Dans om de millioenen
Na ontvangst van bijna 25.000 bezoekers werd
de A.M.A.-Missie-tentoonstelling gesloten
De voorgenomen
kalenderhervorming
Een bij uitstek godsdienstige
aangelegenheid
IA AND AG 17 OCTOBER 1949
DE LEIDSE COURANT
TWEEDE BLAD PAGINA 1
Enorme belangstelling stemt vooral in deze
tijd tot grote dankbaarheid
MEN HEEFT HET NIET GEHAALD! De allerhoogste verwachting
wellicht niet geheel gemotiveerd is niet bewaarheid geworden;
toen de Missie-tentoonstelling gisteravond om half elf2 sloot waren er se
dert Zaterdagmiddag 8 Oct. 24.551 be-zoekers de controle gepasseerd. Op
449 na is dus de 25.000 bereikt. Het hoofdcomité zou het anders formule
ren en zeggen: we hebben 4.551 bezoekers meer gehad dan we verwacht
ten. En het is door deze uitspraak dat we mogen spreken van een groots
succes. Inderdaad, de gehele Missie-actie is buitengewoon goed geslaagd
en het meest op de voorgrond tredende onderdeel, de tentoonstelling, heeft
daarin een bijzonder groot aandeel gehad.
We moeten daar zeer verheugd overzijn! Het is in deze tijd, nu men zo
vaak de mond vol heeft over een daling van godsdienstige belangstelling,
over een ontstellende toename van oppervlakkigheid, vooral in kerkelijke
aangelegenheden, en over een bijna totale vervlakking van de jeugd, een
bijzonder vreugdevol teken dat al dit pessimisme waarvoor zekere
gronden aanwezig zijn toch niet in alle opzichten opgaat en dat er in
deze tijd, nu Christus' Kerk voor een der zwaarste vuurproeven der
geschiedenis staat, zo'n enorm grote belangstelling is getoond voor het
werk van de uitbreiding van het Godsrijk op aarde. De katholieken van
Leiden en omgeving mag hiervoor een warme hulde niet onthouden
worden!
GROTE SPANNING
AAN HET SLOT
Tot' aan het laatste uur heeft de
spanning er in gezeten of de 25.000 al
of niet gehaald zou worden. Vrijdag
avond waren er 15.000 geweest, zodat
het weekend nog 10.000 bezoekers zou
moeten brengen. Zaterdag viel de
toeloop iets tegen, n.l. slechts 3.000,
zodat de laatste hoop gevestigd was
op de Zondag, die 7.000 bezoekers
moest opleveren.
In de namiddag kon de 20.000ste
bezoeker verwelkomd worden. Het
was de heer J. Simons, wonend in het
RK. Wees- en Oudeliedenhuis, St.
Jacobsgracht 1, vader van een der
missionarissen op de tentoonstelling
aanwezig, n.l. father D. J. Simons,
van Mill Hill. De spanning steeg met
het uur. Om negen uur 's avonds was
het aantal tot 24.000 opgelopen en
toen stond reeds vast dat de 25.000
niet bereikt zou worden, ook niet
toen om half tien het ontbrekende
aantal nog slechts 500 bedroeg. Een-
dergelijke tentoonstelling echter, die
om half elf sluit, trekt om half tien
geen bezoekers meer. Er kwamen er
nog slechts 51, zodat het afgeronde
getal niet werd bereikt.
Vanzelfsprekend dat het gisteren
een enorme drukte was in de Stads
gehoorzaal. Eigenlijk was het te vol
om alles rustig te bekijken en te aan
boren. In de fancy-fair trapten de
mensen elkaar op de tenen en de
kleine zaal moest ingeschakeld wor
den als tweede koffiekamer, om de
vele klanten te kunnen bedienen.
Hoewel velen met schorre stem, na
zo'n zware week, vertelden de mis
sionarissen even .opgewekt als de
eerste Zaterdagavond, toen ze nog
kersvers aan het begin stonden. En
weer heeft het publiek met veel aan
dacht geluisterd naar deze populaire
colleges over volkenkunde, rassen
leer, kunstgeschiedenis, geografie en
missie-arbeid.
Slot-bijeenkomst.
Om half elf luidde voor de laatste
maal de grote klok en begaven zich
de missiepaters met het hoofdcomité
en verschillende naaste medewerkers
naar de kleine zaal, waar het af
scheid officiéél zou plaats vinden.
In deze zaal zat 9 dagen geleden
hetzelfde gezelschap. Toen echter vor
melijk officiéél, in aanwezigheid van
vier bisschoppen en vele autoriteiten,
met missionarissen rondom een hoofd
comité dat hun totaal vreemd was.
Maar in die negen dagen zijn er
vriendschapsbanden gesmeed, heeft
men elkaar leren kennen en waar
deren. werd de omgang steeds vlotter
en de stemming elke dag beter.
Deze stemming bereikte op deze
slot-avond een hoogtepunt. Missiona
rissen en organisatoren, allen waren
uiterst tevreden en vonden hun ver
moeidheid slechts een maatstaf voor
het succes dat deze tentoonstelling
heeft opgeleverd.
Het waren daarom vrolijke woor
den tegen vrolijke mensen, die de
heer A. Schlattman sprak, toen hij,
evenals Woensdagavond, weer voor
Sinterklaas ging spelen en aan de
veertien aanwezige orden en congre
gaties een grote doos verbandmidde
len kon uitreiken, welke uitreiking
gevolgd werd door een verloting van
zeven prijzen, bestaande uit breviers,
etc.
Pater Busé, Kruisheer, voorzitter
van de Missionarissen, dankte in een
ontroerende toespraak allen, die, op
welke wijze dan ook, hadden mee
geholpen om deze tentoonstelling tot
zo'n groot succes te maken. Het is
een hoogfeest van liefde geweest, al
dus spr., en ter liefde Gods is dit
grootse werk zo prachtig volbracht
Namen behoren in dergelijke geval
len niet genoemd te worden, want
velen zouden dan vergeten worden.
Maar één uitzondering mocht toch
wel gemaakt worden en dat was de
naam van rector L. P. M. Vester, die
als voorzitter van het hoofdcomité
enorm veel werk verzet heeft en on
der wiens bezielende leiding het ge
heel zo succesvol verlopen is. Met een
juichend applaus betuigden de aan
wezigen hun instemming met deze
hulde.
„En zij wenkten hunne gezellen",
besloot pater Busé. De missionarissen
hebben gewenkt en zeer velen zijn
daarop gekomen. Dit kan echter geen
einde zijn; de missionarissen moeten
blijven werken en zij rekenen daarbij
op de steun van allen, vooral ook van
hen, die in deze weken zo prachtig
hebben geholpen. Een blijvende ge
denking in H. Misoffer en gebed van
al deze missionarissen zal hun belo
ning zijn.
Rector Vester sprak het slotwoord
en dankte de missionarissen op zijn
beurt voor de mooie samenwerking,
zonder welke er niets bereikt zou
zijn. De tentoonstelling mag ten volle
geslaagd heten, aldus rector Vester,
en we zullen er steeds met veel
vreugde aan blijven terugdenken.
Mogen ook de resultaten van dit
werken niet uitblijven, maar in het
Missiewerk duidelijk zichtbaar zijn.
Einde en Begin.
Dat was het einde. Vandaag reeds
v/ordt alles weer afgebroken en over
twee dagen zal er van deze tentoon
stelling niets meer te zien zijn. Maar
de herinnering blijft. Een herinnering
aan deze mooie dagen, die weer eens
opnieuw bewezen hebben wat een
drachtige samenwerking vermag en
tot welk een hoogte de belangstelling,
medewerking en edelmoedigheid van
ons katholieke volksdeel kan stijgen,
wanneer het gaat over zo'n belang
rijke zaak als het Missie-werk is.
Toch zou het succes van dit alles
niet groot genoemd mogen worden
als slechts de herinnering blijft. Er
moet meer zijn. Daarom is er niet
slechts een tentoonstelling gehouden,
maar is deze geplaatst als middelpunt
van een grote missieactie, die op de
eerste plaats beoogde meer belang
stelling, kennis en liefde te verkrij
gen voor het missioneringswerk. De
gehele schooljeugd van Leiden en
verre omgeving werd ingeschakeld;
in alle kerken werd gepreekt over de
Missie, vele parochies konden hun
milddadigheid tonen bij een schaal-
colleete, overal werd speciaal voor de
Missie gebeden en duizenden H. Com
munies zullen in deze dagen onge
twijfeld zijn opgedragen tot intentie
van de Missie.
Dit alles moet geleid hebben tot 't
beoogde doel, dat echter pas ten volle
bereikt is wanneer iets blijvends bij
de katholieken van Leiden en omge
ving is achtergebleven. Er is nog zo
enorm veel te verrichten op het ge
bied van missioneringswerk. Zij die
in de gelegenheid geweest zijn eens
rustig met een missiepater te spre
ken, zullen de omvang hiervan enigs
zins gepeild kunnen hebben. Daarom
moet deze AMA thans geen afgerond
geheel geworden zijn, doch slechts
een begin. Het begin van een grotere
ijver voor alles wat het Missiewerk
aanbelangt. Want slechts dan kan de
missionaris vruchtbaar werken als hij
zich geestelijke en stoffelijk gesterkt
weet door de steun van talloos velen
die in het moederland zijn achterge
bleven. Zeer juist kwam dit tot uiting
in de eenvoudig geïmproviseerde
versregels, die de heer Schlattmann
aan het einde van zijn toespraak zeg
de en waarmede wij mogen besluiten:
De A.M.A. was een teken,
het sein voor een begin
van missiewerk door leken.
Het katholiek gezin
blijft bij dit sein niet staan,
maar zal steeds verder gaan
met offeren en bidden
en vragen om kracht
voor hen, hier in ons midden,
en 't werk dat hen wacht
in dienst van Christus' Kerk.
Die steun, dat is ons werk!
Geen 25.000!
Neen, de vijf en twintig duizend is
niet bereikt. De al te optimistische
verwachtingen van sommige missie
paters zijn dus niet bewaarheid ge
worden.
Nu was er wel een „paardemiddel"
bekend om kost was kost dat aantal
,toch te verkrijgen. Dat vernam het
hoofd-comité van de missie-tentoon
stelling die onlangs in Tilburg werd
gehouden. Ook daar moest een be
paald afgerond aantal bereikt wor
den, maar een uur voor de sluiting
mankeerde er nog duizend aan.
Toen werden alle aanwezigen de
zaal uitgejaagd en de meesten van
hen kochten opnieuw 'n kaartje, zo
dat de laatste duizend toch kwamen!
WIJ VERTROUWEN, dat de
Katholieke wereld niet zal
gedogen, dat, terwijl anderen ter
verspreiding van de dwaling
over ruime en overvloedige mid
delen beschikken, onze missio
narissen, die alom de waarheid
prediken, met gebrek te kampen
hebben."
Paus Benedictus XV.
We weten het. Geld is niet het
voornaamste in de Missie-arbeid. En
steeds zal bij het spreken over de
steun van leken aan het Missiewerk
het gebed voorop genoemd worden.
Maar het geld blijft noodzakelijk om
missionering mogelijk te maken en
daarom nam het ook tijdens deze
Missie-actie een belangrijke plaats in.
Er werd een grote verloting ge
houden, waarvan de uitslag spoedig
bekend gemaakt zal worden; er was
een prachtige fancy-fair; er werd
entréegeld geheven en in de kerken
werden collecten gehouden. Al dit
geld stroomde gisteren tezamen in de
stemkamer van de Stadsgehoorzaal,
waar het hoofdcomité zijn bureau
had. Het was een fantastisch gezicht.
Van alle zijden stroomde het geld toe.
Uit de verschillende parochies kwa
men de collecten binnen en het was
verrassend te zien hoe groot telkens-
de opbrengst was. We kunnen niet
alle cijfers noemen, maar dat de Har-
tebrug-parochie bovenaan stond met
een bedrag van ruim 2200 gulden, is
voldoende om te weten hoe over het
algemeen voor de Missie is geofferd.
Een kleine parochie uit de omgeving
bracht 450 gulden op, terwijl de pas
toor van te voren gezegd had: „Als
er 200 gulden komt, ben ik al erg
blij!!" En wat dan te denken van het
kleine Oud-Ade, dat met 260 gulden
een prachtig figuur sloeg, vooral omr
dat er nog geen gulden aan enkele
centen bij was!
Er is gegeven met milde hand. We
denken slechts aan de loterij. Reeds
tevoren was aan practisch alle huizen
een zelatrice met loten geweest. De
rest moest op de tentoonstelling ver
kocht worden en we hadden daarbij
evenveel bewondering voor de dames
die loten verkochten helemaal
geen prettig werk! als voor de
mensen, die al een stel in hun bezit
hadden en er steeds maar weer bij-
kochten. Niet altijd even graag, maar
uiteindelijk toch bezwijkend, want
het was voor het goede doel!
En over de fancy-fair behoeven
eigenlijk niet eens te schrijven. Het
was een smakelijke manier om geld
kwijt te raken en iedere bezoeker zal
geconstateerd hebben hoe overvloedig
het er stroomde. Niemand behoefde
het te doen om winst te tellen van
een toevallige grote prijs. Het gold
alweer voor de Missie!
Nogmaals: geld is niet het belang
rijkste. Maar het hoort er nu eenmaal
bij en het stemt tot grote dankbaar
heid dat er zo royaal geofferd is. Tot
diep in de nacht moesten penning
meester en assistenten doortellen en
nog lang is het uiteindelijke resultaat
niet bekend. Maar dat het een mooi
bedrag zal worden, waarvoor in de
Missielanden enorm veel gedaan kan
worden, mag men thans al veilig aan
nemen.
En als dan de missionaris in de tro
pen of in het barre Noorden de H.
Mis zal opdragen, zullen kerk, para
menten, heilige vaten en de kleding
der gelovigen hem dankbaar herin
neren aan de milddadigheid van hen,
die dit alles mogelijk gemaakt heb
ben. Niet altijd zal hij weten dat het
geld hiervoor uit Leiden en omgeving
kwam. Maar zijn gebed zal er niet
minder vurig om zijn en het zal op
stijgen tot God, om zegen te vragen
over hen, die dit alles mogelijk ge
maakt hebben. Ook over de katho
lieken van Leiden en omgeving, die
door hun edelmoedigheid zo'n prach
tige blijk van naastenliefde hebben
gegeven!
Als blijvende herinnering aan deze mooie Missieweek werden de missionarissen voor hun vertrek,uit Leiden
op de foto vereeuwigd. Tussen hen in staan vooraan rector L. P. M. Vester, voorzitter van het Comité
van de A.M.A., en rector H. B. J. Schrama, directeur Diocesaan Missiebureau.
^DankiuaoJiden
Het zal een onmogelijke taak
zijn om iedereen afzonderlijk te
bedanken voor de hulp en steun,
in welke vorm dan ook, gegeven
aan de Missie-actie. Want het
zyn niet alleen de leden van de
diverse comité's, al moest hun
werk het meest op de voorgrond
tredén. Deze dank geld ook de
zelatrice die avond aan avond lo
ten verkocht, de verkenner die
wachtdienst had in de zaal, de
jongeman die in de fancy-fair
stond, de middenstander die prij
zen schonk, de timmerman die
de tentoonstelling hielp opbou
wen, de dame in de kassa, de
man die in alle stilte 100 gulden
op de open schaal legde, de we
duwe die haar penningske
schonk, het meisje dat bij de buf
fetten hielp, de bezoeker van de
tentoonstelling, het gezin dat een
missionaris onderdak verleende.
Het zou een ellenlange rij wor
den, waaruit we slechts een wil
lekeurige greep deden. Want het
aantal medewerkers in deze zin
is niet te schatten, zelfs niet te
benaderen, laat staan persoon
lijk te bedanken. Als er dus
dankwoorden gesproken zijn of
nog zullen worden, dan gelden
deze allen, zonder uitzondering!
RADIO-UITZENDFNG TIJDENS
HEILIG JAAR.
De plechtigheden van het H. Jaar
zullen naar de andere basilieken te
Rome per radio worden uitgezonden
omdat de Sint Pieter, ofschoon zij
35-000 personen kan bevatten, niet
voldoende zal zijn voor de grote me
nigte pelgrims en omdat op deze wij
ze de plechtigheden ook in de andere
kerken van Rome kunnen worden
gevolgd.
Radio Vaticana, die thans geduren
de 10 uur per dag in 21 talen uit
zendt, met een programma van tel
kens een kwartier, zal in het H. Jaar
gedurende 22 uur per dag in 30 talen
uitzenden.
ÏDiaceóxiafi AUóóie-camilé
dankt Katholieken van
Leiden en Omgeving
Gisterenavond werd de AMA gesloten.
Het was de laatste grote Missietentoonstelling van dit jaar en wij mogen het
hier wel uitdrukkelijk verklaren: deze laatste tentoonstelling is in alle opzich
ten geslaagd.
In de lange tijd van voorbereiding waren wij er wel van overtuigd gezien
de activiteit van de leden van het bestuur, dat deze opzet moest slagen, maar
dat het succes zo groot zou zijn, dat hadden wij toch niet kunnen dromen.
Met rechtmatige trots kunnen daarvoor de katholieken van Leiden en omge
ving op deze Missietentoonstelling terugzien.
Onze welgemeende dank gaat uit naar de organisatoren de leden van het
hoofdcomité, die in de lange tijd van voorbereiding zo ontzaggelijk veel werk
hebben moeten verzetten aan de leden van sub-comité's en plaatselijke co
mité's zonder wiens hulp en medewerking de AMA niet had kunnen slagen
aan de talrijke medewerkers en medewerksters, die tijdens de tentoonstelling
zo bereidwillig hebben geholpen. Wij denken hier aan de zelatricen van de
P.M.G., de leerlingen van H.B.S, en Huishoudschool en zovele anderen die aan
de oproep van 't bestuur gehoor gaven.
Een woord van dank vooral ook aan De Leidse Courant, waarin zo dikwijls
en in de dagen van de tentoonstelling zo veel en zo goed over de AMA werd
geschreven.
Moge deze tentoonstelling aan de katholieken van Leiden en omgeving hei
besef hebben bijgebracht, dat wij allen zonder uitzondering de plicht hebben
om door gebed en offer de missionarissen te blijven steunen.
Luisteren wij naar de oproep van Paus en Bisschoppen, die verlangen dat
alle katholieken van heel de wereld lid worden van de Pauselijke Missiegenoot
schappen.
Namens het Diocesaan Missiecomité,
Dir. H. B. J. SCHRAMA, pr.
Standpunt van Katholieke zijde belicht
Wanneer men het vraagstuk van
de kalenderhervorming van alle kan
ten bestudeert dan komt men uitein
delijk tot de conclusie, dat de vast
stelling der feestdagen, en daarmede
dus van de kalender, een bij uit
stek godsdienstige aangelegenheid is.
Dit blijkt duidelijk uit het feit, dat
van het allereerste begin der mens
heid af door de vaststelling der feest
dagen een deel van de tijd gewijd
werd aan de erkenning en de ver
ering van de Schepper.
De conclusie wordt bovendien op
nieuw bevestigd, wanneer men be
denkt, dat de vaststelling der feest
dagen, en dus ook weer de regeling
van de kalender, bij de verschillende
godsdiensten der oudheid altijd de
taak is gev/eest van de priester. Zo
heeft zelfs Julius Caesar, die een
veldheer was, de kalender in het jaar
45 voor Christus veranderd in zijn
functie van hogepriester. Een ander
bewijs is nog. dat de geschiedenis
van alle eeuwen der Christenheid
aantoont, dat de vaststelling der feest
dagen en eventuele kalenderwijzi
gingen onbetwist werden toegekend
aan de kerkelijke autoriteiten.
Overigens kan men constateren,
dat toen de burgerlijke autoriteiten
een nieuwe kalender trachtten samen
te stellen, dit een van hun maatre
gelen was. waarmede zij de Chris
telijke godsdienst wilden wegvagen.
Zij wilden voor de Christelijke gods
dienst de cultus van de rede brengen.
Hiermede betraden zij dus ook een
zuiver godsdienstig terrein.
Wanneer een kalenderwijziging er
zich toe zou beperken het verschil
tussen de maanden van het jaar
enigszins te verminderen, door b.v.
Februari 29 dagen te geven en Augus
tus 30, dan zou de H. Stoel dit geen
reden achten om zich tegen zulk een
wijziging te verzetten. De wijziging,
die de republiek Panama heeft voor
gesteld, sluit echter ook de vaststel
ling van het Paasfeest in. Boven
dien wil men door deze wijze schrik
keldagen of een schrikkehveek in
voeren, waardoor de weekcyclus
verbroken wordt. Dit zou noodza
kelijk zijn om de duur van het jaar
op precies ,52 weken te stellen (52 x
7 is 365 r'/n 1). Het is echter duide
lijk uit bovenstaande redenering, dat
de wijziging van de kalender een bij
uitstek godsdienstige aangelegenheid
is en daarom alleen behoort tot de
NACHTMIS TE GRECCIO.
De nachtmis in de Kerstnacht, die
de eerste grote plechtigheid is na de
officiële opening van het Heilig Jaar
op 24 December, zal door de Italiaan
se radio over de gehele wereld wor
den uitgezonden. Deze nachtmis zal
niet, zoals men misschien verwach
ten zou, in de Sint Pieter te Rome
worden opgedragen, maar in het
oude heiligdom van Grecsio in de
provincie Rieti.
Greccio is een van de dorpjes, wel
ke de H. Franciscus van Assisië dik
wijls bezocht en waar hij zich in de
bossen terugtrok om er te bidden en
te mediteren. In 1223 kwam Sint
Franciscus uit Rome terug, waar hij
van Paus Honorius Hl de definitieve
goedkeuring van zijn' ordesregel ont
vangen had.
In de Kerstnacht van dat jaar maak
te hij in een grot in de omstreken
van Greccio de eerste Kerststal voor
het eenvoudige boerenvolk uit de
omtrek. Levende personen stelden
Sint Jozef, Maria en de herders voor.
Midden in de nacht begon het kind
je, dat „Bambino Gesu" voorstelde,
een wonderlijk licht uit te stralen,
aldus verhaalt de historie.
competentie van de H. Stoel.
Al is de kalenderwijziging, die door
Panama wordt voorgesteld, dan niet
in tegenspraak met een of andere
geloofswaarheid, toch is het redelijk,
dat de H. Stoel een wijziging noch
gerechtvaardigd noch acceptabel acht
De viering immers van het Paas
feest, dat het centrale en fundamen
tele dogma is van het geloof, de Ver
rijzenis van Onze Heer Jezus Chris
tus, is geregeld door een traditie, die
dateert uit de eerste tijden van het
Christendom en daarna op plechtige
wijze werd vastgelegd door het al
gemeen concilie van Nicea in het
jaar 325-
Paus Gregorius XIII heeft met
zijn kalenderwijziging niet alleen de
normen in stand gehouden, zoals deze
door het eerste concilie van Nicea
waren vastgesteld en vervolgens
door de concilies van Constanz, van
Basel, van Lateranen (V.) en van
Trente bevestigd, maar hij verkreeg
tevens de instemming van geheel de
wetenschappelijke wereld.
Ook om de volgende reden dus
zal de H. Stoel zich verzetten. Wan
neer er immers schrikkeldagen wor
den ingevoerd en de weekcyclus
daarmede zou worden doorbroken,
dan houdt dit tevens in. dat de re
geling van het concili van Nicea
geen zin meer zou hebben. De week
cyclus toch is de norm, aangegeven
door de openbaring voor het onder
houden van de natuurlijke en god
delijke wet om ter ere van de Schep
per bepaalde dagen te rusten. En
Deze heeft om het onderhouden van
deze cyclus in te prenten gewild,
dat in de H. Schrift de schepping
werd beschreven als een werk van
zeven dagen.
Het Hebreeuwse volk heeft van
de oudste tijden af deze cyclus met
de grootste nauwgezetheid bewaard,
en de Christenen hebben dit van
hen overgenomen. De Christenen
hebben de cyclus immers voor zo
heilig en onaantastbaar gehouden,
dat, telkens wanneer men een wij
ziging in de kalender wilde aan
brengen, niemand ooit maar een
maal en op welke wijze dan ook ge
dacht heeft deze weekcyclus aan te
tasten. Toen men later daadwerke
lijk overging tot een juiste verplaat-
s;ng van de dag- en nachtevening
(en dus ook van 't Paasfeest), ver
ordende Gregorius XIII, dat dit zou
geschieden van Donderdag 4 Octo
ber naar \7rijdag 15 October 1582.
De regelmatige registratie van de
week is het veiligste houvast gewor
den voor alle onderzoekingen op het
gebied van de geschiedenis en de
chronologie, profaan zowel als ker
kelijk.
De H. Stoel zal nimmer beweren,
zoals reeds werd benadrukt, dat de
invoering van schrikkeldagen of
-weken in strijd zou zijn met een of
ander dogma. Toch is het Haar goed
recht van mening te zijn, dat men
zonder een zeer ernstige en grondige
reden in deze weekcyclus, die de
Christenen om godsdienstige gron
den zo nauwgezet hebben bewaard,
geen wijzigingen mag aanbrengen.
De verbreking van de weekcyclus
zou een van de weinige punten van
overeenkomst vernietigen, die be
staan tussen de Christenen enerzijds
en de Joden en Mohammedanen an
derzijds. Op deze wijze zou verder
de invoering van b.v. een Angli-
kaans Pasen naast een Katholiek
Pasen en een Orthodox Pasen het
verschil tussen de gemeenschappen
nog groter maken.
Uit het bovenstaande kan men als
vaststaand feit concluderen, dat de
U.N.O. geen zelfstandige beslissin
gen zal mogen nemen op het gebied
van de kalender, daar de geschiede
nis dit recht uitsluitend toekent aan
de kerkelijke autoriteiten.