goed over de AMA werd geschreven. Moge deze tentoonstelling aan de katholieken van Leiden en omgeving hei besef hebben bijgebracht, dat wij allen zonder uitzondering de plicht hebben om door gebed en offer de missionarissen te blijven steunen. Luisteren wij naar de oproep van Paus en Bisschoppen, die verlangen dat alle katholieken van heel de wereld lid worden van de Pauselijke Missiegenoot schappen. Namens het Diocesaan Missiecomité, Dir. H. B. J. SCHRAMA, pr. Standpunt van Katholieke zijde belicht Wanneer men het vraagstuk van de kalenderhervorming van alle kan ten bestudeert dan komt men uitein delijk tot de conclusie, dat de vast stelling der feestdagen, en daarmede dus van de kalender, een bij uit stek godsdienstige aangelegenheid is. Dit blijkt duidelijk uit het feit, dat van het allereerste begin der mens heid af door de vaststelling der feest dagen een deel van de tijd gewijd werd aan de erkenning en de ver ering van de Schepper. De conclusie wordt bovendien op nieuw bevestigd, wanneer men be denkt, dat de vaststelling der feest dagen, en dus ook weer de regeling van de kalender, bij de verschillende godsdiensten der oudheid altijd de taak is gev/eest van de priester. Zo heeft zelfs Julius Caesar, die een veldheer was, de kalender in het jaar 45 voor Christus veranderd in zijn functie van hogepriester. Een ander bewijs is nog. dat de geschiedenis van alle eeuwen der Christenheid aantoont, dat de vaststelling der feest dagen en eventuele kalenderwijzi gingen onbetwist werden toegekend aan de kerkelijke autoriteiten. Overigens kan men constateren, dat toen de burgerlijke autoriteiten een nieuwe kalender trachtten samen te stellen, dit een van hun maatre gelen was. waarmede zij de Chris telijke godsdienst wilden wegvagen. Zij wilden voor de Christelijke gods dienst de cultus van de rede brengen. Hiermede betraden zij dus ook een zuiver godsdienstig terrein. Wanneer een kalenderwijziging er zich toe zou beperken het verschil tussen de maanden van het jaar enigszins te verminderen, door b.v. Februari 29 dagen te geven en Augus tus 30, dan zou de H. Stoel dit geen reden achten om zich tegen zulk een wijziging te verzetten. De wijziging, die de republiek Panama heeft voor gesteld, sluit echter ook de vaststel ling van het Paasfeest in. Boven dien wil men door deze wijze schrik keldagen of een schrikkehveek in voeren, waardoor de weekcyclus verbroken wordt. Dit zou noodza kelijk zijn om de duur van het jaar op precies ,52 weken te stellen (52 x 7 is 365 r'/n 1). Het is echter duide lijk uit bovenstaande redenering, dat de wijziging van de kalender een bij uitstek godsdienstige aangelegenheid is en daarom alleen behoort tot de NACHTMIS TE GRECCIO. De nachtmis in de Kerstnacht, die de eerste grote plechtigheid is na de officiële opening van het Heilig Jaar op 24 December, zal door de Italiaan se radio over de gehele wereld wor den uitgezonden. Deze nachtmis zal niet, zoals men misschien verwach ten zou, in de Sint Pieter te Rome worden opgedragen, maar in het oude heiligdom van Grecsio in de provincie Rieti. Greccio is een van de dorpjes, wel ke de H. Franciscus van Assisië dik wijls bezocht en waar hij zich in de bossen terugtrok om er te bidden en te mediteren. In 1223 kwam Sint Franciscus uit Rome terug, waar hij van Paus Honorius Hl de definitieve goedkeuring van zijn' ordesregel ont vangen had. In de Kerstnacht van dat jaar maak te hij in een grot in de omstreken van Greccio de eerste Kerststal voor het eenvoudige boerenvolk uit de omtrek. Levende personen stelden Sint Jozef, Maria en de herders voor. Midden in de nacht begon het kind je, dat „Bambino Gesu" voorstelde, een wonderlijk licht uit te stralen, aldus verhaalt de historie. competentie van de H. Stoel. Al is de kalenderwijziging, die door Panama wordt voorgesteld, dan niet in tegenspraak met een of andere geloofswaarheid, toch is het redelijk, dat de H. Stoel een wijziging noch gerechtvaardigd noch acceptabel acht De viering immers van het Paas feest, dat het centrale en fundamen tele dogma is van het geloof, de Ver rijzenis van Onze Heer Jezus Chris tus, is geregeld door een traditie, die dateert uit de eerste tijden van het Christendom en daarna op plechtige wijze werd vastgelegd door het al gemeen concilie van Nicea in het jaar 325- Paus Gregorius XIII heeft met zijn kalenderwijziging niet alleen de normen in stand gehouden, zoals deze door het eerste concilie van Nicea waren vastgesteld en vervolgens door de concilies van Constanz, van Basel, van Lateranen (V.) en van Trente bevestigd, maar hij verkreeg tevens de instemming van geheel de wetenschappelijke wereld. Ook om de volgende reden dus zal de H. Stoel zich verzetten. Wan neer er immers schrikkeldagen wor den ingevoerd en de weekcyclus daarmede zou worden doorbroken, dan houdt dit tevens in. dat de re geling van het concili van Nicea geen zin meer zou hebben. De week cyclus toch is de norm, aangegeven door de openbaring voor het onder houden van de natuurlijke en god delijke wet om ter ere van de Schep per bepaalde dagen te rusten. En Deze heeft om het onderhouden van deze cyclus in te prenten gewild, dat in de H. Schrift de schepping werd beschreven als een werk van zeven dagen. Het Hebreeuwse volk heeft van de oudste tijden af deze cyclus met de grootste nauwgezetheid bewaard, en de Christenen hebben dit van hen overgenomen. De Christenen hebben de cyclus immers voor zo heilig en onaantastbaar gehouden, dat, telkens wanneer men een wij ziging in de kalender wilde aan brengen, niemand ooit maar een maal en op welke wijze dan ook ge dacht heeft deze weekcyclus aan te tasten. Toen men later daadwerke lijk overging tot een juiste verplaat- s;ng van de dag- en nachtevening (en dus ook van 't Paasfeest), ver ordende Gregorius XIII, dat dit zou geschieden van Donderdag 4 Octo ber naar \7rijdag 15 October 1582. De regelmatige registratie van de week is het veiligste houvast gewor den voor alle onderzoekingen op het gebied van de geschiedenis en de chronologie, profaan zowel als ker kelijk. De H. Stoel zal nimmer beweren, zoals reeds werd benadrukt, dat de invoering van schrikkeldagen of -weken in strijd zou zijn met een of ander dogma. Toch is het Haar goed recht van mening te zijn, dat men zonder een zeer ernstige en grondige reden in deze weekcyclus, die de Christenen om godsdienstige gron den zo nauwgezet hebben bewaard, geen wijzigingen mag aanbrengen. De verbreking van de weekcyclus zou een van de weinige punten van overeenkomst vernietigen, die be staan tussen de Christenen enerzijds en de Joden en Mohammedanen an derzijds. Op deze wijze zou verder de invoering van b.v. een Angli- kaans Pasen naast een Katholiek Pasen en een Orthodox Pasen het verschil tussen de gemeenschappen nog groter maken. Uit het bovenstaande kan men als vaststaand feit concluderen, dat de U.N.O. geen zelfstandige beslissin gen zal mogen nemen op het gebied van de kalender, daar de geschiede nis dit recht uitsluitend toekent aan de kerkelijke autoriteiten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1949 | | pagina 5